10 research outputs found

    Ecologische kenmerken van weidevogeljongen en de invloed van beheer op overleving. Kennisoverzicht en effectiviteit van maatregelen

    Get PDF
    Rapport over de effectiviteit van beheersmaatregelen voor overleving van primaire weidevogelkuikens in graslanden, op basis van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke literatuur. Per sprake komen: Ecoprofielen weidevogeljongen van: Kievit (Vanellus vanellus); Grutto (Limosa limosa); Tureluur (Tringa totanus); Scholekster (Haematopus ostralegus); Watersnip (Gallinago gallinago); Kemphaan (Philomachus pugnax); Slobeend (Anas clypeata); Zomertaling (Anas querquedula); Kuifeend (Aythya fuligula); Veldleeuwerik (Alauda arvensis); Graspieper (Anthus pratensis); Gele kwikstaart (Motacilla flava

    Voorstel bouwstenen nieuwe weidevogelpakketten agrarisch natuurbeheer in een notendop : wat regelen we in Nederland, wat in Brussel?

    Get PDF
    In opdracht van directie Kennis van het ministerie van LNV is een voorstel ontwikkeld voor bouwstenen voor nieuwe pakketten weidevogelbeheer. De doelstellingen worden per gebiedsplan vastgesteld. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij provincies en Rijk, die daarvoor desgewenst een gebiedscommissie in het leven kunnen roepen. Het minimum dat altijd (in alle gebiedsplannen) geldt is: 35 bp /100 ha, bestaande uit één of meer van de volgende soorten: Grutto, Tureluur, Watersnip, Kemphaan, Slobeend, Zomertaling, Veldleeuwerik, Wulp, Kluut, Krakeend, Kuifeend, Wintertaling, Graspieper, Gele kwikstaart, Kievit, Scholekster. Per gebied kan deze doelstelling nader worden gefocust op één of meerdere van bovengenoemde soorten en/of naar boven worden bijgestel

    Naar een bodemadviessysteem voor weidevogelreservaten

    No full text
    In het weidevogelbeheer speelt de kwaliteit van de bodem een sleutelrol. Wat de goede bodemcondities en wat de geëigende maatregelen zijn om die condities te bereiken, is inmiddels wel ongeveer bekend. In de praktijk mist nog de verbindende schakel tussen de twee: een handzaam hulpmiddel waarmee op een eenvoudige manier lokale bodemcondities kunnen worden gemeten en op basis waarvan kan worden aangegeven welke maatregelen moeten worden genomen om die condities te optimaliseren. In dit rapport wordt verslag gedaan van de zoektocht naar zo'n bodemadviessysteem

    Weidevogelkerngebieden Noord-Holland : vergelijking van vier scenario’s

    No full text
    Voor een provinciale gedachtenontwikkeling over de toekomst van het weidevogelbeheer in Noord-Holland zijn vier scenario’s uitgewerkt en vergeleken. De uitwerking is gebaseerd op de zogenaamde kerngebiedenbenadering (Teunissen et al., 2012; Melman et al., 2012). De scenario’s hebben uitsluitend betrekking op (zoekgebieden voor) kerngebieden en lopen onderling uiteen voor wat betreft beheer door terreinbeherende organisaties of door agrarische natuurverenigingen, ligging binnen de EHS of ook daarbuiten. Voor elk scenario is bepaald wat de verbeteropgave is voor drooglegging, openheidsverstoring en beheer. De scenario’s zijn onderling vergeleken voor areaal, verbeteropgave (drooglegging, verstoring/openheid, beheer), kosten en de te verwachten populatieomvang voor grutto, tureluur, kievit, scholekster en slobeend. De bepaling van de verspreiding van de weidevogels is gebaseerd op Kernel-density berekeningen op basis van inventarisaties, aangevuld met modelberekeningen voor de niet-geïnventariseerde delen. Voorspellingen van de te verwachten weidevogelaantallen zijn gebaseerd op boosted regression trees

    Voorstel bouwstenen nieuwe weidevogelpakketten agrarisch natuurbeheer in een notendop : wat regelen we in Nederland, wat in Brussel?

    No full text
    In opdracht van directie Kennis van het ministerie van LNV is een voorstel ontwikkeld voor bouwstenen voor nieuwe pakketten weidevogelbeheer. De doelstellingen worden per gebiedsplan vastgesteld. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij provincies en Rijk, die daarvoor desgewenst een gebiedscommissie in het leven kunnen roepen. Het minimum dat altijd (in alle gebiedsplannen) geldt is: 35 bp /100 ha, bestaande uit één of meer van de volgende soorten: Grutto, Tureluur, Watersnip, Kemphaan, Slobeend, Zomertaling, Veldleeuwerik, Wulp, Kluut, Krakeend, Kuifeend, Wintertaling, Graspieper, Gele kwikstaart, Kievit, Scholekster. Per gebied kan deze doelstelling nader worden gefocust op één of meerdere van bovengenoemde soorten en/of naar boven worden bijgestel
    corecore