24 research outputs found

    Technici, mobiel en toch honkvast

    No full text
    De sector techniek vreest een nijpend tekort. In een brief aan de Kamer suggereerde het kabinet Rutte-I dat toekomstige schaarste aan personeel in de techniek onder andere wordt veroorzaakt door relatief hoge uitstroom van werkenden vanuit de technische naar niet-technische sectoren. Om te achterhalen in hoeverre dat inderdaad het geval is en wat de achterliggende oorzaken zijn, heeft het ministerie van SZW aan SEO Economisch Onderzoek gevraagd hiernaar onderzoek te doen. The employee data set presents survey results of employees who have switched jobs at least one time in the last five years. The respondents are questioned about their satisfaction in job aspects and their reasons to leave the job. The employer data set focuses on technology employers and their perception of work satisfaction and switch reasons of employees

    Experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders WWB

    No full text
    Om de arbeidsinschakeling van alleenstaande ouders doeltreffender te maken heeft het ministerie van SZW een experiment uitgevoerd. In een aantal Nederlandse gemeenten zijn in 2009 en 2010 instrumenten toegepast die de arbeidsparticipatie van alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar in de WWB aantrekkelijker maakten. Zo werd deeltijdwerk voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar financieel aantrekkelijk. Zij ontvingen een inkomensvrijlating van 4 euro per gewerkt uur (tot een maximum van 120 euro per maand). Ook hebben zes gemeenten een gemeentelijke arbeidspool opgezet, waarbij gemeenten een dienstbetrekking aangingen met alleenstaande ouders. In het eindrapport worden de resultaten besproken van analyses op de Bijstandsuitkeringenstatistiek 2005-2010, verzameld door het CBS. Daarnaast zijn er telefonische enquĂȘtes gehouden onder de alleenstaande ouders. De data die verzameld zijn bij de telefonische enquĂȘtes zijn hier te vinden

    SchoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het HBO (meetjaar 2017)

    No full text
    Onder auspiciĂ«n van de Vereniging Hogescholen voert het ROA jaarlijks de HBO-Monitor uit. De HBO-Monitor is een instrument waarmee hogescholen ieder jaar de arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerden kunnen vaststellen en waarmee zij kunnen zien in hoeverre hun opleidingen aansluiten op de eisen in de beroepspraktijk. In het afgelopen decennium heeft de HBO-Monitor zich ontwikkeld tot een zeer gezaghebbend instrument dat ook model heeft gestaan voor de ontwikkeling van vergelijkbare instrumenten in andere onderwijssectoren (bijvoorbeeld de WO-Monitor). Uit het feit dat meer dan 85% van de hogescholen op vrijwillige basis participeren, kan worden afgeleid dat het gezien wordt als een instrument van de sector zelf. De HBO-Monitor bestaat uit een enquĂȘte via internet, die ter verhoging van de respons wordt aangevuld met een benadering via een schriftelijke vragenlijst. Deze enquĂȘte wordt ieder najaar gehouden onder afgestudeerden van het daaraan voorafgaande studiejaar. Dit betekent dat de enquĂȘte ongeveer anderhalf jaar na het afstuderen plaatsvindt. Alle opleidingssectoren van het hbo zijn in de monitor vertegenwoordigd. Voor de opleidingssector kunst is een specifiek op deze sector gerichte Kunsten-Monitor ontwikkeld. De informatie uit dit sectorspecifieke deelinstrument is op kernpunten vergelijkbaar met de informatie uit de overige opleidingssectoren van het hbo. De HBO-Monitor levert zowel uitkomsten per hogeschool, als representatieve landelijke resultaten op

    HBO-Monitor 2016

    No full text
    Onder auspiciĂ«n van de Vereniging Hogescholen voert het ROA jaarlijks de HBO-Monitor uit. De HBO-Monitor is een instrument waarmee hogescholen ieder jaar de arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerden kunnen vaststellen en waarmee zij kunnen zien in hoeverre hun opleidingen aansluiten op de eisen in de beroepspraktijk. In het afgelopen decennium heeft de HBO-Monitor zich ontwikkeld tot een zeer gezaghebbend instrument dat ook model heeft gestaan voor de ontwikkeling van vergelijkbare instrumenten in andere onderwijssectoren (bijvoorbeeld de WO-Monitor). Uit het feit dat meer dan 85% van de hogescholen op vrijwillige basis participeren, kan worden afgeleid dat het gezien wordt als een instrument van de sector zelf. De HBO-Monitor bestaat uit een enquĂȘte via internet, die ter verhoging van de respons wordt aangevuld met een benadering via een schriftelijke vragenlijst. Deze enquĂȘte wordt ieder najaar gehouden onder afgestudeerden van het daaraan voorafgaande studiejaar. Dit betekent dat de enquĂȘte ongeveer anderhalf jaar na het afstuderen plaatsvindt. Alle opleidingssectoren van het hbo zijn in de monitor vertegenwoordigd. Voor de opleidingssector kunst is een specifiek op deze sector gerichte Kunsten-Monitor ontwikkeld. De informatie uit dit sectorspecifieke deelinstrument is op kernpunten vergelijkbaar met de informatie uit de overige opleidingssectoren van het hbo. De HBO-Monitor levert zowel uitkomsten per hogeschool, als representatieve landelijke resultaten op. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het HBO (meetjaar 2016)

    Experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders WWB

    No full text
    Om de arbeidsinschakeling van alleenstaande ouders doeltreffender te maken heeft het ministerie van SZW een experiment uitgevoerd. In een aantal Nederlandse gemeenten zijn in 2009 en 2010 instrumenten toegepast die de arbeidsparticipatie van alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar in de WWB aantrekkelijker maakten. Zo werd deeltijdwerk voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar financieel aantrekkelijk. Zij ontvingen een inkomensvrijlating van 4 euro per gewerkt uur (tot een maximum van 120 euro per maand). Ook hebben zes gemeenten een gemeentelijke arbeidspool opgezet, waarbij gemeenten een dienstbetrekking aangingen met alleenstaande ouders. In het eindrapport worden de resultaten besproken van analyses op de Bijstandsuitkeringenstatistiek 2005-2010, verzameld door het CBS. Daarnaast zijn er telefonische enquĂȘtes gehouden onder de alleenstaande ouders. De data die verzameld zijn bij de telefonische enquĂȘtes zijn hier te vinden

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters BVE-Monitor 2015

    No full text
    De BVE-Monitor is gericht op schoolverlaters van de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. De financiering ligt thans bij OCW, SZW, LNV en de deelnemende onderwijsinstellingen. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Bij de BVE-Monitor ligt de nadruk met name op het vervolgonderwijs en de intrede op de arbeidsmarkt. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het BVE (meetjaar 2015)

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters VO-Monitor 2015

    No full text
    De VO-Monitor is gericht op schoolverlaters van het algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Voor schoolverlaters van HAVO en VWO ligt het accent op de doorstroom naar vervolgonderwijs, waarbij vooral de aansluiting met het hoger onderwijs aan bod komt. Bij VMBO wordt vooral het bereiken van een startkwalificatie belicht alsmede de doorstroom naar de arbeidsmarkt. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het AVO/VMBO (meetjaar 2015)

    Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters HBO-Monitor 2015

    No full text
    Onder auspiciĂ«n van de Vereniging Hogescholen voert het ROA jaarlijks de HBO-Monitor uit. De HBO-Monitor is een instrument waarmee hogescholen ieder jaar de arbeidsmarktpositie van hun afgestudeerden kunnen vaststellen en waarmee zij kunnen zien in hoeverre hun opleidingen aansluiten op de eisen in de beroepspraktijk. In het afgelopen decennium heeft de HBO-Monitor zich ontwikkeld tot een zeer gezaghebbend instrument dat ook model heeft gestaan voor de ontwikkeling van vergelijkbare instrumenten in andere onderwijssectoren (bijvoorbeeld de WO-Monitor). Uit het feit dat meer dan 85% van de hogescholen op vrijwillige basis participeren, kan worden afgeleid dat het gezien wordt als een instrument van de sector zelf. De HBO-Monitor bestaat uit een enquĂȘte via internet, die ter verhoging van de respons wordt aangevuld met een benadering via een schriftelijke vragenlijst. Deze enquĂȘte wordt ieder najaar gehouden onder afgestudeerden van het daaraan voorafgaande studiejaar. Dit betekent dat de enquĂȘte ongeveer anderhalf jaar na het afstuderen plaatsvindt. Alle opleidingssectoren van het hbo zijn in de monitor vertegenwoordigd. Voor de opleidingssector kunst is een specifiek op deze sector gerichte Kunsten-Monitor ontwikkeld. De informatie uit dit sectorspecifieke deelinstrument is op kernpunten vergelijkbaar met de informatie uit de overige opleidingssectoren van het hbo. De HBO-Monitor levert zowel uitkomsten per hogeschool, als representatieve landelijke resultaten op. Databestand n.a.v. schoolverlatersenquĂȘte onder de gediplomeerde uitstroom van het HBO (meetjaar 2015)

    Krimp in de Kinderopvang - KIK2013 v1

    No full text
    Krimp in de Kinderopvang. 4 onderzoeken, in- en uitstroom BSO en in- en uitstroom dagopvang. Het aantal kinderen dat naar de formele kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouder) gaat neemt sinds 2012 af, na jarenlange groei. Om meer zicht te krijgen op de redenen daarvan, en de gevolgen voor de arbeidsparticipatie en de ervaren zwaarte van de combinatie zorg/werk, zijn middels enquĂȘtes ouders ondervraagd. Ingegaan is op gewenst en feitelijk gebruik van formele opvang, veranderingen in het gebruik, redenen waarom minder gebruik wordt gemaakt dan voorheen of gewenst, en vragen over (veranderingen in) arbeidsparticipatie en ervaren zwaarte van de combinatie arbeid en zorg. Het onderzoek richt zich zowel op de instroom in, als de uitstroom uit formele opvang. Ook is een onderscheid gemaakt tussen dagopvang van 0-3 jarigen enerzijds en buitenschoolse opvang van kinderen op de basisschool. In totaal zijn 4 onderzoeksgroepen benaderd, uitmondend in de volgende 4 databestanden: · Instroom dagopvang : CCF_KIKKDVin_2013 · Instroom buitenschoolse opvang : CCF_KIKBSOin_2013 · Uitstroom dagopvang : CCF_KIKKDVuit_2013 · Uitstroom buitenschoolse opvang : CCF_KIKBSOuit_2013. Documentatiebestanden: - 4 vragenlijsten, behorend bij de databestanden - Veldwerkverslag Enquete Kinderopvang SCP : veldwerkverslag van onderzoeksbureau I&O Research wat de gegevensverzameling heeft uitgevoerd, gedateerd 24 januari 2014 - Kinderopvang_Weging_V01: memo van CBS met informatie over het onderzoek en de weging, gedateerd 19 februari 201
    corecore