Het hoofd boven water : omgaan met beleving in het waterbeheer

Steeds vaker worden burgers actief betrokken bij het waterbeheer. Toch is participatie niet per definitie een garantie voor succes. Het slagen van burgerparticipatie hangt onder andere samen met het gestelde doel, het vinden van de juiste vorm en de mogelijkheid om het doel aan te laten sluiten bij bredere vormen van gebiedsontwikkeling. Alterra maakte drie praktijkhandelingen voor participatie, belevingsonderzoek en communicatie in het waterbeheer. Dit deel gaat over de beleving van betrokkenen bij waterbeheer. De belangrijkste onderwerpen per hoofdstuk zijn: de huidige maatschappelijke context waarin de beleving van burgers steeds belangrijker wordt (Hl); kennis over beleving van water en landschap, en onderzoeksmethoden binnen WaterTekens (H2); belevingswerelden leren kennen om beter te communiceren met betrokkenen (H3); de standpunten van betrokkenen leren begrijpen (H4); de wensen van betrokkenen voor de toekomst leren kennen (H5); het voorkomen van weerstand door rekening te houden met beleving (H6); de meningen over veranderingen in het verleden leren kennen (H7); en handvatten en overwegingen voor waterbeheerders die willen omgaan met beleving (H8

Comparison of two non-primitive methods for path integral simulations: Higher-order corrections vs. an effective propagator approach

Two methods are compared that are used in path integral simulations. Both methods aim to achieve faster convergence to the quantum limit than the so-called primitive algorithm (PA). One method, originally proposed by Takahashi and Imada, is based on a higher-order approximation (HOA) of the quantum mechanical density operator. The other method is based upon an effective propagator (EPr). This propagator is constructed such that it produces correctly one and two-particle imaginary time correlation functions in the limit of small densities even for finite Trotter numbers P. We discuss the conceptual differences between both methods and compare the convergence rate of both approaches. While the HOA method converges faster than the EPr approach, EPr gives surprisingly good estimates of thermal quantities already for P = 1. Despite a significant improvement with respect to PA, neither HOA nor EPr overcomes the need to increase P linearly with inverse temperature. We also derive the proper estimator for radial distribution functions for HOA based path integral simulations.Comment: 17 pages, latex, 6 postscript figure

Van belevenis tot verbeelding

Dit artikel neemt de belevenismaatschappij als uitgangspunt voor de toekomst van het Nederlandse landschap. Een visie op het gebruik van modellen, het hanteren van het begrip beleving, met voorbeelden van Efteling tot Maasvlakt

Methods and protocols for incremental exercise testing in tetraplegia, using arm-crank ergometry assisted by Functional Electrical Stimulation

Cervical spinal cord injury (SCI) leads to tetraplegia, with paralysis and loss of sensation in the upper and lower limbs. The associated sedentary lifestyle results in an increased risk of cardiovascular disease. To address this, we require the design of exercise modalities aimed specifically at tetraplegia and methods to assess their efficacy. This paper describes methods for arm-crank ergometry (ACE) assisted by Functional Electrical Stimulation (FES) applied to the biceps and triceps. The instrumented ergometer enables work-rate control during exercise, implemented here for incremental exercise testing during FES-ACE. Detailed protocols for the tests are given. Experimental data collected during exercise tests with tetraplegic volunteers are provided to illustrate the feasibility of the proposed approach to testing and data analysis. Incremental tests enabled calculation of peak power output and peak oxygen uptake. We propose that the high-precision exercise testing protocols described here are appropriate to assess the efficacy of the novel exercise modality, FES-ACE, in tetraplegia

Influence of interpretation on conservation intentions of whale tourists

The concept of interpretation denotes on-site education while people engage in a guided nature-based activity. The literature suggests that interpretation influences conservation intentions but does not reveal whether the effect is constituted by interpretation or by other aspects of the guided activity. This study examined the effect of interpretation on conservation intentions on top of a wildlife viewing tour without interpretation, and differentiated among interpretation contents. In a field experiment among whale watchers, four interpretation conditions were implemented: (1) no interpretation (control group), (2) knowledge content, (3) responsibility content, and (4) emotion content. Whale conservation intentions were measured before and after the whale watching experience. The results indicate that interpretation has an effect on whale conservation intentions. The effect of emotion interpretation was larger than were the effects of knowledge interpretation and responsibility interpretation. Incorporating emotional messages, then, could contribute to successful interpretation in terms of promoting conservation among tourist

Ruimte voor de Rivier en beleving

Het rapport gaat om de belevingswerelden van betrokkenen bij de concretisering van Ruimte voor de Rivier beleid en hoe met deze belevingswerelden kan worden omgegaan in planprocessen. Het rapport bevat een literatuurstudie over landschapsbelevingsonderzoek, waarbij wordt stilgestaan bij verschillende benaderingen in belevingsonderzoek (hoe kan het onderzocht worden?) en bij de kennis over beleving van water die dit onderzoek heeft opgeleverd (wat weten we over beleving van water?). Hieraan worden conclusies verbonden voor het vervolg van het belevingsonderzoek. De Theory of Planned Behavior lijkt een zeer zinvol theoretisch kader te geven voor het onderhavige onderzoek. Deze theorie worden toegelicht, en er wordt uitgelegd op welke wijze men empirisch onderzoek in de geest van deze theorie kan verrichten. De opzet en de uitkomsten van een empirisch belevingsonderzoek met betrekking tot Ruimte voor Rivieren beleid wordt beschreven. Met tot slot een reflectie op participatieve planvormin

Overgrote deel bevolking lijkt positief over 'Ruimte voor de Rivier'

De overheid besteedt de komende jaren veel geld aan het creëren van meer ruimte voor de grote rivieren. Wat vinden burgers van dit beleid en welke overtuigingen domineren in hun oordeel? Uit een kwalitatief onderzoek onder 106 respondenten blijkt dat er een draagvlak is. Als belangrijke voordelen noemt men de afname van het overstromingsgevaar en de bijdrage aan natuurontwikkeling. Men ziet ook nadelen, zoals het beslag op de ruimte en de kosten die ermee zijn gemoei

Beelden van waternatuur

Rijkswaterstaat deed onderzoek naar de beelden van waternatuur die leven bij medewerkers binnen de organisatie. Vijf verschillende natuurbeelden werden gevonden (wild, spontaan, ruim, beïnvloed, menselijk) en bleken gekoppeld te kunnen worden aan specifieke kenmerken van de mensen. Verschillende waternatuurbeelden blijken te leiden tot uiteenlopende standpunten m.b.t. het waterbeleid. Zowel bij communicatie over water als beleid voor water moet er rekening mee worden gehouden dat aan schijnbaar vanzelfsprekende termen als water en waternatuur een scala aan betekenissen wordt gekoppel

Waterbeelden : een studie naar de beelden van waternatuur onder medewerkers van Rijkswaterstaat

Het onderzoek bestaat uit vier delen: een schets van beelden van water in de Nederlandse cultuur en mogelijke veranderingen daarin; een literatuurstudie, uitmondend in een synthese, naar kennis over natuurbeelden, waar waternatuurbeelden afgeleiden van zijn; een inhoudsanalyse van documenten van Rijkswaterstaat, waarin uiteenlopende beelden van waternatuur bleken te overheersen; een gestructureerde vragenlijst onder medewerkers van Rijkswaterstaat. De gevonden waternatuurbeelden zijn het wilde, spontane, ruime, beonvloede en menselijke beeld