9 research outputs found

    Haren-Groenstraat

    No full text
    Onderzoeksrappor

    Zuidnederlandse Archeologische Notities 155

    No full text
    Van woensdag 5 maart tot en met woensdag 2 april 2008 voerde ACVU-HBS in opdracht van de gemeente Nieuwegein een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uit in Nieuwe¬gein, plangebied Blokhoeve. In totaal zijn 28 sleuven aangelegd en is 11368.5 m2 archeologisch vlak gedocumenteerd. Enkele archeologische onderzoeken en waarnemingen in het verleden hadden reeds uitgewezen dat in de ondergrond een vindplaats uit de Romeinse tijd aanwezig is. Het onderzoek in 2008 had als doel enerzijds het waarderen van de bekende vindplaats en anderzijds het opsporen van eventuele vindplaatsen in het oostelijke deel van het plangebied. In het westelijke deel zouden eveneens sporen kunnen aangetroffen worden die verband houden met het archeologische monument in het plangebied, de zogenaamde Blokhoeve. Onder de huidige hoeve bevinden zich de restanten van een laat¬middeleeuwse omgrachte hoeve. Het onderzoek heeft nederzettingssporen uit de Romeinse tijd opgeleverd, centraal en westelijk in het plangebied. Het sporenbestand bestaat uit greppels, kuilen, paalkuilen en cultuurlagen. De conservering van de sporen is goed, hoewel plaatselijk verstoord. De vindplaats is gesitueerd op de binnen¬bocht van een geul, die vermoedelijk in de Romeinse tijd nog enkel als een depressie in het landschap aanwezig was. Verwacht kan worden dat de nederzetting zich verder zuidwaarts uitstrekt. Het bijbehorende grafveld bevindt zich vermoedelijk in de omgeving van het Nieuwegeins Business Center, waar tijdens de aanleg daarvan, mogelijk resten van graven zijn aangetroffen. Het advies luidt dat de vindplaats behoudenswaardig is. Indien behoud in situ niet mogelijk wordt een vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving aanbevolen

    Zuidnederlandse Archeologische Notities 175

    No full text
    In opdracht van Heijmans Vastgoed B.V. voerde de Hendrik Brunsting Stichting van het Archeologisch Centrum van de Vrije Universiteit (ACVU-HBS) van 20 tot en met 29 oktober 2008 een archeologische begeleiding en een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van vier proefsleuven uit in het plangebied Tiel-Dominicuskwartier (bijlage 1). In dit plangebied zal de nieuwbouw van woningen gerealiseerd worden. Ten behoeve hiervan is de bestaande bebouwing de afgelopen jaren reeds gesloopt onder archeologische begeleiding. Het onderzoek heeft sporen en vondsten uit de Vroege, Volle en Late Middeleeuwen, de Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd opgeleverd. De conservering van de sporen en de vondsten is goed, ondanks de vele verstoringen in het plangebied. Centraal in het plangebied bevindt zich een sloopput van het voormalige St. Andreasstreekziekenhuis. Ten noorden van deze verstoring zijn twee sloopputten aanwezig, waar enkel nog de diep ingegraven sporen mogen verwacht worden. In werkput 1 is een gracht aanwezig die oost-west georiënteerd is en een breedte van 10 tot 15 m. Vermoedelijk is de gracht te dateren in de Vroege Middeleeuwen. Het spoor omgeeft een terrein ten noorden van het plangebied.De gracht is opgevuld met verschillende ophogingslagen, vanwaaruit sporen zijn ingegraven. In deze werkput zijn funderingen en uitbraaksleuven aanwezig van gebouwen uit de Nieuwe Tijd. Werkput 2 is gelegen in het westelijke deel van het plangebied op de wal. Hier zijn restanten van opgaand muurwerk aangetroffen, dat mogelijk te interpreteren is als een deel van de laatmiddeleeuwse stadsmuur. Gezien de grote diepte is de onderkant van de wal niet bereikt. In werkput 3 bevindt zich een ophogingspakket met een dikte van ongeveer 4.7 m, dat in ver¬schillende fases is opgeworpen. Ingegraven in deze ophogingslagen zijn funderingen aangetroffen uit de Nieuwe Tijd. In werkput 4 zijn eveneens ophogingspakketten aangetroffen en funderingen uit de Nieuwste Tijd. Er zijn aanwijzingen gevonden voor de lokalisering van de Ottoonse burcht in het zuidwestelijke deel van het plangebied, ter hoogte van de verhoging aan de Kromme Elleboog. Een definitief archeologisch onderzoek zal echter hieromtrent uitsluitsel moeten geven De sporen en vondsten maken deel uit van de historische stadskern van Tiel en zijn als behoudenswaardig gewaardeerd. Gezien de concrete ontwikkelingsplannen wordt een vervolgonderzoek aanbevolen. Hiertoe is het plangebied onderverdeeld in negen zones, met een verschillende archeologische verwachting en waarvoor een aangepaste strategie opgesteld is

