22 research outputs found
Leren van bestuurlijke vernieuwing
Op basis van een experimenteel onderzoek m.b.v. sociale simulatie wordt
nagegaan wat formele bestuurlijke arrangementen ertoe doen als het gaat
om het veranderen van patronen van bestuurlijk handelen. De bestuurlijke
situatie in de regio Rotterdam ten tijde van de besluitvorming over de
creatie van een stadsprovincie dient als referentiemateriaal. Conclusie
is dat arrangementen ertoe doen, maar dat het wat en hoe bepaald wordt
door en in sociale interactie tussen betrokken actoren. Daarmee zijn
niet alleen kenmerken van het arrangement, maar ook kenmerken van de
processen eromheen bepalend voor het succes ervan
New Public Management and Evaluation
In this chapter I will discuss what evaluation does and can contribute to insight in the dynamics and effects of (new) public management reforms. To do so, I pose three key ques-tions:
1. How is evaluation actually applied in relation to NPM-reforms?
2. How are evaluation results used and how can their impact be understood?
3. How can evaluations in and of NPM-reforms be improved?
The theoretical framework that I will present to help answering the second question will also be used to explain the state of affairs in relation to the first question. Moreover, it will be used, in combination with empirical observations to support the conclusions with respect to question 3.
Before going into the three questions in turn I present some observations on the broader context of reforms in the public domain. In my view this is relevant for the present subject, because evaluation of specific measures or of specific (classes of) reforms should take into account relevant boundary conditions and goals or requirements that are not explic-itly included in the focal measures
Public Management and Evaluation
In public management we can observe a continuous search for its own improvement. New arrangements and procedures, often derived from NPM ideas, but also from other PA insights, are put in place with the expectations that public administration as well as its related agencies and networks will function more efficient, effective, transparent, responsive or produce better quality afterwards. A key question, therefore, is whether and when PM reforms and innova-tions ‘work’. Various forms of monitoring and evaluation can help to answer this question. As a matter of fact many public management reforms explicitly include assessment procedures and related feedback mechanisms. However, the PM reforms and their assessment mecha-nisms as such are evaluated far less frequent. This paper aims to explain why this is so and to suggest ways in which such (meta)evaluation can be realized. In doing so, two distinct ‘lo-gics’ of evaluation are identified. The first logic essentially is the rationality of feedback mechanisms (systems theory) that is part of the ‘repertoire’ of much NPM thinking. The other logic is based on social scientific insights in the conditions for and mechanisms of utilization and impact of evaluation processes and results
Geslotenheid, waarden en sociale verandering
Elkaar versterkende processen van maatschappelijke en technologische
ontwikkeling leiden tot fragmentatie, waardepluraliteit en culturele
dynamiek. De rol en functie van de overheid (beter: overheden) komt
daardoor in een ander licht te staan. Waar de hedendaagse samenlevingen
als context voor overheidssturing veelal met de netwerkmetafoor worden
beschreven, wordt de overheidsrol vaak in termen van netwerksturing
gedacht. Zowel actoren als relaties in een netwerk worden gekenmerkt
door autopoiese. Niettemin is verandering mogelijk door koppeling van
bestaande patronen aan nieuwe input. Sturingsstrategie?n moeten daarbij
worden beoordeeld naar de wijze waarop zij met diversiteit in
waardeori?ntaties en werkelijkheidsdefinities omgaan
Evaluation and the social construction of impacts
The central question of this article is when, how and what do
governmental agencies learn from evaluations. A structural
constructivist theoretical framework is developed and applied to two
case studies, in both of which a report of the Dutch Court of Audit is
taken as a starting point. A reconstruction is made of the intra- and
interorganizational processes in which the impacts of these evaluations
were socially constructed. It appears that an evaluation hardly has any
direct effect that can be unequivocally ascribed to it. Rather,
evaluations seem to support or counteract debates, tendencies and
options already present (or 'under construction') in the interaction
among actors involved. Using a structural constructivist theoretical
framework we identify mechanisms and conditions that enhance forms of
learning processes. The paper concludes with some hypotheses about the genesis of
evaluation impact
Bestuurskunde als Missie
Arthur Ringeling behoort tot de universitaire bestuurskundigen die met hun werk niet alleen een wetenschappelijke ambitie hebben. Bijdragen aan een beter openbaar bestuur is voor hen een kernpunt van de missie van het vak (Ringeling 1996). Zij delen dat met bijvoorbeeld de Algemene Rekenkamer (Algemene Rekenkamer 2003). Dat weerspiegelt naast de liefde voor het vak, de liefde voor het object ervan. Als in menige driehoeksverhouding kan dit voor alle drie de partijen nogal eens gemengde gevoelens opleveren. Bestuurders en politici vinden ge-noemde bestuurskundigen soms te vaag, te abstract, te weinig gevoel hebben voor de weer-barstigheden van de praktijk, te kritisch. Recht- of, beter, anders geaarde academici bespeuren bij deze bestuurskundigen vaak juist te veel begrip voor en te weinig begrip van wat er speelt. De onderhavige bestuurskundigen zouden te weinig wetenschappelijk zijn, te weinig kritisch en in feite vooral veredelde adviseurs
Improving mid-career MPA programs
In this contribution I want to reflect on how programs can be developed and shaped in order to maximize their contribution to this ambition. I suspect that many programs are de-signed in an enlightened supply oriented mode. That is, they do not reflect so much what the staff of the teaching institution have to offer, but what staff or program managers think to be useful for the this category of students. In these ideas two elements may be distinguished. On the one hand there is a more or less articulated image of what students should know, under-stand and be able to by the end of the program. On the other hand there are implicit and ex-plicit ideas about how the teaching can be shaped and learning can be facilitated
Petten en loketten: over de dynamica van arrangementen
In deze bijdrage worden twee aanpakken gesignaleerd van de sturings- en
legitimiteitsproblemen waarmee overheden worden geconfronteerd: de
arrangementenbenadering en de participatieve procesbenadering. Daaraan
liggen wezenlijk verschillende gedachtegangen ten grondslag. De dynamica
van beide typen strategie?n wordt vanuit beide typen gedachtegangen
belicht, wat leidt tot een pleidooi voor combinatie en integratie van
die benaderingen
Informatiseren en leren
Van ICT wordt een belangrijke bijdrage aan organisationeel leren en
kennismanagement verwacht. Vanuit een constructivistisch perspectief op
leerprocessen wordt in deze bijdrage nagegaan op welke manieren die
bijdrage vorm kan krijgen. Conclusie is dat concrete kennissystemen
bepaalde manieren van denken weerspiegelen en daarmee sommige soorten
kennisverwerving bevorderen, maar andere wellicht juist belemmeren.
Niettemin bieden kennissystemen impulsen aan leerprocessen, soms ook
buiten de bestaande logica. Van een deterministische relatie is echter
geen sprake
Vermetel vertrouwen
In dit rapport doet de commissie verslag van haar bevindingen. Om te beginnen wordt de opdracht en werkwijze van de commissie toegelicht. Daarna wordt de context van het HR-AVI-project geschetst en wordt een feitelijk overzicht van het verloop van het project gegeven1. In de daarop volgende hoofdstukken gaat de commissie in op een aantal centrale thema’s die bij de overschrijdingen in tijd en budget een rol hebben gespeeld. Ten slotte trekt de commissie conclusies uit haar bevindingen en komt zij met enkele aanbevelingen