Evaluation of practice nurses' management of paediatric psychosocial problems in general practice

Background Child mental health services are under major pressure worldwide. In the Netherlands, Youth Mental Health Practice Nurses (YMHPNs) have been introduced in general practice to improve access to care. In this study, we evaluated care delivered by YMHPNs.Methods We used medical records of a population-based cohort (21 717 children, 0-17 years). Characteristics of children consulting a YMHPN, type of problem, care delivered by YMHPNs and referrals were assessed using quantitative content analysis.Results Records of 375 children (mean age 12.9 years, 59.2% girl) were analysed. These children were often in their adolescence (57.3% was between 13 and 17 years), and more often female than male (59.2% vs 40.8%). YMHPNs had a median of four consultations (IQR 2-7) with the child. YMHPNs managed a variety of psychosocial problems. YMHPNs managed 22.4% of children without need of referral, 52.0% were eventually referred for additional care. 13.3% of children dropped out during the treatment trajectory. In the remaining 12.3% of children, the treatment trajectory was stopped because the child was already attending specialized services, the treatment trajectory was still ongoing or the medical record was inconclusive.Conclusions YMHPNs successfully managed one in four children with psychosocial problems without need for referral. Nevertheless, most children were eventually referred for additional care

Children and young people's consultation rates for psychosocial problems between 2016 and 2021 in the Netherlands

Background: Worldwide, there are concerns about declining mental health of children and young people (CYP).Objectives: To examine trends in GP consultation rates for psychosocial problems and the impact of the COVID-19 pandemic.Methods: We performed a population-based cohort study using electronic GP records of CYP (0-24 years) living in the Rotterdam metropolitan area between 2016 and 2021. We calculated monthly consultation rates for psychosocial problems, stratified by age group and sex. We used negative binomial models to model the pre-COVID-19 trend, and estimate expected rates post-COVID-19 onset. We modelled the effect of COVID-19 infection rate and school closure on consultation rates per sex and age group.Results: The cohort increased from 64801 to 92093 CYP between January 2016 and December 2021. Median age was 12.5 years and 49.3% was female. Monthly consultation rates increased from 2,443 to 4,542 consultations per 100,000 patient months over the six years. This trend (RR 1.009, 95%CI 1.008-1.011) started well before the COVID-19 pandemic. Consultation rates of adolescent girls and young women increased most strongly. Between March and May 2020, there was a temporary reduction in consultation rates, whereupon these returned to expected levels. COVID-19 infection rate and school closures showed small but significant associations with consultation rates for psychosocial problems but this did not affect the overall trend. Although consultation rates for psychosocial problems increased, this increment was stable over the entire study period.Conclusion: The COVID-19 pandemic did not significantly increase consultation rates for psychosocial problems in CYP. The consultation rates increased, especially in adolescent girls and young women

'Mannen zijn niet slecht voor hun kinderen':Betekenisvol vaderschap en opvoeden door vaders met een licht verstandelijke beperking

Vaders. Hoe vaak hebben we het over 'vaders' wanneer we over 'ouders' spreken? Steeds meer wordt het belang van vaders onderkend in de opvoeding van kinderen. Maar zelfs in 2023 weten we nog altijd weinig. Wat vinden zij belangrijk in de opvoeding, hoe beleven zij ouderschap, wat voor vader willen zij zijn én hoe kunnen hulpverleners vaders steunen bij de opvoeding van hun kinderen als dat nodig is?Dat vaders belangrijk zijn voor de gezonde ontwikkeling van kinderen staat buiten kijf. Kinderen van betrokken vaders hebben minder (gedrags)problemen en doen het beter, ook op latere leeftijd. Vaders die meer betrokken zijn bij de opvoeding voelen zich ook gelukkiger. Als een vader actief betrokken is tijdens de zwangerschap, bindt hij zich sterker en kan hij meer een eigen identiteit als vader ontwikkelen.Over vaders in het algemeen weten we weinig, maar over vaders met een lvb weten we nóg minder. Wát we weten over ouderschap en lvb, is voornamelijk gebaseerd op wat we weten van moeders met een lvb. In onderzoek, opleidingen en trainingen, bij de ontwikkeling van interventies en methodieken en in het bieden van opvoedondersteuning, is de focus zelden op deze vaders gericht. Volop redenen om in dit artikel de spotlight op vaders met een lvb te richten. We beschrijven hier wat bekend is uit het weinige en kleinschalige onderzoek dat is uitgevoerd onder vaders en hulpverleners die met deze vaders werken. <br/

Geloof en geluk: traditie en vernieuwing bij jonge moslims

FORUM doet in een jaarlijkse monitor verslag van de ontwikkelingen en trends onder jonge moslims. Het doel daarvan is vroegtijdig signaleren, volgen en duiden van trends in opvattingen, belevingen en gedragingen van jonge moslims in Nederland. Het onderzoek Geloof en geluk is het resultaat van de derde verkenning uitgevoerd in 2008 en die tot stand gekomen is in samenwerking met het Bonger Instituut van de Universiteit van Amsterdam. Houden jonge moslims vast aan de tradities van hun ouders, of gaan ze meer hun eigen weg? Opnieuw speurt FORUM naar belangrijke trends in de leefwereld van moslimjongeren, als lakmoesproef voor hun integratie in Nederland. Na identiteit (Van Allah tot Prada, 2006) en participatie (Van vasten tot feesten, 2007) krijgt ditmaal het geloof extra aandacht: in hoeverre zien we hier vernieuwing en individuele beleving? Met een bont palet van paneluitspraken, enquête-uitkomsten en eigen straatobservaties schilderen de onderzoekers minutieus de vele facetten van jong islamitisch Nederland. Het levert een tableau vivant op, dat met vitale penseelstreken een gedoodverfd beeld wegvaagt. Namelijk: het beeld van een bozige allochtone generatie die zich buitengesloten voelt en zichzelf afkeert van de samenleving. Op dat levendige doek zien we, bijvoorbeeld, moslimmeiden buiten het zicht van hun ouders op ‘koopavond’ jongens ontmoeten. We zien scholieren een biertje of blowtje wagen, maar wel op eerbiedige afstand van de moskee. En waar de ene twintiger gemotiveerd met de islam bezig is, leidt de andere net zo bewust en gedreven zijn eigen, luxueuze leventje. Met Geloof en geluk komen nieuwe ontwikkelingen en wendingen in de levens van moslims tussen 15 en 30 jaar in het vizier. Als íets daarbij in het oog springt, dan is het wel de snel groeiende variatie in leefstijl en (geloofs)opvattingen onder deze jongeren