    Zuidnederlandse Archeologische Notities 255

    No full text
    Van dinsdag 2 december 2008 tot en met donderdag 12 februari 2009 voerde ACVU-HBS een archeologische opgraving uit in het plangebied Heumen-Malden-Broeksingel. De opdrachtgever is de gemeente Heumen (contactpersoon dhr. A. Kneppers). Het plangebied, waar nieuwbouw zal worden gerealiseerd, bevindt zich in het centrum van Malden, gemeente Heumen. De Broeksingel vormt de zuidelijke grens van het plangebied. De noordelijke en de westelijke begrenzing bestaat respectievelijk uit de straten Kerkplein en Broekkant. Aan de oostelijke zijde bevindt zich bebouwing. Het terrein was in gebruik als grasland. De bestaande bebouwing is tijdens het onderzoek gesloopt en verwijderd zodat dit deel van het plangebied beschikbaar kwam voor onderzoek. Voorafgaand aan de opgraving waren reeds twee vooronderzoeken uitgevoerd. Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen werd verricht in 2006 door ADC ArcheoProjecten. Naar aanleiding van deze resultaten voerde ACVU-HBS in 2008 een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P) uit. Dit heeft bewoningssporen uit de IJzertijd en de Middeleeuwen aan het licht gebracht. De opgraving behelsde het vlakdekkend onderzoeken van een oppervlakte van ca. 0.99 ha. Het veldteam van ACVU-HBS stond onder de dagelijkse leiding van drs. E.N. Norde en drs. M.D.R. Schurmans. De projectleiding was in handen van drs. J. van Renswoude en drs. M.D.R. Schurmans. Het landmeetkundige werk en het digitaliseren van de veldtekeningen is uitgevoerd door J.A.M. van Eenbergen

    Infiltratievoorziening Sintmaartenslaan

    No full text
    Het onderzoek heeft antropogene sporen opgeleverd waarvan een groot deel behoort tot een vol-middeleeuws erf. Het vondstmateriaal bestaat uit aardewerk, metaal, verbrande leem, natuursteen en baksteen/dakpan

    Zuidnederlandse Archeologische Notities 310

    No full text
    Op donderdag 1 december 2011 is in opdracht van Asparagus Beheer bv een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven uitgevoerd in het plangebied Schengweg in Horst (gemeente Horst aan de Maas) door VUhbs. Tijdens de proefsleuvenonderzoeken zijn twee vindplaatsen aangetroffen in het plangebied. Beide vindplaatsen bevinden zich in het centrale deelgebied B. Het oostelijk deelgebied C bleek verstoord. Tijdens de opgraving zijn de vindplaatsen in deelgebied B beiden onderzocht. De oudste bewoning binnen het plangebied dateert uit de Midden Bronstijd. Daarnaast zijn sporen aangetroffen uit de Vroege en/of Midden IJzertijd, de Romeinse Tijd en uit de Vroege Middeleeuwen. De sporen blijken drie aparte clusters te vormen binnen het opgegraven areaal

    Zuidnederlandse Archeologische Notities 351

    No full text
    Onderzoeksrappor

    ZAR 40

    No full text
    Het rapport behandelt een opgraving van 1.45 ha ten zuidwesten van de bebouwde kom van Medemblik, in de geplande woonwijk Schepenwijk II. Het onderzoek bracht een deel van een nederzetting uit de Midden en de Late Bronstijd aan het licht, gelegen op een ongeveer 110 m brede kreekrug. De bewoning startte ten vroegste in de tweede helft van de 15de eeuw voor Chr. en lijkt continu tot het einde van de 12de eeuw voor Chr. Na een onderbreking van enkele eeuwen vond opnieuw een kortstondige occupatie plaats van eind 10de tot eind 9de eeuw voor Chr. Tot de Midden Bronstijd behoren (delen van) dertien huisplattegronden en een greppelsysteem dat een oppervlakte van minimaal 1 ha omsloot en verkavelde. Vanwege de beperkte beschikbare ruimte op de kreekrug zijn de huizen meerdere malen op dezelfde plaats gebouwd, wat verklaart waarom enkele plattegronden slechts fragmentarisch bewaard zijn. In de Late Bronstijd werd in het zuidwestelijke deel van het plangebied een kleine terp opgericht, die nadien enkele malen uitgebreid werd. Van het terplichaam zelf restte plaatselijk nog een pakket van ongeveer 40 cm. Tot één van de fases van de terp behoort een rij wilgenhouten palen; mogelijk een restant van een structuur die op de terp heeft gestaan. Voorts zijn 60 kringgreppels, 25 kuilenkransen en acht waterputten aangetroffen, die meestal niet nader dan Midden of Late Bronstijd konden gedateerd worden. Het vondstmateriaal bestaat uit aardewerk (Hoogkarspel-Oud en Hoogkarspel-Jong), dierlijk bot (zoogdieren, vogels en vis), natuursteen, vuursteen, metaalslakken en botanische materialen (macroresten, coprolieten, hout en pollen). Elke materiaalcategorie wordt in het rapport in een apart hoofdstuk besproken. De bewoningssporen maakten deel uit van een nederzetting die zich verder noordoostwaarts uitstrekte en mogelijk zelfs doorliep tot de vindplaats Medemblik-Schuitenvoerderslaan. Deze is onderzocht in de jaren zestig van de vorige eeuw en leverde onder andere twee huisplattegronden en twee grafheuvels uit de Midden Bronstijd op
    corecore