17 research outputs found

    Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland : Surveillance en ontwikkelingen in 2014-2015

    Get PDF
    In Nederland is de vaccinatiegraad binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) hoog, waardoor weinig mensen de ziekten krijgen waartegen zij worden ingeënt. Alleen de deelname aan de vaccinatie van meisjes tegen het humaan papillomavirus (HPV) ligt lager. Na de vaccinaties komen weinig ernstige bijwerkingen voor. Bijwerkingen die gerapporteerd worden zijn doorgaans niet ernstig van aard zijn. Continue monitoring is nodig om een optimaal vaccinatieprogramma te behouden. Wijzigingen in het vaccinatieschema in 2014-2015 Sinds januari 2014 is de vaccinatie tegen het HPV-virus, dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, teruggebracht naar twee prikken. De vaccinatie wordt aan alle twaalfjarige meisjes aangeboden. Ontwikkelingen voor RVP-ziekten Door de uitbreiding van het pneumokokkenvaccin met drie typen in 2011 is het aantal kinderen gedaald dat van deze drie typen ziek werd. Deze daling was ook te zien onder volwassenen, die mogelijk indirect door de vaccinatie van kinderen zijn beschermd.Kinkhoest nam in 2014 weer toe na een daling in 2013. Het aantal zieken was minder hoog dan tijdens de epidemie in 2012. De bof kwam weinig voor in 2014, al steeg het aantal meldingen weer in de eerste maanden van 2015. De meeste mazelengevallen zijn in de eerste twee maanden van 2014 gerapporteerd, aan het einde van de epidemie die in 2013 begon. De mazelen kwam voor in gebieden waar mensen zich om religieuze redenen vaak niet laten vaccineren. Er zijn geen gevallen van polio gemeld. Vorig jaar waren de controles op polio geïntensiveerd in regio's in Nederland waar vluchtelingen worden opgevangen. Dit betrof vluchtelingen uit enkele niet-Europese landen waar het aantal poliogevallen was gestegen, zoals Syrië. Aangezien polio in die landen in 2014 minder voorkwam zijn de controles tot een normaal niveau teruggebracht. Ontwikkelingen voor toekomstige RVP-kandidaten De Gezondheidsraad kan de minister adviseren om het aantal ziekten die onder het RVP vallen uit te breiden. Het RIVM houdt in de gaten hoe ziekten die hiervoor in aanmerking komen, zich ontwikkelen. In 2014 kwamen uitzonderlijk weinig infecties met het rotavirus voor. Ook daalde het aantal zieken door meningokokken serogroep B. Het aantal mensen met het waterpokken, gordelroos en hepatitis A is de afgelopen jaren stabiel gebleven.In the Netherlands, participation in the National Immunisation Programme (NIP) is high, resulting in low incidences of most diseases included in the NIP. Yet coverage for vaccination against human papillomavirus (HPV) in girls is lower. Only a few severe adverse events following immunisation occurred. Reported adverse events are mostly mild and transient. Continuous monitoring of effectiveness and safety is necessary for the programme to remain optimal. Changes in the vaccination schedule in 2014-2015 Since 2014, girls have been receiving a reduced number of doses against human papillomavirus (HPV). Two doses of HPV vaccine are offered to 12-year-old girls. Developments for diseases included in the NIP The switch to the 10-valent pneumococcal vaccine (PCV10) in 2011 reduced the number of invasive pneumococcal diseases caused by the additional PCV10 serotypes in the vaccinated age groups. A decrease in the incidence of IPD caused by the additional PCV10 serotypes was also seen in the adult age groups, which is probably due to indirect protection. The incidence of pertussis increased in 2014 after a lower incidence in 2013, but was somewhat lower than during the epidemic year 2012. The incidence of mumps was low in 2014, but a resurgence of mumps and an endemic transmission were encountered in the first few months of 2015. The majority of the measles cases reported in 2014 belonged to the measles epidemic in the Bible Belt, which started in 2013. No cases of polio were reported. The environmental routine surveillance, which was intensified in the region where refugees were first cared for in 2013, was changed to routine level again in April 2015. Developments for future NIP candidates The Health Council could advise the Dutch Minister of Health, Welfare and Sports on expansion of the NIP. The National Institute for Public Health and the Environment in the Netherlands (RIVM) investigates developments in potential future NIP candidates. In 2014, the rotavirus season was exceptionally low. A decrease in meningococcal serogroup B disease was seen in 2014. Incidences of varicella zoster virus and hepatitis A remained stable over the previous years.Ministerie van VW

    Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland : Surveillance en ontwikkelingen in 2015-2016

