Methylating mushrooms

Peptide N-methylation is an important strategy used by medicinal chemists to improve cell permeability, oral bioavailability, and target affinity of peptide-based inhibitors. Correspondingly, N-methyl amides appear extensively in bioactive natural products. In the case of the immunosuppressant cyclosporine, for example, specific N-methylation of seven out of ten backbone amide nitrogens in the cyclic decapeptide is thought to allow a conformational ‘shapeshifting’ that hides polar N–H moieties and facilitates passive diffusion across cell membranes. Until now, N-methylation has primarily been the mark of peptide natural products from complex nonribosomal peptide synthetase (NRPS) assembly lines, and has not previously been found among their cousins, the ribosomally synthesized and post-translationally modified peptide (RiPP) natural products. In this issue, van der Velden et al. uncover the biosynthetic origins of the omphalotins, peptide natural products from the bioluminescent fungus O. olearius (Fig. 1a), and bring peptide backbone N-methylation into the realm of peptide post-translational modifications

Different distribution of cardiovascular risk factors according to ethnicity: A study in a high risk population

This study compares the distribution of cardiovascular risk factors in different ethnic groups at high risk of developing cardiovascular diseases within general practices. A total of 430 patients (179 Dutch, 126 Turks, 50 Surinamese, 23 Moroccans, 23 Antilleans and 29 from other ethnic groups) were included in the study. Data collection consisted of questionnaires and physical and clinical examinations. 54% was female. The mean age was 53.1 (sd 9.9) years. There were important ethnic differences in the distribution of cardiovascular risk factors. Compared to the Dutch, ethnic minorities had significantly greater odds of being diabetic (OR = 3.2-19.4); but were less likely to smoke (OR = 0.10-0.53). Turkish individuals had a lower prevalence of hypercholesterolemia but were 2.4 times more likely to be obese than the Dutch. Hypertension was very common in all ethnic groups and no significant ethnic differences were found. These findings provide additional evidence of the need for tailored interventions for different ethnic groups in general practices

Role of MC1R variants in uveal melanoma

Variants of the melanocortin-1 receptor (MC1R) gene have been linked to sun-sensitive skin types and hair colour, and may independently play a role in susceptibility to cutaneous melanoma. To assess the role of MC1R variants in uveal melanoma, we have analysed a cohort of 350 patients for the changes within the major region of the gene displaying sequence variation. Eight variants were detected – V60L, D84E, V92M, R151C, I155T, R160W, R163Q and D294H – 63% of these patients being hetero- or homozygous for at least one variant. Standard melanoma risk factor data were available on 119 of the patients. MC1R variants were significantly associated with hair colour (P¼0.03) but not skin or eye colour. The frequency of the variants detected in the 350 patients was comparable with those in the general population, and comparison of the cumulative tumour distribution by age at diagnosis in carriers and noncarriers provided no evidence that MC1R variants confer an increased risk of uveal melanoma. We interpret the data as indicating that MC1R variants do not appear to be major determinants of susceptibility to uveal melanoma. © 2003 Cancer Research U

De tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk: aanleiding en methoden

Vijftien jaar geleden vond de gegevensverzameling voor de eerste Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk plaats. Deze gegevens zijn een belangrijke bron gebleken voor wetenschappelijk onderzoek en het beleid ten aanzien van de huisartsenzorg, maar zijn inmiddels sterk verouderd. In dit artikel wordt ingegaan op de aanleiding, voorbereiding en opzet van de tweede Nationale Studie waarvoor de gegevens in de periode 2000-2002 zijn verzameld. Daarnaast wordt de opzet en inhoud van de tweede Nationale Studie vergeleken met die van de eerste. Het doel van beide onderzoeken is om te voorzien in de behoefte aan actuele, nationaal representatieve informatie over de rol en de positie van de huisarts in de Nederlandse gezondheidszorg. Voor de beantwoording van de vraagstellingen, gegroepeerd tot zes onderzoeksthema’s (gezondheid en ziekte, gebruik van zorg, verschillen in gezondheid en gebruik van zorg, kwaliteit van de huisartsenzorg, huisarts-patiëntcommunicatie en organisatie van de huisartsenzorg), vond een grootschalige gegevensverzameling plaats in 104 huisartsenpraktijken die deel uitmaken van het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg. Gegevens werden verzameld in de huisartsenpraktijk via het HIS en video-opnames, over de huisartsenpraktijk via visitatie en vragenlijsten en in de praktijkpopulatie via een schriftelijke vragenlijst en een mondeling interview. De vergelijkbaarheid van beide Nationale Studies is groot, met op enkele punten verschillen in de gebruikte methoden van gegevensverzameling. De tweede Nationale Studie zal actuele gegevens opleveren die gebruikt kunnen worden voor wetenschappelijk onderzoek en voor de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid ten aanzien van de huisartsenzorg.(aut. ref.