20 research outputs found

    Spirit

    No full text
    Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Sectorstudie Transport SYRENE-programma

    No full text
    Rapport in opdracht van NOVEM. Onder de naam SYRENE (System Integration of Renewable Energy and End Use Technology in the Netherlands) ontwikkelt Novem een programma dat een integraal beeld moet geven van de mogelijkheden van de toepassing van duurzame energievoorzieningssystemen op de lange termijn. Een deel van de onderwerpen die in het SYRENE-programma aan de orde komen, is onderverdeeld in de vier sectoren Industrie, Huishoudens + Diensten, Landbouw en Transport. Dit rapport betreft de sectorstudie 'Transport'. Deze studie begint met een beschrijving van een theoretische geleding van het vervoersysteem, waarbij vijf niveau's worden onderscheiden: verplaatsingen, vervoeraanbod, verkeer, techniek en gedrag. Na een inventarisatie van de huidige situatie ten aanzien van energiegebruik en COj-emissie in de transportsector, wordt hiervan een prognose voor 2015 en 2030 opgesteld, uitgaande van voortgezet huidig beleid en de huidige stand van zaken voor wat betreft technische mogelijkheden. Vervolgens worden op de vijf onderscheiden systeemniveau's energiebesparende maatregelen voorgesteld met de relatieve effecten daarvan. Koppeling van de relatieve effecten aan het berekende toekomstige energiegebruik levert het absolute energiegebruik in de toekomstige situatie. Bij het berekenen van de effekten van maatregelen is steeds uitgegaan van het redelijkerwijs maximaal haalbare effect, zonder dat van een trendbreuk sprake is. Prijsbeleid en quotering van vervoer zijn niet beschouwd. Uit de berekeningen volgt dat de energiebesparing door zuiver technische maatregelen ongeveer de toename van het energiegebruik door de groei van het vervoer compenseert; maatregelen op de overige niveaus zijn nodig om tot een verdere energiebesparing te komen.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Morgen bezorgen: Distributie in stedelijke gebieden van morgen

    No full text
    Rapport in opdracht van Adviesdiensten Verkeer en Vervoer. Doel van deze studie is aan te geven hoe een goederenvervoersysteem voor stedelijke gebieden in de verdere toekomst eruit zou moeten zien indien zowel rekening gehouden wordt met bereikbaarheids- en efficiency doelstellingen als met leefbaarheidsdoelstellingen. Om een gestructureerde beschrijving te kunnen geven van zo'n goederenvervoersysteem is in deze studie onderscheid gemaakt tussen de thema's 'vervoervraag', waarin de behoefte naar vervoer tot uitdrukking komt, 'vervoeraanbod' waarbij alle logistieke diensten horen en 'techniek en infrastructuur' waaronder voertuigtechniek en fysieke infrastructuur vallen. De vervoervraag is afhankelijk van economische factoren, van de geografische verdeling van activiteiten in een stedelijk gebied en van autonome ontwikkelingen als individualisering en vergrijzing. In drie 'ontwikkelingsscenario's' zijn drie economische ontwikkelingsperspectieven en verschillende stedelijke ontwikkelingsvarianten opgenomen. Ook is voor iedere scenario een beeld geschetst van het overheidsbeleid dat past binnen de kaders van het betreffende scenario. Om te kunnen voldoen aan de doelstellingen, zijn binnen het thema 'vervoeraanbod' ontwikkelingen als gezamenlijke distribitieconcepten, aangepast voorraadbeheer, het gebruik maken van overslagmogelijkheden aan stadsranden en onderlinge afstemming het meest veelbelovend. Binnen vervoertechniek wordt in dat kader gedacht aan voortbewegingstechnieken waarbij gebruik gemaakt wordt van elektrische tractie (stil en zonder lokale emissies), waarbij frequent gebruik gemaakt wordt van (modulaire) wissellaadeenheden en waarbij een beperkte rol kan zijn weggelegd voor automatisch gestuurde of geleide voertuigen. Wat betreft de infrastructuur zijn de toekenning van vrije banen voor het goederenvervoer, het aanwijzen van goederenvervoer-corridors en het op beperkte schaal toepassen van ondergronds vervoer de meest veelbelovende ontwikkelingen. Om tot een geïntegreerd vervoersysteem te komen lijkt de inrichting van stadsdistributiecentra, het introduceren van een licentie-systeem (waarin regels m.b.t. emissies en beladingsgraden zijn vervat) en de oprichting van publiek-private vervoerverbonden (die het goederenvervoer reguleren) noodzakelijk. Het in het kader van het (aangepaste) Europa-scenario gepresenteerde vervoersysteem lijkt aan de gestelde doelstellingen te kunnen voldoen: emissies en geluidoverlast veroorzaakt door het goederenvervoer kunnen aanmerkelijk verminderen en ook de fysieke overlast kan worden teruggebracht. Introductie van een vervoersysteem zoals gepresenteerd hoeft niet te leiden tot negatieve gevolgen voor het bedrijfsleven, hoewel door een grotere efficiency van het vervoer problemen kunnen ontstaan voor sommige bedrijven in de vervoersector.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Grondvervoer op de rails, vergelijking emissies weg- en gecombineerd weg-rail vervoer

