24 research outputs found

    Competition of Spin-Fluctuations and Phonons in Superconductivity of ZrZn2

    Full text link
    It has been long suspected that spin fluctuations in the weak itinerant ferromagnet ZrZn2 may lead to a triplet superconductivity in this material. Here we point out another possibility, a spatially inhomogeneous singlet superconducting state (a Fulde-Ferrell-Larkin-Ovchinnikov state). We report detailed electronic structure calculations, as well as calculations of the zone center phonons and their coupling with electrons. We find that the exchange splitting is nonuniform and may allow for gap formation at some parts of the Fermi surface. We also find that there is substantial coupling of Zr rattling modes with electrons, which can, in principle, provide the necessary pairing in the s-channel.Comment: 4 pages, embedded color postscript figures. JPEG versions available from the author

    Initiatives to reduce energy use in cold stores

    Get PDF
    The cold chain is believed to be responsible for approximately 2.5% of global greenhouse gas emissions through direct and indirect (energy consumption) effects. Cold storage rooms consume considerable amounts of energy. Within cold storage facilities 60-70% of the electrical energy can be used for refrigeration. Therefore cold store users have considerable incentive to reduce energy consumption

    Specific energy consumption values for various refrigerated food cold stores

    Get PDF
    Two benchmarking surveys were created to collect data on the performance of chilled, frozen and mixed (chilled and frozen stores operated from a single refrigeration system) food cold stores with the aim of identifying the major factors influencing energy consumption. The volume of the cold store was found to have the greatest relationship with energy use with none of the other factors collected having any significant impact on energy use. For chilled cold stores, 93% of the variation in energy was related to store volume. For frozen stores, 56% and for mixed stores, 67% of the variation in energy consumption was related to store volume. The results also demonstrated the large variability in performance of cold stores. This was investigated using a mathematical model to predict energy use under typical cold store construction, usage and efficiency scenarios. The model demonstrated that store shape factor (which had a major impact on surface area of the stores), usage and to a lesser degree ambient temperature all had an impact on energy consumption. The work provides an initial basis to compare energy performance of cold stores and indicates the areas where considerable energy saving are achievable in food cold stores. © 2013 Elsevier B.V

    Outcomes After Major Surgical Procedures in Octogenarians:A Nationwide Cohort Study

    Get PDF
    Introduction: Aging of the worldwide population has been observed, and postoperative outcomes could be worse in elderly patients. This nationwide study assessed trends in number of surgical resections in octogenarians regarding various major surgical procedures and associated postoperative outcomes. Methods: All patients who underwent surgery between 2014 and 2018 were included from Dutch nationwide quality registries regarding esophageal, stomach, pancreas, colorectal liver metastases, colorectal cancer, lung cancer and abdominal aortic aneurysms (AAA). For each quality registry, the number of patients who were 80 years or older (octogenarians) was calculated per year. Postoperative outcomes were length of stay (LOS), 30 day major morbidity and 30 day mortality between octogenarians and younger patients. Results: No increase in absolute number and proportion of octogenarians that underwent surgery was observed. Median LOS was higher in octogenarians who underwent surgery for colorectal cancer, colorectal liver metastases, lung cancer, pancreatic disease and esophageal cancer. 30 day major morbidity was higher in octogenarians who underwent surgery for colon cancer, esophageal cancer and elective AAA-repair. 30 day mortality was higher in octogenarians who underwent surgery for colorectal cancer, lung cancer, stomach cancer, pancreatic disease, esophageal cancer and elective AAA-repair. Median LOS decreased between 2014 and 2018 in octogenarians who underwent surgery for stomach cancer and colorectal cancer. 30 day major morbidity decreased between 2014 and 2018 in octogenarians who underwent surgery for colon cancer. No trends were observed in octogenarians regarding 30 day mortality between 2014 and 2018. Conclusion: No increase over time in absolute number and proportion of octogenarians that underwent major surgery was observed in the Netherlands. Postoperative outcomes were worse in octogenarians

    A pilot study on peritraumatic dissociation and coping styles as risk factors for posttraumatic stress, anxiety and depression in parents after their child's unexpected admission to a Pediatric Intensive Care Unit

    Get PDF
    Aim: To study the prevalence of posttraumatic stress disorder (PTSD), anxiety and depression in parents three months after pediatric intensive care treatment of their child and examine if peritraumatic dissocation and coping styles are related to these mental health problems. Methods: This is a prospective cohort study and included parents of children unexpectedly admitted to the Pediatric Intensive Care Unit (PICU) from January 2006 to March 2007. At three months follow-up parents completed PTSD (n = 115), anxiety and depression (n = 128) questionnaires. Immediately after discharge, parents completed peritraumatic dissocation and coping questionnaires. Linear regression models with generalized estimating equations examined risk factors for mental health problems. Results: Over 10% of the parents were likely to meet criteria for PTSD and almost one quarter for subclinical PTSD. Respectively 15% to 23% of the parents reported clinically significant levels of depression and anxiety. Peritraumatic dissocation was most strongly associated with PTSD, anxiety as well as depression. Avoidance coping was primarily associated with PTSD. Conclusion: A significant number of parents have mental health problems three months after unexpected PICU treatment of their child. Improving detection and raise awareness of mental health problems is important to minimize the negative effect of these problems on parents' well-being. © 2009 Bronner et al; licensee BioMed Central Ltd

    Ontwikkelingen in het meten en gebruiken van patiëntervaringen en patiëntgerapporteerde uitkomsten: van de huidige stand van zaken naar lessen voor de toekomst.

