On the theory of beta-radioactivity II : A theoretical discussion of the polarization of electron beams and its observation

A number of properties of polarized electron beams are investigated in view of an application to polarized beta-rays emitted from nuclei with aligned spins. The state of polarization of electron beams, polarized or unpolarized, can be characterized by a density matrix ρ with two rows and colums õ = (ρ11 ρ12 ρ21 ρ22) , for a certain pair of fundamental (orthogonal) states (ψ1, ψ2), which serve to characterize the spin orientation. As orientation coefficient with respect to (ψ1, ψ2) we define P (ψ1, ψ2) = ρ11 - ρ22; the degree of polarization is defined as P = | P (ψ1, ψ2) | if ρ is in diagonal form for the basis (ψ1, ψ2). It is proved that scattering experiments can give an observation of P (ψ1, ψ2) for certain pairs of fundamental states (ψ1, ψ 2). In a single-scattering experiment of an entirely polarized beam we give the intensity ratio of two beams in opposite directions, obtained after scattering over a right angle by (1 + a)/(1 - a). The intensity ratio of the final beams (in opposite directions) in a double-scattering experiment of an unpolarized beam is written as (1 + δ)/(1 - δ). It is shown that we have the relation a2 = δ. Further it is found that in order to determine completely the polarization of a beam the determination of three independent orientation coefficients is necessary. The polarizations of light and of electron beams have been compared

Bose-stimulated scattering off a cold atom trap

The angle and temperature dependence of the photon scattering rate for Bose-stimulated atom recoil transitions between occupied states is compared to diffraction and incoherent Rayleigh scattering near the Bose-Einstein transition for an optically thin trap in the limit of large particle number, N. Each of these processes has a range of angles and temperatures for which it dominates over the others by a divergent factor as N->oo.Comment: 18 pages (REVTeX), no figure

Seasonal pattern of infestation by the carob moth Ectomyelois ceratoniae in pomegranate cultivars

Pomegranate (Punica granatum L.) orchards in the Middle East are typically composed of a mix of different cultivars in which variation in fruit infestation by carob moth Ectomyelois ceratoniae (Zeller) (Lepidoptera: Pyralidae) has been observed. However, seasonal variation in infestation and adaptation of the carob moth to this cropping system have not been explored. We monitored the progress of fruit infestation in 10 pomegranate cultivars during the growing season of two consecutive years in pomegranate orchards of Iran. Overall, levels of infestation in fruits were strongly correlated with susceptibility to fruit cracking in pomegranate, so that cracked fruits and cracking-susceptible cultivars were infested the most. However, this pattern changed during the season. Infestation was first observed on cracking-susceptible cultivars. At this point almost all cracked fruits were infested. Towards the end of the season, infestation in uncracked fruits and cracking-resistant cultivars increased. Uncracked fruits seem better overwintering sites for carob moth as under simulated winter conditions, survival of insect larvae in uncracked fruits was >3 times higher than in cracked fruits. Taken together, our data reveal that cracked fruits of pomegranate are the better host during the growing season, while uncracked fruits better sustain carob moth population in winter. It seems therefore advisable not to grow cracking-susceptible and cracking-resistant cultivars together in the same area

Van OVO naar VOVI; Nieuwe institutionele arrangementen voor kennisverwerving en -ontwikkeling van agrarisch ondernemers

