34 research outputs found

    Cost-effectiveness analysis of pneumococcal vaccination for elderly individuals in the Netherlands

    No full text
    Objective: To assess the cost effectiveness (net costs per life year gained) of pneumococcal vaccination of elderly individuals aged 65 years and over in The Netherlands. Design and setting: A pharmacoeconomic analysis was conducted from the healthcare perspective in The Netherlands. The gender- and age-specific modelling framework linked epidemiological aspects of invasive pneumococcal disease (e.g. incidence, mortality, life years lost) to vaccination and hospital resource use. To derive 90% confidence limits for net costs per lift: year gained a stochastic analysis was performed. Intervention: Pneumococcal vaccination in the elderly with the 23-valent vaccine. Effectiveness of the vaccine in preventing invasive pneumococcal disease was derived from international studies. Main outcome measures and results: Pneumococcal vaccination in the elderly was not found to be cost saving. At baseline, stochastic and univariate sensitivity analysis net costs per life year gained were estimated to be between 6000 and 16 000 euro (EUR) [EUR1 = 1.1 US dollars; cost level 1995]. A scenario analysis on alternative age-dependent vaccination strategies indicated even higher net costs per life year gained, up to EUR28 000 for vaccinating only those elderly aged 85 years and over. Conclusions: Pneumococcal vaccination is associated with net costs per life year gained of EUR 10 100 (at baseline assumptions). These costs are higher than those for influenza vaccination (EUR5500). Our pharmacoeconomic approach, which needs to be considered in conjunction with social, psychological and budgetary issues, is intended to contribute to rational decision-making in healthcare policy

    Influenza in winter 1999/2000

    No full text
    Iedere winter heerst er griep in Nederland, zo ook deze winter. Momenteel (week 4) consulteren 13 per 10.000 personen hun huisarts voor een influenza-achtig ziektebeeld (IAZ) volgens de registratie door de huisartsen van het peilstationnetwerk van het NIVEL. Volgens deze IAZ-registratie viel de piek van de huidige griepepidemie in week 1 en 2: toen consulteerden 32 per 10.000 personen de huisarts voor een IAZ. Dit betekent dat de incidentie van IAZ in de algemene bevolking hoger is dan de IAZ-incidentie geregistreerd door de NIVEL-peilstationartsen. (aut.ref.

    Cost-effectiveness analysis of pneumococcal vaccination for elderly individuals in the Netherlands

    No full text
    Objective: To assess the cost effectiveness (net costs per life year gained) of pneumococcal vaccination of elderly individuals aged 65 years and over in The Netherlands. Design and setting: A pharmacoeconomic analysis was conducted from the healthcare perspective in The Netherlands. The gender- and age-specific modelling framework linked epidemiological aspects of invasive pneumococcal disease (e.g. incidence, mortality, life years lost) to vaccination and hospital resource use. To derive 90% confidence limits for net costs per lift: year gained a stochastic analysis was performed. Intervention: Pneumococcal vaccination in the elderly with the 23-valent vaccine. Effectiveness of the vaccine in preventing invasive pneumococcal disease was derived from international studies. Main outcome measures and results: Pneumococcal vaccination in the elderly was not found to be cost saving. At baseline, stochastic and univariate sensitivity analysis net costs per life year gained were estimated to be between 6000 and 16 000 euro (EUR) [EUR1 = 1.1 US dollars; cost level 1995]. A scenario analysis on alternative age-dependent vaccination strategies indicated even higher net costs per life year gained, up to EUR28 000 for vaccinating only those elderly aged 85 years and over. Conclusions: Pneumococcal vaccination is associated with net costs per life year gained of EUR 10 100 (at baseline assumptions). These costs are higher than those for influenza vaccination (EUR5500). Our pharmacoeconomic approach, which needs to be considered in conjunction with social, psychological and budgetary issues, is intended to contribute to rational decision-making in healthcare policy

