24 research outputs found
Nature Balance 2002
To reach a National Ecological Network (NEN), further efforts in spatial planning of the green space are necessary. This is the main outcome of Nature Balance 2002. Nature has high social and economical values. According to the inhabitants of The Netherlands, nature areas and variation in landscape contribute significantly to their well-being. Nature and landscape also have ion and increases prices of housings in green areas. Evidence grows that green surroundings benefit people?s health. The European Union has composed a list of international protected plants and animal species. The Netherlands has accepted these duties as established in the Birds and Habitats Directives. More insight in the occurrence of these species in specific habitats is needed. This may increase public acceptance and implementation of species protection policies. In order to meet nature targets, spatial planning of the green environment is a necessity. Only in this way the coherent National Ecological Network can be realized. Offers of land to be incorporated in the NEN have increased during the last three years. The Dutch Government plans to halve the budget for acquiring land and instead have private land owners participate in nature management. Signing long-term contracts with these private owners can contribute to the nature goals, but is hardly less expensive than buying the land. Also more spatial protection of the NEN will be needed when less land for nature development is purchased.Om de Ecologische Hoofdstructuur te realiseren is verdere ordening van de groene ruimte noodzakelijk. Dat is de hoofdconclusie uit de Natuurbalans 2002. Natuur heeft grote sociale en economische betekenis. De inwoners van Nederland vinden dat natuurgebieden en gevarieerde landschappen een wezenlijke bijdrage leveren aan hun welzijn. Daarnaast hebben natuur en landschap een substantikle economische waarde, onder andere vanwege de inkomsten uit recreatie in natuurgebieden en de bereidheid van kopers om meer te betalen voor een huis in een groen gebied. Er zijn bovendien steeds meer gegevens die er op wijzen dat de gezondheid van mensen baat heeft bij een groene omgeving. Op Europees niveau is een lijst van internationaal te beschermen planten- en diersoorten samengesteld. Nederland is hiervoor verplichtingen aangegaan die zijn vastgelegd in de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn van de Europese Unie. Om het maatschappelijke draagvlak voor dit soortenbeleid te vergroten en het beleid hanteerbaar te maken moet meer zicht komen op het verband tussen het voorkomen van individuen en populaties van soorten en de ligging van hun leefgebieden. Voor het bereiken van de natuurdoelen is ordening van de groene ruimte nodig om het beoogde samenhangende netwerk van natuurgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te realiseren. Het aanbod van aan te kopen grond voor de realisatie van de EHS neemt de laatste drie jaar toe. De nieuwe regering heeft het voornemen het jaarlijkse budget voor de aankoop van grond te halveren en meer particuliere eigenaren in te zetten bij het ontwikkelen en beheren van natuur. Langjarige contracten met deze particulieren kunnen een bijdrage aan de natuurdoelen leveren, maar blijken nauwelijks goedkoper dan aankoop. Ook vergt een samenhangende EHS, indien minder grond voor natuurontwikkeling wordt opgekocht, een goede ruimtelijke bescherming
Evaluation of the Dutch manure policy 1998-2003
Within the present national and European context the results of this evaluation point out that the Dutch manure policy has reached a decisive stage. The high nitrate concentrations in groundwater decreased substantially, but exceedance of the European standard of 50 mg/l persists on soils sensitive to nitrate leaching. The nitrogen surpluses will have to go down by several tens of kg/ha before the nitrate standard will be reached. Although the agricultural sector managed to bring down the phosphorus surpluses by 30% since 1997, soils are still accumulating phosphorus, and leaching of phosphorus did not decrease. The policy goals of MINAS, the loss standards for nitrogen and phosphorus, were achieved. However, the underlying environmental goal, a tight balance between nutrient application and crop removal, was not reached. The manure contracting system did not have any limiting effect on manure production, because the dairy farmers had to contract only 85% of the nitrogen production in manure. The system of Manure production ceilings was very effective as it prevented