61 research outputs found
Applicability of Swiss-NIH mouse to the in vivo bonemarrow micronucleus test
Daar binnen het RIVM behoefte is aan een in vivo test voor het detecteren van clastogene agentia werd nagegaan of Swiss-NIH muizen geschikt zijn voor het gebruik in de muis beenmerg micronucleustest. De micronucleustest is een in vivo test waarbij chemisch geinduceerde clastogene effecten kunnen worden waargenomen. De swiss-NIH muizen blijken te voldoen aan de in de literatuur gestelde criteria voor deze test, mits men de juiste methode van analyse toepast en een minimum afmeting van een micronucleus hanteert van 1/10 van de celdiameter. De spontane frequentie aan polychromatische erythrocyten met micronuclei bedraagt 1,83% met een standaarddeviatie van 0,72 (58 muizen). De frequentie verdeling over de dieren blijkt te corresponderen met een Poisson-verdeling, doch uit de literatuur blijkt dat de verdeling van door clastogene agentia geinduceerde micronuclei niet altijd normaal of Poisson-verdeeld is. Hierdoor dienen de data geevalueerd te worden m.b.v niet parametrische methoden.Abstract not availableHI
A concise compilation of the mutagenicity investigation of monomers carried out by the RIVM
De resultaten van mutageniteitsonderzoekingen in 35 rapporten van het RIVM worden globaal besproken. Hierbij werden monomeren in twee of meer van de volgende testsystemen onderzocht: fluctuatietest met Klebsiella pneumoniae, Ames test met diverse Salmonella typhimurium stammen waaronder TA100 en TA98, de Drosophila recessief letaal test, de SMART test met Drosophila, L5178Y muislymfoma test, test op chromosoomafwijkingen met CHO cellen, de SCE-test en de micronucleus test. Onder normale condities is met methylacrylaat, methylmethacrylaat, acrylzuur, methacrylzuur, methacrylonitril, vinylacetyleen, vinylsulfonzuur en N-vinylpyrrolidon geen mutagene werking gevonden. Daarentegen werd in nagenoeg alle testen een mutagene werking van 2,3-epoxypropylacrylaat, 2,3-epoxypropylmethacrylaat, acrylonitril en vinylchloride gevonden. Acrylamide en methylacrylamide bleken voor microben niet mutageen doch in zoogdiercellen en Drosphila melanogaster (bananenvlieg) wel. Onder speciale condities werd met vinylacetaat, vinyltolueen en divinylbenzeen in zoogdiercellen een mutagene werking gevonden, doch vooralsnog dienen deze drie stoffen als niet mutageen te worden beschouwd.HI
Induction of micronuclei by acrylamide, methacrylamide and methyl methacrylate in the bone marrow of the mouse
Acrylamide bleek na een intraperitoneale dosis van 136 mg/kg (80% Ld-50) een statistisch significante toename van het aantal polychromatische erythrocyten (PCE) met micronuclei te induceren. Deze toename werd waargenomen zowel 24 als 48 uur na toediening, 72 uur na behandeling kon echter geen verhoging worden geconstateerd. De toxiciteit van acrylamide werd vastgesteld aan de hand van een verlaging van de ratio PCE versus NCE (normochromatische erythrocyten). Zowel 24, 48 als 72 uur na toediening bleek acrylamide een verlaging van de ratio te induceren. Methacrylamide induceerde 24 uur na een eenmalige intraperitoneale injectie van 240, 200 of 160 mg/kg (respectievelijk 120, 100 en 60% van de LD-50) een statistisch significante toename van het aantal PCE met micronuclei. Methacrylamide veroorzaakte bij de gebruikte doseringen geen verandering van de PCE versus NCE. Na een eenmalige intraperitoneale dosis van 1000, 500 of 250 mg/kg (respectievelijk 100, 50 en 25% LD-50) methylmethacrylaat werd geen toename in het aantal PCE met micronuclei waargenomen. Bij deze doseringen bleek er geen verandering van de ratio PCE versus NCE op te treden.Abstract not availableHI
Investigation on the mutagenic and cytotoxic activity of air pollution components
Extracten van buitenlucht-aerosol zijn cytotoxisch voor V79 Chinese hamstercellen in vitro. Deze parameter kan gebruikt worden voor de karakterisering van luchtstof. Bij het bepalen van de mutageniteit van extracten van luchtstof in de Ames-test zijn diverse experimentele condities van grote invloed op het eindresultaat. Nitro-reductase- deficiente stammen van Salmonella typhimurium, welke resistent zijn tegen bepaalde klassen van verbindingen, vertonen een sterk gereduceerde mutagene respons in vergelijking met andere Salmonella stammen. Dit geeft aan dat het gebruik van deze stammen indicaties kan geven over de samenstelling van buitenlucht-aerosool.DGMH/LE
Ons eten gemeten;Gezonde voeding en veilig voedsel in Nederland.Samenvatting en kernboodschap
zie voor het hele rapport:270555007Ons voedsel is veiliger dan ooit, maar Nederlanders eten te veel en verkeerd. Hierdoor wordt aanzienlijk gezondheidsverlies geleden en leven we gemiddeld twee jaar korter. Dat zijn enkele belangrijke conclusies uit het rapport "Ons eten gemeten". Dit rapport geeft voor de eerste keer in Nederland een totaaloverzicht van de beschikbare kennis op het gebied van de voedselconsumptie, de voedselveiligheid, en de gevolgen voor de gezondheid op lange termijn.Food in the Netherlands is safer than ever before, but the Dutch eat too much and the wrong types of food. This causes a substantial health loss and shortens life-expectancy by an average 2 years. These are some important conclusions from a report that was originally written in Dutch, entitled "Ons eten gemeten". This English brochure contains a translation of the summary and keymessages of the original Dutch reportVW
EDTA: Study of literature concerning the oral toxicity to humans.