    Scenario-ontwikkeling zorgvraag bij een influenza pandemie

    No full text
    Iedere winter krijgen veel Nederlanders griep (influenza). Dit leidt tot aanzienlijk ziekteverzuim en zelfs tot ziekenhuisopnames (gemiddeld 1900 per winter) en sterfte (gemiddeld 800 per winter) ten gevolge van complicaties van de griep. Je kunt iedere winter griep krijgen omdat het griepvirus voortdurend een beetje verandert, waardoor je er geen blijvende immuniteit (afweer) tegen opbouwt. Af en toe is die verandering in het griepvirus zo groot, dat niemand er meer immuun voor is. Als zo'n 'nieuw' virus dan ook ernstig pathogeen (ziekmakend) is en goed overdraagbaar van mens tot mens, kan een wereldwijde epidemie ontstaan, oftewel een pandemie. Daarbij kan het aantal zieken en dodelijke slachtoffers veel groter zijn dan bij een 'normale' epidemie. Dit grote aantal slachtoffers wordt mede veroorzaakt door het feit dat er bij een pandemie meestal niet tijdig een vaccin beschikbaar is. In de twintigste eeuw hebben er drie griep-pandemie6n plaatsgevonden: de Spaanse griep in 1918-20, de Aziatische griep in 1957-58 en de Hong Kong griep in 1968-69. Volgens schattingen is circa een kwart van de wereldbevolking besmet geweest met het griepvirus tijdens de Spaanse griep-pandemie. Zo'n 40 miljoen mensen zouden zijn overleden ten gevolge van ernstige complicaties van deze griep (ter vergelijking: er waren 8 miljoen doden in de Eerste Wereldoorlog). In 1997 werd voor het eerst aangetoond dat een vogelgriepvirus afkomstig van kippen een mens rechtstreeks kon besmetten. Omdat het betreffende virus niet van mens op mens overgedragen werd, is er toen geen pandemie ontstaan. Mede door deze gebeurtenis is het niet langer een vraag of er een volgende pandemie komt maar wanneer. De verwachting is dat tijdens een grieppandemie 30-50% van de bevolking griep zal doormaken. Dit kan tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Om de effecten van een pandemie te minimaliseren, ontwikkelt het ministerie van VWS een draaiboek waarin wordt aangegeven wie welke taken, verantwoordelijkheden en beslisbevoegdheden heeft bij een pandemie. Het ministerie van VWS heeft het RIVM (in het kader van het draaiboek) gevraagd om het te verwachten aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen ten tijde van een pandemie te schatten. Daartoe hebben we scenario's opgesteld die alternatieve beelden van het verloop van een pandemie weergeven - beelden die gerelateerd zijn aan de mate waarin en de manier waarop de overheid invloed willen uitoefenen (interventies plegen) op het natuurlijke verloop van een grieppandemie. Omdat niemand weet hoe een volgende pandemie zal verlopen, moeten we veel zaken aannemen. Door middel van scenario-analyse kunnen we aan de hand van zo'n set van aannames, de effecten vergelijken van verschillende interventies in termen van voorkomen ziekenhuisopnames en sterfgevallen. Zowel de scenario's als de aannames hebben we besproken met een groep experts. Op basis van onze bevindingen en deze gesprekken zijn we gekomen tot de volgende inzichten. De overheid kan besluiten helemaal niet in te grijpen in een pandemie. Wil de overheid wel ingrijpen, dan is er de keuze om bepaalde groepen van de bevolking tegen griep te vaccineren (als er tijdig een vaccin beschikbaar zou zijn), risicogroepen voor griep te vaccineren tegen pneumokokkeninfecties (een van de mogelijke complicaties van griep) of iedere zieke binnen 48 uur na aanvang van de symptomen antivirale middelen voor te schrijven. Vergelijking van deze scenario's biedt hulp bij het nemen van beleidsbeslissingen op nationaal of regionaal niveau. Een hulpmiddel hierbij is het rekenmodel dat we hebben ontwikkeld. De beschikbaarheid van een rekenmodel maakt het mogelijk om bij nieuwe inzichten of bij de opkomst van een nieuw griepvirus in het buitenland, gegevens uit dat land over de meest getroffen leeftijdsgroepen te gebruiken om verwachte aantallen ziekenhuisopnames en sterfgevallen in Nederland (en naar regio) opnieuw te schatten.Another influenza pandemic, following the 1918, 1957 and the 1968 pandemics, is likely if not inevitable. In a 'regular' influenza-epidemic 5-20% of the population is to become clinically ill; during a pandemic this percentage can mount to 30 or even 50%. A pandemic could cause substantial social disruption, insofar it would involve a large proportion of the population contracting a serious or less serious form of the illness. In order to minimise the effects on the population of such a potential pandemic the Dutch Ministry on Health has drawn up an influenza pandemic plan to be prepared on coping with large morbidity and health care use. The objective of this study is to calculate the expected number of hospital admissions and mortality in case of pandemic influenza.As many uncertainties are involved in this type of studies, we have developed alternative scenarios and consulted experts to give their opinion on these scenarios and on the underlying model and assumptions. The intervention scenarios are compared on their effect in terms of avoided hospitalisation and mortality. Possible intervention strategies are influenza vaccination or pneumococcal (one of the possible complications of influenza) vaccination of certain groups or prescription (within 48 hours after first symptoms) of antivirals for each person with an influenza like illness. Describing and comparing the alternatives gives insight into the impact of the pandemic in terms of numbers who will become ill or will be hospitalized or die, the impact of the various interventions in terms of avoided influenza-related hospitalisations and deaths and in the crucial model parameters. Therefore our scenario-analysis will be helpful in designing and planning on national, on regional or even local level. When there is an acute pandemic threat, the availability of the underlying decision support model provides the opportunity to update estimations on hospitalisation and mortality based on (foreign) surveillance data.IGZVW