    No full text
    In 2015 kregen bijna 770.000 kinderen van 0 tot 19 jaar samen 1.547.000 vaccinaties binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). De deelname aan het RVP is met 92 tot 99 procent (afhankelijk van de vaccinatie) nog steeds hoog. Een uitzondering daarop is de vaccinatie tegen het humaan papillomavirus (HPV) met 61 procent. De deelname voor pasgeborenen is voor het tweede achtereenvolgende jaar met ongeveer 0,5 procent gedaald. Meldingen van RVP-ziekten Het aantal gemelde gevallen van de meeste ziekten waartegen via het RVP wordt ingeënt, was wederom laag. Dit gold ook voor het aantal meldingen van mazelen (7) na de grote epidemie in 2013/2014. Kinkhoest kwam in 2015 minder vaak voor (39 per 100.000) dan in het epidemische jaar 2014 (55 per 100.000). Eén zuigeling overleed aan kinkhoest. Het aantal gevallen van ernstige pneumokokkenziekte - veroorzaakt door de drie typen waarmee het pneumokokkenvaccin werd uitgebreid in 2011 - bleef bij kinderen jonger dan 5 jaar zeer laag (0,5 per 100.000). Door de indirecte bescherming kwam het bij andere leeftijdsgroepen ook minder vaak voor. In 2015 en de eerste helft van 2016 kwam de bof vaker voor dan in 2014 (bij respectievelijk 89, 45 en 40 mensen). Meldingen van mogelijke bijwerkingen van vaccins In 2015 is het aantal meldingen van mogelijke bijwerkingen van vaccins gestegen (1494 ten opzichte van 982 in 2014). Het betrof vooral meldingen van (heftige) lokale ontstekingsreacties en koorts bij 4-jarigen. Ook nam het aantal meldingen van vermoeidheid bij 12-jarige meisjes toe na media-aandacht over eventuele bijwerkingen van de HPV vaccinatie. De aard van de gemelde bijwerkingen was in vergelijking met voorgaande jaren niet ernstiger. Meldingen van ziekten voor potentiële RVP-vaccins In 2015 en 2016 steeg het aantal gevallen van meningokokkenziekte veroorzaakt door serogroep W (MenW); meestal waren dit personen van 65 jaar of ouder. Na het extreem lage aantal gevallen in 2014 had 2015 een gemiddeld rotavirus seizoen, met de piek in maart. Tot en met juni 2016 was het aantal gevallen van rotavirus weer laag, waarbij het 'seizoen' ook later begon dan normaal.In 2015, nearly 770,000 children aged 0 to 19 years received a total of 1,547,000 vaccinations within the National Immunisation Programme (NIP). Participation in the NIP, which was between 92% and 99% (depending on the vaccination), was still high. An exception was vaccination against human papillomavirus (HPV), which was 61%. The participation of newborns dropped by about 0.5% for the second consecutive year. Notifications of NIP target diseases The number of reported cases of most NIP target diseases was again low. This was also true for the number of reported measles cases (7) after the great epidemic in 2013/2014. Pertussis was less frequently reported in 2015 (39 per 100,000) than in the epidemic year 2014 (55 per 100,000). One infant death due to pertussis was reported. The incidence of cases of invasive pneumococcal disease - caused by the three additional types which were included in the pneumococcal vaccine in 2011 - was very low in children under 5 years (0.5 per 100,000), and a decrease was seen in other age groups due to herd protection. In 2015 and the first half of 2016, mumps was more common than in 2014 (n=89, n=45 and n=40, respectively). Notifications of adverse events following immunisation In 2015, an increased number of reports of possible side effects of vaccines was reported (1,494 versus 982 in 2014). These were mainly reports of (pronounced) local inflammation and fever in 4-year-olds. The number of reports of fatigue in 12-year-old girls increased after media attention on possible side effects of the HPV vaccination. The severity of the reported adverse events was comparable with previous years. Notifications of potential NIP target diseases In 2015 and 2016, the number of invasive meningococcal serogroup W (MenW) cases increased; these were mostly in people aged 65 years or older. After the extremely low number of cases in 2014, 2015 had an average rotavirus season with the peak in March. Until June 2016, the number of cases of rotavirus was also low, with a later start of the season than usual.Ministerie van VW

    Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland : Surveillance en ontwikkelingen in 2019-2020

