48 research outputs found
Patients Enrolled in Large Randomized Clinical Trials of Antiplatelet Treatment for Prevention After Transient Ischemic Attack or Ischemic Stroke Are Not Representative of Patients in Clinical Practice: the Netherlands Stroke Survey
Background and Purpose—Many randomized clinical trials have evaluated the benefit of long-term use of antiplatelet
drugs in reducing the risk of new vascular events in patients with a recent transient ischemic attack or ischemic stroke.
Evidence from these trials forms the basis for national and international guidelines for the management of nearly all such
patients in clinical practice. However, abundant and strict enrollment criteria may limit the validity and the applicability
of results of randomized clinical trials to clinical practice. We estimated the eligibility for participation in landmark trials
of antiplatelet drugs of an unselected group of patients with stroke or transient ischemic attack from a national stroke
survey.
Methods—Nine hundred seventy-two patients with transient ischemic at
Woonservicezones: geen blauwdruk maar open proces
Traditioneel leefden mensen die zorg nodig hadden meestal onder de hoede van instellingen. Deze regelden de woonruimte, de verzorging en de dagbesteding zoveel mogelijk binnen hun eigen muren. Nu is de opvang in een instelling van mensen die zorg nodig bebben steeds minder vanzelfsprekend. Mensen willen namelijk graag zo lang mogelzjk zelfstandig blijven wonen, maar zijn daarbij wel afhankelijk van een goed toegankelijke woning en van de (zorg)voorzieningen die in de directe omgeving worden aangeboden
Een tweede toekomst voor winkelstrips
Verloederde winkeistrips in buurten en wijken zijn in Nederland een steeds vaker voorkomend verschijnsel. De toegenomen mobiliteit van consumenten en draagvlakvermindering binnen het verzorgingsgebied hebben er toe bijgedragen dat winkelvoorzieningen op deze kielne schaal nauwelijks te exploiteren zijn. In dit artikel wordt een methodiek voorgesteld waar langs alternatieve oplossingsrichtingen voor deze strips kunnen worden uitgewerkt
Een tweede toekomst voor winkelstrips
Verloederde winkeistrips in buurten en wijken zijn in Nederland een steeds vaker voorkomend verschijnsel. De toegenomen mobiliteit van consumenten en draagvlakvermindering binnen het verzorgingsgebied hebben er toe bijgedragen dat winkelvoorzieningen op deze kielne schaal nauwelijks te exploiteren zijn. In dit artikel wordt een methodiek voorgesteld waar langs alternatieve oplossingsrichtingen voor deze strips kunnen worden uitgewerkt
Eindhoven Brainport: naar geschikte woonsituaties voor internationale kenniswerkers
Momenteel is er in Eindhoven sprake van een ingrjlpende transitie, van een 'maakindustrie' naar een 'kennisindustrie', met een toenemend belang van creativiteit en innovatie. De traditionele company-town ontwikkelt zich steeds meer tot Ă©Ă©n van de belangrijkste groeipolen, tot het centrum van de Nederlandse kenniseconomie. Diverse actuele ontwikkellngen op het gebied van de politiek en de onderliggende infrastructuur versterken en bevestigen deze transformatie. Dit blijkt onder andere uit de Nota Ruimte van VROM (2004), waarin Eindhoven als derde economische kernzone wordt gedefinieerd als 'brainport', naast de 'mainports' Amsterdam (Schiphol) en Rotterdam (haven). Deze transitie heett ingrijpende gevolgen voor het stedelijk leven en het stadsbeeld. De
industriele stad van de twintigste eeuw stelde functionele eisen: verlaging van transactiekosten en een verbetering van leefomstandigheden van de werknemers. Brainport zal andere eisen stellen aan de stedelijke omgeving. Deze eisen voltrekken zich op drie terreinen: de productieomgeving, de stedelijke interactie en de stedelijke voorzieningen (Saris, 2005). Hier beperken we ons tot de stedelijke voorzieningen, de woonsituaties. Vraag is of deze voldoende zijn afgestemd op de 'kenniswerkers.
Creatieve synergie: clusters in de Eindhovense creatieve industrie
Van oudsher zijn steden de plekken geweest waar creativiteit ontstond. Steden beschikken veelal over de meest gediversifieerde productiemilieus, geven inzicht in de consumentenmarkten en bieden veel gelegenheid tot face-to-face-contacten. Steeds vaker wordt de creatieve industrie gezien als grondstof voor de stedelijke economie en ingezet als strategie voor de 'creative stad'. Veel gemeenten proberen een creatief image 'top down' te benaderen. Van bovenaf wordt geprobeerd een grootstedelijk imago te creeren voor een stad om zo creatieve industrie aan te trekken en te versterken. Maatregelen bij dit beleid zijn van een regisserend en sturend karakter
Local centres as a challenge : an alternative approach for redevelopment of small-scale shopping centres
The deterioration of small-scale shopping centres is an increasing problem in Dutch neighbourhoods.
Because of consumers’ increased mobility and the decreased potential amount of spending within the catchments area, these small-scale shopping facilities are hardly exploitable. A clear vision on the future development is currently missing.
Existing methods for measuring shopping centre vitality are based on the analysis of site qualities, like accessibility, and of financial-economic aspects like turnover, floor-productivity and costs. These methods focus on the possibility to continue the current retail function. Especially when checking the financial economic aspects, unfortunately most of the small centres would fail the test. Subsequently none of the methods offer a solution for the vacant or deteriorated real estate. Because of the value of the real estate and the function for the neighbourhood, this is a frustrating outcome while it would be too extreme to dismantle each centre that functions badly.
In this paper we introduce a methodology by which alternative directions of development can be worked out, by making a site- as well as a situation-analysis. This alternative approach takes the absolute and the relative location into account and gives insight into the potential of the location and the real estate. The outcome is a set of solutions for redevelopment and brings along a whole package of facilities and services, both profit as non-profit, site- or situation oriented. This approach increases the range of solutions and decreases the chances for disinvestments