Het verwerven en toepassen van informatie en kennis is voor veel agrarisch ondernemers een haast vanzelfsprekende activiteit geworden als onderdeel van het ondernemerschap. Maar de intensiteit en de wijze waarop ondernemers hier invulling aan geven verschilt enorm. Centraal in deze studie, in opdracht van MLNV, staan de institutionele veranderingen met betrekking tot kennisverwerving en -ontwikkeling en de vertaling naar oplossingsrichtingen voor alternatieve institutionele arrangementen. Verbindend, Ondernemersverantwoordelijkheid, Verscheidenheid en Interactie (VOVI-vierluik) zijn de vier sleutelwoorden voor de institutionele arrangementen voor kennisverwerving en -ontwikkeling voor de toekomst. Een combinatie van een liberaal losgekoppeld en een horizontale organisch netwerk vervult de behoeften van agrarische ondernemers en kan in de toekomst, evenals Communities of Practice (CoP), een nieuwe institutioneel arrangement vormen. Bij beide voorstellen blijft behoefte aan een regiefunctie door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De agrarische ondernemers hebben behoefte aan enige sturing van de betrouwbaarheid en actualiteit van de toenemende informatiestroom. De inzet van regionale kennismanagers of kennismakelaars, regionale kenniscentra, één centrale kennisportal (al dan niet op regionaal niveau) zijn verdere operationele uitwerkingen van deze institutionele arrangemente

Condensate fluctuations of a trapped, ideal Bose gas

For a non-self-interacting Bose gas with a fixed, large number of particles confined to a trap, as the ground state occupation becomes macroscopic, the condensate number fluctuations remain micrscopic. However, this is the only significant aspect in which the grand canonical description differs from canonical or microcanonical in the thermodynamic limit. General arguments and estimates including some vanishingly small quantities are compared to explicit, fixed-number calculations for 10^2 to 10^6 particles.Comment: 16 pages (REVTeX) plus 4 figures (ps), revision includes brief comparison of repulsive-interaction vs. fixed-N fluctuation damping. To be published in Phys. Rev.

Vakschool 2.0:sustainable and quality vocational training

Lower vocational-oriented education is under pressure in the Netherlands. Small educational institutions are looking for sustainable quality solutions for offering high quality curricula. Cloud computing and social media may be one part of the solution. This research contributes to develop a sustainable quality vocational education 2.0 concept that can be used in small vocational oriented education. Different experts contributed to a concept, called Vakschool1 2.0, in three different sessions. The concept can be applied within small vocational oriented education in the Netherlands

Rol van ICT bij procesinnovatie : case Agro Innovation Framework (AIF)

De rol van ICT binnen innovatie is een weinig belicht onderwerp. Door nader in te gaan op innovatieprocessen, processen van kennisontwikkeling en de facilitering van innovaties is een beter zicht te krijgen op de specifieke rol van ICT. Dit rapport is het resultaat van een literatuurstudie naar de rol van rol van ICT binnen innovatieprocessen, in het bijzonder procesinnovaties. Centraal in deze studie staat de ontwikkelde methodiek Agro Innovation Framework (AIF), als een belangrijk resultaat van het project 'Ontwerp productiesystemen met 100¿fficiënt gebruik grondstoffen en hulpbronnen'. Met behulp van deze software tool is het mogelijk om innovatieve agro-productiesystemen met minimale reststromen te ontwerpen en te simuleren

Doorwerking van onderzoekskennis in beleidsprocessen; De uitdaging van afstemming

De doorwerking van kennis is een actueel onderwerp. In dit kader wenst het Ministerie van Landouw, Natuurbeheer en Visserij een beter zicht te krijgen op de mate waarin en de wij-ze waarop onderzoekskennis zijn doorwerking vindt in beleidsprocessen. In dit rapport is het resultaat weergegeven van drie evaluaties van onderzoeksprojec-ten naar de doorwerking van kennis is beleidsprocessen. Aan de hand van casestudies en interviews zijn de gerealiseerde kennisproducten, gerealiseerde effecten, de knelpunten bij kennisdoorwerking en succesfactoren en verbeterpunten voor kennisdoorwerking geïdenti-ficeerd. Het onderzoek resulteert in een aantal aanbevelingen ter verbetering van kennisdoorwerking. Een belangrijk onderdeel van de aanbevelingen richten zich op de fase van vraagarti-culatie en op de fase van oplevering en overdracht van onderzoeksresultaten