Variatie in broedomstandigheden geeft variatie in broeduitkomst en kuikenkwaliteit

De combinatie van de variatie in broedomstandigheden met de gevoeligheid van eieren van verschillende rassen en merken bij diverse leeftijden voor afwijkende broedcondities, kan verschillen in broeduitkomsten en kuikenkwaliteit verklaren

Temperatuurafhankelijkheid eendagskuikens

Dit artikel geeft een samenvatting van de gedragswaarnemingen van eendagskuikens bij verschillende temperaturen zoals die in het verleden zijn verricht door broederijonderzoeker Kaltoven. Deze gegevens worden aangevuld met eigen temperatuurmetingen bij de opzet van eendagskuikens. Ook wordt een beschrijving gegeven van aandachtspunten voor de verwerking, transport en opvang van deze dieren

PEMANFAATAN MEDIA DIGITAL DALAM PROSES PEMBELAJARAN DI KELAS X SMK NEGERI 1 BUSUNGBIU

Penelitian ini bertujuan untuk mengetahui pemanfaatan media digital dalam proses pembelajaran di kelas X SMK Negeri 1 Busungbiu. Penelitian ini dilakukan dengan menggunakan metode penelitian deskriptif kualitatif dengan teknik pengumpulan data melalui observasi, wawancara, dan studi literatur. Penelitian ini melibatkan 30 responden yang terdiri dari guru dan siswa di kelas X SMK Negeri 1 Busungbiu. Hasil penelitian menunjukkan bahwa pengembangan media digital dapat meningkatkan proses pembelajaran di kelas X di SMK Negeri 1 Busungbiu. Hal ini terlihat dari peningkatan minat dan motivasi belajar siswa, efektivitas waktu pembelajaran, serta hasil belajar yang lebih baik. Selain itu, penggunaan media digital juga membantu meningkatkan kemampuan kognitif dan keterampilan teknologi siswa. Kesimpulan dari penelitian ini adalah pemanfaatan media digital dapat meningkatkan proses pembelajaran di kelas X SMK Negeri 1 Busungbiu. Oleh karena itu, diharapkan pihak sekolah dapat memberikan perhatian lebih terhadap pengembangan media digital dalam proses pembelajaran. Selain itu, diperlukan kerja sama antara guru dan siswa untuk memaksimalkan penggunaan media digital dalam pembelajaran

Broederijonderzoek: temperatuur en broeduitkomsten in de praktijk

De temperatuur van de embryo-s blijkt een zeer belangrijke voorwaarde voor niet alleen een goede broeduitkomst, maar ook voor een goede kuikenprestatie. Metingen in de praktijk geven aan dat juist de temperatuur van de eieren niet altijd even nauwkeurig te sturen is

Het effect van eigrootte op broeduitkomsten

Kuikenbroederijen worden wel eens geconfronteerd met een partij broedeieren met een grote spreiding rond het gemiddelde eigewicht. Uit dit onderzoek met eieren van een oud koppel vermeerderingsdieren, bleek dat vooral de zware eieren een lagere bevruchting hadden, een hogere embryonale sterfte vertoonden en meer tweede soort kuikens leverden

Het effect van tijdelijke opwarming van broedeieren vóór een bewaarperiode van 1 of 2 weken op de broeduitkomsten

In de praktijk wil het wel eens voorkomen dat broedeieren niet binnen een aantal dagen na productie gebroed kunnen worden. Vaak vinden we dan verminderde broeduitkomsten bij langer bewaarde eieren. Het effect van leeftijd van de moederdieren speelt hierbij een rol, evenals verschillen tussen merken en bewaarcondities

Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector

Vooral de temperatuur van eieren is een belangrijke factor voor goede en proportionele groei van het embryo. Uit metingen blijkt dat binnen een broedmachine juist deze eitemperaturen kunnen variëren van 98,5 oF tot boven de 104 oF

On the Cause of the Mid‐Pleistocene Transition

The Mid-Pleistocene Transition (MPT), where the Pleistocene glacial cycles changed from 41 to ∼100 kyr periodicity, is one of the most intriguing unsolved issues in the field of paleoclimatology. Over the course of over four decades of research, several different physical mechanisms have been proposed to explain the MPT, involving non-linear feedbacks between ice sheets and the global climate, the solid Earth, ocean circulation, and the carbon cycle. Here, we review these different mechanisms, comparing how each of them relates to the others, and to the currently available observational evidence. Based on this discussion, we identify the most important gaps in our current understanding of the MPT. We discuss how new model experiments, which focus on the quantitative differences between the different physical mechanisms, could help fill these gaps. The results of those experiments could help interpret available proxy evidence, as well as new evidence that is expected to become available

Flow-volume curves as measurement of respiratory mechanics during ventilatory support:The effect of the exhalation valve

Objective: To assess the feasibility of expiratory flow-volume curves as a measurement of respiratory mechanics during ventilatory support: to what extent is the shape of the curve affected by the exhalation valve of the ventilator? Design: Prospective, comparative study. Setting: Medical intensive care unit of a university hospital. Patients: 28 consecutive patients with various conditions, mechanically ventilated with both the Siemens Servo 900C and 300 ventilators, were studied under sedation and paralysis. Interventions: The ventilator circuit was intermittently disconnected from the ventilator at end-inspiration in order to obtain flow-volume curves with and without the exhalation valve in place. Measurements and results: Peak flow (PEF) and the slope of the flow-volume curve during the last 50% of expired volume (SF50) were obtained both with and without the exhalation valve in place. The exhalation valve caused a significant reduction in peak flow of 0.3 l/s (from 1.27 to 0.97 l/s) with the Siemens Servo 900 C ventilator and of 0.42 l/s (from 1.36 to 0.94 l/s) with the Siemens Servo 300 ventilator (p &lt; 0.001). The SF50 was not affected. Conclusion: In mechanically ventilated patients, the exhalation valve causes a significant reduction in peak flow, but does not affect the SF50. This study further suggests that the second part of the expiratory flow-volume curve can be used to estimate patients' respiratory mechanics during ventilatory support.</p

Effect van niet meer keren na twee weken broeden

Vanuit de praktijk wordt opgemerkt dat het niet meer keren van de broedeieren na twee weken broeden soms tot betere broedresultaten kan leiden. Bij Praktijkonderzoek Pluimveehouderij 'Het Spelderholt' is daarom een proef uitgevoerd om er zeker van te zijn dat het niet meer keren van de eieren na twee weken broeden niet schadelijk is voor de ontwikkeling van het embryo, en dat andere factoren de broeduitkomsten mogelijk kunnen verbeteren