257 research outputs found
Jaarrondteelt van lelies in goten (In oude kokos in semi-gesloten kas)
Lelies uit de groep van de Oriëntals worden in kassen gebroeid in potgrond, of in kokos in kisten die op de volle grond of op mobiele tafels worden geplaatst. Na iedere trek lelies wordt het substraat gestoomd en opnieuw gebruikt voor de volgende trek lelies. Bij de teelt in kisten worden de lelies in de kisten op eindafstand geplant. Hierdoor is de plantdichtheid in de kas de eerste weken laag terwijl de kosten voor verwarming en belichting relatief hoog zijn. De laatste jaren heeft PPO in onderzoek laten zien dat een teeltsysteem van lelies in ‘mobiele’ goten vele voordelen biedt. Bij een teeltsysteem in goten kan met de plantdichtheid worden gevarieerd waardoor de kasbenutting per vierkante meter aanzienlijk hoger wordt bij gelijke kosten voor verwarming en belichting. Dit biedt een aanzienlijke energiebesparing. Tijdens het voortrekken in de cel is er minder ruimte nodig vanwege de hoge plantdichtheid in de kisten en het kleinere volume substraat. De combinatie van een hogere plantdichtheid in de kas door een gefaseerde teelt en een hogere ruimtebenutting in de kas omdat er geen paden meer nodig zijn maken dit teeltsysteem interessant voor leliebroeiers. Mocht er in de toekomst een oogstrobot voor lelie worden ontwikkeld dan zal dit alleen maar kunnen werken in een mobiele teelt. Ondanks deze voordelen is er nog geen een leliebroeier die anno 2007 de stap heeft gewaagd naar een teeltsysteem in mobiele goten. Een belangrijke voorwaarde voor een rendabele teelt in goten is volgens kwekers dat de kokos is te hergebruiken. Het was niet bekend of het hoge aandeel bollen per volume-eenheid kokos problemen geeft bij het stomen en hergebruik in goten. Omdat lelies in de toekomst energieneutraal geteeld zullen moeten worden werd door telers de vraag gesteld of het mogelijk is om lelies op goten in semi-gesloten kassen te telen. Eind 2007 werd bij WUR Glastuinbouw in Bleiswijk een proef gestart met het jaarrond telen van lelies in goten in hergebruikte kokos. Dit onderzoek werd uitgevoerd in een semi-gesloten kas
Penicillium in lelie : Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie
Penicilliumaantasting in leverbare leliebollen tijdens de bewaring in ijs is niet te voorkomen door de bollen na het spoelen na de oogst terug te drogen bij een hoge RV en een hoge temperatuur. De mate van aantasting door Penicillium was na een half jaar bewaring in ijs, van bollen die relatief warm en vochtig zijn gedroogd, niet significant lager dan de mate van aantasting in bollen die bij hoge RV en lagere temperaturen werden teruggedroogd zoals in de praktijk gebeurt. Wederom werd bevestigd dat te onrijp geoogste bollen extreem gevoelig zijn voor Penicillium. Leliebollen kunnen tijdens de bewaring in het ijs door Penicillium worden aangetast. Een leliebol die door Penicillium is aangetast geeft in de broeierij een lichtere tak of kan zelfs uitvallen en helemaal geen tak geven. De laatste jaren komen er steeds meer klachten uit de praktijk (broeierij en export) over Penicillium tijdens de bewaring van lelies. Als mogelijke oorzaak voor de stijging van Penicillium wordt door leliebroeiers vaak verwonding door het gebruik van de aquagrader genoemd. De aquagrader is een mes dat bolwortels inkort tijdens het spoelen. Door een geringere wortelmassa zou er in de verwerking van de bollen meer beschadiging optreden. Na het spoelen worden leliebollen in kuubkisten opgevangen. Door de geringere hoeveelheid wortels zouden de schubben tijdens de verwerking sneller beschadigen. In de praktijk worden de leliebollen na het spoelen snel teruggedroogd, wat ongunstig is voor wondheling. Uit oud onderzoek is bekend dat lelieschubben door snel drogen veel gevoeliger zijn voor Penicillium, doordat de wondheling wordt vertraagd (en Penicilliumsporen de open wond kunnen binnengroeien). Uit onderzoek van E. Roebroeck (LBO) in 1987 is gebleken dat de kans op Penicillium in lelieschubben met 60 tot 95% afneemt door de schubben direct na het schubben een dag juist warm (20°C) en vochtig (95% RV) te bewaren waardoor de wondheling wordt gestimuleerd
