7 research outputs found

    Natuurcompensatie Millenniumbos

    No full text
    Onderzoeksrappor

    Barneveld-Noord Archol rapport 433

    No full text
    Het verkennend booronderzoek was gericht op een nadere analyse van de paleolandschappelijke en bodemkundige opbouw van het plangebied om op basis daarvan een gedetailleerder en beter onderbouwd beeld te krijgen van de archeologische verwachtingen. Aan de hand van het verkennend veldonderzoek is veel meer grip gekregen op de paleogeografische en bodemkundige gesteldheid van het plangebied. Er blijkt sprake van een sterke relatie tussen de voorkomende natuurlijke bodemtypen en het paleoreliëf. De hoogste gronden worden gekenmerkt door (restanten van) veldpodzolen. In de lagere gebieden kon geen podzolering plaatsvinden en worden bodems gekenmerkt door vlakvaaggronden of restanten van beekeerdgronden. Het karterend booronderzoek op de ijzertijdvindplaats in deelgebied 3 heeft aangetoond dat het met deze methode in principe mogelijk is om archeologische vindplaatsen vast te stellen. Het aantal vondsten is echter zeer beperkt en de spreiding ervan vrij willekeurig

    Archol-rapport 163

    No full text
    Het onderzoek omvat drie verschillende plangebieden, namelijk het plangebied Loven-Noord I met daarbinnen de vindplaatsen Schaapsven-A t/m D en direct ten noordoosten daarvan de plangebieden Loven-Noord Retentiebekken en Fietspad- Rauwbrakenweg. In het vervolg van het rapport wordt naar deze plangebieden als respectievelijk plangebied Retentiebekken en plangebied Fietspad verwezen

    Archol-rapport 188

    No full text
    Dit rapport presenteert de resultaten van de opgraving van de zuidelijke helft van plangebied Uden-Noord die in opdracht van de gemeente Uden in de periode 2009-2011 plaatsvond. Het plangebied Uden-Noord, in totaal 27 hectare, wordt sinds 201o heringericht. Archeologisch vooronderzoek wees uit dat circa 11 hectare van het plangebied resten bevat van een grootschalig woonlandschap uit de ijzertijd en Romeinse tijd. Besloten werd deze resten in twee fasen op te graven. De zuidelijke helft van Uden-Noord, waar inmiddels het Streekziekenhuis staat, is opgegraven en onderzocht (Fase 1). De opgraving van de noordelijke helft zal begin 2014 plaatsvinden (Fase 2). Het oude woonlandschap van Uden-Noord blijkt uit hoge zandruggen te bestaan met daarop erven, huizen, bijgebouwen en waterputten. Middelpunt van de vroegste bewoning uit de bronstijd-ijzertijd (1000-600 v.Chr) is een huis op de flank van de rug, met enkele bijgebouwen en een waterput. In de waterput zijn resten van gierst en emmertarwe gevonden die mogelijk op akkers in de directe omgeving werden verbouwd. Na uitputting van de akkers en verval van het huis zijn de bewoners naar een nieuwe meer vruchtbare locatie in de omgeving verhuisd, om daar een nieuw erf met akkers in te richten. De eerstvolgende bewoning stamt uit de Romeinse tijd. De bewoning concentreerde zich vanaf het begin van onze jaartelling bovenop de zandrug. Rondom de nederzetting bevonden zich akkers, deels op de lagere en nattere flanken van de rug. Naast emmertarwe en vlas zijn resten van andere cultuurgewassen gevonden: gerst, haver, pluimgierst en duivenboon. Deze laatste werd vermoedelijk in (moes)tuinen rond de huizen verbouwd. De bewoningssporen die verspreid over de grootschalige nederzetting zijn gevonden, bestaan uit 18 huizen, 22 bijgebouwen, 6 waterputten en 31 hekwerken. De huizen waren niet gelijktijdig bewoond. Allereerst is sprake van één boerenerf met bijgebouwen en een waterput in het zuiden. Vervolgens groeide de nederzetting in de loop van de 1e en 2e eeuw n.Chr. uit tot een gemeenschap van minimaal zes erven. De bewoning verspreidde zich hierbij in noordelijke richting over de zandrug. De bewoners uit de verschillende fasen van de Romeinse tijd leefden net als hun prehistorische voorouders vooral van de opbrengst van veeteelt en akkerbouw. In de Romeinse tijd blijkt echter sprake van aanvullende specialisatie zoals het bewerken van metaal. Een deel van de opbrengsten van de landbouw en ambachtelijke productie werd geruild tegen nieuwe exotische producten die met de komst van het Romeinse leger in Zuid-Nederland hun intrede deden. In Uden-Noord zijn metalen objecten zoals Romeinse mantelspelden en paardentuig en glaswerk zoals flessen, ribkommen en meloenkralen aangetroffen. Bijzonder is de vondst van een omvangrijk huis dat rondom voorzien was van een porticus: een palengalerij met afdak. Vooral rond dit huis concentreren zich de genoemde Romeinse objecten . De bewoners behoorden vermoedelijk tot de lokale elite