    No full text
    Under the National Immunisation Programme (NIP), 1,520,301 children and pregnant women were vaccinated in the Netherlands in 2019. Together, they received a total of 2,929,264 vaccinations. National immunisation coverage rose slightly for the first time in five years. In 2019, there were no notifications for diphtheria, tetanus, rubella, and polio. As in previous years, the number of notifications was low for Haemophilus influenzae type b (Hib; 39). The number of measles notifications was relatively high (84). The number of mumps cases (131) was double the number reported in the previous year. The number of notifications of hepatitis B (1205) remained stable. The number of notifications of meningococcal W disease (62) decreased after introduction of MenACWY-vaccination into the NIP (for 14-month-olds and 14-year-olds). This ended the rise in notifications from 2015 to 2018 (from 9 to 103). The number of pertussis notifications (6383) increased compared with 2018. Since the end of 2019, pregnant women are vaccinated against pertussis to prevent severe pertussis in infants. From March 2020 to June, during the Dutch COVID-19 response measures, including social distancing and school closure, the reported incidence of pertussis, invasive pneumococcal disease, meningococcal disease and mumps dropped. The Ministry of Health, Welfare and Sport has decided in April 2020 to cancel the implementation of rotavirus vaccination for children with an high risk for severe disease in the NIP. A new study showed lower vaccine-effectiveness estimates for high-risk infants than expected. The ministry asked for a new advise of the Health Council, which is expected in 2021. In 2020, the intention was to offer pneumococcal vaccination to elderly 60, 65, 70 and 75 years of age. Due to the COVID-19 pandemic, however, priority in this year has been given to the oldest age groups (73- to 79-year-olds).In 2019 zijn 1.520.301 kinderen en zwangere vrouwen gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). In totaal kregen zij 2.929.264 vaccinaties. De landelijke vaccinatiegraad is voor het eerst sinds 5 jaar licht gestegen. Er waren in 2019 geen meldingen van difterie, tetanus, rodehond en polio. Net als in de vorige jaren waren er weinig meldingen van Haemophilus influenzae type b (Hib; 39). Het aantal meldingen van mazelen was met 84 relatief hoog. Het aantal meldingen van bof (131) was twee keer hoger dan in 2018. Het aantal meldingen van hepatitis B (1205) bleef stabiel. Het totale aantal meldingen van meningokokken W ziekte (62) daalde nadat de vaccinatie hiertegen in het Rijksvaccinatieprogramma is opgenomen (voor de leeftijd van 14 maanden en 14 jaar). Daarmee kwam een einde aan de stijging van 2015 tot 2018 (9 tot 103). Het aantal meldingen van kinkhoest (6383) was hoger dan in 2018. Sinds eind 2019 krijgen zwangeren een vaccinatie tegen kinkhoest (de zogeheten 22 wekenprik) om ernstige kinkhoest bij jonge baby's te voorkomen. Van maart 2020 tot en met juni zijn er tijdens de corona-maatregelen, waaronder social distancing en de sluiting van scholen, minder gevallen van kinkhoest, invasieve pneumokokkenziekte, meningokokkenziekte en bof gemeld. Het ministerie van VWS besloot in april 2020 de invoering van de vaccinatie tegen het rotavirus voor kinderen die een groter risico lopen om er ernstig ziek van te worden in het Rijksvaccinatieprogramma uit te stellen. Een nieuwe studie laat zien dat het vaccin deze risicogroep minder goed tegen dit virus beschermt dan was verwacht. Het ministerie heeft de Gezondheidsraad om een nieuw advies gevraagd. Dit wordt in 2021 verwacht. In 2020 zou de pneumokokkenvaccinatie worden aangeboden aan ouderen van 60, 65, 70 en 75 jaar. Vanwege de uitbraak van het nieuwe coronavirus heeft de staatssecretaris van VWS op advies van de Gezondheidsraad besloten om de vaccinatie in dat jaar aan te bieden aan de oudste leeftijdsgroepen (73 tot en met 79-jarigen).Ministerie van VW

    Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland : Surveillance en ontwikkelingen in 2019-2020