    No full text
    Rapport in opdracht van de Provincie Overijssel. In de gemeente Hengelo is in januari 1992 een bodemsaneringsproject gestart op het terrein van de voormalige gasfabriek. Bij het vervoer van de grond is het Afzet Container Transport Systeem ingezet, een vorm van gecombineerd weg-rail vervoer waarbij horizontale overslag plaatsvindt. Doel van de inzet van acts-vervoer in plaats van het traditionele wegvervoer, is de emissie van onder meer broeikas-effect versterkende en verzurende stoffen te verminderen. Doel van het onderzoek is te achterhalen hoe groot de emissiereducties in dit geval zijn en of de emissiereducties die in dit project gehaald worden ook elders gehaald kunnen worden. Bij de berekening van de emissiereductie is uitgegaan van de emissie die veroorzaakt wordt bij het vervoerproces van het onderzochte project en de emissie die veroorzaakt zou worden bij de denkbeeldige situatie dat alleen wegvervoer toegepast zou worden. Uit metingen, gegeven waarden, verbruiksformules en emissiecoëfficiënten zijn het brandstofverbruik en de veroorzaakte emissies voor beide vervoervarianten berekend. Daarbij is onder meer rekening gehouden met overslag-emissies, emissies veroorzaakt door stationair draaiende motoren en met de verschillen tussen beladen en onbeladen ritten. Uit de berekeningen blijkt dat door de inzet van het acts-systeem ongeveer 38% (bijna 560 ton) van de CO2-emissie en 80% (24 ton) van de NOx-emissie kon worden vermeden. Het rekenmodel dat is gebruikt voor de berekening van de emissies en emissievoordelen kan ook voor andere situaties worden gebruikt. Daardoor is het mogelijk meer algemene conclusies te trekken. Zo blijkt dat al boven afstanden van ongeveer 45 kilometer (enkele rijafstand), gecombineerd weg-railvervoer schoner kan zijn dan alleen wegvervoer, hoewel deze minimale afstand wei afhankelijk is van het soort overslag en de benodigde voor- en natransportafstanden over de weg.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Openbaar vervoer op eigen benen: De vervoerkundige effecten van afschaffing van de exploitatiesubsidies aan openbaarvervoerbedrijven

