14 research outputs found
Internationale scheepvaart- en luchtvaartbunkerbrandstoffen: trends, rangorde van landen en vergelijking met nationale CO2-emissies
In dit rapport worden het brandstofgebruik en de CO2-emissies van internationaal transport samengevat en geanalyseerd. Deze analyse is gebaseerd op de best-beschikbare gegevens uit internationale energiestatistieken, die verzameld zijn door het International Energy Agency (IEA). Met deze gegevens van de IEA worden voor internationale zeescheepvaart en luchtvaart apart de aandelen in 1990 en de trends in de periode 1970-1995 van nationaal en mondiaal energiegebruik van bunkers en hun CO2-emissies geanalyseerd. Ook worden de mondiale totale internationale transportemissies vergeleken met de 'nationale' emissies en de totale transportemissies. In de afgelopen 25 jaar was de gemiddelde jaarlijke mondiale toename van CO2-emissies van scheepvaartbunkers ca. 0.8% en van luchtvaartemissies ca. 3.3% per jaar. De jaarlijkse variaties per land van verbruik door scheepvaartbunkers zijn groter dan bij verbruik van luchtvaartbrandstof, soms meer dan 50%. Het verschil tussen energieverbruik voor binnenlands gebruik en internationaal gebruik is echter bij luchtvaart moeilijker vast te stellen dan voor scheepvaart. De belangrijkste brandstof voor internationale scheepvaart is zware stookolie. Het aandeel van dieselolie is langzaam gestegen van 11% in 1970 tot 20% in 1990. De belangrijkste vliegtuigbrandstof is jetfuel (kerosine). Het kleine aandeel vliegtuigbenzine (avgas) daalt langzaam van ca. 4% in 1970 tot 1,3% in 1990. Dieselolie en avgas hebben een klein aandeel en hun emissiefactor voor CO2 verschilt maar en paar procent van die van zware stookolie en kerosine. Daarom heeft de verschuiving in de brandstofmix maar een gering effect op de CO2-emissies van deze bronnen. De mondiale CO2-emissie van internationale scheepvaart en luchtvaart droegen in 1990 respectievelijk ca. 1,8% en 2,4% bij, uitgedrukt als percentage van de totale 'nationale' anthropogene emissies (excl. ontbossing). Bij de luchtvaartemissies zit een onbekend deel van binnenlands vliegverkeer; beide bronnen dragen nu dus ongeveer 2% bij aan de totale door de mens veroorzaakte CO2-emissies; vergeleken met die van de totale transportsector, is het aandeel van internationale transport ca. 20%.This report summarises and characterises fuel consumption and associated CO2 emissions from international transport based on energy statistics compiled by the International Energy Agency (IEA). Shares in 1990 and 1970-1995 trends in national and global bunker fuel consumption, and associated CO2 emissions, are analysed for marine and air transport. The global total of international transport emissions too are compared with national emissions and domestic transport emissions. During the last 25 years the average global annual increase was about 0.8% for marine bunkers and about 3.3% for aviation emissions. Annual variations of marine bunker fuel use per country are larger than of aviation fuel use, sometimes more than 50%. However, the distinction between fuel use for domestic and international aviation is more difficult to monitor. The dominant fuel in marine bunker fuel consumption is residual fuel oil ('heavy fuel oil'). The share of diesel oil slowly increased from 11% in 1970 to 20% in 1990. Aviation fuels sold are predominantly jet fuel ('jet kerosene'). The small share of aviation petrol is slowly decreasing: from about 4% in 1970 to 1.3% in 1990. Carbon dioxide emissions from the combustion of international marine bunker fuels and aviation in 1990 contributed globally about 1.8% and 2.4%, respectively, to the total global anthropogenic emissions (excluding deforestation). However, aviation emissions include an unknown percentage for domestic aviation. When compared with total transport emissions, international transport has a share of 20%. For both marine and aviation bunker fuel, the Top-10 of the highest consumer countries account for about two-thirds of the global total; the Top-25 countries already account for 85% or more of the total CO2 emissions worldwide.DG
Nederlandse broeikasgasemissies. 1990-2000. Nationaal Inventarisatie Rapport 2002