the large and economically vital farms to increase their livestock numbers. In October 2003 MINAS was rejected by the European court of justice as a proper implementation of the Nitrate Directive. Hereafter the Dutch government decided to abandon MINAS in 2006, and the Manure contracting system in 2005. In 2006 the Netherlands will adopt a manure policy based on application standards instead of standards for mineral losses. The new manure policy, including application limits for nitrogen in manure and fertilisers as required by the Nitrate Directive, will set tighter limits to the use of nitrogen and phosphorus than the present MINAS.Binnen de huidige nationale en Europese context wijzen de resultaten van deze evaluatie uit dat het Nederlandse Mestbeleid in een beslissende fase is gekomen. De hoge concentraties van nitraat in grondwater zijn aanzienlijk gedaald, maar blijven in uitspoelingsgevoelige gronden boven de Europese doelstelling van 50 mg/l. De bodembelasting met stikstof zal daar nog met tientallen kg per hectare omlaag moeten voordat de doelen zijn gehaald. De landbouw heeft weliswaar de bodembelasting met fosfaat vanaf 1997 met 30% omlaag gebracht, maar de ophoping van fosfaat in de bodem gaat door. Hierdoor is de fosfaatbelasting van sloten en beken door de landbouw niet afgenomen. De MINAS-verliesnormen, de beleidsdoelen, zijn in hoge mate bereikt, evenwichtsbemesting echter nog niet. Het stelsel van Dierrechten was effectief omdat de grotere en vitale intensieve veehouderijbedrijven hun mestproductie hierdoor niet konden laten groeien. Het Europese Hof heeft zich in oktober 2003 tegen MINAS uitgesproken. Inmiddels heeft het kabinet besloten om MAO in 2005 en MINAS in 2006 af te schaffen. Nederland zal in 2008, wanneer het derde Actieprogramma voor implementatie van de Europese Nitraatrichtlijn afloopt, het nitraatprobleem moeten hebben opgelost. Doorrekening van een beleidsvariant met een gebruiksnorm van 105 kg/ha fosfaat op grasland en 85 kg/ha op bouwland, en gebruiksnormen voor stikstof van 170 kg/ha op bouwland en 250 kg/ha op grasland, laat zien dat in 2030 op ongeveer 20% van het landbouwareaal, niet wordt voldaan aan de 50 mg/l nitraatdoelstelling.Ook brengen deze varianten de fosfaatophoping niet tot stilstand en ontstaat een landelijk mestoverschot van 4-14 miljoen kg fosfaat
Evaluation of the Dutch manure policy 1998-2003
Binnen de huidige nationale en Europese context wijzen de resultaten van deze evaluatie uit dat het Nederlandse Mestbeleid in een beslissende fase is gekomen. De hoge concentraties van nitraat in grondwater zijn aanzienlijk gedaald, maar blijven in uitspoelingsgevoelige gronden boven de Europese doelstelling van 50 mg/l. De bodembelasting met stikstof zal daar nog met tientallen kg per hectare omlaag moeten voordat de doelen zijn gehaald. De landbouw heeft weliswaar de bodembelasting met fosfaat vanaf 1997 met 30% omlaag gebracht, maar de ophoping van fosfaat in de bodem gaat door. Hierdoor is de fosfaatbelasting van sloten en beken door de landbouw niet afgenomen. De MINAS-verliesnormen, de beleidsdoelen, zijn in hoge mate bereikt, evenwichtsbemesting echter nog niet. Het stelsel van Dierrechten was effectief omdat de grotere en vitale intensieve veehouderijbedrijven hun mestproductie hierdoor niet konden laten groeien. Het Europese Hof heeft zich in oktober 2003 tegen MINAS uitgesproken. Inmiddels heeft het kabinet besloten om MAO in 2005 en MINAS in 2006 af te schaffen. Nederland zal in 2008, wanneer het derde Actieprogramma voor implementatie van de Europese Nitraatrichtlijn afloopt, het nitraatprobleem moeten hebben opgelost. Doorrekening van een beleidsvariant met een gebruiksnorm van 105 kg/ha fosfaat op grasland en 85 kg/ha op bouwland, en gebruiksnormen voor stikstof van 170 kg/ha op bouwland en 250 kg/ha op grasland, laat zien dat in 2030 op ongeveer 20% van het landbouwareaal, niet wordt voldaan aan de 50 mg/l nitraatdoelstelling.Ook brengen deze varianten de fosfaatophoping niet tot stilstand en ontstaat een landelijk mestoverschot van 4-14 miljoen kg fosfaat.Within the present national and European context the results of this evaluation point out that the Dutch manure policy has reached a decisive stage. The high nitrate concentrations in groundwater decreased substantially, but exceedance of the European standard of 50 mg/l persists on soils sensitive to nitrate leaching. The nitrogen surpluses will have to go down by several tens of kg/ha before the nitrate standard will be reached. Although the agricultural sector managed to bring