Kasklimaat in lelie onder verticale luchtcirculatie
In de wintermaanden is het klimaat in kassen met belichte lelies niet altijd optimaal. Door de hoge luchtvochtigheid is de verdamping minimaal wat zich vertaalt in bladeren met gebrekverschijnselen, bladverbranding en een verhoogde kans op papierblad. Verticale luchtcirculatie is een methode om luchtlagen boven- en onderin de kas met elkaar te mengen. Door verticale luchtcirculatie wordt warme lucht van het bovennet, maar ook van de lampen het gewas in geblazen, waardoor het microklimaat rondom de plant zou kunnen verbeteren
Primair diagnostisch onderzoek aan een onbekende wortelrot bij de bollenteelt van lelies op dekzandgronden
Al vele jaren kennen we een wortelrot bij de bollenteelt van lelies op de zogenaamde dekzandgronden waarbij bolwortels aan de wortelpunten vaak rot zijn en een kort en sterk vertakt wortelstelsel ontstaat. Bij deze vorm van wortelrot is geen sprake van een primaire aantasting door de schimmel Pythium of het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans. In het verleden is er al door DLV in samenwerking met PPO uitgebreid onderzoek naar gedaan maar daarbij is niet bekend geworden wat de oorzaak is van de ziekte/afwijking. Uit de waarnemingen te velde werden aanwijzingen verkregen dat bij de plekken waar sprake was van onbekend wortelrot de grond opvallend los was. Mogelijk dat een dergelijke plaatselijke fysische eigenschap van de grond ook een rol speelt bij het ontstaan van onbekend wortelrot in lelie. Uit de informatie van betrokken telers en de gevonden organismen is een hypothese over de oorzaak van onbekend wortelrot opgesteld en zijn plannen ontwikkeld voor nader vervolgonderzoek wat in 2008 is uitgevoerd
Economische vergelijking van een mobiel teeltsysteem voor lelies in potjes, goten en kisten
Door de hoge energieprijzen van de laatste jaren zijn de kosten voor de teelt van lelies de laatste jaren enorm gestegen. Daar komt bij dat de bloemenprijzen lager zijn geworden door overproductie en door afnemende vraag. Hogere bloemenprijzen worden niet verwacht. De enige mogelijkheid die leliebroeiers nog hebben om geld te verdienen is om de productiekosten zoveel mogelijk te beperken. Op dit moment worden lelies in de volle grond of in kisten geteeld. Het zijn de Oriëntals die vanwege de specifieke teelteisen voornamelijk in kisten worden geteeld. De productiekosten van een Oriëntal op een bedrijf van 2½ hectare waar 4 teelten per jaar worden gedaan bedragen € 0,72 per tak. Door lelies in een mobiel teeltsysteem in goten of potjes te telen kunnen de productiekosten per tak worden verlaagd. Een belangrijk voordeel van een mobiel teeltsysteem is dat er in de kas geen paden meer nodig zijn. Hierdoor wordt de kasbenutting van 72% in een teeltsysteem in kisten op de volle grond verhoogd naar 92%. Dit betekent een opbrengstverhoging van 20%. Een extra voordeel van een teeltsysteem in potjes of goten is dat er tijdens de groei in plantdichtheid gevarieerd kan worden. In de eerste fase van de teelt, als het gewas net opkomt en gaat uitgroeien is de plantdichtheid hoog. In de tweede fase krijgt het gewas meer ruimte en in de derde en laatste fase van de teelt is de plantdichtheid vergelijkbaar met de plantdichtheid in kisten die op de volle grond worden geplaatst. Door een gefaseerde teelt kunnen 25 tot 30% meer takken gebroeid worden. Door de hogere kasbenutting en de gefaseerde teelt kunnen totaal ongeveer 63% meer takken gebroeid worden tegen een lagere kostprijs. De productiekosten van een lelie geteeld in potjes op mobiele tafels zijn € 0,64 per tak en de productiekosten van een lelie geteeld in kisten in goten bedragen € 0,61 per tak. Dit is respectievelijk 8 en 11 € cent goedkoper ten opzichte van een teeltsysteem in op de volle grond. De mobiele teeltsystemen hebben als voordeel dat verdere automatisering mogelijk is (oogstrobot)
