Roodbont Fries vee : adviezen voor opzetten fokprogramma

Het doel van dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de demografische en genetische situatie van het Roodbont Fries Vee en het aandragen van bouwstenen voor een goed genetisch beheer. Aansluitende analyses zijn uitgevoerd om de haalbaarheid van een fundamentfokkerij in kaart te brengen. De demografische analyse gaf aan dat het aantal raszuivere Fries Roodbonten sterk is afgenomen sinds 1986. Momenteel worden er jaarlijks slechts 60 raszuivere Fries Roodbonte kalveren geboren. Dit heeft dan direct een impact op de genetische verwantschappen in de populatie. Om die goed in kaart te brengen, is het noodzakelijk dat de stamboom toch zeker minimaal 3 generaties teruggaat. Het absolute inteeltniveau van de populatie is te hoog. Door dit hoge niveau kunnen erfelijke gebreken de kop opsteken. Om het inteeltniveau in de populatie te beheersen is het belangrijk om een breed palet aan stieren in te zetten. Uit de analyses ten aanzien van de fundamentfokkerij blijkt dat er wel bedrijven aan te wijzen zijn die nauwelijks aan elkaar verwant zijn. Helaas weten wij niet welke bedrijven dat zijn, aangezien er geanonimiseerde data is geanalyseerd. Voor fundamenten is het vooral belangrijk dat de veehouders binnen dit fundament overeenstemming hebben over het eigen fokdoel. Verder moeten de onverwante dieren in verschillende fundamenten zitten om zo de diversiteit tussen de fundamenten zo veel mogelijk te behouden

Suitability of cross-bred cows for organic farms based on cross-breeding effects on production and functional traits

Data from 113 Dutch organic farms were analysed to determine the effect of cross-breeding on production and functional traits. In total, data on 33 788 lactations between January 2003 and February 2009 from 15 015 cows were available. Holstein–Friesian pure-bred cows produced most kg of milk in 305 days, but with the lowest percentages of fat and protein of all pure-bred cows in the data set. Cross-breeding Holstein dairy cows with other breeds (Brown Swiss, Dutch Friesian, Groningen White Headed, Jersey, Meuse Rhine Yssel, Montbéliarde or Fleckvieh) decreased milk production, but improved fertility and udder health in most cross-bred animals. In most breeds, heterosis had a significant effect (P <0.05) on milk (kg in 305 days), fat and protein-corrected milk production (kg in 305 days) and calving interval (CI) in the favourable direction (i.e. more milk, shorter CI), but unfavourably for somatic cell count (higher cell count). Recombination was unfavourable for the milk production traits, but favourable for the functional traits (fertility and udder health). Farm characteristics, like soil type or housing system, affected the regression coefficients on breed components significantly. The effect of the Holstein breed on milk yield was twice as large in cubicle housing as in other housing systems. Jerseys had a negative effect on fertility only on farms on sandy soils. Hence, breed effects differ across farming systems in the organic farming and farmers can use such information to dovetail their farming system with the type of cow they use