Archeologisch bureauonderzoek wijk Zeeburg, Noordwijkerhout Gemeente Noordwijk

een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor wijk Zeeburg in Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk. De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan, zoals vastgesteld in een quickscan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen op een afgegraven strandwal die vervolgens is gebruikt voor bollenteelt. De archeologische verwachting voor resten uit het Neolithicum en later is gebaseerd op de intacte aanwezigheid van de strandwal. Deze is echter nergens meer in het plangebied aanwezig. Het gebied is afgegraven tot en met het niveau van de strandvlakte, circa -0,1 m NAP. De verwachting voor dit niveau is laag voor resten van vóór het ontstaan van de strandwal, omstreeks 2000 voor Chr. Eventueel aanwezige resten in de strandvlakte vóór het ontstaan van de strandwal zullen verstoord zijn door de 20e-eeuwse ontwikkelingen binnen het plangebied. Op basis hiervan kunnen in het plangebied geen intacte archeologische niveaus voorkomen. IDDS Archeologie adviseert daarom om geen verder onderzoek uit te laten voeren in het plangebied

Lavendelstraat, Maassluis. Gemeente Maassluis. Opgraving - variant Archeologische Begeleiding.

In opdracht van de gemeente Maassluis is van 26 juni tot en met 11 juli 2019 een Opgraving - variant Archeologische Begeleiding uitgevoerd van de civieltechnische werkzaamheden ten behoeve van de vervanging van de riolering in de Lavendelstraat in Maassluis, gemeente Maassluis. Binnen het tracé van de te plaatsen riolering zijn nagenoeg geen sporen aangetroffen. Tijdens het onderzoek zijn veel profielkolommen gedocumenteerd, waardoor de bodemopbouw goed geïnterpreteerd kan worden. Met name de vegetatiehorizont (S9004) is door bijna het gehele plangebied te volgen. Deze bevindt zich boven het pakket geul- en beddingafzettingen dat als rest van een krekenstelsel geïnterpreteerd wordt. De vegetatiehorizont stijgt iets richting het zuiden, maar stijgt vooral richting het oosten. Dit zou erop kunnen wijzen dat eventuele (kreek)ruggen verder naar het oosten te verwachten zijn. De verwachting op nederzettingssporen en vondsten uit de Late IJzertijd tot en met Midden Romeinse tijd moet daarom bijgesteld worden. Deze worden namelijk vooral verwacht op oeverafzettingen, ofwel hogere delen in het landschap zoals de (kreek)ruggen. Het is mogelijk dat de greppel S2 en de dierbegraving S3, welke in het noordoosten van het plangebied (WP2) zijn aangetroffen, een datering in de Romeinse tijd hebben. Door het ontbreken van daterend vondstmateriaal is dit alleen niet met zekerheid vast te stellen. Op basis van de lengte van de botten van het rund, lijkt het wel duidelijk dat dit geen rund uit de IJzertijd kan zijn. De eventuele vindplaats waar deze sporen deel van uit maken is dan meer naar het oosten, onder het sportveld, gelegen. De perceleringsgreppel S1 heeft een noordoost-zuidwestrichting en in de bovenste vulling is 17e- tot 18e-eeuws vondstmateriaal gevonden. Doordat dit materiaal zich in de bovenste vulling bevindt, is dit een aanwijzing dat de greppel een oudere oorsprong heeft. In de onderste vulling is geen vondstmateriaal aangetroffen, waardoor het spoor niet nauwkeuriger te dateren is

IDDS Archeologie rapport 2634

In opdracht van dhr. R. van Emden heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op woensdag 27 oktober 2021 een Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven, uitgevoerd. Het plangebied betreft kavel 19 op het terrein van Sancta Maria in Noordwijkerhout, gemeente Noordwijk

Warmtenet Arnhemseweg en Bunschoterweg-Driehoek, Ede Gemeente Ede. Proefsleuvenonderzoek - variant archeologische begeleiding