    No full text
    Under the National Immunisation Programme (NIP), 1,520,301 children and pregnant women were vaccinated in the Netherlands in 2019. Together, they received a total of 2,929,264 vaccinations. National immunisation coverage rose slightly for the first time in five years. In 2019, there were no notifications for diphtheria, tetanus, rubella, and polio. As in previous years, the number of notifications was low for Haemophilus influenzae type b (Hib; 39). The number of measles notifications was relatively high (84). The number of mumps cases (131) was double the number reported in the previous year. The number of notifications of hepatitis B (1205) remained stable. The number of notifications of meningococcal W disease (62) decreased after introduction of MenACWY-vaccination into the NIP (for 14-month-olds and 14-year-olds). This ended the rise in notifications from 2015 to 2018 (from 9 to 103). The number of pertussis notifications (6383) increased compared with 2018. Since the end of 2019, pregnant women are vaccinated against pertussis to prevent severe pertussis in infants. From March 2020 to June, during the Dutch COVID-19 response measures, including social distancing and school closure, the reported incidence of pertussis, invasive pneumococcal disease, meningococcal disease and mumps dropped. The Ministry of Health, Welfare and Sport has decided in April 2020 to cancel the implementation of rotavirus vaccination for children with an high risk for severe disease in the NIP. A new study showed lower vaccine-effectiveness estimates for high-risk infants than expected. The ministry asked for a new advise of the Health Council, which is expected in 2021. In 2020, the intention was to offer pneumococcal vaccination to elderly 60, 65, 70 and 75 years of age. Due to the COVID-19 pandemic, however, priority in this year has been given to the oldest age groups (73- to 79-year-olds).In 2019 zijn 1.520.301 kinderen en zwangere vrouwen gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). In totaal kregen zij 2.929.264 vaccinaties. De landelijke vaccinatiegraad is voor het eerst sinds 5 jaar licht gestegen. Er waren in 2019 geen meldingen van difterie, tetanus, rodehond en polio. Net als in de vorige jaren waren er weinig meldingen van Haemophilus influenzae type b (Hib; 39). Het aantal meldingen van mazelen was met 84 relatief hoog. Het aantal meldingen van bof (131) was twee keer hoger dan in 2018. Het aantal meldingen van hepatitis B (1205) bleef stabiel. Het totale aantal meldingen van meningokokken W ziekte (62) daalde nadat de vaccinatie hiertegen in het Rijksvaccinatieprogramma is opgenomen (voor de leeftijd van 14 maanden en 14 jaar). Daarmee kwam een einde aan de stijging van 2015 tot 2018 (9 tot 103). Het aantal meldingen van kinkhoest (6383) was hoger dan in 2018. Sinds eind 2019 krijgen zwangeren een vaccinatie tegen kinkhoest (de zogeheten 22 wekenprik) om ernstige kinkhoest bij jonge baby's te voorkomen. Van maart 2020 tot en met juni zijn er tijdens de corona-maatregelen, waaronder social distancing en de sluiting van scholen, minder gevallen van kinkhoest, invasieve pneumokokkenziekte, meningokokkenziekte en bof gemeld. Het ministerie van VWS besloot in april 2020 de invoering van de vaccinatie tegen het rotavirus voor kinderen die een groter risico lopen om er ernstig ziek van te worden in het Rijksvaccinatieprogramma uit te stellen. Een nieuwe studie laat zien dat het vaccin deze risicogroep minder goed tegen dit virus beschermt dan was verwacht. Het ministerie heeft de Gezondheidsraad om een nieuw advies gevraagd. Dit wordt in 2021 verwacht. In 2020 zou de pneumokokkenvaccinatie worden aangeboden aan ouderen van 60, 65, 70 en 75 jaar. Vanwege de uitbraak van het nieuwe coronavirus heeft de staatssecretaris van VWS op advies van de Gezondheidsraad besloten om de vaccinatie in dat jaar aan te bieden aan de oudste leeftijdsgroepen (73 tot en met 79-jarigen).Ministerie van VW

    Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland : Ontwikkelingen in 2013