This report documents the 2002 Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory in accordance with the United Nation's Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of an assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. From the inventory it can be concluded that total CO2-equivalent emissions of the six greenhouse gases together increased in 2000 by about 3% relative to 1990 (1995 for fluorinated gases). This increase would be a half per cent less when comparing temperature-corrected emissions. Without policy measures emissions in 2000 would have been about 10% higher. Emissions of CO2 and N2O have increased from 1990 to 2000 by about 9% and 3%, respectively, while in the same period CH4 emissions have decreased by 24%. Of the fluorinated greenhouse gases, for which 1995 is the reference year, emissions of HFCs and PFCs decreased by 34 and 18% in 2000, respectively, while SF6 emissions (completely recalculated) decreased by about 9%.Een Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de nationale rapportageverplichtingen in 2002 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UN-FCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. Er worden trendanalyses gegeven voor de emissies van broeikasgas in de periode 1990-2000; een analyse van zgn. sleutelbronnen en de onzekerheid in hun emissies volgens de zgn. 'Tier 1' methodiek van het IPCC-rapport over Good Practice Guidance; documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren; en een overzicht van het kwaliteitssysteem en de verificatie van de emissiecijfers voor de Nederlandse Emissie-Registratie. De totale netto CO2-eq.-emissies waren in 2000 3% hoger dan in 1990 (1995 voor de F-gassen). Dit wordt een half procent minder na temperatuurcorrectie. Zonder beleidsmaatregelen zouden de emissies in 2000 ca. 10% hoger zijn geweest. In deze periode zijn de emissies van CO2 en N2O met resp. 9% en 3% gestegen, terwijl de CH4-emissies met 24% daalden. Van de zgn. F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, daalden de HFK- en PFK-emissies met resp. 34% and 18% in 2000 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van SF6 met 9% daalden
Nederlandse broeikasgasemissies. Samenvatting 1990-1998 (IPCC Tabellen 1-7)
This report documents the 1998 Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory according to the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism and to the United Nation's Framework Convention on Climate Change (FCCC). From the inventories it can be concluded that emissions of CO2 and N2O increased from 1990 to 1998 by about 12% and 9%, respectively, while in the same period CH4 emissions have decreased by 18%. Of the new gases, for which 1995 is a reference year, emissions of PFCs increased by 4% in 1998, while emissions of HFCs and SF6 (potential) remained at the same level. Total CO2-eq. emissions have increased in 1998 by 8% relative to 1990 (1995 for fluorinated gases) (6% when correcting for temperature).Dit rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de rapportageverplichtingen in 1998 in het kader van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie en aan de verplichtingen in het kader van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties. Uit de inventarisatie blijkt dat in de periode 1990-1998 de emissies van CO2 en N2O met resp. 12% en 9% zijn gestegen, terwijl de CH4-emissies met 18% daalden. Van de zgn. F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, stegen de PFK-emissies met 4% in 1998 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van HFK's en SF6 (potentieel) op hetzelfde niveau bleven. De totale CO2-eq. emissies waren in 1998 8% hoger dan in 1990 (1995 voor de F-gassen) (6% bij temperatuurcorrectie)
Nederlandse broeikasgasemissies. Samenvatting 1990-1998 (IPCC Tabellen 1-7)
Dit rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de rapportageverplichtingen in 1998 in het kader van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie en aan de verplichtingen in het kader van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties. Uit de inventarisatie blijkt dat in de periode 1990-1998 de emissies van CO2 en N2O met resp. 12% en 9% zijn gestegen, terwijl de CH4-emissies met 18% daalden. Van de zgn. F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, stegen de PFK-emissies met 4% in 1998 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van HFK's en SF6 (potentieel) op hetzelfde niveau bleven. De totale CO2-eq. emissies waren in 1998 8% hoger dan in 1990 (1995 voor de F-gassen) (6% bij temperatuurcorrectie).This report documents the 1998 Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory according to the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism and to the United Nation's Framework Convention on Climate Change (FCCC). From the inventories it can be concluded that emissions of CO2 and N2O increased from 1990 to 1998 by about 12% and 9%, respectively, while in the same period CH4 emissions have decreased by 18%. Of the new gases, for which 1995 is a reference year, emissions of PFCs increased by 4% in 1998, while emissions of HFCs and SF6 (potential) remained at the same level. Total CO2-eq. emissions have increased in 1998 by 8% relative to 1990 (1995 for fluorinated gases) (6% when correcting for temperature).DG
