Project bacterievrije pootgoedteelt : een uitdaging! 2005-2008 : eindrapport van het onderzoek

Conclusies na vierjarig onderzoek. Het doel van het in 2005 gestarte, vierjarige project 'Bacterievrije pootgoedteelt - een uitdaging!' was om meer inzicht te krijgen in en beheersen van de Erwinia-problemen in de pootgoedteelt en het meetbaar en inzetbaar maken van de resultaten van het onderzoek voor de praktij

Het effect van het calciumgehalte van pootgoed opm de groei en opbrengst van zetmeelaardappelen

In het kader van het deelproject ‘Nutriëntenvoorziening’ van de deelcluster ‘Innovatie Aardappelteelt’ van Agrobiokon is door HLB onderzoek uitgevoerd naar de calciumvoorziening in pootaardappelen. In het onderzoek dat in dit rapport wordt beschreven, is gekeken naar het effect van het calciumgehalte in de knollen op de kieming. Daarnaast wordt verslag gedaan van twee veldproeven uit 1999 en 2000. In deze veldproeven is pootgoed gebruikt met verschillen in calciumgehalte. Gekeken is naar de effecten op de opbrengs

Het effect van het calciumgehalte van pootgoed op de ziektegevoeligheid

Het onderzoek dat in dit verslag is beschreven heeft betrekking op de relatie tussen het calciumgehalte in de knol en het optreden van de ziekten Fusarium spp, Helminthosporium solani, Phytophthora infestans en Erwinia spp

Onderzoek naar het voorkomen van Rhizoctonia-werende aardappelpercelen in noord Nederland

Er zijn percelen die aantasting van aardappelen door Rhizoctonia tegengaan. Door het uitzetten van proefveldjes met niet en wel besmet pootgoed kunnen deze percelen opgespoord worden. Er blijkt in deze "Rhizoctonia-werende" percelen antagonisme op te treden, vooral van niet- of weinig pathogene Rhizoctoniastamme

Biological control of Rhizoctonia solani in potato by antagonists : field testing of the effect of inoculation of seed tubers with Verticillium biguttatum and other antagonists in 1981 and 1982

Onderzoek naar de biologische bestrijding van Rhizoctonia solani in aardappelen op verschillende grondsoorten (klei, zavel en zand) door middel van inoculatie van de poters met de schimmel Verticillium biguttatum en andere antagonisten, inklusief Azotobacter chroococcum. Verticillium biguttatum gaf een bescherming voor infektie van spruiten vanuit sklerotien op de poter en een vermindering van de effekten van primaire Rhizoctonia (overgebracht via pootgoed) op de spruite

Transesophageal echocardiography, more than a diagnostic tool: use during surgical ligation of coronary artery fistulae - a case report

Coronary artery fistulae (CAF) are an infrequent coronary abnormality. Herein, we describe the use of intraoperative transesophageal echocardiography (TEE) in the treatment of CAF. A 61 year-old woman presented with chest pain and symptoms consistent with unstable angina. Subsequent coronary angiography revealed the presence of 2 CAF, one extending from the left anterior descending artery to the pulmonary artery (PA) and the other extending from the proximal right coronary artery to the PA. Surgical ligation of the CAF without coronary bypass was arranged. Intraoperative TEE was successfully employed to localize the CAF, monitor fistula blood flow and heart wall motion, and confirm successful ligation. The patient recovered without complications. This case highlights the utility of intraoperative TEE during ligation of CAF

Pulmonary hemodynamic responses to in utero ventilation in very immature fetal sheep

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>The onset of ventilation at birth decreases pulmonary vascular resistance (PVR) resulting in a large increase in pulmonary blood flow (PBF). As the large cross sectional area of the pulmonary vascular bed develops late in gestation, we have investigated whether the ventilation-induced increase in PBF is reduced in immature lungs.</p> <p>Methods</p> <p>Surgery was performed in fetal sheep at 105 d GA (n = 7; term ~147 d) to insert an endotracheal tube, which was connected to a neonatal ventilation circuit, and a transonic flow probe was placed around the left pulmonary artery. At 110 d GA, fetuses (n = 7) were ventilated <it>in utero </it>(IUV) for 12 hrs while continuous measurements of PBF were made, fetuses were allowed to develop <it>in utero </it>for a further 7 days following ventilation.</p> <p>Results</p> <p>PBF changes were highly variable between animals, increasing from 12.2 ± 6.6 mL/min to a maximum of 78.1 ± 23.1 mL/min in four fetuses after 10 minutes of ventilation. In the remaining three fetuses, little change in PBF was measured in response to IUV. The increases in PBF measured in responding fetuses were not sustained throughout the ventilation period and by 2 hrs of IUV had returned to pre-IUV control values.</p> <p>Discussion and conclusion</p> <p>Ventilation of very immature fetal sheep <it>in utero </it>increased PBF in 57% of fetuses but this increase was not sustained for more than 2 hrs, despite continuing ventilation. Immature lungs can increase PBF during ventilation, however, the present studies show these changes are transient and highly variable.</p