down the phosphorus surpluses by 30% since 1997, soils are still accumulating phosphorus, and leaching of phosphorus did not decrease. The policy goals of MINAS, the loss standards for nitrogen and phosphorus, were achieved. However, the underlying environmental goal, a tight balance between nutrient application and crop removal, was not reached. The manure contracting system did not have any limiting effect on manure production, because the dairy farmers had to contract only 85% of the nitrogen production in manure. The system of Manure production ceilings was very effective as it prevented the large and economically vital farms to increase their livestock numbers. In October 2003 MINAS was rejected by the European court of justice as a proper implementation of the Nitrate Directive. Hereafter the Dutch government decided to abandon MINAS in 2006, and the Manure contracting system in 2005. In 2006 the Netherlands will adopt a manure policy based on application standards instead of standards for mineral losses. The new manure policy, including application limits for nitrogen in manure and fertilisers as required by the Nitrate Directive, will set tighter limits to the use of nitrogen and phosphorus than the present MINAS.LN
Environmental Balance 2003. The State of the Dutch environment
Erratum op website!Geen rapportnummer in publicatieHet Milieu- en Natuurplanbureau publiceert jaarlijks een Milieubalans. Dit boekt beschrijft de toestand van het milieu en de samenhang tussen de toestand van het milieu en het gevoerde beleid. Tevens is dit de eerste Milieubalans die in mei wordt uitgebracht in plaats van in september rond Prinsjesdag. De reden hiervan is om aan te sluiten bij het jaarlijkse proces van beleidsverantwoording (VBTB) door de ministers aan de Tweede Kamer. De volgende hoofdstukken staan in deze milieubalans: Halen van doelen en inzet van middelen; Leefomgeving en verkeer; Landbouw en landelijk gebied; Klimaat; Nederland in de Europese Unie. De Milieubalans 2003 besteedt bijzondere aandacht aan het Nederlandse milieu(beleid) in Europese context. Meer dan 80% van het milieuen natuurbeleid in Nederland wordt door Brussel voorgeschreven. De uitvoering daarvan leidt soms tot conflicten met Nederlands beleid, zoals bij de Nitraatrichtlijn. Toch pakken gemeenschappelijke Europese milieuregels vaak gunstig uit. Nederland kan milieukosten besparen door goed en vroeg te kiezen welk beleid Nederland moet maken en welk de Europese Unie.Abstract not availabl
Nature Balance 2002
Kluwer - [email protected] de Ecologische Hoofdstructuur te realiseren is verdere ordening van de groene ruimte noodzakelijk. Dat is de hoofdconclusie uit de Natuurbalans 2002. Natuur heeft grote sociale en economische betekenis. De inwoners van Nederland vinden dat natuurgebieden en gevarieerde landschappen een wezenlijke bijdrage leveren aan hun welzijn. Daarnaast hebben natuur en landschap een substantikle economische waarde, onder andere vanwege de inkomsten uit recreatie in natuurgebieden en de bereidheid van kopers om meer te betalen voor een huis in een groen gebied. Er zijn bovendien steeds meer gegevens die er op wijzen dat de gezondheid van mensen baat heeft bij een groene omgeving. Op Europees niveau is een lijst van internationaal te beschermen planten- en diersoorten samengesteld. Nederland is hiervoor verplichtingen aangegaan die zijn vastgelegd in de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn van de Europese Unie. Om het maatschappelijke draagvlak voor dit soortenbeleid te vergroten en het beleid hanteerbaar te maken moet meer zicht komen op het verband tussen het voorkomen van individuen en populaties van soorten en de ligging van hun leefgebieden. Voor het bereiken van de natuurdoelen is ordening van de groene ruimte nodig om het beoogde samenhangende netwerk van natuurgebieden, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te realiseren. Het aanbod van aan te kopen grond voor de realisatie van de EHS neemt de laatste drie jaar toe. De nieuwe regering heeft het voornemen het jaarlijkse budget voor de aankoop van grond te halveren en meer particuliere eigenaren in te zetten bij het ontwikkelen en beheren van natuur. Langjarige contracten met deze particulieren kunnen een bijdrage aan de natuurdoelen leveren, maar blijken nauwelijks goedkoper dan aankoop. Ook vergt een samenhangende EHS, indien minder grond voor natuurontwikkeling wordt opgekocht, een goede ruimtelijke bescherming.To reach a National Ecological Network (NEN), further efforts in spatial planning of the green space are