196 research outputs found
The impact of morally injurious events in a refugee sample: A quantitative and qualitative study
Background: Posttraumatic Stress Disorder (PTSD) is often reported by refugees that faced violence and persecution. Some stressful events may also entail moral conflicts or dilemmas, described as “potentially morally injurious events” (PMIE). Very few studies have yet investigated the nature of these PMIEs in traumatized refugees, using both quantitative and qualitative data. Method: For this retrospective study, secondary data analysis was used to examine the traumatic events of 183 patients. Based on established definitions of a PMIE, participants were allocated to a Moral Injury (MI) group if they reported lasting distress after exposure to an event of which they indicated that it transgressed their moral beliefs. The remaining participants were allocated to the No-MI group. The type of PMIEs was categorized using qualitative analysis. The groups were compared in terms of PTSD severity, feelings of guilt, and general mental health symptoms. Results: Of the total sample, 55 participants reported one or more acts of transgression (MI group) and 128 reported no acts of transgression (No-MI group). Analyses of PMIEs revealed six themes 1) failing to prevent harm to others, 2) not giving aid to people in need, 3) leaving family members behind that consequently lead to injury or death of others, 4) making indirect and direct moral decisions leading to injury or death of others, 5) betrayal, and 6) engaging in the harm of others. No differences were found between groups on the clinical outcomes, except for feelings of guilt. Conclusion: A considerable number of traumatized refugees reported confrontation with PMIEs. Experiencing PMIEs appeared unrelated to elevated posttraumatic mental health issues
What works: Psychosociale dienstverlening Slachtofferhulp Nederland
Samenvatting Het doel van dit onderzoek is drieledig. Ten eerste een inventarisatie maken van de beleidstheorie van het huidige slachtofferbeleid met focus op beleid dat gericht is op de psychische gezondheid van slachtoffers. Ten tweede inzicht verkrijgen in het emotionele/psychische hulpaanbod vanuit Slachtofferhulp Nederland (SHN) aan slachtoffers van ernstige geweld- en zedendelicten (EGZ), inclusief doorverwijzing naar bijvoorbeeld psychologische zorgverlening. Tenslotte is het doel te inventariseren wat in de wetenschappelijke literatuur bekend is over het type behandeling- gericht op psychische klachten- dat effectief is voor EGZ-slachtoffers. Summary The aim of this study was to determine what type of psychosocial support is offered by Victim Support Netherlands (Slachtofferhulp Nederland; SHN) to victims of serious violent and sexual crimes (EGZ cases); together with any theories underlying its policy, and to investigate whether the support offered is in line with what is known in current scientific literature. We divided the research into a number of sub-studies, in which various methods were used: desk research; interviews with SHN employees; interviews with victims; a survey among former clients; and research in SHN's registration systems
Trauma-focused treatment for traumatic stress symptoms in unaccompanied refugee minors: a multiple baseline case series
Introduction: Unaccompanied refugee minors (URMs) are at increased risk of developing mental health problems, such as symptoms of posttraumatic stress disorder (PTSD) and depression. In addition, URMs face several barriers to mental health care. Few studies have evaluated trauma-focused interventions for URMs that target these issues. The current study evaluated a multimodal trauma-focused treatment approach for URMs. It aimed to provide an initial indication of the effectiveness of this treatment approach and to provide a qualitative evaluation assessing treatment satisfaction of the participating URMs. Methods: A mixed-methods study was conducted among ten URMs, combining quantitative data with qualitative data through triangulation. Quantitative data were collected using a non-concurrent multiple baseline design in which repeated, weekly assessments were carried out during a randomized baseline period, during treatment, and during a 4-week follow-up period. Questionnaires assessing PTSD (Children’s Revised Impact of Event Scale) and symptoms of depression (The Patient Health Questionnaire-9, modified for adolescents) were used. In addition, treatment satisfaction was measured post-treatment using a semi-structured interview. Results: During the qualitative evaluation, all but one URM noted they found the trauma-focused treatment approach useful and felt the treatment had positively impacted their wellbeing. However, the results of the quantitative evaluation did not show clinically reliable symptom reductions at posttest or follow-up. Implications for clinical practice and research are discussed. Discussion: The current study presents our search in developing a treatment approach for URMs. It adds to the current knowledge about methodological considerations in evaluating treatments for URMs, the potential effects of trauma-focused treatments on URMs, and the implementation of treatments for URMs. Clinical trial registration: The study was registered in the Netherlands Trial Register (NL8519), 10 April 2020
De juiste kennis versterkt de zelfregie: Een reactie op de reactie van Karbouniaris en collega's
In dit artikel reageren we op de reactie van Karbouniaris en collega’s (2023). We delen het doel om de zorg voor patiënten zo effectief mogelijk maken, waarbij de patiënt optimale zelfregie heeft en kan kiezen uit een breed palet aan effectieve behandelingen. De huidige zorgstandaard voor traumagerelateerde stoornissen bevat een breder palet dan CGT en EMDR, houdt rekening met ervaringskennis van de patiënt en is gebaseerd op goed onderzoek naar effectiviteit. We zien het als taak van de behandelaar om de patiënt goed voor te lichten over de behandelingen die opgenomen staan in de zorg- standaard, inclusief de voor- en nadelen, de mate van bewezen effecten en de doelmatigheid van die behandelingen. Tegelijkertijd dient voorlichting de patiënt te beschermen tegen behandelingen die (nog) niet (voldoende) be-wezen effectief of – erger nog – schadelijk kunnen zijn. Met de juiste kennis op zak staat de patiënt het sterkst en komt zelfregie het meest tot zijn recht. Trefwoorden: zorgstandaard traumagerelateerde stoornissen, evidence-based (be)handelen, zelfregie, voorlichtin
Traumagerelateerde klachten: een aantal populaire behandelingen onder de loep genomen
Stress and Psychopatholog
Traumagerelateerde klachten: Een aantal populaire behandelingen onder de loep genomen.
Voor de behandeling van traumagerelateerde klachten zijn effectieve, evidence-based behandelingen beschikbaar, maar relatief weinig mensen krijgen daadwerkelijk zo'n behandeling. In plaats daarvan worden andere behandelingen gegeven die populair zijn, waaronder lichaamsgerichte behandelingen, dierondersteunde therapie, speltherapie, EMDR toegepast op vermijding, de Lovett-methode voor preverbaal trauma, geleide synthese en deprogrammeren. Wij nemen deze behandelingen onder de loep. Zijn ze effectief? Wat is het veronderstelde werkingsmechanisme ervan? En wat zijn de mogelijke risico's van deze behandelingen? In de discussie bespreken we mogelijke redenen waarom deze en vergelijkbare behandelingen in de klinische praktijk worden verkozen boven evidence-based behandelingen en een aantal redeneerfouten die aan deze keuzes bijdragen
Consensus statement immunonutrition and exercise
In this consensus statement on immunonutrition and exercise, a panel of knowledgeable contributors from across the globe provides a consensus of updated science, including the background, the aspects for which a consensus actually exists, the controversies and, when possible, suggested directions for future research
- …