In februari en maart 2019 heeft IDDS Archeologie twee Warmtenet-tracés in Ede archeologisch onderzocht. Het onderzoek bestond uit een archeologische begeleiding van de werkzaamheden. Het doel van de begeleiding was het aanvullen en toetsen van het in de PvE’s opgenomen gespecificeerde verwachtingsmodel. In beide plangebieden zou het mogelijk zijn om resten aan te treffen uit de prehistorie (m.n. Bronstijd/IJzertijd) en de Middeleeuwen. Fase I - Arnhemseweg Op 6 en 7 februari 2019 is het traject tussen langs de Arnhemseweg tussen de kruising van de Vossenakker en de Sijsseltselaan onderzocht. Na het verwijderen van de verharding (asfalt en stoeptegels) is de eerste werkput aangelegd ter hoogte van de kruising met de Vossenakker. Daarna zijn nog drie proefputten gegraven. In alle werkputten bleek de bovengrond sterk verstoord tot ten minste 1,5 m -mv. In de natuurlijke bodem, bestaande uit sandr-afzettingen (waaiervormige afzettingen gevormd door smeltwater van de stuwwal), zijn geen archeologische resten aangetroffen. Het vermoeden bestaat dat de aangetroffen diepe verstoringen relatie hebben met het aanleggen van de reeds aanwezige ondergrondse infrastructuur en dus relatief plaatselijk van karakter zijn. De mate van verstoring van de natuurlijke bodemopbouw is derhalve niet de representatief voor het omringende gebied. Omdat er geen vindplaats is aangetroffen, kon de aanleg van het warmtenet verder plaatsvinden zonder archeologische begeleiding. Fase II – Bunschoterweg – Driehoek Op 1, 4 en 26 maart 2019 is het traject van de Bunschoterweg vanaf de Kleefsehoek tot de Molenstraat en het oostelijke deel van de Driehoek onderzocht. De verharding was reeds verwijderd en op aanwijzen van de archeoloog zijn op vooraf besproken locaties proefsleuven gegraven binnen het tracé. Hierbij zijn uitsluitend op de kruising van de Bunschoterweg en de Molenstraat archeologische resten aangetroffen. Het betreft resten van bebouwing uit de Nieuwe tijd B-C. De vindplaats is als niet behoudenswaardig gewaardeerd, waarna de aanleg van het warmtenet verder kon plaatsvinden zonder archeologische begeleiding

HS tracé Tiendweg, Krimpen aan de Lek, Gemeente Krimpenerwaard - Edisonpad, Krimpen aan den IJssel, Gemeente Krimpen aan den IJssel

In opdracht van RPS heeft IDDS Archeologie in augustus 2021 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het HS tracé aan de Tiendweg Krimpen aan de Lek, gemeente Krimpenerwaard (Deel A) tot het Edisonpad in Krimpen aan den IJssel, gemeente Krimpen aan den IJssel (Deel B). De noodzaak tot het archeologisch onderzoek komt voort uit het bestemmingsplan. De doelstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Het onderzoek heeft uitgewezen dat er met name een archeologische verwachting geldt voor huisplaatsen uit de Middeleeuwen. Deze bevinden zich op de oude stroomruggen in de ondergrond. In het noorden van Deel A zijn reeds enkele van deze huisplaatsen aangetroffen. Deze zijn echter verdwenen door de inrichting van het gebied met een surfplas en recreatiegebied. De verwachting voor archeologische resten in dit deel van het gebied is daarom naar beneden bijgesteld. De verwachting voor archeologische resten in het zuiden van Deel A is ook laag. Voor Deel A wordt daarom geen vervolgonderzoek geadviseerd. Bij het transformatorstation aan het Edisonpad, Deel B, is reeds in 2009-2010 een bureau- en booronderzoek uitgevoerd. Op basis van de boringen ter plaatse van het geplande HS-tracé geldt een hoge verwachting voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en mogelijk Nieuwe tijd. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging van zandafzettingen in de ondergrond. Deze afzettingen zijn ter plaatse van het HS-tracé aangetroffen op circa 0,6 m -mv. Het reeds bestaande advies geldt om een archeologische begeleiding uit te laten voeren bij graafwerkzaamheden dieper dan 0,3 m -mv. De hoge verwachting voor archeologische resten is echter niet voldoende te onderbouwen op basis van enkele willekeurig gelegen boringen met zand tussen een overwegend klei-en-veen-pakket. Daarom neemt IDDS Archeologie het advies niet over. Bovendien zal de kenniswinst voor dit kleine tracé beperkt zijn en niet opwegen tegen de onderzoeksinspanning

