Ontslag op staande voet. Dringende reden. Diefstal. Alle omstandigheden van het geval.

Artikel 7:677 lid 1 BW regelt het ontslag op staande voet (hierna: o.o.s.v.). Uit deze bepaling zijn drie voorwaarden af te leiden, waaraan zal moeten zijn voldaan wil het o.o.s.v. rechtsgeldig zijn gegeven. Zo moet er allereerst sprake zijn geweest van een dringende reden, moet er, in de tweede plaats een onverwijlde opzegging van de arbeidsovereenkomst hebben plaatsgevonden, terwijl, in de derde plaats, de dringende reden voor het o.o.s.v. gelijktijdig aan de werknemer moet zijn medegedeeld. In het hier te annoteren arrest staat de vraag centraal wanneer sprake is van een ‘dringende reden’. De literatuur spreekt in dit verband wel over de ‘objectiviteit’ (is er naar objectieve maatstaven sprake van een dringende reden?) en ‘subjectiviteit’ (is in dit concrete geval ook sprake van een dringende reden?, hetgeen onder meer kan blijken uit de onverwijldheid) van de dringende reden (zie C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke Themata, Den Haag: BJu 2010, p. 426). Het arrest handelt over het o.o.s.v. van een medewerker van de Bijenkorf die geweigerd was in het kader van een uitverkoopactie twee artikelen meer van de Bijenkorf af te nemen dan de vijf toegestane artikelen (tegen betaling van € 10), en vervolgens – daarbij een kennelijk wat minder door de Bijenkorf op prijs gestelde interpretatie gevende aan het begrip ‘Doldwaze Dagen’ – deze twee artikelen alsnog zelf (tegen betaling van € 0) afnam

Dé ZZP'er bestaat niet. Empirische, statistische en arbeidsrechtelijke beschouwing over de zelfstandige zonder personeel

De auteur heeft in 2015 veldonderzoek gedaan naar de motieven van en gevolgen voor ZZP'ers in het arbeidsproces. Deze bijdrage laat de eerste analyses van het empirische onderzoek gesteund door statistisch materiaal zien. Daarna volgt een arbeidsrechtelijke reflectie op de onderzoeksresultaten en worden voorstellen tot (beleids)verandering gedaan

, En ze leefden nog lang en gelukkig… Over de werkgeversplicht tot beëindiging van slapende dienstverbanden en betaling van transitievergoedingen aan Doornroosjes

Een artikel dat impact heeft gemaakt in 2019. Artikel analyseert een baanbrekende uitspraak en duidt de gevolgen voor het recht en de rechtspraktijk. Heeft geleid tot Kamervragen en aanpassingen in wetgeving

Contouren van een nieuwe wettelijke regeling van het concurrentiebeding

De auteur doet rechtsvergelijkend onderzoek naar de regeling en werking van concurrentiebedingen in 24 Lidstaten van de EU. Op basis daarvan doet hij concrete voorstellen voor een (betere) regeling van het concurrentiebeding in Nederland

Uniform of gedifferentieerd arbeidsrecht. Een nationaal en rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging en toekomst van bijzondere arbeidsverhoudingen

__Inleiding__ Er bestaat tegenwoordig een hele waaier aan bijzondere arbeidsverhoudingen die in de afgelopen eeuw geheel of gedeeltelijk een eigen regeling hebben gekregen. Gedacht kan worden aan de bijzondere rechtspositie van de ambtenaar, de docent en de bestuurder, maar ook aan die van de zeevarende, de gesubsidieerde arbeider, de grenswerker, de flexwerker enzovoort. Dat de discussie met betrekking tot de keuze voor een uniforme of gedifferentieerde regeling van arbeidsverhoudingen nog steeds actueel is, blijkt uit het feit dat de wetgever er vrij recent nog voor heeft gekozen om de bestuurder van een beursgenoteerde naamloze vennootschap (nv) bij wet uit te zonderen van het arbeidsovereenkomstenrecht (met nog meer differentiatie tot gevolg), terwijl de wetgever tevens recentelijk heeft aangekondigd de bijzondere status van de ambtenaar gelijk te willen trekken met die van de ‘gewone werknemer’ (wat weer tot uniformering zou leiden). Ook in de literatuur wordt regelmatig gepleit voor meer differentiatie dan wel meer uniformering. ..

Crystalline fibres of a covalent organic framework through bottom-up microfluidic synthesis

A microfluidic chip has been used to prepare fibres of a porous polymer with high structural order, setting a precedent for the generation of a wide variety of materials using this reagent mixing approach that provides unique materials not accessible easily through bulk processes. The reaction between 1,3,5-tris(4-aminophenyl)benzene and 1,3,5-benzenetricarbaldehyde in acetic acid under continuous microfluidic flow conditions leads to the formation of a highly crystalline and porous covalent organic framework (hereafter denoted as MF-COF-1), consisting of fibrillar micro-structures, which have mechanical stability that allows for direct drawing of objects on a surfaceFinancial support from Spanish Government (Projects MAT2013-46753-C2-1-P and CTQ2014-53486-R) and FEDER are acknowledged. A. A. and J. P. L. would like to thank the financial support from the Swiss National Science Foundation (SNSF) through the project no. 200021_16017

Inter- and Intra-Observer Variability and the Effect of Experience in Cine-MRI for Adhesion Detection

Cine-MRI for adhesion detection is a promising novel modality that can help the large group of patients developing pain after abdominal surgery. Few studies into its diagnostic accuracy are available, and none address observer variability. This retrospective study explores the inter- and intra-observer variability, diagnostic accuracy, and the effect of experience. A total of 15 observers with a variety of experience reviewed 61 sagittal cine-MRI slices, placing box annotations with a confidence score at locations suspect for adhesions. Five observers reviewed the slices again one year later. Inter- and intra-observer variability are quantified using Fleiss’ (inter) and Cohen’s (intra) κ and percentage agreement. Diagnostic accuracy is quantified with receiver operating characteristic (ROC) analysis based on a consensus standard. Inter-observer Fleiss’ κ values range from 0.04 to 0.34, showing poor to fair agreement. High general and cine-MRI experience led to significantly (p &lt; 0.001) better agreement among observers. The intra-observer results show Cohen’s κ values between 0.37 and 0.53 for all observers, except one with a low κ of −0.11. Group AUC scores lie between 0.66 and 0.72, with individual observers reaching 0.78. This study confirms that cine-MRI can diagnose adhesions, with respect to a radiologist consensus panel and shows that experience improves reading cine-MRI. Observers without specific experience adapt to this modality quickly after a short online tutorial. Observer agreement is fair at best and area under the receiver operating characteristic curve (AUC) scores leave room for improvement. Consistently interpreting this novel modality needs further research, for instance, by developing reporting guidelines or artificial intelligence-based methods.</p