    No full text
    Rapport opgesteld door de Technische Universiteit Delft, Sectie Verkeerskunde in opdracht van Peeters Advies en Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Het collectief openbaar vervoer kampt met grote financiële tekorten, welke gedekt worden door subsidies van de overheid. De tekorten zijn met name groot bij het stads- en streekvervoer. Eén van de redenen voor de slechte financiële prestatie is de zeer ongelijkmatige spreiding van de vervoervraag over ruimte en tijd. De grootste kostenposten zijn de kosten van het rijdend personeel en, met name bij het railvervoer, de kosten van voertuigbezit. Verlaging van deze kosten alsmede vergroting van de halte-afstanden zijn de meest effectieve maatregelen voor het reduceren van de kosten per plaatskilometer. Het stopzetten van de subsidieverlening hoeft niet te leiden tot een sterke inkrimping van het aanbod van openbaar vervoer. De grootste veranderingen zullen optreden in het stads- en streekvervoer, waarvan de prijs aanzienlijk omhoog zal gaan en de beschikbaarheid naar plaats zal afnemen. Ook zal het buiten de spits belangrijk drukker worden in de voertuigen. Het treinaanbod kan zonder noemenswaardige prijsverhoging zijn kwaliteit behouden, afgezien van de geplande toevoeging van een grofmazig HSL-net. Indien de vervoerbedrijven zich primair richten op een zo hoog mogelijke winst zal een verdere verslechtering van het openbaar-vervoeraanbod plaatsvinden. Mogelijk gaan de treintarieven dan wel flink omhoog, worden spoorlijnen en stations gesloten, en mag een daling van de beschikbaarheid naar tijd verwacht worden. De frequenties zullen omlaag gaan, terwijl in de dalperiodes het platteland en de wat kleinere steden geheel verstoken kunnen worden van ontsluitend openbaar vervoer.Transport & PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Trendbreukscenario Goederenvervoer: Het Groen Transport Scenario

    No full text
    Rapport opgesteld door de TU-Delft, Vakgroep Verkeer in opdracht van Initiatiefgroep Wijs op weg. In de studie 'Trendbreukscenario Goederenvervoer' is onderzocht of het mogelijk is goederenvervoer milieuvriendelijker te maken, zodat ondanks de te verwachten groei in de omvang van het vervoer, ten opzichte van 1990 toch een aanzienlijke emissiereductie gerealiseerd zou kunnen worden. De bedoeling van dit onderzoek is te verkennen waar de grenzen van emissie-reductie liggen. Het Trendbreukscenario bestaat uit de onderdelen Groene Techniek, waar het gaat om toepassing van schonere technieken, Groene Logistiek, waar logistieke aanpassingen aan de orde komen en het in dit rapport beschreven Groen Transport Scenario, waarbij gekeken wordt naar de modaliteiten binnenvaart- en railvervoer als alternatief voor het wegvervoer. In het Groen Transport Scenario wordt gebruik gemaakt van een netwerkmodel. In dit model wordt simultaan een vervoerwijze en een route gekozen op basis van minimalisatie van emissies. Bij de berekening van de emissies voor de verschillende modaliteiten wordt uitgegaan van afgelegde afstand, gebruikt vervoermiddel, gemiddelde snelheid en gemiddelde belading. Toepassing van het Groen Transport Scenario leidt tot een omvangrijke verschuiving van goederenvervoer via de weg naar goederenvervoer via de rail. Ook het binnenvaartvervoer neemt in belang toe . De modal-split verdeling na toepassing van Groen Transport is 21% wegvervoer, 46% binnenvaartvervoer en 33% railvervoer. De emissie van CO2 neemt ten opzichte van het voorgaande 'Groter en Voller' scenario met 25% af tot een niveau van bijna 4 miljoen ton (was na 'Groter en Voller' ruim 5 miljoen ton en in 'Basis 2015' bijna 10 miljoen ton). De reductie van de NOx emissie t.o.v. 'Groter en Voller' bedraagt 46%. Na toepassing van het Groen Transport Scenario bedraagt de emissie nog ruim 17 duizend ton (was na 'Groter en Voller bijna 32 duizend ton en in 'Basis 2015' 81 duizend ton). Uit indicatieve berekeningen blijkt dat het aantal door geluid gehinderde personen per saldo afneemt. Op sommige plaatsen zullen door de aanleg of uitbreiding van (rail-) infrastructuur barrières ontstaan en zal sprake zijn van versnippering. Door nieuwe infrastructuur zoveel mogelijk te combineren met al bestaande infrastructuur, door infrastructuur deels ondergronds aan te leggen of door de toepassing van onderdoorgangen of overgangen, zijn de effecten te minimaliseren. Het Groen Transport Scenario maakt omvangrijke investeringen in water- en railinfrastructuur noodzakelijk. Het gaat daarbij zowel om lijninfrastructuur als om terminals. De totale investeringen voor het Groen Transport Scenario zouden op kunnen lopen tot meer dan 32 miljard gulden.Transport & PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Vervolgstudie TU-variant: Toekomstwaarde nader onderzocht