Sancta Maria kavel 39, Noordwijk Gemeente Noordwijk. Opgraving - variant Archeologische Begeleiding en Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven

Archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie heeft op 1 november 2019 archeologisch onderzoek uitgevoerd op Sancta Maria kavel 39 in Noordwijk, gemeente Noordwijk. Het onderzoek was tweevoudig en bestond in eerste instantie uit een Opgraving - variant Archeologische Begeleiding ter begeleiding van benaderingswerkzaamheden die werden uitgevoerd om het terrein vrij te geven van niet gesprongen explosieven. Vervolgens is het terrein onderzocht door middel van een proefsleuvenonderzoek. De doelstelling van het onderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd in het vooronderzoek. Aan de hand van het veldonderzoek wordt informatie verkregen omtrent de aanwezige archeologische waarden (aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit). Vervolgens wordt een waardering van de archeologische waarden in het plangebied opgesteld. Om de doelstellingen te realiseren dienen vragen te worden beantwoord over de aangetroffen resten, zoals de aard, datering en de fysieke en inhoudelijke kwaliteit. Tijdens de archeologische begeleiding zijn twee moderne gemetselde putten aangetroffen. Deze zijn aangemerkt als verstoringen en niet als archeologische sporen. De overige graafwerkzaamheden reikten niet door de humeuze bovenlaag. Tijdens het proefsleuvenonderzoek is een vlak aangelegd onder de bouwvoor. Hier zijn resten aangetroffen van een greppelsysteem uit de Late Bronstijd – Vroege IJzertijd. Dit komt overeen met vondsten uit de directe omgeving. De vindplaats is als behoudenswaardig gewaardeerd en zal worden verstoord door de nieuwbouwplannen. Voor de geplande ontwikkeling zal daarom een opgraving worden geadviseerd

Goudsteen, Maassluis Gemeente Maassluis. Opgraving - variant Archeologische Begeleiding.

In opdracht van Van Dijk Maasland BV is op 13 augustus 2019 een Opgraving - variant Archeologische Begeleiding uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Goudsteen in Maassluis, gemeente Maassluis. Het onderzoek bestond uitsluitend uit de begeleiding van de kijkgaten voorafgaand aan de werkzaamheden aan de kademuur. In totaal is op zeven plekken een gat gegraven en is de kademuur gedocumenteerd. Daarbij werd duidelijk dat de huidige kademuur in diverse fasen tot stand is gekomen en herhaaldelijk is aangepast. Het oudste deel van de kademuur bestaat uit ijsselsteentjes en dateert vermoedelijk uit de 17e-19e eeuw. Deze muur is slechts op één plaats waargenomen en het is niet zeker dat deze oude muur over de hele lengte aanwezig is. Over deze oude kademuur is in meerdere fases gedurende de 19e-20e eeuw een moderne kademuur geplaatst die bestaat uit machinale bakstenen en elementen van beton. De oude kademuur en eventueel aanwezige elementen van een oudere kademuur zullen niet worden verstoord door de geplande werkzaamheden. Er hoeft daarom geen aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden. Bij eventuele toekomstige werkzaamheden zal opnieuw getoetst moeten worden of archeologisch onderzoek noodzakelijk is

Archeologische opgraving - Project Hoflaan, Weidehof 32-57, Leiden, Gemeente Leiden

