16 research outputs found

    Werk en gezin: over het gebruik van voorschoolse kinderopvang in het Vlaams Gewest

    No full text
    status: publishe

    Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaams Gewest

    No full text
    No ISBNnrpages: 236status: publishe

    Grootouders of andere familieleden en kinderopvang. Betrokkenheid , motieven, evaluatie en toekomstige bereidheid

    No full text
    Grootouders vervullen op het huidig ogenblik nog steeds een belangrijke rol in de kinderopvang in Vlaanderen. Aangezien er de komende jaren nog een belangrijke toename van de vraag naar kinderopvang wordt verwacht is het belangrijk te onderzoeken of dit aanbod in goede conditie verkeert. Van Kind en Gezin kreeg het HIVA de opdracht om middels een uitgebreide enquête de grootouders zelf aan het woord te laten. Welke grootouders nemen kinderopvang op? Hoeveel uren besteden ze aan kinderopvang? Wat zijn hun motieven? Hoe evalueren ze zelf hun betrokkenheid? Hoe zien ze hun betrokkenheid naar de toekomst toe? De bevraging omvatte niet alleen meer dan 2000 Vlaamse grootouders maar ook een beperkte groep allochtone grootouders en een groep andere familieleden of derden die inspringen voor de kinderopvang. De resultaten tonen aan dat heel wat grootouders - althans bij de Vlaamse groep - vragende partij zijn om kinderopvang voor de kleinkinderen op te nemen en daar ook heel wat persoonlijke voldoening uit te putten. Toch is er ook een groep die daarbij de eigen grenzen overschrijdt en klaagt over de belasting.nrpages: 192status: publishe

    De vitaliteit van de verzorgingsstaat

    No full text
    status: publishe

    Noden bij werknemers aan bedrijfsgerelateerde kinderopvang. Ontwikkeling van een meetinstrument voor bedrijven

    No full text
    Bij bedrijven en instellingen groeit de laatste jaren meer en meer het besef dat een goede combinatie van werk en gezin bijdraagt tot het succes van de onderneming en dat het bedrijf zelf een belangrijke partner is om hieraan invulling te geven. In dit rapport wordt verslag uitgebracht van een proefenquête in een drietal instellingen en bedrijven naar de noden en wensen van werknemers in verband met diverse formules van bedrijfsgerelateerde kinderopvang. Het was daarbij niet zozeer de bedoeling om een representatief beeld te verkrijgen van deze noden en wensen doch wel om de bruikbaarheid van de vragenlijst na te gaan voor een bevraging in diverse werkomgevingen. Wel vonden we deze resultaten boeiend en nuttig genoeg om ze in een publicatie te gieten mede omdat het onderzoeksmateriaal over deze nieuwe invalshoek voor kinderopvang in Vlaanderen zo schaars is. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van Kind en Gezin dat, vanuit zijn deskundigheid, een consultancy-activiteit wil uitbouwen voor bedrijven, sectoren, voorzieningen en instellingen die vragen hebben rond kinderopvang en die concrete acties voor hun werknemers willen ondernemen.nrpages: 56status: publishe

    De rol van de grootouders in de kinderopvang: verkenning van toekomstige ontwikkelingen

    No full text
    De 'nieuwe grootouder' komt eraan. Dat althans zou men kunnen afleiden uit de recente cijfers omtrent het opnemen van kinderopvang door de grootouders: de laatste jaren stelt men vast dat telkens minder grootouders bij de kinderopvang worden betrokken. Verklaringen kunnen al vlug worden gevonden: er is de hogere arbeidsparticipatie van de aankomende groep grootouders, grootouders vormen meer dan vroeger een actieve en gezonde groep die ook heel wat extrafamiliale activiteiten opneemt, het voorzien van gesubsidieerde opvang en fiscale aftrekbaarheid van de kosten van opvang zorgen ervoor dat formele opvangvoorzieningen voor steeds meer ouders toegankelijk en aantrekkelijk worden, ouders kiezen bewust voor meer professionaliteit in de opvang en willen hun ouders niet langer nodeloos met kinderopvang belasten, … Voor Kind & Gezin dat vanuit de Vlaamse overheid belast is met de organisatie en het toezicht van de formele voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang was het belangrijk meer te weten te komen over deze evolutie en de impact ervan naar de toekomst toe te objectiveren. In deze context kadert dan ook de onderzoeksopdracht toevertrouwd aan het HIVA waarover hier gerapporteerd wordt. Is er een trendbreuk met het verleden zowel in de geesten als in de praktijk van iedere dag in verband met kinderopvang en wat is de impact daarvan voor de toekomstige uitbouw van formele opvangvoorzieningen?nrpages: 140status: publishe

