The relation between the location of a wet only collector and the zinc content of the precipitation at Deelen

Uit onderzoek is gebleken dat zich hoge zinkgehalten in neerslag verzameld op de vliegbasis Deelen en de Kooy kunnen voordoen. Op de vliegbasis Deelen werd onderzocht of dit samenhangt met de plaats van de neerslagvanger. Gevonden werd dat voor zink een duidelijk plaatseffect aantoonbaar was. Naast zink werd tevens calcium, natrium en ijzer bepaald. Voor calcium en natrium was het plaatseffect minder sterk. Voor ijzer kon geen plaatseffect worden aangetoond. Op grond van de resultaten van dit onderzoek kon een voorkeursplaats worden aangewezen.RIV

Circadian rhythm in the locomoter activity during morphine dependence and -withdrawal in the rat

In het kader van het onderzoek naar de effecten van behandeling van morfine onthoudingsverschijnselen bij de rat is recent de methode van toediening van morfine via het voer gei"ntroduceerd en dat model is nu diepgaander onderzocht. Het verloop van de onthoudingsfase is onderzocht aan de hand van de bewegingsactiviteit van de ratten. De bewegings- activiteit van de rat vertoont een dagelijks ritme 's nachts hoog en overdag laag, dat door morfine aanvankelijk enigszins verstoord wordt, maar later treedt tolerantie op. Tijdens de onthoudingsfase treedt een sterke verlaging op 's nachts die niet samenvalt met de daling van de voedselinname. Toediening van clonidine tijdens de onthoudingsfase heeft geen invloed op het activiteits- patroon van morfine afhankelijke ratten, en evenmin op de voedselinname. Clonidine heeft echter ook geen invloed op het symptoom gewichtsverlies dat samen lijkt te hangen met de overactiviteit van het symphatische zenuwstelsel. Verder onderzoek is nodig om de werking van clonidine nader te bestuderen.HI

Dag- en nacht bewegingsactiviteit in de rat tijdens morfine- afhankelijkheid en morfine-onthouding

In het kader van het onderzoek naar de effecten van behandeling van morfine onthoudingsverschijnselen bij de rat is recent de methode van toediening van morfine via het voer gei"ntroduceerd en dat model is nu diepgaander onderzocht. Het verloop van de onthoudingsfase is onderzocht aan de hand van de bewegingsactiviteit van de ratten. De bewegings- activiteit van de rat vertoont een dagelijks ritme 's nachts hoog en overdag laag, dat door morfine aanvankelijk enigszins verstoord wordt, maar later treedt tolerantie op. Tijdens de onthoudingsfase treedt een sterke verlaging op 's nachts die niet samenvalt met de daling van de voedselinname. Toediening van clonidine tijdens de onthoudingsfase heeft geen invloed op het activiteits- patroon van morfine afhankelijke ratten, en evenmin op de voedselinname. Clonidine heeft echter ook geen invloed op het symptoom gewichtsverlies dat samen lijkt te hangen met de overactiviteit van het symphatische zenuwstelsel. Verder onderzoek is nodig om de werking van clonidine nader te bestuderen.<br

In vivo mutagenicity testing of triazichon and imidazool compounds by the rat

In dit rapport wordt een dominant letaal test beschreven die werd uitgevoerd in de rat. De invloed van een aantal imidazool derivaten werd nagegaan gedurende de gehele periode van de spermatogenese (premeiose, meiose en postmeiose). Als positieve controle werd de alkylerende stof triachinon gebruikt, waarvan de mutagene werking bekend is. De stoffen werden in een dosis van 1/5 van de tevoren bepaalde LD50 toegediend. Veel aandacht werd besteed aan de statistische analyse van de verkregen resultaten. De resultaten zijn samengevat in 14 tabellen van 5 figuren. Geen van de bestudeerde stoffen met uitzondering van triachinon gaf een dominant letaal effect ten aanzien van het postmeiotisch sperma. De resultaten worden in de discussie vergeleken met die uit andere studies. Daarnaast wordt in de discussie aandacht besteed aan de voor- en nadelen van de dominant letaal test en aan de plaats van deze test in het kader van het onderzoek naar de mutageniteit van stoffen.RIV

[The influence of sodiumbromide in human volunteers II]

Aan groepen vrijwilligers, zowel vrouwen als mannen, is gedurende drie maanden een placebo en 4 of 9 mg Br-kg-1dag-1 in de vorm van NaBr toegediend. In de placebo groep, de groep die 4 mg Br- en de mannelijke proefpersonen die 9 mg Br- kregen toegediend, werden geen algemene of endocrinologische effecten gemeten. Bij de vrouwelijke proefpersonen uit de hoogste doseringsgroep werd een verhoging van de thyroxine en de triiodothyronine concentratie in het serum gemeten. Bij zowel de vrouwelijke als de mannelijke proefpersonen die 9 mg Br- innamen, werd in het EEG een afname van het vermogen in de Delta 1- en Delta 2-band en een toename van het vermogen van de Beta-banden vastgesteld, maar binnen normale grenzen. De gemiddelde frequentie nam met gemiddeld 3 Hz toe. Het is noodzakelijk dat een beperkt replicerend onderzoek wordt verricht alvorens te concluderen dat 4 mg Br-kg-1dag-1 een voor de mens hanteerbare "no-effect level" is.RI