    Pandemic influenza: scenario's on health care resource use

    No full text
    Another influenza pandemic, following the 1918, 1957 and the 1968 pandemic, is likely if not inevitable. In a 'regular' influenza-epidemic 5-20% of the population is to become clinically ill; during a pandemic this percentage can mount to 30 or even 50%. A pandemic could cause substantial social disruption, insofar it would involve a large proportion of the population contracting a serious or less serious form of the illness. In order to minimise the effects on the population of such a potential pandemic the Dutch Ministry on Health has drawn up an influenza pandemic plan to be prepared on coping with large morbidity and health care use. The objective of this study is to calculate the expected number of hospital admissions and mortality in case of pandemic influenza. As many uncertainties are involved in this type of studies, we have developed alternative scenarios and consulted experts to give their opinion on these scenarios and on the underlying model and assumptions. The intervention scenarios are compared on their effect in terms of avoided hospitalisation and mortality. Possible intervention strategies are influenza vaccination or pneumococcal (one of the possible complications of influenza) vaccination of certain groups or prescription (within 48 hours after first symptoms) of antivirals for each person with an influenza like illness. Describing and comparing the alternatives gives insight and is therefore helpful to policy makers on national and on a local level. The availability of the underlying decision support model gives the opportunity to (quickly) update estimations on hospitalisation and mortality based on foreign monitoring data.Tijdens een influenza-pandemie dreigt een ernstige ontregeling van de maatschappij omdat een groot gedeelte van de bevolking meer of minder ernstig ziek zal zijn. In alle leeftijdsklassen zal de ziektelast aanzienlijk zijn en mede door secundaire bacteriele infecties zullen veel mensen vroegtijdig overlijden. Omdat het ontwikkelen van een specifiek tegen de pandemische virusstam gericht vaccin tijd vraagt, is het vrijwel onvermijdelijk dat in (het begin van) een pandemie geen of nauwelijks vaccin beschikbaar is. Ten tijde van een pandemie zal daarom de vraag naar (bijvoorbeeld) ziekenhuisbedden dusdanig toenemen, deels doordat er daadwerkelijk meer zieke personen zijn en deels door paniek, dat aan de vraag niet voldaan kan worden. Ook zullen er meer bacteriele pneumonieen optreden waardoor de behoefte aan antibiotica stijgt. Om de effecten van een influenza-pandemie op de samenleving te minimaliseren, heeft het ministerie van VWS in samenwerking met deskundigen op ter zake doende terreinen, een draaiboek Influenza-pandemie Nederland opgesteld. Een van de doelstellingen van het draaiboek is 'het voorbereiden op een groot aantal ziekte-gevallen'. In dit kader heeft de Inspectie voor de GezondheidsZorg (IGZ) het RIVM gevraagd een inschatting te maken van de te verwachten zorgvraag ten tijde van een influenza-pandemie

