The physician's tears:Experiences and attitudes of crying among physicians and medical interns

We examined several aspects of the crying experiences of physicians and medical interns, including the most common reasons to cry in the workplace, and their perceptions of and attitudes towards crying in the workplace and in the presence of a patient. A sample of Dutch physicians and medical interns (Nphysicians = 1068 and Nmedical interns = 302 and for the full version Nphysicians = 776 and Nmedical interns = 181) completed an especially designed anonymous online questionnaire about experiences with crying in the workplace, and perceptions of and attitudes towards crying in the workplace and in the presence of patients. Crying is a rather frequent behavior among physicians, in particular when they have to deal with the severe suffering of patients and their relatives. We found a considerable variety in the attitudes and perception of crying in the work setting, although there was also much agreement that crying in the presence of a patient is only appropriate if it is over the condition of the patient. Physicians reported a slightly more positive attitude and a stronger need for more attention to this topic in training and education than medical interns. Crying in the medical setting is a common, though understudied phenomenon. There is a strong need for further research on this topic in order to understand it better and how and when it might interfere with or facilitate with the therapeutic process. We strongly feel that currently the time is ripe for this topic because in particular the physicians expressed a greater need for more attention to this topic in training and the medical interns showed signs of, perhaps unhealthy, suppression of their emotions

Resilience among police officers:A critical systematic review of used concepts, measures, and predictive values of resilience

Resilience, hardiness, and psychological capital are considered to be important capacities for police officers to cope with and adapt to challenging stressful and potentially traumatic situations. Despite their growing popularity, a systematic review assessing used concepts and instruments for these capacities and synthesizing the results of studies on the predictive values of resilience, hardiness, and psychological capital among police officers is absent. The aim of the present study is to fill this gap of scientific knowledge, and for this purpose, a systematic literature search was conducted using PsycInfo, Pubmed, and Web of Science. We identified 17 cross-sectional and 5 longitudinal studies. Results showed that resilience, hardiness, and psychological capital were studied mostly in relation to physical and mental health variables. No study focused on officers’ professional functioning. In both cross-sectional and longitudinal studies, associations with health variables were very weak to moderate, while cross-sectional studies mostly yielded stronger associations than longitudinal associations. In sum, we found no empirical support for the growing popularity

Decisions on disclosure of mental illness in the workplace: Evaluation of a stigma awareness intervention for unemployed people with mental illness

