499 research outputs found

    Archeologische Begeleiding, deel 2

    No full text
    In opdracht van Slangen Staal bv heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv tussen 12 november en 13 december 2007 een archeologische begeleiding uitgevoerd van de renovatie van de Cosijnbrug te Oudewater, gemeente Oudewater. De archeologische begeleiding moest voorkomen, dat restanten van voorafgaande brugconstructies ongezien en ongeregistreerd verloren zouden kunnen gaan. Tijdens de waarnemingen is aan beide zijden van de rivier een aantal muren vastgelegd. Deze muren hebben een aanzienlijke breedte en diepte. De waargenomen muren zijn opgetrokken uit baksteen, die waarschijnlijk te dateren is in de zeventiende of achttiende eeuw. De oorspronkelijke bovenzijde van de muren was waarschijnlijk al niet meer aanwezig. De onderzijde van de twee zwaarste muren kon in de ontgravingen niet vastgesteld worden. Het is vrijwel zeker, dat het gaat om een gedeelte van een brug over de Hollandse IJssel. De derde muur, die verder van de rivier aangetroffen werd in de Havenstraat, is moeilijker te interpreteren. Vermoedelijk is het een restant van de laatmiddeleeuwse IJsselpoort, die rond 1571 afgebroken is. De archeologische sporen waren behoudenswaardig; daarom is het jammer, dat een deel van het muurwerk conform de bouwplannen heeft moeten wijken voor de nieuwe fundering van de herstelde Cosijnbrug

    IDDS Archeologie rapport 2149

    No full text
    In augustus 2018 is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Herenweg 21-23 in Noordwijk, gemeente Noordwijk

    Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Kudelstaartseweg 60, Aalsmeer Gemeente Aalsmeer

    No full text
    In juli 2016 heeft IDDS Archeologie een archeologisch bureauonderzoek en in januari 2017 een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan de Kudelstaartseweg 60 in Aalsmeer, gemeente Aalsmeer

    IDDS Archeologie rapport 1585

    No full text
    In september 2013 heeft IDDS Archeologie in opdracht van ProRail B.V. een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Voormeerpassage in Naarden, gemeente Naarden. De aanleiding voor dit onderzoek zijn de geplande werkzaamheden aan het spoor, bestaande aan een taludverhoging en de aanleg van een duiker en een tunnel. Op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart heeft het plangebied een deels middelhoge archeologische verwachting en overschrijdt het de vrijstellingsgrenzen waardoor onderzoek noodzakelijk is. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het plangebied is gelegen in het westelijk veengebied. Het veen is in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd volledig weg gegraven waardoor het onderliggende dekzand aan de oppervlakte ligt. Het dekzand is verspoeld, waarschijnlijk als gevolg van afzetting onder zeer natte omstandigheden, en was daardoor ongunstig voor bewoning. Het afgraven van het veen zal gezorgd hebben voor verstoring van de top van het dekzand. Op historische kaarten is het plangebied onbebouwd en onderzoeken uit de omgeving hebben geen archeologisch relevante resultaten opgeleverd. De Karnemelksloot is rond 1600 gegraven voor het transporteren van turf en maakte later deel uit van de Hollandse Waterlinie. Op basis van de resultaten van het onderzoek geldt voor het plangebied een lage archeologische verwachting voor alle perioden. Er wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren

    Inventariserend Veldonderzoek (IVO), d.m.v. proefsleuven

    No full text
    Tussen 14 en 17 april 2008 heeft Becker & Van de Graaf bv in opdracht van de gemeente Schiedam een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd op de locatie “Gat van Bolmers” te Schiedam, gemeente Schiedam. Het plangebied is gelegen in het zuidwesten van de middeleeuwse stad Schiedam, tussen het Broersveld en de Broersvest. Uit het vooronderzoek is gebleken dat voor het plangebied een kans bestond op de aanwezigheid van archeologische resten uit de IJzertijd en Romeinse tijd en de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Met name de kans op resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd was groot. Schiedam is ontstaan aan het begin van de 13e eeuw aan weerszijden van een dam in de Schie. In 1442 of 1443 vestigden de Kruisbroeders zich in Schiedam en stichtten een convent. Volgens de oudste stadsplattegrond van Schiedam, uit ca. 1560, maakte het plangebied deel uit van het kloosterterrein. Het was niet bekend in hoeverre de Beeldenstorm en latere sloopwerkzaamheden de resten van het klooster in de bodem hadden verstoord. Uit informatie van de Historische Verenging Schiedam blijkt dat het Gat van Bolmers is ontstaan door sloopwerkzaamheden in de jaren zeventig van de 20e eeuw en in 1999. Tot die tijd stond aan weerszijden van het plangebied aaneengesloten bebouwing. Het klooster zou volgens de historische vereniging ten zuiden van het Herenpad gelegen moeten hebben. Voor het proefsleuvenonderzoek waren drie proefsleuven gepland: één van oost naar west en twee van noord naar zuid. Uiteindelijk is slechts één proefsleuf aangelegd. De sleuf is laagsgewijs en trapsgewijs aangelegd tot een maximale diepte van 1,5 m –mv. Het onderzoek heeft in totaal dertig sporen opgeleverd, waarvan elf lagen. De overige sporen bestaan uit delen van muren, vloeren en een tongewelf. De funderingen kunnen op basis van de grootte van de bakstenen gedateerd worden in de eerste helft van de 17e eeuw en de latere aanpassingen als vloeren op basis van de grootte van de plavuizen in de 18e eeuw. De sporen zijn alle sterk verstoord, waarschijnlijk ten gevolge van de sloopwerkzaamheden, en er zijn in de vloeren en muren geen structuren te herkennen. Het vondstmateriaal is waarschijnlijk huisafval afkomstig uit verwijderde kuilen en bestaat voornamelijk uit aardewerk. In zeer geringe hoeveelheden is er ook bot en glas aangetroffen. Metaal was niet aanwezig. Het aardewerk is te dateren vanaf het einde van de Late Middeleeuwen of begin van de Nieuwe tijd A tot in de 19e eeuw. De sloopwerkzaamheden hebben een dusdanige invloed op het plangebied gehad dat er niet gesproken kan worden van een intacte vindplaats. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt door Becker & Van de Graaf geen vervolgonderzoek geadviseerd