For the food additive EDTA the WHO allocated an ADI of 2.5 mg/kg body weight in 1974. The complexing agent EDTA may affect the metabolism of metal ions ; this aspect was not discussed in detail in the 1974 evaluation of the WHO. In particular effects due to the binding of zinc ions are reported in literature. The report offers an exploratory discussion of EDTA-Zn interaction and its toxicological impact. An evaluation of the ADI with respect to the possible adverse effect of EDTA on zinc metabolism is not possible without additional experimental data.DGM/DWB-
Dermal effects of pollutants adsorbed to aquatic sediments
Onderwaterbodems van de Nederlandse oppervlaktewateren zijn op diverse locaties verontreinigd met een of meerdere stoffen. Om meer inzicht te verkrijgen in de mogelijke effecten van dermale blootstelling aan deze verontreinigde onderwaterbodems is een literatuuronderzoek verricht met betrekking tot een aantal zware metalen en (gechloreerde) koolwaterstoffen, die veelvuldig in onderwaterbodems zijn aangetroffen. Het onderzoek diende zich te beperken tot mogelijke locale effecten, met name irritatie en sensibilisatie, op de al of niet intacte huid. De in de literatuur gevonden effect-concentraties zijn waar mogelijk per stof gerelateerd aan de door DBW/RIZA opgegeven concentratie in de onderwaterbodem.Abstract not availableDBW/RIZ
Health risk evaluation in a case of soil contamination with mercuric chloride on a former plant in Nijmegen
N.a.v. bodemverontreiniging van het terrein van een voormalig houtconserveringsbedrijf te Nijmegen is een gezondheidskundige evaluatie van het risico voor de gezondheid van mensen a.g.v. blootstelling aan kwik opgesteld. De hoogste concentratie kwik die bepaald werd, bedroeg 160 mg kwik/kg droge stof. De belangrijkste risicogroep wordt gevormd door kinderen omdat zij bij het spelen verontreinigde grond naar binnen kunnen krijgen. Op grond van een schatting van de hoeveelheid grond die kinderen afhankelijk van de leeftijd kunnen "eten", zal voor de kinderen van een, twee, drie en vier jaar in het ernstigste geval de ADI van 0.043 mg kwik per persoon per dag worden overschreden als zij dagelijks op het terrein spelen. Het risico voor de gezondheid kan derhalve voor deze kinderen niet worden uitgesloten als zij dagelijks op het terrein verblijven. Aanbevolen wordt het terrein af te sluiten en zo nodig bij kinderen voor wie schade op de gezondheid niet kan worden uitgesloten op individuele basis nader onderzoek te verrichten.Abstract not availableRGI/
Investigations regarding the mutagenicity of o-chloroaniline and m- cloroaniline in tests with mammalians in vitro and Drosophila melanogaster
Dit onderzoek is uitgevoerd om aanvullende gegevens te verkrijgen t.b.v. de classificatie van de genoemde stoffen in het kader van de Beoordelingscriteria Waterverontreiniging. Hoewel de resultaten een zwakke mutagene werking niet geheel kunnen uitsluiten, wordt gecon- cludeerd dat voor het huidige kader de stoffen niet als mutageen dienen te worden beschouwd.DGMH/BWS-
- …