    Pandemic influenza: scenario's on health care resource use

    No full text
    Tijdens een influenza-pandemie dreigt een ernstige ontregeling van de maatschappij omdat een groot gedeelte van de bevolking meer of minder ernstig ziek zal zijn. In alle leeftijdsklassen zal de ziektelast aanzienlijk zijn en mede door secundaire bacteriele infecties zullen veel mensen vroegtijdig overlijden. Omdat het ontwikkelen van een specifiek tegen de pandemische virusstam gericht vaccin tijd vraagt, is het vrijwel onvermijdelijk dat in (het begin van) een pandemie geen of nauwelijks vaccin beschikbaar is. Ten tijde van een pandemie zal daarom de vraag naar (bijvoorbeeld) ziekenhuisbedden dusdanig toenemen, deels doordat er daadwerkelijk meer zieke personen zijn en deels door paniek, dat aan de vraag niet voldaan kan worden. Ook zullen er meer bacteriele pneumonieen optreden waardoor de behoefte aan antibiotica stijgt. Om de effecten van een influenza-pandemie op de samenleving te minimaliseren, heeft het ministerie van VWS in samenwerking met deskundigen op ter zake doende terreinen, een draaiboek Influenza-pandemie Nederland opgesteld. Een van de doelstellingen van het draaiboek is 'het voorbereiden op een groot aantal ziekte-gevallen'. In dit kader heeft de Inspectie voor de GezondheidsZorg (IGZ) het RIVM gevraagd een inschatting te maken van de te verwachten zorgvraag ten tijde van een influenza-pandemie.Another influenza pandemic, following the 1918, 1957 and the 1968 pandemic, is likely if not inevitable. In a 'regular' influenza-epidemic 5-20% of the population is to become clinically ill; during a pandemic this percentage can mount to 30 or even 50%. A pandemic could cause substantial social disruption, insofar it would involve a large proportion of the population contracting a serious or less serious form of the illness. In order to minimise the effects on the population of such a potential pandemic the Dutch Ministry on Health has drawn up an influenza pandemic plan to be prepared on coping with large morbidity and health care use. The objective of this study is to calculate the expected number of hospital admissions and mortality in case of pandemic influenza. As many uncertainties are involved in this type of studies, we have developed alternative scenarios and consulted experts to give their opinion on these scenarios and on the underlying model and assumptions. The intervention scenarios are compared on their effect in terms of avoided hospitalisation and mortality. Possible intervention strategies are influenza vaccination or pneumococcal (one of the possible complications of influenza) vaccination of certain groups or prescription (within 48 hours after first symptoms) of antivirals for each person with an influenza like illness. Describing and comparing the alternatives gives insight and is therefore helpful to policy makers on national and on a local level. The availability of the underlying decision support model gives the opportunity to (quickly) update estimations on hospitalisation and mortality based on foreign monitoring data.IG

