Super-diversité

Le concept de super-diversité, en cernant les conditions d'un scénario 'avenir optimiste, offre un nouvel éclairage au débat sur l'intégration. Nous sommes à la croisée des chemins. Cette étude comparative internationale montre qu'un avenir souriant se profile dans les villes qui donnent des chances aux enfants de migrants dans l'enseignement et sur le marché du travail. C'est la deuxième génération ayant réussi qui prend l'initiative en matière d'émancipation. Les jeunes ayant un niveau élevé d'éducation propagent l'égalité des hommes et des femmes et le droit individuel à décider de leur sexualité dans leur propre communauté. La perspective de la super-diversité offre un nouveau regard sur la société urbaine. Une perspective où un groupe croissant de citadins est fermement intolérant à l'intolérance et à la limitation des ibertés individuelles. Nous proposons une alternative progressiste aux aspects problématiques du multiculturalisme qui exigeait la tolérance pour toutes les opinions et coutumes culturelles, y compris celles qui semaient l'intolérance vis-à-vis des autres

Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie

Amsterdam is sinds 2011 een majority-minority city. De autochtone bevolkingsgroep is officieel een minderheid geworden. Superdiversiteit (M. Crul, J. Schneider & F. Lelie 2013) biedt een nieuw vergezicht in het integratiedebat door de voorwaarden te schetsen van een grootstedelijk toekomstscenario van hoop. In de leeftijd onder de vijftien jaar is nog slechts een derde van de jongeren van autochtoon-Nederlandse afkomst. Kortom: grote steden worden superdivers, zowel in Nederland als in andere West-Europese landen. Maar het ontbreekt vooralsnog aan een intellectueel perspectief op deze ontwikkeling.Superdiversiteit biedt een nieuw vergezicht in het integratiedebat door de voorwaarden te schetsen van een grootstedelijk toekomstscenario van hoop. We staan op een kruispunt. Deze internationaal vergelijkende studie laat zien dat in steden waar kinderen van migranten in het onderwijs en op de arbeidsmarkt kansen krijgen zich een hoopvolle toekomst aftekent. De succesvolle tweede generatie neemt daar het voortouw in de emancipatie. Hoog opgeleide jongeren propageren in de eigen gemeenschap de gelijkheid van mannen en vrouwen en het individuele recht op zelfbeschikking met betrekking tot seksualiteit. Het superdiversiteitsperspectief biedt een nieuwe kijk op de stedelijke samenleving. Een perspectief waarin een groeiende groep stedelingen overtuigd intolerant is ten opzichte van intolerantie en beperking van persoonlijke vrijheden. Daarmee dient zich een progressief alternatief aan voor de problematische kanten van het multiculturalisme, dat tolerantie vroeg ten aanzien van álle culturele opvattingen en gewoontes, ook die welke tot intolerantie ten opzichte van anderen leiden

Super-diversity. A new perspective on integration.

__Abstract__ Inhabitants of Dutch descent are no longer a majority in Amsterdam. Professor Maurice Crul addresses the superdivers city in his inaugural lecture. For the first time the people in Amsterdam from Dutch origin are a minority. This brings on the question who should adapt to who? Super-diversity draws a new perspective in the debate on integration. It argues that we are standing at a crossroads. On the one hand the multi-ethnic city is a fact: for the first time the people from Dutch origin are a minority in Amsterdam, just like all the other ethnic groups. On the other hand the idea of the multicultural society is increasingly viewed as naive, since cultural equality opens the door for undesirable cultural habits, like the repression of women. Super-diversity offers a progressive alternative for the failed idea of multiculturalism and the worn-out call from politicians for migrants to adapt to Dutch values. In his view, the key to a successfully diverse society lies in the emancipation of second generation women. Super-diversity carries out a vision of hope. But there is also urgency to it. It shows that an un-emancipated second generation withdraws from society, and is even more conservative than their parents