Werk is belangrijk voor mensen en draagt – onder goede voorwaarden – bij aan een goede gezondheid, persoonlijk welzijn en maatschappelijke participatie. Mensen met psychische problemen zijn drie tot zeven keer vaker werkloos dan mensen zonder psychische problemen. Aangezien wereldwijd één op de drie mensen in hun leven psychische problemen zal krijgen, vormt deze ongelijkheid een serieus aandachtspunt voor de volksgezondheid. Vooroordelen, negatieve bejegening en benadeling in de werksfeer worden steeds meer erkend als belangrijke belemmeringen voor duurzame arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen. Deze problematiek wordt in het woord ‘stigma’ samengevat. In dit proefschrift wordt nader onderzocht welke rol stigma heeft bij de arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen en in hoeverre een stigma bewustwordingsinterventie kan bijdragen aan het vinden en behouden van werk. In dit proefschrift zijn onder meer de opvattingen en zorgen van managers met betrekking tot het aannemen van een sollicitant met psychische problemen onderzocht. Hiervoor werd een vragenlijstonderzoek uitgevoerd, waarin de attitudes en bereidheid van managers om mensen met psychische problemen aan te nemen werd onderzocht. De meerderheid (64%) van de Nederlandse managers blijkt terughoudend te zijn om iemand met huidige psychische problemen in dienst te nemen. Bovendien was ongeveer een derde van de managers terughoudend om een sollicitant met psychische problemen in het verleden aan te nemen. Deze cijfers laten zien dat zelfs als psychische problemen voorbij zijn, mensen door stigma nog steeds belemmerd kunnen worden bij het vinden van werk. Verder zijn in dit proefschrift de effecten onderzocht van een stigma bewustwordingsinterventie, die zich richtte op zowel werkzoekenden als hun begeleiders. Dit onderzoek vond plaats in de gemeentelijke reïntegratiepraktijk, waarbij werd samengewerkt met Noord-Brabantse gemeenten en organisaties die werken in opdracht van gemeente. Aan de studie namen 153 werkzoekenden deel met een bijstandsuitkering en psychische problemen. De interventie bestond uit twee onderdelen. Deelnemers aan de interventiegroep kregen de CORAL beslishulp. CORAL (Conceal OR ReveAL) is een brochure waarin mensen gestimuleerd om zelf na te denken over afwegingen om wel of niet open te zijn over psychische problemen en op welk moment dit het beste voor hen past. Ten tweede bestond deze interventie uit een training voor re-integratieprofessionals die bestond uit drie bijeenkomsten waarin we aandacht voor het onderwerp stigma hebben vergroot. In een cluster randomized controlled trial (RCT) zijn de effecten hiervan onderzocht op het vinden en behouden van betaald werk en op keuzestress rondom de keuze om wel of niet open te zijn over psychische problemen in de werkomgeving. De bevindingen van dit proefschrift lieten zien dat de stigma bewustwordingsinterventie effectief was in het verbeteren van de arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen. Na zes maanden was het percentage deelnemers dat werk vond in de interventiegroep (51%) significant hoger dan in de controlegroep (26%). Bovendien hadden na twaalf maanden significant meer deelnemers van de interventiegroep (49%) betaald werk behouden in vergelijking met de controlegroep (23%). Dit is de eerste studie die de rol van stigmatisering en het openheidsdilemma in de werkcontext op de arbeidsparticipatie van werkzoekenden in Nederland onderzoekt. De terughoudendheid van leidinggevenden om mensen met psychische problemen aan te nemen illustreert het belang voor mensen met psychische problemen om weloverwogen beslissingen te nemen over het wel of niet open zijn over psychische problemen in de werkcontext. Het is veelbelovend dat een relatief eenvoudige en betaalbare interventie, die breed kan worden ingezet bij de arbeidsreïntegratie van mensen met psychische problemen, invloed heeft op de arbeidskansen van werkzoekenden met psychische problemen. Als toekomstige studies onze bevindingen kunnen bevestigen, zou dit betekenen dat twee keer zoveel werkzoekenden met psychische problemen betaald werk kunnen vinden en behouden met behulp van de stigma bewustwordingsinterventie. Dit zou mensen in kwetsbare posities enorm ten goede komen, o.a. op het gebied van gezondheid en welzijn, maar ook de samenleving als geheel

Decisions on disclosure of mental illness in the workplace:Evaluation of a stigma awareness intervention for unemployed people with mental illness