    Evaluatie van het lokaal overleg over de buitenschoolse opvang

    No full text
    De buitenschoolse kinderopvang was jarenlang het kleine broertje binnen het kinderopvangbeleid in Vlaanderen. De grote verscheidenheid aan vormen (onthaalmoeders, scholen, speelpleinwerking, Initiatieven Buitenschoolse Opvang, ...) stond samenhang en overzicht in de weg. In een nieuwe regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap werden de gemeenten aangezet om met alle betrokkenen bij de buitenschoolse opvang overleg op te starten en op lokaal niveau een beleid uit te tekenen. Voor Kind en Gezin werd de rol weggelegd het lokale overlegproces te stimuleren en te ondersteunen. Anderhalf jaar na de nieuwe regelgeving biedt dit onderzoek een eerste stand van zaken in verband met het verloop van het lokale overleg. Enerzijds geeft het een beschrijving van de meer formele karakteristieken en confronteert het die met de letter van de regelgeving, anderzijds komt een meer kwalitatieve appreciatie van het overleg aan bod. Ook wordt een poging gedaan factoren die het overleg zowel in positieve als in negatieve zin beïnvloeden te identificeren.nrpages: 134status: publishe

    De financiële positie van cliënten beschermd wonen in Vlaanderen

    No full text
    nrpages: 135status: publishe

    Kinderopvang in Vlaanderen. Gebruik, keuze van de opvangvorm en evaluatie door de ouders

    No full text
    Nog nooit was het gebruik van kinderopvang in Vlaanderen zo hoog als vandaag: niet minder dan zes op tien van de ouders doet regelmatig een beroep op opvang voor hun kind tussen 3 maanden en 2,5 jaar. Voor de schoolgaande kinderen ligt dit gebruik wat lager, namelijk ongeveer de helft bij kinderen tussen 2,5 en 6 jaar en drie op tien bij kinderen tussen 6 en 12 jaar. Van Kind en Gezin kreeg het HIVA de opdracht om een aantal aspecten van de opvangproblematiek in Vlaanderen te onderzoeken, wat resulteerde in voorliggend rapport. Zoals de titel suggereert werd een antwoord gezocht op volgende onderzoeksvragen. Hoe ziet het gebruik van kinderopvang er uit (frequentie, aantal uren per week, tijdstip)? Welke opvangvorm wordt aangewend (formele of informele opvang, particulier of gesubsidieerd)? Hoe verloopt het keuzeproces en hoe evalueren de ouders de gekozen opvangvormen? Zowel de opvang van niet schoolgaande als schoolgaande kinderen komt aan bod. Naast de analyse van een 2000-tal ‘modale’ Vlaamse gezinnen, gaan we tevens het gebruik van kinderopvang na bij een aantal specifieke groepen, met name gezinnen met een gehandicapt kind, allochtone gezinnen, kansarme gezinnen, eenoudergezinnen en gezinnen waarin de moeder werkloos is. Hierdoor ontstaat een gedifferentieerd beeld inzake het gebruik van kinderopvang. Het onderzoek toont onder meer aan dat kinderopvang niet alleen een (nood)zaak is voor werkende ouders en dat ouders uit bepaalde doelgroepen vaak om andere redenen gebruik maken van opvang. Dit maakt een aangepast opvangaanbod noodzakelijk, afgestemd op de behoeften van de verschillende doelgroepen.nrpages: 364status: publishe
    corecore