27 research outputs found
Leskaarten: Plezier in zwemmen voor ieder kind:Acht leskaarten met handvatten voor begeleiders om een succesvol aanbod in het zwembad te kunnen organiseren om kinderen te voorzien van een goede basis.
Hoe zorg je ervoor dat ieder kind plezier heeft in jouw zwemles? En dat ze ook het gevoel krijgen iets te leren? Hanze Hogeschool Groningen, Kenniscentrum Sport & Bewegen en Special Heroes Nederland hebben, als aanvulling op het leerboek ‘Plezier in bewegen voor ieder kind’, acht leskaarten ontwikkeld met handvatten voor begeleiders om een succesvol aanbod in het zwembad te kunnen organiseren om kinderen te voorzien van een goede basis. De activiteiten op de leskaarten richten zich op kinderen zonder diploma. Daarnaast kunnen de leskaarten ook worden ingezet bij kinderen die angstig zijn in het zwembad. De activiteiten zijn: 1) Te water gaan 2) Lopend voortbewegen in het water 3) Onder water gaan 4) Kantelen en komen tot drijven 5) Drijven op de rug 6) Drijven op de buik 7) Trappelen op de rug 8) Rugslag Op de leskaarten vind je een beschrijving van de activiteiten op basis van diverse aandachtspunten en twee werkvensters: werkvenster motoriek en werkvenster gedrag. In de werkvensters staan aanwijzingen voor de begeleider gericht op de specifieke activiteit vanuit het perspectief van motorisch en gedragsmatig leren
Duur van de zwemles:gegevens analyse 2009-2016
De zwemschool Instituut voor Sportstudies heeft over de afgelopen jaren een database opgebouwd met gegevens van kinderen die hun diploma hebben gehaald bij de zwemschool. Deze gegevens zijn geanonimiseerd en geanalyseerd om inzicht te verkrijgen in de duur van de zwemles en welke factoren samenhangen met de duur van de zwemles
Effect van watervrij maken en leren zwemmen zonder drijfmiddelen voor leerlingen met een beperking
Kinderen met een minder zware lichamelijke beperking boeken vooruitgang als drijfmiddelen actief worden afgebouwd. Zij vinden het in het begin spannend maar kunnen zich vrijer en meer zelfredzaam gaan voelen. Het afbouwen van drijfmiddelen is niet bevorderlijk voor kinderen met een zwaardere lichamelijke beperking. De vaardigheid gaat niet vooruit en de kinderen voelden zich minder veilig en zelfstandig dan met drijfmiddelen. Er moet per kind gekeken worden naar wat de mogelijkheden zijn van het kind. Zelfs voor kinderen met een vergelijkbare beperking kan het voor het ene kind wel werken om met minder drijfmiddelen te werken en voor het andere kind niet. Bij het verminderen of weglaten van drijfmiddelen is meer hulp van begeleiders/docenten nodig. Ondanks dat het weglaten van drijfmiddelen meer leerresultaat tot gevolg kan hebben mag dit niet ten koste gaan van de veiligheid. Spelenderwijs lesgeven en het zorgen voor succeservaringen zijn voor deze doelgroep extra belangrijk. De docent kan extra succes boeken door de lessen meer spelenderwijs in te richten
Beter leren zwemmen door videovoorbeelden op een iPad:Het verschil tussen een fysiek voorbeeld en een videovoorbeeld bij het aanleren van de schoolslag
Kinderen leren van het kijken naar een voorbeeld. In het zwemonderwijs is kijken naar de beweging lastig, omdat het voorbeeld (gedeeltelijk) onder water plaatsvindt. Dit is zeker van toepassing bij de schoolslag. Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen wat het effect is van een voorbeeld op een iPad ten opzichte van het bekijken van een fysiek voorbeeld in de zwemles. In de resultaten komt naar voren dat de experimentele groep significant meer vooruitgang heeft geboekt op de schoolslag dan de controle groep. Daarnaast scoorde de experimentele groep significant hoger op de kennis van de schoolslag. Hierdoor lijkt het dat een voorbeeld gegeven door middel van een iPad leidt tot een grotere vooruitgang op de schoolslag dan een traditioneel voorbeeld van de lesgever
Welke kenmerken zorgen voor een optimaal zwemles traject?:de invloed van baby- en peuter zwemmen, andere sporten dan zwemmen en kindkenmerken op het succes van het zwemlestraject.
Bij de Zwemschool Instituut voor Sportstudies is in kaart gebracht welke factoren mogelijk een rol spelen bij de manier waarop kinderen het watergewenningstraject doorlopen. De voorgeschiedenis van 23 kinderen is bevraagd en bij de eerste en de tiende les zijn deze kinderen geobserveerd om de mate van waargenomen angst en het niveau van zwemvaardigheid te meten. Uit deze observatie kwam naar voren dat net zoals in eerdere onderzoeken kinderen die ouder zijn meer vooruitgang lieten zien op het gebied van zwemvaardigheid. Daarnaast bleek dat kinderen die eerder regelmatig hebben gezwommen de eerste les minder angst lieten zien en een hoger niveau op zwemvaardigheid toonden. Ditzelfde gold voor kinderen die al aan andere sporten deden (bijvoorbeeld gymnastiek). Echter verdween deze voorsprong bij beide groepen gedurende zwemlessen