    No full text
    In 2012 was er een grote kinkhoestepidemie in Nederland. Het betrof voornamelijk kinderen tussen 0 en 2 maanden oud, kinderen van 8 jaar en ouder, en volwassenen. Het aantal kinkhoestmeldingen was in de eerste helft van 2013 laag. De uitbraak van de bof die eind 2009 begon, is in 2013 verminderd, al verspreidt het virus zich nog wel in Nederland. Daarnaast is er sinds mei 2013 een uitbraak van mazelen in Nederland, vooral onder orthodox-gereformeerden met een lage vaccinatiegraad. Verwacht wordt dat de uiteindelijke omvang van deze uitbraak groter zal zijn dan de vorige in 1999/2000. Dit blijkt uit het jaaroverzicht van het RIVM over de mate waarin ziekten voorkomen waartegen gevaccineerd wordt via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), en de ontwikkelingen daarin. Het geeft ook inzicht in de vaccins die zijn gebruikt en welke bijwerkingen daarbij optraden. Ontwikkelingen over nieuwe vaccins, die eventueel in de toekomst in het RVP worden opgenomen, zijn ook beschreven. Doordat de vaccinatiegraad al vele jaren hoog is, krijgen weinig mensen de ziekten waartegen via het RVP wordt gevaccineerd. Het vaccinatieprogramma is bovendien veilig, waarbij er relatief weinig bijwerkingen voorkomen die doorgaans niet ernstig van aard zijn. Wel blijft voor een optimaal vaccinatieprogramma continue monitoring van effectiviteit en bijwerkingen nodig. Andere ontwikkelingen Uit het overzicht blijkt ook dat er tijdens de eerste weken van de mazelenepidemie ook een kleine uitbraak van rodehond heeft plaatsgevonden op een orthodox-gereformeerde school. Dit veroorzaakte het grootste aantal zieken door rodehond sinds 2004/2005. In Syrië en Israël is het poliovirus verspreid. In Nederland zijn er tussen medio 2012 tot 1 november 2013 geen gevallen van polio gemeld. Verder zijn er in 2013 in Europese landen enkele gevallen van meningokokken C gerapporteerd onder mannen die seks hebben met mannen (MSM). In Nederland is dat onder mannen die tot deze risicogroep kunnen behoren niet gemeld. Effectiviteit pneumokokkenvaccin Uit onderzoek naar de effectiviteit van het pneumokokkenvaccin blijkt dat het vaccin evenveel bescherming biedt als het aantal prikmomenten wordt verlaagd. De Gezondheidsraad heeft geadviseerd om minder prikken in het prikschema op te nemen.2012, a large pertussis outbreak occurred in the Netherlands. The highest incidences were among infants aged 0-2 months, children of eight years and older, adolescents and adults. The number of pertussis notifications in the first six months of 2013 was found to be low. The mumps outbreak that started among students in late 2009 diminished in 2013, but there are still indications of endemic transmission. In addition, an outbreak of measles started in May 2013 among the Reformed Orthodox population, who have low vaccine coverage. The outbreak is expected to continue with a final size that may exceed that of the 1999/2000 outbreak. This information is included in this annual report of the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) which gives an overview of how often diseases included in the National Immunisation Programme (NIP) occur and presents developments in the NIP. The report also indicates which vaccines are used and which adverse events were reported after vaccination. Developments with regard to potential target diseases for vaccines are also included. The participation level in the NIP has been high for many years, resulting in low incidences of most target diseases. The programme is also safe with relatively few side effects reported, and these are usually mild and transient. For an optimal programme, continuous monitoring of effectiveness and safety remains necessary. Other developments During the first weeks of the measles epidemic in June 2013, a small and restricted rubella outbreak was identified at an Orthodox school. This was the largest rubella outbreak since 2004/2005. In Syria and Israel, respectively, cases of poliovirus and the transmission of poliovirus were identified in 2013. In 2012 and 2013 (at 1 November), no cases of poliomyelitis were reported in the Netherlands. In June 2013, a meningococcal C outbreak among men who have sex with men (MSM) was reported in Europe. No meningococcal serotype C cases among men that may belong to this risk group were reported in the Netherlands. Effect of pneumococcal vaccine Research showed that the protection of the pneumococcal vaccine is similar in a schedule with a reduced number of doses compared to the current schedule. Therefore, the Dutch Health Council advised on 27 November 2013 in favour of a schedule with a reduced number of doses.Ministerie van VW

    Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland : Surveillance en ontwikkelingen in 2013-2014