Nederlandse broeikasgasemissies. 1990-2001. Nationaal Inventarisatie Rapport 2003
This report documents the 2003 Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory in accordance with the United Nation's Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of an assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. From the inventory it can be concluded that total CO2-equivalent emissions of the six greenhouse gases together increased in 2001 by about 4% relative to 1990 (1995 for fluorinated gases). This increase would be 2%-points less for temperature-corrected emissions. Emissions of CO2 increased from 1990 to 2001 by 13%, while in the same period CH4 and N2O emissions decreased by about 25% and 3%, respectively. For the fluorinated greenhouse gases, for which 1995 is the reference year, total emissions decreased by 60%. Emissions of HFCs and PFCs decreased by 75% and 20% in 2001, respectively, while SF6 emissions increased by about 7%.Dit rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de nationale rapportageverplichtingen in 2003 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UN-FCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. Dit rapport bevat trendanalyses voor de emissies van broeikasgas in de periode 1990-2001; een analyse van zgn. sleutelbronnen en de onzekerheid in hun emissies; documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren; en een overzicht van het kwaliteitssysteem en de verificatie van de emissiecijfers voor de Nederlandse Emissieregistratie. De totale netto CO2-eq.-emissies waren in 2001 4% hoger dan in 1990 (1995 voor de F-gassen). Dit wordt 2%-punt minder na temperatuurcorrectie. In die periode is de emissie van CO2 met 13% toegenomen, terwijl de CH4- en N2O-emissies met resp. 25% en 3% afnamen. Van de zgn. F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, nam de totale emissie met 60% af. De HFK- en PFK-emissies namen met resp. 75% en 20% af, terwijl de SF6 met 7% toenamen in 2001 ten opzichte van 1995
Nederlandse broeikasgasemissies. 1990-1999. Nationaal Inventarisatie Rapport
This report documents the 2001 Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory in accordance with the United Nation's Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of a first assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. From the inventory it can be concluded that total CO2-equivalent emissions of the six greenhouse gases together increased in 1999 by about 6% relative to 1990 (1995 for fluorinated gases). This increase would be a half per cent less when comparing temperature-corrected emissions. Emissions of CO2 and N2O have increased from 1990 to 1999 by about 8% and 15%, respectively, while in the same period CH4 emissions have decreased by 20%, effectively to a level 0.5% point below N2O emissions. Of the fluorinated greenhouse gases, for which 1995 is the reference year, emissions of HFCs and PFCs increased by 20 and 40% in 1999, respectively, while SF6 emissions (completely recalculated) decreased by about 20%.Dit rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de nationale rapportageverplichtingen in 2001 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UN-FCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. Dit rapport bevat trendanalyses voor de emissies van broeikasgas in de periode 1990-1999; een eerste analyse van zgn. sleutelbronnen en de onzekerheid in hun emissies volgens de zgn. 'Tier 1' methodiek van het IPCC-rapport over Good Practice Guidance; documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren; en een overzicht van het kwaliteitssysteem en de verificatie van de emissiecijfers voor de Nederlandse Emissie-Registratie. De totale netto CO2-eq.-emissies waren in 1999 6% hoger dan in 1990 (1995 voor de F-gassen). Dit wordt een half procent minder na temperatuurcorrectie. In die periode zijn de emissies van CO2 en N2O zijn met resp. 8% en 15% gestegen, terwijl de CH4-emissies met 20% daalden tot een niveau dat 0.5% onder dat van de N2O-emissies in 1999 ligt. Dit maakt N2O in 1999 tot het tweede broeikasgas van Nederland (afgezien van de onzekerheden). Van de zgn. F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, stegen de HFK- en PFK-emissies met resp. 20% and 40% in 1999 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van SF6 (geheel herberekend) met 20% daalden
Nederlandse broeikasgasemissies 1990-2003 -Nationaal Inventarisatie Rapport 2005
