Vertical distribution of stars and gas in a galactic disk

We study the vertical density distribution of stars and gas (HI and H_2) in a galactic disk which is embedded in a dark matter halo. The new feature of this work is the inclusion of gas, and the gravitational coupling between stars and gas, which has led to a more realistic treatment of a multi-component galactic disk. The gas gravity is shown to be crucially important despite the low gas mass fraction. This approach physically explains the observed scaleheight distribution of all the three disk components, including the long-standing puzzle (Oort 1962) of a constant HI scaleheight observed in the inner Galaxy. The above model is applied to two external galaxies: NGC 891 and NGC 4565, and the stellar disk is shown to be not strictly flat as was long believed but rather it shows a moderate flaring of a factor of about 2 within the optical radius.Comment: 4 pages, 2 figures; to appear in the Proceedings of "Island Universes: Structure and evolution of disk galaxies" (Terschelling, The Netherlands, July 2005), ed. R. de Jon

Toekomstspijt, dat is wat ik voel

Met dit kwalitatief fenomenologisch onderzoek is getracht inzicht te verkrijgen in de beleving van mensen die zich in de laatste levensfase bevinden. Systematisch is gezocht naar de essentie van de ervaring, het fenomeen, waar ieder mens in de laatste levensfase mee te maken krijgt. Hierop zijn 40 interviews bestudeerd, die in 2012 en 2013 gepubliceerd stonden in de wekelijkse rubriek “Het laatste Woord” van het NRC dagblad. De vraag die leidend was in het onderzoek, was de vraag naar de (geleefde) ervaring van mensen die mensen die zich bewust zijn van het naderende levenseinde. Wat is voor hen in essentie van belang, hoe reageren zij hierop, hoe gaan zij om met dit besef dat de dood in zicht is? Ingaan op die vragen vraagt, naast het doen van het onderzoek zelf, om een verkenning van diverse theorieën die handelen over het proces van dood gaan. In het theoretisch kader komt dit aan bod. Hier gaat het om de emotionele ervaringen die tijdens het proces van afscheid nemen van het leven ondervonden worden, ervaringen van het verwerkingsproces tijdens deze levensfase, rouw- en verlieservaringen. Maar ook theorieën over wat mensen geestelijk op de been houdt, waar ze geluk in ervaren, wat troost biedt. Vervolgens komen in de resultaten, de bevindingen van het onderzoek naar voren. Hier blijkt dat mensen in de laatste levensfase tegen het licht van de dood een diepe verbondenheid voelen met het leven zelf, met hun naasten, met de natuur. De reacties op deze intens gevoelde verbondenheid en de wijze van omgaan zijn heel verscheiden van aard en variëren van verzet tot overgave. In de conclusie worden de bevindingen van de resultaten, die de basis vormen van het onderzoek, geconfronteerd met de bestudeerde literatuur. De vraag welke praktische implicaties dit heeft op de zorg is hieruit herleidbaar en komt hier eveneens aan de orde

The Reproducibility and Applicability of an EFD(®) Dispenser in the Prosthetic Technology of Maxillofacial Prostheses

A reproducible method of dosing pigments can be beneficial and more efficient in the current colour matching procedure in maxillofacial prosthetics. In this study the reproducibility and applicability for pigment dosing of a commercial available EFD(®) dispenser were tested. The reproducibility of a Performus™ II type EFD(®) dispenser was tested by repeating dosing experiments with a set of eight syringes filled with pigment pastes (Factor 2; Flagstaff, USA). To evaluate conventional colour matching, four conventionally colour matched samples were polymerized and compared to the original ones. To investigate the reproducibility of the dispenser in practice, a fifth recipe was dispensed 10 times and colour differences were evaluated visually and as well calculated from measurements with a colour and translucency meter (CTM, PBSensortechnology bv). All dispensed amounts of pigment pastes showed a coefficient of variation in weight of less than 10 %. Evaluating the reproductions of four skin batches compared to the original batches, a ∆E2000 colour difference of 3–7 was measured. Evaluating ten reproductions of one skin coloured batch made with the dispenser, color difference ∆E2000 values compared to the average L*a*b* values, were less than 2 and no visual colour differences could be estimated. Conform these results, low colour differences could be measured with the CTM, indicating no visually observable consequences. Despite the estimated coefficient of variation, the reproducibility of the EFD(®) dispenser in terms of colour difference ∆E2000 of successive dispensing is applicable for colour reproduction in facial prosthetics. Segregation of the current color pastes in due time needs to be taken into consideration