    No full text
    Weinig mensen krijgen de ziekten waartegen zij via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) worden gevaccineerd. De vaccinatiegraad is in Nederland al jaren hoog en het vaccinatieprogramma is veilig. Er worden relatief weinig bijwerkingen gerapporteerd en deze zijn doorgaans niet ernstig van aard. Dit blijkt uit het jaaroverzicht 2013-2014 van het RIVM. Continue monitoring is nodig om een optimaal vaccinatieprogramma te behouden. Wijzigingen in het vaccinatieschema in 2013-2014 Het aantal prikken tegen pneumokokken in het vaccinatieschema is vanaf november 2013 met één prik verlaagd naar drie. Dit gebeurde op advies van de Gezondheidsraad omdat dit verminderde aantal evenveel bescherming biedt. Sinds januari 2014 is de vaccinatie voor meisjes tegen het HPV-virus, dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, teruggebracht naar twee prikken. De vaccinatie wordt aan alle twaalfjarige meisjes aangeboden. Als meisjes na hun vijftiende verjaardag met de vaccinatie starten, zijn nog wel drie prikken nodig. Ontwikkelingen bij ziekten Tussen mei 2013 en februari 2014 vond een grote uitbraak van mazelen plaats, vooral in gebieden waar weinig mensen zich laten vaccineren. In totaal zijn 2640 personen met mazelen gemeld, van wie er 182 zijn opgenomen in het ziekenhuis. Een persoon is overleden. In juni 2013 was er een uitbraak van rodehond op een orthodox-gereformeerde school met een lage vaccinatiegraad. Er zijn 54 personen met rodehond gemeld. Dit was het grootste aantal sinds 2004-2005. In 2013 zijn in Nederland geen meldingen gedaan van difterie, polio en tetanus. Na de grote epidemie in 2012 nam kinkhoest sterk af. Ook het aantal bofgevallen daalde ten opzichte van 2010-2012, een periode waarin bof veelvuldig onder studenten voorkwam. Het aantal meldingen van acute hepatitis B was in 2013 het laagst sinds 1976. Het aantal meningokokken C-ziekten is enorm gedaald sinds de introductie van de vaccinatie in 2002. Sinds de uitbreiding van het vaccin tegen pneumokokken met drie typen in 2011 is het aantal ziekten dat door die drie typen wordt veroorzaakt, gedaald. Andere ontwikkelingen In 2013 zijn wereldwijd in acht landen gevallen van polio aangetroffen, waaronder in Syrië. Daarom worden Syrische vluchtelingen jonger dan vijf bij aankomst in een Nederlands asielzoekerscentrum gevaccineerd tegen polio. Verder zijn de routinematige controles in gebieden met een lage vaccinatiegraad geïntensiveerd en uitgebreid naar regio's in Nederland waar vluchtelingen opgevangen worden.Low incidences of diseases included in the National Immunisation Programme (NIP) have been reported. Participation in the NIP has been high for many years and relatively few side effects were reported, which are usually mild and transient. This information is included in the annual report of the National Institute of Public Health and the Environment (RIVM). Continuous monitoring of effectiveness and safety is necessary for the programme to remain optimal. Changes in the vaccination schedule in 2013-2014 Since November 2013, the number of doses given against pneumococcal disease has been reduced to three. The Dutch Health Council advised reducing the number of doses against pneumococcal disease in the vaccination schedule because research showed that one dose less gives similar protection. Since January 2014, girls have been receiving a reduced number of doses against human papillomavirus (HPV). Two doses of HPV vaccine is offered to 12- year-old girls. If girls start with the vaccination after their 15th birthday, three doses are still necessary. Trends in incidences of disease From May 2013 until February 2014, a large outbreak of measles occurred in the Netherlands. Mainly areas with low vaccination coverage were affected. Overall, 2,640 measles cases were reported, 182 of which were hospitalised. One person died. In June 2013, an outbreak of rubella occurred at an Orthodox reformed school with low vaccination coverage. In total, 54 cases of rubella were reported, which was the largest number since 2004-2005. In 2013, no cases of diphtheria, polio and tetanus were reported. After the large epidemic in 2012, the incidence of pertussis was low in 2013. In addition, the incidence of mumps declined in 2013 compared with 2010-2012, when an outbreak occurred among students. The number of notifications of acute hepatitis B in 2013 was the lowest since 1976. Since the introduction of the vaccination in 2002, the incidence of meningococcal C disease has decreased enormously. Introduction of the 10-valent pneumococcal vaccine in 2011 reduced the number of invasive pneumococcal diseases caused by the additional PCV10 serotypes in the vaccinated age groups. Other developments In 2013, polio cases were found in eight countries worldwide, including Syria. Syrian refugees under 5 years of age receive vaccination against polio on arriving at the asylum seekers' centre in the Netherlands. Furthermore, the environmental routine surveillance programme has been intensified in areas with low vaccination coverage and was extended to the region in the Netherlands where refugees are first cared for.Ministerie van VW

    The National Immunisation Programme in the Netherlands : Surveillance and developments in 2018-2019

    No full text
    In 2018 zijn ongeveer 880.000 kinderen van 0 tot 19 jaar gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). In totaal ontvingen zij 2.266.000 vaccinaties. De daling in deelname aan het RVP die sinds 2014 was te zien, is tot stilstand gekomen. Net als in voorgaande jaren waren er in 2018 weinig meldingen van Haemophilus influenzae type b (Hib; 43), meningokokken-C (3), difterie (2), tetanus (1), rodehond (0) en polio (0). Het aantal meldingen van bof was iets hoger (73 versus 46 in 2017); het aantal meldingen van kinkhoest bleef onverminderd hoog (4897). In 2018 overleed een jonge zuigeling aan kinkhoest, en begin 2019 een zuigeling en een ongevaccineerde oudere patiënt. Het aantal gevallen van mazelen nam toe van 24 in 2018 tot 45 in de eerste helft van 2019. In juni 2019 begon een lokale uitbraak van mazelen in Urk, een gemeente met relatief weinig gevaccineerde mensen. De uitbraak is inmiddels voorbij. Het aantal mensen met pneumokokkenziekte door een serotype dat in het vaccin zit bleef erg laag (1 kind jonger dan 5 jaar). Wel hebben wat meer mensen pneumokokkenziekte gekregen door serotypes die niet in het vaccin zitten (70 kinderen jonger dan 5 jaar in winterseizoen 2018/2019 ten opzichte van 46 in 2017/2018). Door een stijging van het aantal gemelde meningokokkenziekte type W sinds 2015 is in 2018 de MenACWY-vaccinatie ingevoerd. In de eerste zes maanden van 2019 daalde het aantal meldingen van meningokokkenziekte type W (39). Alleen bij mensen die ouder zijn dan 80 was deze daling niet te zien. De Gezondheidsraad heeft geadviseerd dat de eerste vaccinatie van een baby kan worden uitgesteld wanneer de moeder tegen kinkhoest is gevaccineerd tijdens de zwangerschap. Het aantal vaccinaties voor de baby kan hierdoor worden teruggebracht van drie naar twee. De vaccinatie voor zwangeren start in december 2019. Het ministerie van VWS heeft op advies van de Gezondheidsraad besloten om de HPV vaccinatie ook voor jongens aan te bieden en de leeftijd van vaccinatie te verlagen van 12 naar 9 jaar. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheden om ongevaccineerde jongens en meisjes de vaccinatie tot en met 26 jaar nog aan te bieden