necessary. This is the main outcome of Nature Balance 2002. Nature has high social and economical values. According to the inhabitants of The Netherlands, nature areas and variation in landscape contribute significantly to their well-being. Nature and landscape also have ion and increases prices of housings in green areas. Evidence grows that green surroundings benefit people?s health. The European Union has composed a list of international protected plants and animal species. The Netherlands has accepted these duties as established in the Birds and Habitats Directives. More insight in the occurrence of these species in specific habitats is needed. This may increase public acceptance and implementation of species protection policies. In order to meet nature targets, spatial planning of the green environment is a necessity. Only in this way the coherent National Ecological Network can be realized. Offers of land to be incorporated in the NEN have increased during the last three years. The Dutch Government plans to halve the budget for acquiring land and instead have private land owners participate in nature management. Signing long-term contracts with these private owners can contribute to the nature goals, but is hardly less expensive than buying the land. Also more spatial protection of the NEN will be needed when less land for nature development is purchased.MN
Water Management Information Analysis
The information on the quality of water systems is rather well structured and accessible. It is sufficient for the writing of annual reports, including supporting reports for the VBTB procedure. Well functioning collection systems for large parts of that information are in place. Sharper formulation of policy objectives, and a better definition of those objectives that must be reported on within the VBTB-frame, leads to a better evaluation and a more efficient gathering system. At the moment, information is lacking on a few subjects, or it is not collected in a centralized way. This concerns particularly information on water quantity, infrastructure and spatial planning. More detailed agreements are needed, particularly with the (water) authorities. The water management is changing rapidly, chiefly as a consequence of the European Water Framework Directive and the implementation of the so-called Water Management 21st century. Process information on the progress of these changes is not centrally available. For future evaluations information is wanted from adjoining policy domains (Environment, Spatial Planning, Agriculture, Nature). Provision of information must link up also with these policy domains.De informatie over de toestand van watersystemen is vrij goed op orde. Jaarrapportages, mede ter ondersteuning van het VBTB-proces, zijn hiermee goed op te stellen. Voor grote delen van die informatie bestaan goed functionerende systemen voor inwinning. Scherper formuleren van beleidsdoelen en een nadere vaststelling over welke beleidsdoelen jaarlijks in VBTB-kader wordt gerapporteerd, leidt tot een betere evalueerbaarheid en een efficienter systeem van inwinning. Op enkele onderdelen is momenteel geen informatie beschikbaar of wordt die niet centraal ingewonnen. Dit betreft met name informatie over waterkwantiteit, infrastructuur en inrichting. Hiervoor zijn nadere afspraken nodig, met name met de (water)beheerders. Het waterbeheer ondergaat grote veranderingen, vooral als gevolg van de EU-Kaderrichtlijn Water en de implementatie van het Waterbeleid 21e Eeuw. Procesinformatie over de voortgang van deze veranderingen is niet centraal beschikbaar. Voor toekomstige evaluaties is informatie nodig uit aanpalende beleidsterreinen (Milieu, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, Natuur). De informatievoorziening zal ook op deze beleidsterreinen moeten aansluiten
Environmental Balance 2003. The State of the Dutch environment
Het Milieu- en Natuurplanbureau publiceert jaarlijks een Milieubalans. Dit boekt beschrijft de toestand van het milieu en de samenhang tussen de toestand van het milieu en het gevoerde beleid. Tevens is dit de eerste Milieubalans die in mei wordt uitgebracht in plaats van in september rond Prinsjesdag. De reden hiervan is om aan te sluiten bij het jaarlijkse proces van beleidsverantwoording (VBTB) door de ministers aan de Tweede Kamer. De volgende hoofdstukken staan in deze milieubalans: Halen van doelen en inzet van middelen; Leefomgeving en verkeer; Landbouw en landelijk gebied; Klimaat; Nederland in de Europese Unie. De Milieubalans 2003 besteedt bijzondere aandacht aan het Nederlandse milieu(beleid) in Europese context. Meer dan 80% van het milieuen natuurbeleid in Nederland wordt door Brussel voorgeschreven. De uitvoering daarvan leidt soms tot conflicten met Nederlands beleid, zoals bij de Nitraatrichtlijn. Toch pakken gemeenschappelijke Europese milieuregels vaak gunstig uit. Nederland kan milieukosten besparen door goed en vroeg te kiezen welk beleid Nederland moet maken en welk de Europese Unie