Dit jaarlijkse rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de rapportageverplichtingen van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. In 2003 waren de totale broeikasgasemissies (exclusief landgebruik) circa 1% hoger dan in het basisjaar (1990, maar 1995 voor de gefluorideerde gassen) en zonder temperatuurcorrectie. In periode 1990-2003 zijn de emissies van CO2 exclusief landgebruik met 12% toegenomen, terwijl de CH4 en N2O-emissies met respectievelijk 32% en 19% afnamen. Van de zogenaamde F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, nam de totale emissie met circa 60% af. De HFK- en PFK-emissies namen met respectievelijk 75% en 25% af in 2003 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van SF6 met 11% toenamen. De grootste wijzigingen in totale broeikasgasemissies in 2003 ten opzichte van 2002 worden veroorzaakt door toename van 3,1 Mton (1,7%) van de CO2-emissies, vooral van de streefwaardesectoren gebouwde omgeving (5%), industrie/energiesector (0,9%) en transportsector (2,0%), terwijl de emissies in de landbouw daalden (-2,2%). De methaanuitstoot is met 0,7 Mton CO2-eq. (4,2%) afgenomen (met name bij afval en landbouw). Ook de N2O-uitstoot is in 2003 met 0,7 Mton-CO2-eq. afgenomen (3,6%) (met name in landbouw en industriele procesemissies). Dit rapport bevat onder andere trendanalyses voor de emissies van broeikasgassen in de periode 1990-2003 en documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren. Ook worden de nationale broeikasgasemissies per streefwaardesector samengevat, zoals gebruikt in het Nederlandse nationale klimaatbeleid. Veel aandacht wordt dit jaar besteed aan de documentatie van de vele uitgevoerde herberekeningen.This report documents the Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory in accordance with the United Nation's Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of an assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. Special attention is paid to documenting the many recalculations performed to improve transparency and consistency over time and, thus, to better comply with IPCC and UNFCCC guidelines on methodologies and reporting. From the inventory it can be concluded that total CO2-equivalent emissions of the six greenhouse gases together increased in 2003 by about 1 % relative to 1990 (1995 for fluorinated gases) (excluding LUCF). Emissions of CO2 excluding LUCF increased from 1990 to 2003 by 12%, while in the same period CH4 and N2O emissions decreased by about 32% and 19%, respectively. For the fluorinated greenhouse gases, for which 1995 is the reference year, total emissions decreased by 60%. Emissions of HFCs and PFCs decreased by 75% and 25% in 2005, respectively, while SF6 emissions increased by 11% above the 1995 level.VROM-DGM-Kv
Nederlandse broeikasgasemissies 1990-2003 -Nationaal Inventarisatie Rapport 2005
This report documents the Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory in accordance with the United Nation's Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of an assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. Special attention is paid to documenting the many recalculations performed to improve transparency and consistency over time and, thus, to better comply with IPCC and UNFCCC guidelines on methodologies and reporting. From the inventory it can be concluded that total CO2-equivalent emissions of the six greenhouse gases together increased in 2003 by about 1 % relative to 1990 (1995 for fluorinated gases) (excluding LUCF). Emissions of CO2 excluding LUCF increased from 1990 to 2003 by 12%, while in the same period CH4 and N2O emissions decreased by about 32% and 19%, respectively. For the fluorinated greenhouse gases, for which 1995 is the reference year, total emissions decreased by 60%. Emissions of HFCs and PFCs decreased by 75% and 25% in 2005, respectively, while SF6 emissions increased by 11% above the 1995 level.Dit jaarlijkse rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de rapportageverplichtingen van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. In 2003 waren de totale broeikasgasemissies (exclusief landgebruik) circa 1% hoger dan in het basisjaar (1990, maar 1995 voor de gefluorideerde gassen) en zonder temperatuurcorrectie. In periode 1990-2003 zijn de emissies van CO2 exclusief landgebruik met 12% toegenomen, terwijl de CH4 en N2O-emissies met respectievelijk 32% en 19% afnamen. Van de zogenaamde F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, nam de totale emissie met circa 60% af. De HFK- en PFK-emissies namen met respectievelijk 75% en 25% af in 2003 ten opzichte van 1995, terwijl de emissies van SF6 met 11% toenamen. De grootste wijzigingen in totale broeikasgasemissies in 2003 ten opzichte van 2002 worden veroorzaakt door toename van 3,1 Mton (1,7%) van de CO2-emissies, vooral van de streefwaardesectoren gebouwde omgeving (5%), industrie/energiesector (0,9%) en transportsector (2,0%), terwijl de emissies in de landbouw daalden (-2,2%). De methaanuitstoot is met 0,7 Mton CO2-eq. (4,2%) afgenomen (met name bij afval en landbouw). Ook de N2O-uitstoot is in 2003 met 0,7 Mton-CO2-eq. afgenomen (3,6%) (met name in landbouw en industriele procesemissies). Dit rapport bevat onder andere trendanalyses voor de emissies van broeikasgassen in de periode 1990-2003 en documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren. Ook worden de nationale broeikasgasemissies per streefwaardesector samengevat, zoals gebruikt in het Nederlandse nationale klimaatbeleid. Veel aandacht wordt dit jaar besteed aan de documentatie van de vele uitgevoerde herberekeningen