    No full text
    Rapport in opdracht van de Gemeente Den Haag, de Gemeente Delft en de Kamer van Koophandel Den Haag. Nadere studie naar de TU-variant heeft uitgewezen dat deze tracé variant van de hogesnelheidslijn tussen Rotterdam en Schiphol ruim voldoende toekomstwaarde biedt. Op korte termijn (tot 2000 a 2010) kan door de lagere vervoerprognoses worden volstaan met volledige viersporigheid van de bestaande lijn, waarbij twee sporen geschikt zijn gemaakt voor hoge snelheden. Na 2000 a 2010 wordt aanzienlijke capaciteitswinst geboekt door introductie van een nieuw beveiligingssysteem. Daarnaast zal het huidige stoptreinmaterieel waarschijnlijk worden vervangen door een meer metro-achtig materieeltype. Hiervan zijn de rijkarakteristieken zodanig dat de baanvakcapaciteit toeneemt. Deze ontwikkelingen bieden voldoende capaciteitswinst om ook op langere termijn te kunnen volstaan met een integrale viersporigheid. Alleen indien deze ontwikkelingen langer op zich laten wachten of de vervoervraag sterker stijgt dan nu wordt voorzien, is het op langere termijn noodzakelijk op enkele plaatsen inhaalsporen voor de IR-treinen aan te leggen. De lengte hiervan kan echter in alle gevallen geringer zijn dan in de oorspronkelijk TU-variant was voorzien.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Stelselmatig beter: Struktuurschets regionaal openbaar vervoer Zuid-Holland

    No full text
    Rapport van de Technische Universiteit Delft, Vakgroep Verkeer, in opdracht van de Provincie Zuid-Holland. Aanleiding voor deze studie was de behoefte die er bij de Provincie Zuid-Holland bestond aan een lange termijn-visie voor het openbaar vervoer. Het gaat hierbij om de kwalitatieve onderbouwing van de richtlijnen waaraan een goed openbaar vervoer-systeem dient te voldoen, anderz ijds in het bijzonder om de uitwerking naar de regionale schaal. Begonnen is met een schets van de faktoren die relevant zijn voor de mogelijkheden om het openbaar vervoer een substantiële funktie binnen het vervoersysteem te geven. Het zwaartepunt van de studie ligt bij de beschrijving van de principes voor de opbouw van een openbaar vervoer-systeem en de uitwerking daarvan voor Zuid-Holland. Hoewel de nadruk ligt op de kwalitatieve benadering, is ook impliciet rekening gehouden met de omvang van de vervoervraag op relevante relaties. Voorts is bij de uitwerking van het vervoeraanbod bijzondere aandacht gegeven aan de samenhang binnen het totale openbaar vervoersysteem, waarbij steeds de belangen van de reizigers voorop gesteld zijn. Ten slotte is kort aandacht gegeven aan de noodzaak om tot vervoerregio's te komen.Transport & PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Een dynamisch parkeermanagementsysteem voor stadscentra