Werk is belangrijk voor mensen en draagt – onder goede voorwaarden – bij aan een goede gezondheid, persoonlijk welzijn en maatschappelijke participatie. Mensen met psychische problemen zijn drie tot zeven keer vaker werkloos dan mensen zonder psychische problemen. Aangezien wereldwijd één op de drie mensen in hun leven psychische problemen zal krijgen, vormt deze ongelijkheid een serieus aandachtspunt voor de volksgezondheid. Vooroordelen, negatieve bejegening en benadeling in de werksfeer worden steeds meer erkend als belangrijke belemmeringen voor duurzame arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen. Deze problematiek wordt in het woord ‘stigma’ samengevat. In dit proefschrift wordt nader onderzocht welke rol stigma heeft bij de arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen en in hoeverre een stigma bewustwordingsinterventie kan bijdragen aan het vinden en behouden van werk. In dit proefschrift zijn onder meer de opvattingen en zorgen van managers met betrekking tot het aannemen van een sollicitant met psychische problemen onderzocht. Hiervoor werd een vragenlijstonderzoek uitgevoerd, waarin de attitudes en bereidheid van managers om mensen met psychische problemen aan te nemen werd onderzocht. De meerderheid (64%) van de Nederlandse managers blijkt terughoudend te zijn om iemand met huidige psychische problemen in dienst te nemen. Bovendien was ongeveer een derde van de managers terughoudend om een sollicitant met psychische problemen in het verleden aan te nemen. Deze cijfers laten zien dat zelfs als psychische problemen voorbij zijn, mensen door stigma nog steeds belemmerd kunnen worden bij het vinden van werk. Verder zijn in dit proefschrift de effecten onderzocht van een stigma bewustwordingsinterventie, die zich richtte op zowel werkzoekenden als hun begeleiders. Dit onderzoek vond plaats in de gemeentelijke reïntegratiepraktijk, waarbij werd samengewerkt met Noord-Brabantse gemeenten en organisaties die werken in opdracht van gemeente. Aan de studie namen 153 werkzoekenden deel met een bijstandsuitkering en psychische problemen. De interventie bestond uit twee onderdelen. Deelnemers aan de interventiegroep kregen de CORAL beslishulp. CORAL (Conceal OR ReveAL) is een brochure waarin mensen gestimuleerd om zelf na te denken over afwegingen om wel of niet open te zijn over psychische problemen en op welk moment dit het beste voor hen past. Ten tweede bestond deze interventie uit een training voor re-integratieprofessionals die bestond uit drie bijeenkomsten waarin we aandacht voor het onderwerp stigma hebben vergroot. In een cluster randomized controlled trial (RCT) zijn de effecten hiervan onderzocht op het vinden en behouden van betaald werk en op keuzestress rondom de keuze om wel of niet open te zijn over psychische problemen in de werkomgeving. De bevindingen van dit proefschrift lieten zien dat de stigma bewustwordingsinterventie effectief was in het verbeteren van de arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen. Na zes maanden was het percentage deelnemers dat werk vond in de interventiegroep (51%) significant hoger dan in de controlegroep (26%). Bovendien hadden na twaalf maanden significant meer deelnemers van de interventiegroep (49%) betaald werk behouden in vergelijking met de controlegroep (23%). Dit is de eerste studie die de rol van stigmatisering en het openheidsdilemma in de werkcontext op de arbeidsparticipatie van werkzoekenden in Nederland onderzoekt. De terughoudendheid van leidinggevenden om mensen met psychische problemen aan te nemen illustreert het belang voor mensen met psychische problemen om weloverwogen beslissingen te nemen over het wel of niet open zijn over psychische problemen in de werkcontext. Het is veelbelovend dat een relatief eenvoudige en betaalbare interventie, die breed kan worden ingezet bij de arbeidsreïntegratie van mensen met psychische problemen, invloed heeft op de arbeidskansen van werkzoekenden met psychische problemen. Als toekomstige studies onze bevindingen kunnen bevestigen, zou dit betekenen dat twee keer zoveel werkzoekenden met psychische problemen betaald werk kunnen vinden en behouden met behulp van de stigma bewustwordingsinterventie. Dit zou mensen in kwetsbare posities enorm ten goede komen, o.a. op het gebied van gezondheid en welzijn, maar ook de samenleving als geheel

Improving work participation outcomes among unemployed people with mental health issues/mental illness:Feasibility of a stigma awareness intervention

PurposeAs stigma is a barrier to work participation of unemployed people with mental health issues/mental illness (MHI), a stigma awareness intervention can be helpful to make informed decisions about disclosing MHI. The aim of this process evaluation was to investigate the feasibility of a stigma awareness intervention, to explore experiences of clients and their employment specialists; and to give recommendations for further implementation.MethodsThe intervention consisted of a stigma awareness training for employment specialists and a decision aid tool for their clients with (a history of) MHI. For the process evaluation, six process components of the Linnan &amp; Stecklar framework were examined: recruitment, reach, dose delivered, dose received, fidelity and context. Using a mixed-methods design, quantitative and qualitative data were collected and analyzed.ResultsThe six components showed the intervention was largely implemented as planned. Questionnaire data showed that 94% of the clients found the tool useful and 87% would recommend it to others. In addition, more than half (54%) indicated the tool had been helpful in their disclosure decision. Qualitative data showed that participants were mainly positive about the intervention. Nevertheless, only a minority of clients and employment specialists had actually discussed the tool together. According to both, the intervention had increased their awareness of workplace stigma and the disclosure dilemma.ConclusionThe implementation of a stigma awareness intervention was feasible and did increase stigma awareness. Experiences with the intervention were mainly positive. When implementing the tool, it is recommended to embed it in the vocational rehabilitation system, so that discussing the disclosure dilemma becomes a routine.<br/