Heetstook effectief tegen trips in gladiool tijdens bewaring
Een heetstookbehandeling van pitten en knollen van 24 of 48 uur bij 43°C is effectief in de bestrijding van trips tijdens de bewaring. De heetstookbehandeling is zonder schade toe te passe
Warme luchtbehandeling van leliebollen tegen plaagorganismen
Aaltjes en mijten in lelieplantgoed kunnen worden bestreden door een warme luchtbehandeling van een dag bij 43,5°C of een warmwaterbehandeling van 2,5 uur bij 41°C. Voorwaarde voor het verdragen van de temperatuurbehandelingen door de bollen is dat de bollen voor- én na de behandeling 2 tot 4 dagen 20°C krijgen. Leliebollen kunnen worden aangetast door wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetans) en bollenmijten (Rhizoglyphus robini). Beide plagen kunnen voor veel uitval en daardoor economische schade zorgen. Het huidige advies om het probleem te beheersen is het toepassen van een warmwaterbehandeling in het niet meer in lelie toegelaten middel F2000. De bestrijdende werking van het advies valt soms tegen en de toevoeging is niet meer toegelaten wat zorgt voor een toename van de plagen. r In de teelt van Freesia wordt een heetstookbehandeling (droge warme luchtbehandeling) uitgevoerd van 24 uur bij 43°C om bollenmijten te doden. In een oriënterend onderzoek, uitgevoerd in juni met oud lelieplantgoed, bleek dat een heetstookbehandeling mogelijkheden biedt voor doding van bollenmijten en wortellesieaaltjes. Deze resultaten zijn bevestigd in het onderzoek wat in december 2006 en januari 2007 werd uitgevoerd met verschillende partijen Oriëntallelies besmet met wortellesieaaltjes of bollenmijten. Voor overleving van de bollen was het echter wel noodzakelijk dat de bollen voor- en nawarmte rond de heetstookbehandeling kregen van 4 dagen bij 20°C. Zonder deze behandeling was de heetstook zeer schadelijk of dodelijk voor de bollen. Een heetstookbehandeling uitgevoerd in december/januari met voor- en nawarmte gaf geen of enige schade. Dezelfde behandeling toegepast in april met 2 dagen voor- en nawarmte gaf geen schade. Het percentage dubbelneuzen nam echter wel toe. De exacte omstandigheden waarmee schade voorkomen kan worden is nog niet bekend. Daarvoor is vervolgonderzoek nodig. Naast de heetstookbehandelingen zijn ook enkele warmwaterbehandelingen uitgevoerd bij hogere temperaturen dan nu gebruikelijk zijn zonder toevoegingen aan het bad. Het bleek dat koken gedurende 2,5 uur bij 41°C zonder toevoeging effectief was in de bestrijding van wortellesieaaltjes en bollenmijten. Indien de bollen rondom de warmwaterbehandeling 4 dagen 20°C voor- en nawarmte ontvingen ondervonden de bollen geen schade van het koken bij hogere temperaturen. Dit gold zowel voor de warmwaterbehandeling die in december werd uitgevoerd als die in januari. Er is wel een verhoogde kans op dubbelneuzen na een warmwaterbehandeling bij hogere temperaturen
Verbeterde warmwaterbehandeling met voor- en nawarmte werkt positief bij lelie
Warmwaterbehandelingen worden in bolgewassen en vaste planten vaak beter verdragen als de bollen of planten enige tijd warmer bewaard worden voor en/of na de behandeling. Onderzoek van PPO toonde aan dat ook de lelie hier veel baat bij heeft. Vooral bij de gevoeligere Oriëntals werkt deze methode veilig. In dit artikel een tussentijds versla