Nederlandse broeikasgasemissies 1990-2002. Nationaal Inventarisatie Rapport 2004
This report documents the 2004 Netherlands' annual submission of its greenhouse gas emission inventory in accordance with the United Nation's Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the European Union's Greenhouse Gas Monitoring Mechanism. The report comprises explanations of observed trends in emissions; a description of an assessment of key sources and their uncertainty; documentation of methods, data sources and emission factors applied; and a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. Since the previous submission, the emission trend has been adjusted downwards by 2% due to recalculations. From the present inventory it can be concluded that total greenhouse gas emissions were in 2002 the same as in the base year 1990 (1995 for fluorinated gases). The 2002 emissions would be 3%-points more when corrected for temperature (the mild winter). Emissions of CO2 increased from 1990 to 2002 by 10%, while in the same period CH4 and N2O emissions decreased by about 32% and 7%, respectively. For the fluorinated greenhouse gases, for which 1995 is the reference year, total emissions decreased by 60%. Emissions of HFCs and PFCs decreased by 65% and 35% in 2002, respectively, while SF6 emissions increased by about 15%. Next year, other adjustments will be made, possibly of a few per cent, due to recalculations for many sources and gases carried out as the last part of the inventory improvement programme to ensure that the inventory complies with the requirements of the UNFCCC and the Kyoto Protocol.Dit rapport over de Nederlandse inventarisatie van broeikasgasemissies is geschreven om te voldoen aan de nationale rapportageverplichtingen in 2004 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC) en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. Dit rapport bevat trendanalyses voor de emissies van broeikasgas in de periode 1990-2002; een analyse van zgn. sleutelbronnen en de onzekerheid in hun emissies; documentatie van gebruikte berekeningsmethoden, databronnen en toegepaste emissiefactoren; en een overzicht van het kwaliteitssysteem en de verificatie van de emissiecijfers voor de Nederlandse Emissieregistratie. Afgelopen jaar is de emissietrend door herberekeningen met 2% naar beneden bijgesteld. Volgens de huidige inventarisatie is totale uitstoot van broeikasgassen in 2002 gelijk aan die in het basisjaar 1990 (1995 voor de F-gassen). Na temperatuurcorrectie voor 2002 zijn de emissies 3% hoger. In die periode zijn de emissies van CO2 met 10% toegenomen, terwijl de CH4- en N2O-emissies met resp. 32% en 7% afnamen. Van de zgn. F-gassen, waarvoor 1995 het referentiejaar is, nam de totale emissie met 60% af. De HFK- en PFK-emissies namen met resp. 65% en 35% af, terwijl de SF6 met circa 15% toenamen in 2002 ten opzichte van 1995. Volgend jaar zal opnieuw een bijstelling volgen van mogelijk enkele procenten omdat in het kader van de afronding van het verbeterprogramma voor veel bronnen en stoffen de emissies herberekend zullen worden zodat voldaan wordt aan de eisen van de UNFCCC en het Kyoto Protocol
Toepassingen van de EDGAR emissies database voor mondiaal atmosferish onderzoek
Verschenen met RIVM EN NOP nummer!Abstract niet beschikbaarEDGAR 2.0 (Emission Database for Global Atmospheric Research) provided global annual emissions for 1990 of greenhouse gases CO2, CH4 and N2O and precursor gases CO, NOx, NMVOC and SO2 both per region and on a 1 degrees x 1degrees grid. Similar inventories were compiled for a number of CFCs, halons and methyl bromide, methyl chloroform. This report discusses the applications of EDGAR 2.0 over the last couple of years as well as the validation and uncertainty analysis carried out. About 700 users have downloaded EDGAR 2.0 data during the last 24 year. In addition, the approach taken to compile EDGAR 3.0 is discussed: update and extension from 1990 to 1995 for all gases and extended time series for direct greenhouse gases to 1970-1995 and inclusion of the new 'Kyoto' greenhouse gases HFCs, PFCs, SF6. Selected time profiles for the seasonality of anthropogenic sources are also discussed. The work is linked into and part of the Global Emissions Inventory Activity (GEIA) of IGBP/IGAC.SG-NO