In opdracht van Portaal heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op 15 juli 2020 een Archeologische opgraving uitgevoerd aan de Weidehof 32-57 in Leiden, gemeente Leiden. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande sloop van de huidige appartementengebouwen en de realisatie van nieuwbouw. De huidige bebouwing bevat een half verdiepte kelder tot 1,5 m –mv (gemiddeld -1,15 m NAP). Ten behoeve van de nieuwbouw wordt een fundering op dezelfde diepte aangelegd. Aangezien de footprint van de nieuwbouw grotendeels overlapt met die van de huidige bebouwing, is er maar een smal strookje dat echt verstoord wordt, namelijk de zone ten zuiden van het huidige gebouw aan de Weidehof. Deze zone van 4 m breed en 75 m lang wordt archeologisch opgegraven. De doelstelling van een opgraving is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden. Om de doelstelling te realiseren dient antwoord te worden gegeven op enkele onderzoeksvragen omtrent de bodemopbouw en, indien een vindplaats wordt aangetroffen, op de aard, ouderdom, context en kwaliteit van de vindplaats. Het onderzoek kon vanwege veiligheidsoverwegingen niet uitgevoerd worden conform het PvE, met name vanwege gebrek aan ruimte en het instorten van de putwanden. In overleg met het bevoegd gezag is daarom een gewijzigde aanpak gehanteerd. Daarbij is de westelijke helft van het plangebied ontgraven in een sleuf van 2,0-2,5 m breed over een lengte van circa 25 m en tot een diepte van gemiddeld 1,4 tot m –mv (-1,1 m NAP). De oostelijke helft van het plangebied is ontgraven middels twee kijkgaten die wel getrapt aangelegd konden worden, waardoor de omstandigheden veilig waren. Daarbij is een vlak aangelegd in de top van de oeverafzettingen, onder de oude bouwvoor, op gemiddeld 1,6 m –mv (-1,25 m NAP). Ook is een controlevlak aangelegd tot in de slappe afzettingen in de ondergrond, op gemiddeld 2,1 m –mv (-1,8 m NAP). Tijdens het onderzoek zijn geen archeologische resten aangetroffen. In de oude bouwvoor en de top van de oeverafzettingen was uitsluitend sprake van enkele fragmenten aardewerk uit de Nieuwe tijd. Op basis van de resultaten van het onderzoek kon worden gesteld dat in het plangebied, ook in de niet ontgraven delen, geen vindplaats aanwezig is

Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven Raadhuisstraat 157, Alphen aan den Rijn, Gemeente Alphen aan den Rijn

In opdracht van Stahlberg Investments B.V. heeft archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie op 19 april 2021 een Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven uitgevoerd aan de Raadhuisstraat 157 in Alphen aan den Rijn, gemeente Alphen aan den Rijn. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande realisatie van onderkelderde nieuwbouw. Het onderzoek is er op gericht om te achterhalen of er nog een vindplaats in het plangebied aanwezig is en zo ja, of deze behoudenswaardig is. Omdat alle resten verdwijnen door de geplande nieuwbouw dienen deze eerst gedocumenteerd te worden alvorens de bouwactiviteiten uitgevoerd konden worden. Omdat de ruimte van de locatie echter zeer beperkt is, week de werkmethode een beetje af van de beoogde aanpak. Hierdoor is niet alleen gegraven ter plaatse van de proefsleuf, maar ook de grond rondom de proefsleuf is ontgraven. In het veld is ter plaatse van de proefsleuf alleen een zaagselkuil aangetroffen. In het noorden en oosten van de graafwerkzaamheden zijn de verstoringen als gevolg van de bouw en sloop van de voormalige kelder aangetroffen. Aan de westzijde van het plangebied zijn nog enkele fragmenten van muurfunderingen en gootjes aangetroffen. In het zuiden van het plangebied lag nog een sloot met beschoeiing. De aangetroffen resten kunnen worden ingedeeld in twee vindplaatsen. De eerste vindplaats betreft de zaagselkuil die behoort bij de houtzagerij die in de 17e en 18e eeuw op het terrein aanwezig was. Bij het booronderzoek is ook in een dergelijke kuil geboord, waardoor sprake is van ten minste twee van dergelijke kuilen. Deze vindplaats is als niet behoudenswaardig gewaardeerd. De tweede vindplaats betreft de resten van de bebouwing zoals bekend vanaf eind 18e of begin 19e eeuw tot begin 20e eeuw. Ook deze vindplaats is gewaardeerd als niet behoudenswaardig. Daarop is het advies afgegeven om de graafwerkzaamheden voor de kelder vrij te geven van archeologisch onderzoek

Archeologisch bureauonderzoek Wipperspark, Maassluis Gemeente Maassluis

Door IDDS Archeologie is in mei 2018 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het Wipperspark in Maassluis, gemeente Maasslui