    Scenario-ontwikkeling zorgvraag bij een influenza pandemie

    No full text
    Another influenza pandemic, following the 1918, 1957 and the 1968 pandemics, is likely if not inevitable. In a 'regular' influenza-epidemic 5-20% of the population is to become clinically ill; during a pandemic this percentage can mount to 30 or even 50%. A pandemic could cause substantial social disruption, insofar it would involve a large proportion of the population contracting a serious or less serious form of the illness. In order to minimise the effects on the population of such a potential pandemic the Dutch Ministry on Health has drawn up an influenza pandemic plan to be prepared on coping with large morbidity and health care use. The objective of this study is to calculate the expected number of hospital admissions and mortality in case of pandemic influenza.As many uncertainties are involved in this type of studies, we have developed alternative scenarios and consulted experts to give their opinion on these scenarios and on the underlying model and assumptions. The intervention scenarios are compared on their effect in terms of avoided hospitalisation and mortality. Possible intervention strategies are influenza vaccination or pneumococcal (one of the possible complications of influenza) vaccination of certain groups or prescription (within 48 hours after first symptoms) of antivirals for each person with an influenza like illness. Describing and comparing the alternatives gives insight into the impact of the pandemic in terms of numbers who will become ill or will be hospitalized or die, the impact of the various interventions in terms of avoided influenza-related hospitalisations and deaths and in the crucial model parameters. Therefore our scenario-analysis will be helpful in designing and planning on national, on regional or even local level. When there is an acute pandemic threat, the availability of the underlying decision support model provides the opportunity to update estimations on hospitalisation and mortality based on (foreign) surveillance data.Iedere winter krijgen veel Nederlanders griep (influenza). Dit leidt tot aanzienlijk ziekteverzuim en zelfs tot ziekenhuisopnames (gemiddeld 1900 per winter) en sterfte (gemiddeld 800 per winter) ten gevolge van complicaties van de griep. Je kunt iedere winter griep krijgen omdat het griepvirus voortdurend een beetje verandert, waardoor je er geen blijvende immuniteit (afweer) tegen opbouwt. Af en toe is die verandering in het griepvirus zo groot, dat niemand er meer immuun voor is. Als zo'n 'nieuw' virus dan ook ernstig pathogeen (ziekmakend) is en goed overdraagbaar van mens tot mens, kan een wereldwijde epidemie ontstaan, oftewel een pandemie. Daarbij kan het aantal zieken en dodelijke slachtoffers veel groter zijn dan bij een 'normale' epidemie. Dit grote aantal slachtoffers wordt mede veroorzaakt door het feit dat er bij een pandemie meestal niet tijdig een vaccin beschikbaar is. In de twintigste eeuw hebben er drie griep-pandemie6n plaatsgevonden: de Spaanse griep in 1918-20, de Aziatische griep in 1957-58 en de Hong Kong griep in 1968-69. Volgens schattingen is circa een kwart van de wereldbevolking besmet geweest met het griepvirus tijdens de Spaanse griep-pandemie. Zo'n 40 miljoen mensen zouden zijn overleden ten gevolge van ernstige complicaties van deze griep (ter vergelijking: er waren 8 miljoen doden in de Eerste Wereldoorlog). In 1997 werd voor het eerst aangetoond dat een vogelgriepvirus afkomstig van kippen een mens rechtstreeks kon besmetten. Omdat het betreffende virus niet van mens op mens overgedragen werd, is er toen geen pandemie ontstaan. Mede door deze gebeurtenis is het niet langer een vraag of er een volgende pandemie komt maar wanneer. De verwachting is dat tijdens een grieppandemie 30-50% van de bevolking griep zal doormaken. Dit kan tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Om de effecten van een pandemie te minimaliseren, ontwikkelt het ministerie van VWS een draaiboek waarin wordt aangegeven wie welke taken, verantwoordelijkheden en beslisbevoegdheden heeft bij een pandemie. Het ministerie van VWS heeft het RIVM (in het kader van het draaiboek) gevraagd om het te verwachten aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen ten tijde van een pandemie te schatten. Daartoe hebben we scenario's opgesteld die alternatieve beelden van het verloop van een pandemie weergeven - beelden die gerelateerd zijn aan de mate waarin en de manier waarop de overheid invloed willen uitoefenen (interventies plegen) op het natuurlijke verloop van een grieppandemie. Omdat niemand weet hoe een volgende pandemie zal verlopen, moeten we veel zaken aannemen. Door middel van scenario-analyse kunnen we aan de hand van zo'n set van aannames, de effecten vergelijken van verschillende interventies in termen van voorkomen ziekenhuisopnames en sterfgevallen. Zowel de scenario's als de aannames hebben we besproken met een groep experts. Op basis van onze bevindingen en deze gesprekken zijn we gekomen tot de volgende inzichten. De overheid kan besluiten helemaal niet in te grijpen in een pandemie. Wil de overheid wel ingrijpen, dan is er de keuze om bepaalde groepen van de bevolking tegen griep te vaccineren (als er tijdig een vaccin beschikbaar zou zijn), risicogroepen voor griep te vaccineren tegen pneumokokkeninfecties (een van de mogelijke complicaties van griep) of iedere zieke binnen 48 uur na aanvang van de symptomen antivirale middelen voor te schrijven. Vergelijking van deze scenario's biedt hulp bij het nemen van beleidsbeslissingen op nationaal of regionaal niveau. Een hulpmiddel hierbij is het rekenmodel dat we hebben ontwikkeld. De beschikbaarheid van een rekenmodel maakt het mogelijk om bij nieuwe inzichten of bij de opkomst van een nieuw griepvirus in het buitenland, gegevens uit dat land over de meest getroffen leeftijdsgroepen te gebruiken om verwachte aantallen ziekenhuisopnames en sterfgevallen in Nederland (en naar regio) opnieuw te schatten
    corecore