    Archeologisch bureauonderzoek

    No full text
    In mei 2013 heeft IDDS Archeologie een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Dorpsstraat 18 te Zoetermeer, gemeente Zoetermeer. Deze locatie was ten tijde van het onderzoek bebouwd met het parochiehuis van de naastgelegen kerk. Men is voornemens het parochiehuis te slopen en hier nieuwbouw te realiseren. Hiervoor dient eerst archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Het doel van dit onderzoek, uitgevoerd in de vorm van een bureaustudie, is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied en het geven van aanbevelingen over eventueel behoud of vervolgonderzoek

    Archeologisch bureauonderzoek

    No full text
    In juli 2014 heeft IDDS Archeologie een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de Ankerplaats in Katwijk, gemeente Katwijk. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande nieuwbouw van elf woningen. Gegevens over verstoringsdieptes en dergelijke zijn nog onbekend. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Katwijk ligt het plangebied in een gebied waar karterend archeologisch onderzoek verplicht is bij bodemingrepen van 30 cm –mv of dieper. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Dit gebeurt aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek. Het plangebied is gelegen in het mondingsgebied van de Oude Rijn, die ontstaan is vanaf het midden van het vijfde millennium voor Chr. Op basis van archeologisch onderzoek in het naastgelegen Havengebied bestaat de ondergrond van het plangebied waarschijnlijk uit restgeulafzettingen van de Oude Rijn waarvan de top, ondanks de ligging in een kwelderachtig gebied, bruikbaar was door de mens. Een zandlaag op de restgeulafzettingen is waarschijnlijk afgezet tijdens de Sint Thomasvloed in 1163. De bovenste lagen bestaan uit verschillende fases van duinafzettingen, waarvan de bovenzijde is verstoord. Archeologische onderzoeken uit de directe omgeving van het plangebied hebben aangetoond dat dit gebied in ieder geval sinds de Romeinse tijd gebruikt werd door de mens. Grote hoeveelheden Romeins bouwmateriaal kunnen het restant zijn van een in de buurt gelegen gebouw of van een dumpplaats voor bouwafval. In de Merovingische tijd (Vroege Middeleeuwen) lag er een grafveld in de buurt van het plangebied. Dit grafveld was aangelegd op een uit klei opgeworpen heuvel. Uit de Middeleeuwen zijn sporen van akkerbouw en verkaveling aangetroffen. Historische kaarten tonen aan dat het plangebied sinds 1615 waarschijnlijk onbebouwd is geweest en in gebruik was als weiland. Vlak ten zuiden van het plangebied lag het Mallegat, een 16e-eeuws afwateringskanaal dat nooit is voltooid. Tegenwoordig is het plangebied deels braakliggend en deels in gebruik als openbare weg en parkeerplaats. Op basis van het bureauonderzoek kan een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel worden opgesteld. In de restgeulafzettingen worden alleen losse vondsten verwacht zoals vaartuigen en resten van jacht en visvangst. Voor de top van de restgeulafzettingen, ontstaan in een soort kweldergebied, geldt een hoge verwachting voor archeologische resten uit de Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen. In de duinafzettingen onder de verstoorde lagen kunnen resten uit de Middeleeuwen worden aangetroffen. Vanaf 1615 worden geen archeologische resten verwacht, aangezien het plangebied op de historische kaarten onbebouwd is en in gebruik is als weiland. Er wordt geadviseerd om in het plangebied vervolgonderzoek uit te laten voeren. De te verwachten archeologische resten, zoals grafvelden en los vondstmateriaal dat geassocieerd kan worden met bebouwing of met een dumpplaats van bouwafval, kunnen veelal niet opgespoord worden middels booronderzoek. Daarom wordt geadviseerd om het vervolgonderzoek te laten bestaan uit een proefsleuvenonderzoek

    Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Ladders Post (hoek Hoofdstraat/ Vegtelarijweg), Epe, gemeente Epe

    No full text
    In mei 2017 heeft IDDS Archeologie een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied Ladders Post op de hoek van de Hoofdstraat en de Vegtelarijweg in Epe, gemeente Epe

    Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Pickéstraat 7, Noordwijk Gemeente Noordwijk

    No full text
    In mei 2015 heeft IDDS Archeologie een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd aan de Pickéstraat 7 in Noordwijk, gemeente Noordwijk

    Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase

    No full text
    In september 2013 heeft IDDS Archeologie in opdracht van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt te Valkenburg een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende en karterende fase, uitgevoerd aan het Lambrechtsveld 19 in Valkenburg, gemeente Katwijk. De aanleiding voor dit onderzoek is een geplande uitbreiding van het kerkgebouw. Het onderzoek had tot doel het opstellen en toetsen van een gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied en het systematisch onderzoeken van het terrein op de aanwezigheid van sporen en/of vondsten
    corecore