Pathways to Success

__Abstract__ Policy Brief Pathways to Success Mei 2013 Eindrapportage van het Pathways to Success project. Eén van de opvallendste conclusies uit het rapport is de enorme van inzet onder de overgrote meerderheid van hoog opgeleide jongeren van de tweede generatie voor andere (meestal jongere) jongeren. Deze inzet varieert van praktische ondersteuning bij huiswerk tot advies bij studie- en loopbaankeuzes, netwerkvaardigheden en strategiën die je nodig hebt om succesvol te zijn in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Die inzet is nu nog grotendeels verborgen, maar zeer belangrijk kapitaal voor de stad. Tegelijkertijd geven de geinterviewden aan zelf ook op verschillende momenten hulp en coaching hebben ontvangen van mensen uit hun eigen omgeving of op school of in het zoeken naar een baan. Die keten van hulp geven en coaching ontvangen om je zelf verder te onwikkelen loopt als een rode lijn door het rapport

A semi-automated software program to assess the impact of second reads in prostate MRI for equivocal lesions: results from a UK tertiary referral centre

Purpose: To investigate the utility of a prostate magnetic resonance imaging (MRI) second read using a semi-automated software program in the one-stop clinic, where patients undergo multiparametric MRI, review and biopsy planning in one visit. We looked at concordance between readers for patients with equivocal scans and the possibility for biopsy deferral in this group. Methods: We present data from 664 consecutive patients. Scans were reported by seven different expert genitourinary radiologists using dedicated software (MIM®) and a Likert scale. All scans were rescored by another expert genitourinary radiologist using a customised workflow for second reads that includes annotated biopsy contours for accurate visual targeting. The number of scans in which a biopsy could have been deferred using biopsy results and prostate specific antigen density was assessed. Gleason score ≥ 3 + 4 was considered clinically significant disease. Concordance between first and second reads for equivocal scans (Likert 3) was evaluated. Results: A total of 209/664 (31%) patients scored Likert 3 on first read, 128 of which (61%) were concordant after second read. 103/209 (49%) of patients with Likert 3 scans were biopsied, with clinically significant disease in 31 (30%) cases. Considering Likert 3 scans that were both downgraded and biopsied using the workflow-generated biopsy contours, 25/103 (24%) biopsies could have been deferred. Conclusions: Implementing a semi-automated workflow for accurate lesion contouring and targeting biopsies is helpful during the one-stop clinic. We observed a reduction of indeterminate scans after second reading and almost a quarter of biopsies could have been deferred, reducing the potential biopsy-related side effects

Diagnosis of acute cystitis in primary care: symptom-based versus urinalysis-based diagnosis

AIM: This study aimed to provide insight into the congruity of acute cystitis (AC) diagnosis in women, measured both by the Acute Cystitis Symptom Score (ACSS) questionnaire and urine test(s). BACKGROUND: The ACSS questionnaire was developed as a self-administering tool for assessing urinary symptoms, quality of life (QoL) and treatment outcomes in healthy, nonpregnant female patients. METHODS: This prospective observational cohort study compared AC diagnosis based on the questionnaire with a GP diagnosis based on dipstick/dipslide test(s). ACSS questionnaire form A (typical and differential symptoms, QoL and relevant conditions) was filled in by the patient group, women suspected for AC visiting a GP practice with a urine sample, and the reference group, women visiting a community pharmacy for any medication. Analyses were performed assuming that the GP diagnosis based on urine test(s) was correct. Divergent result(s) of urine test(s) and ACSS questionnaire were analysed for scores of all individual questionnaire domains. Statistical analyses included descriptive statistics and the positive predictive value (PPV) and the negative predictive value (NPV) of the ACSS questionnaire and the urine test(s). FINDINGS: In the patient group, 59 women were included, 38 of whom a GP positively diagnosed for AC. The reference group included 70 women. The PPV of the ACSS questionnaire was 77.3%, and the NPV was 73.3%. Analysis of patient data for divergent results showed that differential symptoms, QoL and relevant conditions explained false-positive and false-negative results. Revised results (most probable diagnosis) based on this analysis showed a PPV and NPV of 88.6% and 73.3% for the ACSS questionnaire and 100% and 76.2% for the urine test(s). For use in primary care, a reduction in false-positive and false-negative results can be achieved by including scores for differential symptoms, QoL and relevant conditions, alongside a total typical symptoms score of 6 or higher