Stengelrot bij lelie door de schimmel Rhizopus : voorgezet diagnostisch onderzoek 2011
Bij de bloementeelt van lelies in vers gestoomde (veen)gronden kan tijdens de zomermaanden plotseling sprake zijn van veel uitval. Daarbij vallen spruiten of jonge planten om als gevolg van een stengelrot op de grens van lucht en grond. Tot nu toe werd daarbij geregeld de schimmel Rhizopus gevonden, maar van deze schimmel is niet bekend dat het een ziekte in lelies kan veroorzaken. Daarom werd het noodzakelijk geacht om met een infectieproef na te gaan of de schimmel Rhizopus onder omstandigheden van vers gestoomde grond en hoge kastemperaturen een stengelrot bij lelies kan veroorzaken. Daartoe zijn potten gevuld met gesteriliseerde veengrond of gesteriliseerde veengrond dat was vermengd met afgerijpte compost om de ziektewerendheid te beïnvloeden. In de grond zijn lang bewaarde leliebollen met spruitontwikkeling boven de bolneus geplant waarbij in de nabijheid van de spruiten lelieblaadjes zijn aangebracht die waren begroeid met een uit leliestengels afkomstige Rhizopus.schimmel. De beplante potten met lelies zijn weggezet in een ruimte bij 30°C om warme kasomstandigheden in de zomer te simuleren. Na enkele dagen bleek dat bij 35% van de leliespruiten op de grens van lucht en grond een stengelrot was ontstaan. Soms was de rotting al tot in de leliebol voortgeschreden. Bij de lelies die waren geplant op gestoomde grond vermengd met compost ontstond geen stengelrot. Uit de aangetaste leliespruiten zijn na uitwendige ontsmetting isolaties gemaakt waarbij volop en uitsluitend de schimmel Rhizopus weer werd gevonden. Daarmee is voldoende bewezen dat de schimmel Rhizopus in staat is om onder bepaalde teeltomstandigheden bij lelies een stengelrot te veroorzaken. Ook is uit deze infectieproef duidelijk geworden dat na stomen van de grond de ziektewerendheid kan worden verhoogd met behulp van een goed afgerijpte compost. Mogelijk dat ook andere preparaten, die het bodemleven stimuleren, in staat zijn om de ziektewerendheid van een grond te verhogen waardoor geen of minder kansen ontstaan voor het optreden van stengelrot door de schimmel Rhizopus
LED belichting tijdens het voortrekken van lelie
De laatste jaren staat het gebruik van LED-lampen in de tuinbouw in de belangstelling. Uit vele onderzoeken is al gebleken dat LED-lampen op dit moment nog geen alternatief zijn voor de SON-T lampen. Het grote voordeel van LED-lampen is dat ze monochromatisch licht van alle mogelijke golflengtes binnen en rond het PAR-spectrum geven. Doordat LED’s geen warmtestraling geven is het mogelijk om ze dicht op het gewas te plaatsen waardoor in een teeltsysteem in meer lagen kan worden voorgetrokken. Hierdoor kan de kasperiode flink verkort worden. Per steel is dan voor verwarming en belichting in de kas een kortere periode, dus minder energie nodig. In dit project werd onderzocht of lelies de eerste 6 weken na opkomst onder LED voorgetrokken kunnen worden. De lelies werden onder LED, onder verschillende rood/blauw verhoudingen voorgetrokken onder 50 μmol per m² per sec (in het vervolg aangeduid als μmol) en onder een van 10 tot 67 μmol oplopende lichtintensiteit. Voor dit onderzoek werd één cultivar uit de groep van de Oriëntals, één LA-hybriden en één Longiflorum gebruikt. De resultaten werden bedrijfseconomisch doorgerekend om te bepalen of voortrekken onder LED financieel haalbaar is. In de bedrijfseconomische evaluatie werd een vergelijking gemaakt tussen lelieteelt op mobiele tafels in een kas zonder voortrek, en lelieteelt op mobiele tafels met voortrek in een meerlagensysteem in bewaarcellen
- …