8 research outputs found

    MKBA Wierdense Veld

    No full text
    Doel van het onderzoek is inzicht verkreijgen in de omvang van maatschappelijke kosten en baten van het maatregelenpakket PAS / Natura 2000, voor het Natura 2000 gebied Wierdense Veld. Doel van het maatregelenpakket is om actief en herstellend hoogveen te realiseren en economische ontwikkelingsruimte te creëren. Het betreft hydrologische herstelmaatregelen (o.a. een bufferzone) en emissiebeperkende maatregelen. De baten van de voorgenomen maatregelen voor het gebied, met een ring van 5 km daaromheen, blijken groter dan de kosten

    MKBA Engbertsdijkvenen

    No full text
    Doel van het onderzoek is inzicht verkreijgen in de omvang van maatschappelijke kosten en baten van het maatregelenpakket PAS / Natura 2000, voor het Natura 2000 gebied Engbertsdijksvenen. Doel van het maatregelenpakket is om actief en herstellend hoogveen te realiseren en economische ontwikkelingsruimte te creëren. Het betreft hydrologische herstelmaatregelen (o.a. een bufferzone) en emissiebeperkende maatregelen. De kosten van de voorgenomen maatregelen voor het gebied, met een ring van 5 km daaromheen, blijken groter dan de baten

    Water management in the Netherlands: three case studies

    No full text

    Notitie knelpunten autonome ontwikkeling: Onderdeel verkenning "Grevelingen water en getij\u94

    No full text
    Ondanks dat het beheer van de Brouwerssluis een aantal malen is aangepast ten behoeve van de ecologie van het meer, is de ecologische toestand van het Grevelingenmeer in de laatste decennia verder achteruit gegaan. Door deze achteruitgang is het onduidelijk of de ecologische toestand in 2015 zal voldoen aan doelen geformuleerd onder de Kaderrichtlijn Water, Natura 2000, de Watervisie \u91Nederland veroveren op de toekomst, kabinetsvisie op het waterbeleid\u92 en het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012. Rijkswaterstaat Directie Zeeland is verantwoordelijk voor het waterbeheer en wil de gesignaleerde achteruitgang nader analyseren en oplossingsrichtingen formuleren en beoordelen door het uitvoeren van de zogenaamde \u91Verkenning Grevelingen Water en Getij\u92. Voorliggende notitie dient als bouwsteen voor het Verkenningenrapport en beschrijft de huidige situatie, autonome ontwikkeling en de knelpunten ten opzichte van de doelen

    Non-muscle-invasive bladder cancer molecular subtypes predict differential response to intravesical Bacillus Calmette-Guérin

    No full text
    The recommended treatment for patients with high-risk non-muscle-invasive bladder cancer (HR-NMIBC) is tumor resection followed by adjuvant Bacillus Calmette-Guérin (BCG) bladder instillations. However, only 50% of patients benefit from this therapy. If progression to advanced disease occurs, then patients must undergo a radical cystectomy with risks of substantial morbidity and poor clinical outcome. Identifying tumors unlikely to respond to BCG can translate into alternative treatments, such as early radical cystectomy, targeted therapies, or immunotherapies. Here, we conducted molecular profiling of 132 patients with BCG-naive HR-NMIBC and 44 patients with recurrences after BCG (34 matched), which uncovered three distinct BCG response subtypes (BRS1, 2 and BRS3). Patients with BRS3 tumors had a reduced recurrence-free and progression-free survival compared with BRS1/2. BRS3 tumors expressed high epithelial-to-mesenchymal transition and basal markers and had an immunosuppressive profile, which was confirmed with spatial proteomics. Tumors that recurred after BCG were enriched for BRS3. BRS stratification was validated in a second cohort of 151 BCG-naive patients with HR-NMIBC, and the molecular subtypes outperformed guideline-recommended risk stratification based on clinicopathological variables. For clinical application, we confirmed that a commercially approved assay was able to predict BRS3 tumors with an area under the curve of 0.87. These BCG response subtypes will allow for improved identification of patients with HR-NMIBC at the highest risk of progression and have the potential to be used to select more appropriate treatments for patients unlikely to respond to BCG
    corecore