    No full text
    Tijdens een werkconferentie in November 2017 bespraken meer dan 60 zorgaanbieders, zorgontvangers beleidsmakers, gegevensmakelaars, registratiespecialisten en meetbureaus actuele ontwikkelingen op het gebied van het meten van patiëntervaringen en patiëntgerapporteerde uitkomsten. Op basis van literatuuronderzoek en interviews met deskundigen is een overzicht van ontwikkelingen opgesteld. Aan de hand van dit overzicht is tijdens de werkconferentie met de aanwezige deskundigheid bepaald welke ontwikkelingen binnen vijf thema’s het meest relevant zijn voor de toekomst (zie ook bijlage 2). Deze thema’s betroffen: regie, type vragenlijsten en methoden om te meten, visie op kwaliteit van zorg en kwaliteitsinformatie, dataverzameling en data-infrastructuur en het gebruik van data Eén keer gegevens verzamelen en meerdere keren gebruiken, blijft actueel Het belangrijkste discussiepunt binnen de thema’s regie, visie op kwaliteit van zorg en gebruik van data is het gebruiksdoel van de verzamelde gegevens. Het meten van patiëntervaringen werd in het verleden gevoeld als verantwoording en controle op een zorgaanbieder, zonder concrete punten ter verbetering. Dit lag waarschijnlijk aan het feit dat overheid en zorgverzekeraars het initiatief namen om patiëntervaringen te meten. Tegenwoordig ligt dit initiatief en verantwoordelijkheid bij zorgaanbieders waarbij nu de nadruk ligt op het beschikbaar maken van kwaliteitsinformatie. De patiënt kan dan samen met een zorgverlener kiezen voor de beste behandeling. Daarbij wordt rekening gehouden met de wensen en voorkeuren van de patiënt. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de interpretatie en betekenis van de verzamelde gegevens. We zien ook de beweging ontstaan dat zorgaanbieders willen leren van een (iedere) patiënt. Hierbij werkt het koppelen van patiëntervaringen en -uitkomsten aan andere bronnen (financiële, klinische of administratieve gegevens) als verrijking. Dit kan via (klinische) registraties. Eén keer gegevens verzamelen en meerdere keren gebruiken, blijft actueel. Dit betekent dat er een verbinding moet zijn tussen de informatie die verzameld is voor het gebruik in de spreekkamer, het leren en verbeteren en daar openbaar over zijn. Van meten van tevredenheid, naar ervaringen en uitkomsten naar beleving met emoties Ontwikkelingen binnen het thema type vragenlijsten en methoden om te meten laten zien dat andere methoden dan vragenlijsten kunnen helpen om inzichtelijk te maken wat patiënten vinden en tegenkomen in de zorg. Denk hierbij aan het meelopen met een patiënt gedurende zijn traject in het ziekenhuis. Hierbij kan ook gedacht worden aan het meten van beleving en emoties in plaats van het meten van ervaringen en uitkomsten. Wat betreft de inhoud van vragenlijsten is die voor patiëntervaringen verschoven van zeer specifiek (voor iedere aandoening een aparte vragenlijst) naar korter en breder inzetbaar. De zogeheten patient reported outcome measures (PROMs) gebruikten onderzoekers zo’n 10 tot 15 jaar geleden vooral in wetenschappelijk onderzoek terwijl deze vragenlijsten nu steeds meer worden gebruikt, maar dan voor andere gebruiksdoelen, zoals in de spreekkamer. Technische mogelijkheden meer gaan gebruiken in het zorgproces Tot slot werd bij het thema dataverzameling en data-infrastructuur duidelijk dat de techniek verder is dan het daadwerkelijk gebruik. Zo is het technisch mogelijk om real-time patiëntervaringen en – uitkomsten terug te koppelen aan zowel patiënt als zorgverlener. Het is belangrijk patiënten te faciliteren en te stimuleren tot deelname aan metingen. Dit kan door metingen in te passen in de standaard zorg en te handelen op de gegevens als dit nodig is. Vooruitblik vanuit het Zorginstituut Er zijn veel beleidsinitiatieven die aangeven dat het meten en gebruiken van patiëntervaringen voor nu en in de toekomst belangrijk blijft. Hierbij is van belang dat er een verbinding is tussen de verschillende gebruiksdoelen: spreekkamer, leren en verbeteren en openbaarheid van gegevens. De afgelopen 15 jaar leverde onderstaande vijf lessen belangrijke informatie op voor de toekomst: 1. Hoewel meervoudig gebruik van gegevens een wens blijft, hebben we geleerd dat het beter is om één primair gebruiksdoel te kiezen. 2. Sluit aan bij de juiste momenten van zorg. Dit betekent dat het versturen en bespreken van de resultaten van vragenlijsten onderdeel is van de standaard zorg en dit te koppelen is aan klinische en administratieve informatie. Dit betekent ook evalueren en acteren op verzamelde gegevens in het primaire zorgproces. 3. Bepaal je patiëntengroep (iedereen of een steekproef) en hoe deze benaderd dient te worden zodat iedereen in de gelegenheid wordt gesteld informatie te delen. 4. Bepaal vooraf wat je wilt meten en kies (delen van) vragenlijsten die aansluiten bij wat je wilt w(m)eten. Welke domeinen als algemene kwaliteit van leven, lichamelijk of psychisch functioneren, participatie, pijn of angst zijn relevant voor een specifieke patiëntengroep? 5. Geef patiënten inzicht in de ingevulde gegevens en laat hen en anderen ook groepsgegevens van andere patiënten zien. Wees open over deze gegevens. Zorginstituut Nederland neemt deze lessen mee bij de uitvoering van plannen die van toepassing zijn bij het meten en gebruiken van patiëntervaringen en patiëntgerapporteerde uitkomsten. (aut. ref.
    corecore