67 research outputs found

    Effects of acid atmospheric deposition on the chemical composition of loess, clay and peat soils under forest in the Netherlands

    Get PDF
    In addition to a survey of the soils under 150 forest stands on non-calcareous sandy soils, the chemical composition of the soils under 40 stands on non-calcareous loess soil, 30 stands on non-calcareous clay soils and 30 stands on oligotrophous peat soils have been examined, to assess the current status with repect to acidification and eutrophication, and the provide data for further studies. Only the clay soils are not yet seriously affected by the atmospheric inputs. The loess soils are generally considerably acidified, except the alluvial loess soils. The peat soils show a considerable eutrophication, especially in the topsoil, whereas anthropogenic acidification can hardly be separated from their natural acidity. Most investigated heavy metals show elevated concentrations, both in the humus layer and in the top soil, but serious pollution is not found

    Maatregelen om effecten van eutrofiëring en verzuring in bossen met bijzondere natuurwaarden tegen te gaan: synthese

    Get PDF
    In het kader van OBN-onderzoek in de zogenaamde Voedselarme en Droge Bossen met Bijzondere Natuurwaarden ('Droge Bossen') is in de periode 1992-1998 onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om effecten van eutrofiëring en verzuring tegen te gaan. Hiertoe verscheen in 1992 het pre-advies' over de bruikbaarheid van verschillende maatregelen, waarna in een aantal Dennen- en Eikenbossen proefterreinen zijn ingesteld en maatregelen zijn uitgevoerd. Door middel van monitoring zijn de effecten van de maatregelen op de ontwikkeling van deze bossen gevolgd : daarvoor zijn de bosstructuur, bodemvegetatie, mycoflora, bodemgesteldheid en bodemvochttoestand zowel bij aanvang van het project als 5 jaar na dato opgenomen . De resultaten van de heropname zijn recent verschenen', waarmee de eerste fase van de monitoring werd afgesloten

    Chemische samenstelling van bodem en grondwater in het stroomgebied van de Drentse Aa : inventarisatie ten behoeve van de parametrisatie en validatie van de standplaatsmodule van het GREINS - model

    Get PDF
    In 1994 is een inventarisatie uitgevoerd van de chemische samenstelling van de bodem en het freatische grondwater in het stroomgebied van de Drentse Aa. Doel was om het voorgestelde fysiotoopmodel te valideren en de modellering van de bodemontwikkeling te parametriseren en te valideren. De resultaten voor de vaste fase (o.a. organischestofgehalte, C/N-ratio en basenbezetting), het grondwater (ion-concentraties en similariteit met de Maion-referentietypen) en het bodemvocht (ion-concentraties en -ratio's) geven een redelijke onderbouwing van het fysiotoopmodel. De basenklasse is meestal de belangrijkste predictor, en voor de vaste fasegehaltes de grondsoort. Enkele kleine aanpassingen lijken noodzakelijk

    Onderzoek scheurgevoeligheid 2004 : bedrijfsonderzoek naar scheuren van troscherrytomaat en trostomaat

    Get PDF
    Bij tomaten is het dat het ontwikkelingsstadium van de eerste gezette vrucht op het moment dat de laatste vrucht van de tros wordt gezet (FDS: Fruit Development Stage), de scheurgevoeligheid sterk beïnvloedt. De scheurgevoeligheid wordt verder nog beïnvloed door de kas- en klimaatomstandigheden die heersen tijdens de zetting en kleuring van de vruchten

    Behoud van natuurwaarden in droge, voedselarme bossen: hoe effectief zijn effectgerichte maatregelen?

    Get PDF
    Samenvatting Eutrofienng en verzuring hebben geleid tot een groot aantal veranderingen in de Nederlandse bossen gedurende de laatste decennia Droge voedselarnie bossen behorende tot onder andere korstmos dennenbos kussentjesmos dennenbos kraaihei dennenbos en gaffeltandnios eikenbos zijn in dat opzicht bijzonder kwetsbare bostypen Vermesting en verzunng hebben invloed op de vitaliteit en productiviteit van bomen en op bodemkundige eigenschappen die beide op hun beurt weer effecten hebben op de karaktenstieke levensgemeenschappen van deze bossen, vooral gekenmerkt door bijzondere paddestoelen korstmossen en rnossen In het kader van het Overlevingsplan Bos en Natuur is onderzoek gedaan naar maatregelen die in deze bossen kunnen worden uitgevoerd om de negatie ve effecten van eutrofiering en verzuring op de bijzondere natuurwaarden tegen te gaan Daartoe zijn in de periode 1994 1999 effecten van plaggen en dunnen alleen dunnen en niets doen op een aantal ecosysteemkenmerken onder zocht Verondersteld werd dat deze maatregelen zouden leiden tot een terugzet ten van de successie naar het (korst )mosnjke stadium en een herstel van de ectomycorrhiza paddestoelen In de dennenbossen bleek de combinatie van plaggen en dunnen succesvol voor de bodemvegetatie en paddestoelenflora Deze ingreep leidde tot een teruqzet ting van de vegetatiesuccessie Op de ectomycorrhizapaddestOelen had deze ingreep tot gevolg dat zowel aantallen (Rode Lijst) soorten als vruchtlichamen waren toegenomen De maatregel dunnen alleen had niet of nauwelijks effect Vermindenng van de strooiselval op zich is derhalve onvoldoende voor herstel van de natuurwaarden De belangrijkste maatregel betreft de verlaging van de strooisel en humusvoorraad door plaggen Wel lijkt er sprake van een aanvullend positief effect door dunnen doordat daardoor de opbouw van een nieuwe strooi sel en humuslaag wordt vertraagd De maatregelen in de dennenbossen hebben geleid tot de gewenste ontwikkelingen Plaggen en dunnen is voor de dennen bossen een praktijknjpe maatregel Fris echter ook sprake van een duidelijke ten dens in de richting van de vegetatiesamenstelling zoals die bestond voor de ingrepen Om permanente verbetering te krijgen van de conditie is echter peno diek ingrijpen nodig In de eikenopstanden is sprake van ofwel een snelle terugkeer naar de uitgangs situatie ofwel een niet gewenste ontwikkeling Hier hebben de behandelingen slechts zeer beperkt geresulteerd in soorten uit eerdere successiestadia De behandelingen waren derhalve niet succesvol Hierbij kan een rol spelen dat (veel) te weinig organisch materiaal is verwijderd waardoor de nutrientendynamiek hoog is gebleven Het achterwege blijven van natuurherstel roept hier de vraag op of meer drastische ingrepen die lijken op die in de dennenbossen moeten worden uitgevoerd en onderzorht of dat het gaffeltandmos-eikenbos voor Nederland als verloren beschouwd moet worde

    Inleiding.

    No full text
    corecore