    Erven uit de midden-bronstijd B en nederzettingssporen uit de vroege bronstijd en midden-bronstijd A (verslag van een tweede opgravingscampagne te Rhenen-Remmerden)

    No full text
    In opdracht van de gemeente Rhenen heeft Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol bv) tussen 15 februari en 11 maart 2005 een opgraving met beperkte vraagstelling en een waarderend archeologisch onderzoek (IVO) door middel van proefsleuven uitgevoerd in het plangebied ‘Remmerden’. In dit plangebied wordt een bedrijventerrein gerealiseerd, waarbij de archeologische waarden in het gebied zullen worden verstoord. Het onderzoek heeft resten opgeleverd van een nederzettingsterrein dat aansluit bij wat in 2001 is aangetroffen. Er zijn echter grote verschillen in karakter en datering van de nederzettingsresten aangetroffen in 2001 en die aangetroffen in 2005. In tegenstelling tot wat in 2001 is gevonden, gaat het voornamelijk om bewoningsporen uit de midden- en late bronstijd, terwijl de archeologische resten in 2001 vooral bewoningsporen uit de vroege bronstijd betroffen. Resten van een grafveld zijn niet gevonden. Desondanks wordt rekening gehouden met een grafveld in of pal buiten het onderzoeksgebied. Onder de verbrande botresten bevindt zich in ieder geval één fragment van menselijk bot

    Een Inventariserend Veld Onderzoek door middel van proefsleuven.

    No full text
    In opdracht van het Projectbureau A2 Maastricht heeft Archeologisch Onderzoek Leiden BV (Archol) in de zomer en najaar van 2008 een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in het beoogde tracé van de A2 Passage. De aanleg hiervan zal in de komende jaren plaatsvinden in het kader van de herstructurering van de A2. Het plangebied heeft vanwege zijn ligging – het wordt onder andere doorkruist door de Romeinse hoofdweg van Maastricht naar Heerlen – een middelhoge tot hoge archeologische verwachting gekregen. Een door RAAP Archeologisch Adviesbureau uitgevoerd booronderzoek en oppervlaktekartering heeft deze verwachting getoetst en binnen het plangebied twee zones met archeologische resten aangewezen. Het gaat hier om vondsten uit de steentijd, late prehistorie, Romeinse tijd en Nieuwe tijd. proefsleuvenonderzoek is gericht op het verder waarderen en karteren van de aangemerkte vindplaatsen. Daarbij is niet alleen gekeken naar de archeologische waarden maar is ook door middel van een uitgebreid fysisch geografisch onderzoek de landschappelijke ontwikkeling van het plangebied in kaart gebracht. De resultaten van het proefsleuvenonderzoek zijn bijzonder te noemen. De twee zones die reeds eerder verkend waren tijdens het vooronderzoek zijn verder ingedeeld in zes verschillende vindplaatsen. Deze vindplaatsen bestrijken de tijdspanne van de ijzertijd tot en met de late middeleeuwen. Enkele vindplaatsen betreffen nederzettingsterreinen uit de ijzertijd en Romeinse tijd (vindplaatsen 1, 2, 5 en 6) maar er is eveneens een zone met Romeinse begravingen aan weerszijden van de Meerssenerweg (vindplaats 3) aangetroffen. Van bijzonder belang mogen de twee Romeinse (zij)wegen genoemd worden die door het plangebied lopen. Sporen van middeleeuwse bewoning zijn eveneens gevonden en concentreren zich op vindplaats 4

    Prehistorische bewoning op het World Forum gebied - Den Haag

    No full text
    Tussen 7 en 20 juni 2006 heeft Archol BV in opdracht van de Afdeling Archeologie, dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag een archeologisch onderzoek uitgevoerd op het terrein van de voormalige Statenhal aan de Eisenhowerlaan in Den Haag. Tussen 21 september en 5 oktober vond een tweede onderzoek plaats pal ten oosten van deze vindplaats op het terrein van de voormalige Van Goghzaal. Het tweede onderzoek, waarin met name het bestuderen van een oudere bewoningsfase uit de midden-bronstijd centraal stond, heeft alleen enkele greppels opgeleverd die tot het akkersysteem uit de late ijzertijd behoren. Er werd wel nog een tweede bewoningsniveau aangetroffen, dat op stratigrafische gronden jonger moet zijn dan dat uit de ijzertijd. Door het gebrek aan vondstmateriaal en sporen is de aard en datering hiervan echter onduidelijk
    corecore