    No full text
    Dit rapport beschrijft het ontwerp en de toetsing van een op dynamisch verkeersmanagement gebaseerd parkeersysteem voor stadscentra. Dit parkeerplaats reserveringssysteem moet een aantal nadelen van het huidige parkeerbeleid tegengaan. Het het huidige sturende parkeerbeleid kan het autoverkeer in het centrumgebied niet voldoende worden beheerst. Getracht is een beheersingssysteem voor het parkeren te ontwerpen waarmee het autoverkeer kan worden beperkt, bereikbaarheid en leefbaarheid in en rondom het stadscentrum kan worden vergroten en het economisch functioneren op een constant niveau blijft. Het beoogde reserveringssysteem kan de vraag naar parkeerruimte zodanig reguleren dat overbodig autoverkeer wordt uitgesloten, een vrij parkeervak kan worden gegarandeerd en maakt diverse nieuwe toepassingen mogelijk, zoals een dynamisch uurtarief op basis van de benuttingsgraden. Om het ontworpen systeem te kunnen toetsen is een simulatiepakket gemaakt (SimPark) met als belangrijke component een simultaan tijdstip- , parkeerplaats- en vervoerwijzekeuzemodel. Een eerste toepassing hiervan heeft plaatsgevorvien voor Bussum. Uit deze toepassing volgen de volgende bevindingen: Het dynamisch parkeermanagementsysteem wijzigt de verkeerssituatie in het gebied waar een dergelijk systeem operationeel is. Het autoverkeer kan, afhankelijk van de situatie, sterk afnemen doordat overbodig zoekverkeer en doorgaand autoverkeer uitgesloten zijn. Het dynamisch parkeersysteem kan in situaties waar de parkeerproblemen niet groot zijn een hoger autogebruik opleveren, maar bij de aanwezigheid van een hoge parkeerdruk zal het autogebruik lager uitvallen dan in de oorspronkelijke situatie. De benutting van het parkeerareaal bleek met het nieuwe parkeersysteem vrijwel gelijk aan die van de huidige situatie. Het verder optimaliseren van het gebruik van de beschikbare parkeerruimte is mogelijk, hiertoe moet het reserveringssyteem verder worden ontwikkeld.Transport and PlanningCivil Engineering and Geoscience

    Multimodale opbouw van het personenvervoersysteem: Verkenning en theoretisch fundament

    No full text
    Rapport opgesteld door de Technische Universiteit Delft, Vakgroep Infrastructuur, Groep 'Strategische vervoerstudies' in opdracht van Projectbureau Integrale Verkeers- en Vervoersstudies. Deze studie kan worden gekarakteriseerd als een vervoersysteemkundige studie met een verkennend en algemeen karakter. De studie heeft een tweeledig doel: - het leggen van een theoretische basis voor het analyseren van een multimodaal vervoersysteem, waarin de verschillende deelsystemen onderling complementair zijn; - het selecteren van een aantal (vanuit het gezichtspunt van de reiziger) kansrijke vormen van koppeling tussen verschillende deelsystemen. De kern van de analyse bestaat uit een evaluatie van iedere combinatie van een deelmarkt (een deel van de vervoervraag met overeenkomende kenmerken) en een inzetcombinatie (de wijze waarop verschillende voertuigen, elk behorend tot een deelsysteem, kunnen worden ingezet). De geschiktheid van een inzetcombinatie voor een deelmarkt wordt weergegeven door een kwaliteitsscore, waarin ook verschillende sets van kwaliteitseisen zijn verdisconteerd. Er is rekening gehouden met zowel tijdgebonden als niet-tijdgebonden kwaliteitselementen. Geconcludeerd kan worden, dat er een fors aantal deelmarkten bestaat voor multimodale combinaties waarin de fiets of de auto aan de niet-woningzijde wordt gebruikt. Meer in het algemeen kan als conclusie worden getrokken, dat het bij het ontwikkelen van een multimodaal personenvervoersysteem niet alleen gaat om nieuwe technische concepten, maar vooral ook om het op een intelligente manier combineren van bestaande 'bouwstenen', met andere woorden: niet alleen aandacht voor 'het vervoermiddel', maar ook voor 'het knooppunt'.Transport & PlanningCivil Engineering and Geoscience
    corecore