Inschatting van de effecten van de economische vertraging en de terroristische aanslagen van 11 september op de Belgische economie en arbeidsmarkt

Dit artikel is een samenvatting van een studie uitgevoerd in opdracht van het Sysdem-netwerk. Het poogt een eerste inschatting te maken van de algemene economische vertraging en de effecten van 11 september op de Belgische economie, en meer in het bijzonder op de Belgische arbeidsmarkt. Het is bekend dat de wereldeconomie, inclusief de Belgische, reeds een sterke vertraging kende vóór 11 september. De terroristische aanslagen zouden volgens de verwachtingen een versterkend effect hebben op die vertraging, of minstens een vertragend effect op de verwachte heropleving in de eerste helft van 2002.status: publishe

The Dynamics of Skill Formation: Evidence from a Flemish Cohort Study

Objectives or purposes In this paper, we focus on the evolution of both cognitive and noncognitive skills during adolescence, using As the focus lies on the development of skills during adolescence, we supplement the out-ofschool, family based drivers of skill differences (as modelled by Perspectives or theoretical framework Dynamics of skill formation In this paper we build on recent developments in labor economics to model the dynamics of skill formation. Carneiro and Heckman [2003] an

Obtenu ou mérités? Inégalité dans l’enseignement: ampleur, causes et consequences du problème

Dans l'article nous présentons une esquisse générale de l'inégalité sociale qui règne dans l'enseignement flamand et ce, tant au niveau de l'enseignement maternel, que de l'enseignement primaire, secondaire ou supérieur.De ces chiffres, il ressort également que l'histoire de l'inégalité dans l'enseignement est, en fait, une histoire de sélection sociale qui se prolonge dans le temps. A différents moments dans la carrière scolaire, la position que l'on a atteinte précédemment a un impact sur les choix et sur les possibilités de choix résiduels. Lors de chaque sélection, on filtre de plus en plus et la population d'élèves devient plus homogène pour les transitions suivantes. Le fait que les élèves ne traversent pas l'enseignement de façon équitable engendre en outre un accès inéquitable au marché de l'emploi, ce qui, en soi, conduit à des inégalités en termes de revenus, de puissance, de connaissance, de santé, etc. C'est justement parce que l'enseignement ne réussit pas à endiguer l'inégalité sociale à l'origine que celle-ci se transmet de génération en génération comme c'était déjà  le cas auparavant. En d'autres termes, l'inégalité sociale se 'reproduit'.status: publishe

Gekregen of verdiend? Ongelijkheid op school: omvang, oorzaken en gevolgen

Dit artikel geeft een algemene schets van de sociale ongelijkheid in het Vlaamse onderwijs en dit zowel in het kleuter, het lager, het secundair als het hoger onderwijs. Uit deze cijfers blijkt dat het verhaal over ongelijkheid in het onderwijs een verhaal is van een voortschrijdende sociale selectie. Op verschillende momenten in de onderwijsloopbaan beïnvloedt de reeds bereikte positie de overgebleven keuzemogelijkheden en keuzes. Bij elke volgende selectie wordt verder gefilterd, en wordt de populatie leerlingen homogener voor de volgend transities. De ongelijke doorstroming doorheen het onderwijs leidt bovendien tot een ongelijke doorstroming naar de arbeidsmarkt, wat op zich resulteert in ongelijkheden in inkomen, macht, kennis, gezondheid, enzovoort. Net omwille van het feit dat het onderwijs er niet in slaagt de sociaal ongelijke startpositie weg te werken, wordt sociale ongelijkheid net als vroeger overgeërfd. Met andere woorden: sociale ongelijkheid wordt ‘gereproduceerd’.status: publishe

Onderwijsexpansie en -democratisering in Vlaanderen

Educational Expansion and Inequality of Educational Opportunity in Flanders This paper addresses the question if and to what extent educational expansion in Flanders has led to the equalisation of educational opportunities. We demonstrate how equalization trends can be separated from expansion through the use of odds ratio’s and log-linear models. We apply this method to a pooled data set of 26 Flemish surveys. By examining both the complete educational distribution as well as the successive educational transitions, we can address questions with respect to the nature and timing of equalization in terms of educational opportunities. The results indeed demonstrate the need for a combined analysis of conditional models (for the successive transitions of increasingly selective populations) and unconditional models (taking into account the entire distribution) as argued by Vallet (2004). A downward trend in origin effects for the entire educational distribution can be compatible with stable or even increasing origin effects in the upper transitions, but is generated by the consequences of declining origin effects in the bottom transitions. As regards to the mechanisms driving these conclusions, both the vertical inequality hypothesis (maximally maintained inequality, Raftery & Hout 1993) and the horizontal inequality hypothesis (effectively maintained inequality, Lucas 2001) are supported.status: publishe

Sociale ongelijkheden in de cognitieve ontwikkeling en het sociaal-emotioneel

nrpages: 37status: publishe

Young People in Out-of-School Arts Education: The Influence of the Proximity of the Provision on Their Participation Decision

In this article we explore the influence of the geographical proximity of out-of-school arts education provision on the individual decision of children and youngsters to enroll in an arts education course. The distance between the homes of the Belgian students in compulsory education and the nearest offer of out-of-school arts education (a network called: Part-Time Arts Education (PTAE)) is calculated on population-wide administrative data. The results show a negative and non-linear relation between distance and enrollment. Especially young children are affected by this. Students with a low socio-economic status (SES) are not affected more by this than other students. While students with a low SES live proportionally more in big cities, which are areas with a bigger density of arts education provision, our analysis shows they still participate less than other students. When students with a low SES do participate it is not in a course significantly nearer to their area of residence. As the distance to a specific PTAE course increases, only a small part of students are willing to substitute their choice of course into another course of study that is spatially closer. Therefore, distance is a barrier hard to overcome, and often closes of the opportunity to participate in arts education. These findings hold implications for the policy decisions on the establishment of new educational facilities for arts education and on incentives to tackle the costs linked with travelling to art courses.status: publishe

Van bestaansminimum naar leefloon: vangnet, valkuil of springplank?

status: publishe

De evolutie van schoolse segregatie in het Nederlandstalige onderwijs in België

De voorbije tien jaar is de schoolse segregatie in het Nederlandstalige onderwijs in België sterk toegenomen. Kinderen uit verschillende socio-economische groepen zijn doorheen de tijd steeds minder gelijkmatig verdeeld over de scholen. Aan de hand van de Hutchens index voor segregatie en op basis van populatiegegevens karakteriseren we deze evolutie tussen de schooljaren 2001-2002 en 2011-2012. De stijgende trend is robuust over verschillende geografische specificities. Voor de hogere graden van het secundair onderwijs vinden we dat vooral de segregatie tussen het ASO, BSO, TSO en KSO groot is, zeker in vergelijking met de verschillen in socio-economische samenstelling tussen de geografische gebieden. Daarnaast tonen we aan dat de schoolse segregatie in Vlaanderen gekarakteriseerd wordt door concentraties van kansarme leerlingen, eerder dan door concentraties van kansrijke leerlingen. Onze resultaten geven aan dat de stijging in schoolse segregatie deels verklaard kan worden door een toename in woonsegregatie, en deels door ouderlijke preferenties voor schoolsamenstelling. Verder tonen we aan dat het niet zozeer de concentratiescholen of de scholen met de meest afwijkende leerlingensamenstelling zijn die de evolutie sturen. Dit wijst erop dat segregatie bovenal gedreven wordt door een toegenomen spreading van alle scholen volgens hun percentage kansarme leerlingen, dus ook van de scholen met een relatief evenwichtige samenstelling.status: publishe