Ministru kabinets

Hof van Justitie van de Europese Unie2019/35The Legitimacy and Effectiveness of Law & Governance in a World of Multilevel Jurisdiction

Aan het vertrouwensbeginsel moet toepassing worden gegeven overeenkomstig de voorschriften van het recht van de Unie, hetgeen betekent dat het vertrouwensbeginsel niet tegen een duidelijke Unierechtelijke bepaling kan worden aangevoerd.

HvJ EU270Trias Europea: de verhoudingen tussen de overheidsmachten in de EU en de lidstaten in een bewegend constitutioneel landscha

Uitleg Unierechtelijk vertrouwensbeginsel. Betekenis nationale rechtszekerheidsbeginsel.

Een fout van de Oostenrijkse autoriteiten bij de uitvoering van een Unierechtelijke subsidieregeling wordt ontdekt en leidt tot de intrekking en terugvordering van een toegekende EU-subsidie aan een producentenorganisatie voor de aankoop van een spinazieverwerkingslijn. Uitleg Unierechtelijk vertrouwensbeginsel. Betekenis nationale rechtszekerheidsbeginsel. Hof van Justitie van de Europese Unie168The Legitimacy and Effectiveness of Law & Governance in a World of Multilevel Jurisdiction

Europese subsidies en staatssteun

Trias Europea: de verhoudingen tussen de overheidsmachten in de EU en de lidstaten in een bewegend constitutioneel landscha

Unierechtelijke verordening verplicht de staatssecretaris tot correctie van de subsidievaststelling

Een Unierechtelijke verordening verplicht de staatssecretaris tot correctie van de beschikking tot subsidievaststelling en terugvordering van teveel betaalde subsidiegelden. Gelet op deze verplichting en met een verordeningsconforme uitleg van art. 4:49 Awb was de staatssecretaris daartoe ook bevoegd. Beroep op het Unierechtelijk vertrouwensbeginsel slaagt niet

Europeanisering door rechtsbeginselen. Op weg naar rechtseenheid en duidelijkheid of de bescherming van de Nederlandse burger in gevaar?

Trias Europea: de verhoudingen tussen de overheidsmachten in de EU en de lidstaten in een bewegend constitutioneel landscha

Geen gewettigd vertrouwen in de rechtmatigheid van de te veel uitgekeerde steun als gevolg van fout bestuursorgaan; geen uitzonderlijke omstandigheden. De in art. 108 lid 3 VWEU neergelegde verplichting tot terugvordering van onrechtmatige steun geldt voor de lidstaat Nederland en ook voor bestuursorganen. Daarmee is de bevoegdheidsgrondslag een gegeven. Welk bestuursorgaan bevoegd is wordt vastgesteld op basis van het nationale recht.

ABRvS226The Legitimacy and Effectiveness of Law & Governance in a World of Multilevel Jurisdiction