    The National Immunisation Programme in the Netherlands : Surveillance and developments in 2019-2020

    No full text
    Under the National Immunisation Programme (NIP), 1,520,301 children and pregnant women were vaccinated in the Netherlands in 2019. Together, they received a total of 2,929,264 vaccinations. National immunisation coverage rose slightly for the first time in five years. In 2019, there were no notifications for diphtheria, tetanus, rubella, and polio. As in previous years, the number of notifications was low for Haemophilus influenzae type b (Hib; 39). The number of measles notifications was relatively high (84). The number of mumps cases (131) was double the number reported in the previous year. The number of notifications of hepatitis B (1205) remained stable. The number of notifications of meningococcal W disease (62) decreased after introduction of MenACWY-vaccination into the NIP (for 14-month-olds and 14-year-olds). This ended the rise in notifications from 2015 to 2018 (from 9 to 103). The number of pertussis notifications (6383) increased compared with 2018. Since the end of 2019, pregnant women are vaccinated against pertussis to prevent severe pertussis in infants. From March 2020 to June, during the Dutch COVID-19 response measures, including social distancing and school closure, the reported incidence of pertussis, invasive pneumococcal disease, meningococcal disease and mumps dropped. The Ministry of Health, Welfare and Sport has decided in April 2020 to cancel the implementation of rotavirus vaccination for children with an high risk for severe disease in the NIP. A new study showed lower vaccine-effectiveness estimates for high-risk infants than expected. The ministry asked for a new advise of the Health Council, which is expected in 2021. In 2020, the intention was to offer pneumococcal vaccination to elderly 60, 65, 70 and 75 years of age. Due to the COVID-19 pandemic, however, priority in this year has been given to the oldest age groups (73- to 79-year-olds)

