173 research outputs found

    Nematoden als bestrijders van trips?

    Get PDF
    Er is, vooral in de sierteelt, vraag naar nieuwe, betere tripsbestrijders. De laatste tijd worden insectenpathogene aaltjes naar voren geschoven als bestrijders van de californische trips. Ze worden verkocht zowel voor bodemtoepassing tegen de poppen als voor bladtoepassing tegen larven en adulten. Bij telers leven echter nog veel vragen over de effectiviteit van deze producten tegen trips onder veld-omstandigheden. De evaluatie daarvan in de praktijk is gebrekkig: de plaagdichtheid is doorgaans te laag, een goede evaluatiemethode ontbreekt, het proces in de bodem is sowieso onzichtbaar, en de try-outs worden vaak verstoord door chemische ingrepen. Wereldwijd worden aaltjes vooral ingezet tegen keverlarven en rupsen. Over hun bruikbaarheid als tripsbestrijders is veel minder informatie beschikbaar. In dit verslag wordt een overzicht gegeven van wat er momenteel bekend is over de toepassing van insectenpathogene nematoden tegen tripsen

    GeĂŻntegreerde bestrijding van trips in roos: Evaluatie van nieuwe roofmijten

    Get PDF
    Abstract Predatory bugs (Anthocorids) and predatory mites (Phytoseiids) are the most effective beneficials against thrips. If predatory bugs have low affinity to the rose crop, there is a series of predatory mites which is suitable for this crop, including Amblyseius swirskii, Euseius ovalis, Typhlodromalus limonicus, Amblyseius degenerans, Amblyseius andersoni and Amblyseius aurescens. The low humidity in the leaf microclimate by prolonged periods of heat can be a limiting factor. Therefore, drought-resistant mites (‘desert species’) were selected in this study and tested for their affinity for thrips and roses. Euseius stipulatus and Typhlodromus exhilaratus were found to be drought-resistant species and to predate on thrips. Euseius stipulatus settled on roses. Due to a shortage of rearing, the affinity of Typhlodromus exhilaratus for roses was not tested

    Bestrijding van weekhuidmijten in gerbera

    Get PDF
    Nine species of Phytoseiidae were evaluated as predators of Tarsonemus violae (Schaarschmidt) and the broad mite Polyphagotarsonemus latus (Banks) on gerbera plants in experimental and commercial greenhouses. Amblyseius cucumeris, Amblyseius swirskii, Typhlodromips montdorensis and Amblyseius andersoni appeared to possess the best abilities to control tarsonemids in this crop. These species showed good survival and reduced mite densities at low levels directly after their releases. However, curative releases did not effectively eliminate tarsonemids and the predators could not keep pests density below economic damage threshold year round without further releases. The importance of repeated introductions of suitable predators at an early stage of infestation was demonstrated in the experiments. We recommend releases of A. swirskii, A. cucumeris and T. montdorensis

    Biologische bestrijding van wittevlieg in de sierteelt

    Get PDF
    In de glastuinbouw vormen wittevliegen een oprukkend probleem. Naast de bekende kaswittevlieg, Trialeurodes vaporariorum, wordt ook tabakswittevlieg, Bemisia tabaci, steeds belangrijker. In de vruchtgroenteteelten wordt veel gebruik gemaakt van natuurlijke vijanden: de roofwants Macrolophus caliginosus en de sluipwespen Encarsia formosa en Eretmocerus eremicus. In de sierteelt stoelt de beheersing van deze plaag voornamelijk op het gebruik van insecticiden. In 2006 moesten zelfs geĂŻntegreerde telers veelvuldig corrigeren met Admiral, Applaud, Actara, Calypso, Gazelle en Admire. Het Productschap Tuinbouw financiert in 2007 onderzoek bij Wageningen UR Glastuinbouw naar de biologische bestrijding van wittevlieg. Via internationale contacten en producenten van natuurlijke vijanden werden natuurlijke vijanden opgespoord. In insectendichte kassen van de nieuwe vestiging te Bleiswijk werd de interactie tussen de verzamelde natuurlijke vijanden en wittevlieg bestudeerd. Predatoren zijn getest op gerbera, roos en poinsettia zowel op afzonderlijke planten in kooien als in een gewas. Er werd gewerkt met “haardopruimers” en “onderhoudsagenten”. Onderzocht werd in hoeverre geselecteerde natuurlijke vijanden bestand zijn tegen moderne chemische middelen, en hoe zij zich handhaven bij korter wordende dag. Uiteindelijk werden bestrijdingsstrategieĂ«n getoetst bij drie telers

    Monitoring van ziekten en plagen van tomaat, roos en potplanten

    Get PDF
    Referaat Sensortechnologie neemt een grote vlucht. Beeld verwerkende technieken en technieken voor de detectie van vluchtige stoffen zijn steeds beter in staat om de kleinste details waar te nemen met een steeds hogere snelheid, nauwkeurigheid, intelligentie en datacapaciteit tegen steeds lagere kosten. Het idee is om de nieuwe sensortechnologie toe te passen op basis van bestaande infrastructuur om ziekten en plagen te signaleren en te interpreteren, om vervolgens over te gaan tot de juiste maatregelen en acties. In een beperkte consultancy opdracht is parate kennis van onderzoekers, probleemhouders en andere experts verzameld, met een afsluitende workshops is aan aanpak voor vervolg gepresenteerd. Een uitgebreide literatuurstudie en expert review heeft niet plaatsgevonden. In de afsluitende workshop hebben probleemhouders in roos en potplanten zich positief uitgelaten voor verdere implementati