Nature Balance 2003
Belangrijkste conclusies uit de Natuurbalans 2003. Aanpassing van natuur aan klimaatverandering vraagt tijd en ruimte: 1/ Om soorten een kans te geven zich aan klimaatverandering aan te passen, zou het overheidsbeleid zich zowel moeten richten op het verlagen van het tempo van opwarming van de aarde als op het bieden van leefruimte. 2/Soorten waarvan de leefgebieden ongeschikt worden, moeten naar andere gebieden kunnen uitwijken anders sterven de populaties uit. Daarom is het van belang dat er een netwerk van samenhangende natuurgebieden beschikbaar is. Ecologische hoofdstructuur biedt op papier perspectief, maar praktijk blijkt weerbarstig. 1/ Met de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zou een samenhangend netwerk van natuurgebieden moeten ontstaan. De realisatie ervan ligt echter achter op schema. 2/ Bovendien is de milieukwaliteit in en rond de EHS ongeschikt voor de gewenste natuur
Environmental Balance 2004. The State of the Dutch environment
Het Milieu- en Natuurplanbureau publiceert jaarlijks een Milieubalans. Dit boekt beschrijft de toestand van het milieu en de samenhang tussen de toestand van het milieu en het gevoerde beleid. De volgende hoofdstukken staan in deze Milieubalans: Milieu en maatschappij; Klimaatverandering; Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging; Milieukwaliteit in het landelijk gebied; Kwaliteit van de leefomgeving; Externe integratie en decentralisatie van het milieubeleid (een tussenbalans). Als bijlage worden onder andere de emissies per thema per doelgroep gegeven. Het gevoerde milieubeleid is effectief gebleken; door technische maatregelen zijn de meeste emissies afgenomen ondanks economische groei. De meeste doelen worden in het huidige tempo echter niet gehaald. Om economische groei en vermindering van de milieudruk te blijven combineren, en tot herstel van collectieve waarden als stilte, natuur en landschap te komen, is een steeds grotere beleidsinspanning nodig. De Milieubalans 2004 besteedt bijzondere aandacht aan de spanning tussen de EU, het Rijk en het regionale milieubeleid. De implementatie van Europese richtlijnen in Nederland en de ingezette decentralisatie en integratie van het milieubeleid leidt tot spanningen, zowel in Nederland zelf als tussen Den Haag en Brussel. Er ligt op rijksniveau nog een uitdaging om een duidelijke strategie te formuleren over de interactie tussen het Rijk en de EU en over de invulling van de scharnierfunctie tussen de EU en de regio
Environmental Balance 2004. The State of the Dutch environment
Erratum op website!Geen rapportnummer in publicatieHet Milieu- en Natuurplanbureau publiceert jaarlijks een Milieubalans. Dit boekt beschrijft de toestand van het milieu en de samenhang tussen de toestand van het milieu en het gevoerde beleid. De volgende hoofdstukken staan in deze Milieubalans: Milieu en maatschappij; Klimaatverandering; Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging; Milieukwaliteit in het landelijk gebied; Kwaliteit van de leefomgeving; Externe integratie en decentralisatie van het milieubeleid (een tussenbalans). Als bijlage worden onder andere de emissies per thema per doelgroep gegeven. Het gevoerde milieubeleid is effectief gebleken; door technische maatregelen zijn de meeste emissies afgenomen ondanks economische groei. De meeste doelen worden in het huidige tempo echter niet gehaald. Om economische groei en vermindering van de milieudruk te blijven combineren, en tot herstel van collectieve waarden als stilte, natuur en landschap te komen, is een steeds grotere beleidsinspanning nodig. De Milieubalans 2004 besteedt bijzondere aandacht aan de spanning tussen de EU, het Rijk en het regionale milieubeleid. De implementatie van Europese richtlijnen in Nederland en de ingezette decentralisatie en integratie van het milieubeleid leidt tot spanningen, zowel in Nederland zelf als tussen Den Haag en Brussel. Er ligt op rijksniveau nog een uitdaging om een duidelijke strategie te formuleren over de interactie tussen het Rijk en de EU en over de invulling van de scharnierfunctie tussen de EU en de regio.Abstract not availabl