    Physical activity: referral to activities by primary care providers

    No full text
    Het RIVM heeft onderzocht of en waarom huisartsen, praktijkondersteuners, jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen mensen adviseren of concreet doorverwijzen naar programma’s om meer te bewegen. Vanuit de jeugdgezondheidszorg wordt vaak aangeraden om meer te bewegen, vooral bij kinderen met overgewicht. Huisartsen doen dat in mindere mate en verwijzen vooral door wanneer het de klacht kan verhelpen waarvoor mensen op het spreekuur komen. Bewegen blijkt echter niet in alle richtlijnen voor leefstijl-gerelateerde aandoeningen te zijn opgenomen. Dit is wel het geval bij bijvoorbeeld problemen met het bewegingsapparaat, zoals aan schouder en knie, bij chronische klachten aan het zenuwstelsel en bij chronische luchtwegaandoeningen. De belangrijkste redenen waarom artsen niet doorverwijzen zijn een beperkte motivatie van patiënten om meer te bewegen, de financiële situatie van de patiënt, gebrek aan tijd tijdens het consult, en wanneer grotere/belangrijkere problemen voorrang hebben. Huisartsen geven zelden preventief advies om meer te bewegen, dus om gezondheidsproblemen te voorkomen. Dit is in lijn met de kerntaken van de huisarts, waar primaire preventie geen onderdeel van uitmaakt. Preventieve zorg voor patiënten met beginnende gezondheidsklachten of om complicaties te voorkómen is wel onderdeel van deze kerntaken. Resultaten van dit onderzoek bevestigen dit: huisartsen geven vooral beweegadvies als het gerelateerd is aan de gezondheidsklacht. Huis- en jeugdartsen kunnen mensen op verschillende manieren doorverwijzen naar een bewegingsactiviteit. Dit kan zijn naar bewegen zonder begeleiding zoals wandelen of hardlopen, naar het reguliere beweegaanbod, zoals een sportschool, naar een fysiotherapeut, of naar beweegactiviteiten die de huisartsenpraktijk zelf organiseert, zoals wandelen met patiënten. Ook kan een ‘beweegmakelaar’ zoals een buurtsportcoach worden ingeschakeld, die helpt om een passende activiteit te vinden, of worden doorverwezen naar een ‘gecombineerde leefstijlinterventie’ waarbij bijvoorbeeld ook over voeding wordt geadviseerd. Het belang van preventie in de zorg wordt de laatste jaren steeds meer erkend, ook in beleid. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS.RIVM has investigated whether and why general practitioners, practice assistants, pediatricians and pediatric nurses refer people to physical activities. Pediatricians often recommend physical activity, especially in overweight children. GPs do this to a lesser extent and mainly promote physical activity in case it involves a physical activity-related complaint. Physical activity appeared not to be included in all health care guidelines for lifestyle-related disorders, but was included in, for example, health care guidelines of musculoskeletal disorders, chronic complaints of the nervous system and chronic respiratory diseases. The main reasons why doctors do not advise to increase levels of physical activity are a limited motivation of patients, the financial situation of the patient, lack of time during the consultation, and larger / more important problems of the patient. GPs rarely give preventive advice to increase physical activity levels, in order to prevent health problems. This is in line with the core tasks of the GP, of which primary prevention is not a part. Preventive care for patients with health problems is part of the core tasks of the GP and results of this study confirm this: GPs mainly provide exercise advice if it is related to the health complaint. GPs and pediatricians can refer people to physical activity in various ways. This can involve physical activity without supervision, such as walking or running, to regular exercise, a physiotherapist, or physical activities organized by the GP practice, such as walking with patients. A "physical activity agent" can also be called in, who helps to find a suitable activity, or a referral to a "combined lifestyle intervention" including the promotion of a healthy diet in addition to physical activity. The importance of prevention in health care is increasingly being recognized, also in policy. This study was commissioned by the Ministry of Health, Welfare and Sport.Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Spor

    The National Immunisation Programme in the Netherlands : Surveillance and developments in 2015-2016

    No full text
    In 2015 kregen bijna 770.000 kinderen van 0 tot 19 jaar samen 1.547.000 vaccinaties binnen het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). De deelname aan het RVP is met 92 tot 99 procent (afhankelijk van de vaccinatie) nog steeds hoog. Een uitzondering daarop is de vaccinatie tegen het humaan papillomavirus (HPV) met 61 procent. De deelname voor pasgeborenen is voor het tweede achtereenvolgende jaar met ongeveer 0,5 procent gedaald. Meldingen van RVP-ziekten Het aantal gemelde gevallen van de meeste ziekten waartegen via het RVP wordt ingeënt, was wederom laag. Dit gold ook voor het aantal meldingen van mazelen (7) na de grote epidemie in 2013/2014. Kinkhoest kwam in 2015 minder vaak voor (39 per 100.000) dan in het epidemische jaar 2014 (55 per 100.000). Eén zuigeling overleed aan kinkhoest. Het aantal gevallen van ernstige pneumokokkenziekte - veroorzaakt door de drie typen waarmee het pneumokokkenvaccin werd uitgebreid in 2011 - bleef bij kinderen jonger dan 5 jaar zeer laag (0,5 per 100.000). Door de indirecte bescherming kwam het bij andere leeftijdsgroepen ook minder vaak voor. In 2015 en de eerste helft van 2016 kwam de bof vaker voor dan in 2014 (bij respectievelijk 89, 45 en 40 mensen). Meldingen van mogelijke bijwerkingen van vaccins In 2015 is het aantal meldingen van mogelijke bijwerkingen van vaccins gestegen (1494 ten opzichte van 982 in 2014). Het betrof vooral meldingen van (heftige) lokale ontstekingsreacties en koorts bij 4-jarigen. Ook nam het aantal meldingen van vermoeidheid bij 12-jarige meisjes toe na media-aandacht over eventuele bijwerkingen van de HPV vaccinatie. De aard van de gemelde bijwerkingen was in vergelijking met voorgaande jaren niet ernstiger. Meldingen van ziekten voor potentiële RVP-vaccins In 2015 en 2016 steeg het aantal gevallen van meningokokkenziekte veroorzaakt door serogroep W (MenW); meestal waren dit personen van 65 jaar of ouder. Na het extreem lage aantal gevallen in 2014 had 2015 een gemiddeld rotavirus seizoen, met de piek in maart. Tot en met juni 2016 was het aantal gevallen van rotavirus weer laag, waarbij het 'seizoen' ook later begon dan normaal
    corecore