    Roofmijten tegen Kaswittevlieg, Trialeurodes vaporariorum, in gerbera

    Get PDF

    Inventarisatie van muggenlarven in de sierteelt onder glas

    Get PDF
    Verschillende soorten muggenlarven kunnen een plaag vormen in de sierteelt. Ze leven op of in de bodem en in rottende plantenresten. Daar voeden ze zich voornamelijk met dood organisch materiaal en de schimmels die daarop groeien. Sommige soorten doen schade door aan jonge wortels en zachte plantendelen te eten. In de sierteelt treden de laatste jaren problemen op met muggenlarven van het geslacht Lyprauta, die men in de wandelgangen “potworm” heeft gedoopt. Deze worden tot de familie van de langhoornmuggen gerekend. Hun larven veroorzaken problemen in met name potorchideeĂ«n, maar worden ook gemeld in Anthurium, gerbera en enkele groene potplanten

    Biologische en chemische bestrijding van Lyprauta spp. in Phalaenopsis

    Get PDF
    In de sierteelt treden de laatste tien jaren problemen op met muggenlarven van het geslacht Lyprauta, die men in de wandelgangen“potworm”heeft gedoopt. Deze muggen worden tot de familie van de langhoornmuggen gerekend. Veel onderzoekers beschouwen de larven van Lyprauta spp. als predatoren van rouwmuggen. Hun larven veroorzaken desondanks problemen in potorchideeĂ«n. In anthurium, gerbera en andere groene potplanten veroorzaken ze geen schade. In Phalaenopsis en Cambria worden ze er van verdacht aan jonge wortels en zacht plantmateriaal te eten en zo schade te veroorzaken: De planten produceren minder takken (een minder dan gezonde planten), ze worden vegetatief en lichter en de teeltduur wordt verlengd. De door Lyprauta spp. veroorzaakte schadepost wordt geschat op 17% van de omzet. De natuurlijke vijanden Hypoaspis miles, Hypoapsis aculeifer, Macrocheles robustulus, Steinernema feltiae, Heterorhabditis bacteriophora, Atheta coriaria en selectieve middelen werden getest. De roofmijten H. miles en H. aculeifer konden zich het beste handhaven, maar bleken niet effectief genoeg als ze maar een keer werden geĂŻntroduceerd. Atheta coriaria en Macrocheles robustulus waren verdwenen respectievelijk na 6 en 12 weken. Er werden geen selectieve middel gevonden die de plaag kon uitroeien. Trigard en Spruzit bleken de beste resultaten te geven, maar de verschillen tussen de behandelingen waren niet significant. Geadviseerd wordt 50 lichtvallen per ha te hangen om de plaagontwikkeling te volgen en bij toenemende aantasting Spruzit toe te passen tegen de larven en Decis te foggen tegen de volwassenen. Problems with larvae of the genus Lyprauta are occurring the last ten years in greenhouse horticulture. Growers have baptized them wrongly “potworms”. These gnats belong to the family Keroplatidae and are often called predatory fungus gnats by scientists. Even if they are mostly seen as predators of other insects, their larvae seem to cause particular problems in potted orchids. Their presence is also reported in Anthurium, gerberas and in some green potted plants where they are not harmful to the plants. In Phalaenopsis and Cambria, they are suspected to cause damage to young roots. Infested plants are producing less stems (one less than healthy plants) and are becoming vegetative and lighter. The cultivation period is then often extended. The loss induced by Lyprauta spp is estimated at 17% of the sales. Several natural enemies (Hypoaspis miles, Hypoapsis aculeifer, Macrocheles robustulus, Steinernema feltiae, Heterorhabditis bacteriophora and Atheta coriaria) and selective insecticides have been tested, but we still didn’t find any suitable solutions to control the pest. The plants sprayed with Trigard and Spruzit contained at the end of the experiment less larvae of Lyprauta than in other treatments, but the differences were not significant. Growers should hang 50 light traps per ha to follow the increase of the pest. At high pest pressure, it is advised to spray Spruzit against the larvae en fogging Decis against the adults

    GeĂŻntegreerde bestrijding van citruswolluis Planococcus citri in roos

    Get PDF
    Abstract Since early 2000 the citrus mealybug, Planococcus citri (Risso), has become a key pest in roses cultivated in greenhouses in The Netherlands. While adopting a more integrated approach toward controlling (other) pests, growers have abandoned regular applications of broad spectrum pesticides, thus allowing mealybugs to become more widespread. Researchers have been investigating the benefits of both inundative releases of (commercial available) natural enemies of this pest. The relevance of introducing natural enemies for controlling mealybugs on greenhouse roses is discusse
    • 

    corecore