PIAAC Numeracy Task Complexity Schema: Factors that impact on item difficulty

This paper describes some lessons learned from international adult numeracy assessments that can help in understanding the challenges that people, including both adults and school students, have when solving numeracy tasks and their levels of performance on functional mathematical problems. The paper presents a theoretical schema of five factors that predict, separately and in interaction, the complexity or level of difficulty of mathematically-related assessment tasks, including tasks that incorporate texts and require literacy or reading skills, which are very common in adults\u27 lives. The model was originally developed as part of the development of the Adult Literacy and LifeSkills survey in the mid \u2790s, but later adapted and effectively used within the Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC), a.k.a. OECD Survey of Adult Skills. The five complexity factors described in the model are grouped into two factors addressing mainly textual aspects of tasks, and three factors addressing the mathematical aspects of tasks. These factors can assist test developers, researchers and educators in predicting task difficulty and in targeting the development of items and tasks to more efficiently cover the range of student performance and skill levels

Matematična Pismenost V državah evropske skupnosti

European Numeracy Framework for Adult education. Verschenen in een publicatie voor docenten in volwasseneneducatie in Slovenië

Matematična pismenost kot temelj za vseživljenjsko učenje in družbeno vključenost

Evropska komisija opisuje pismenost in matematično pismenost v kombinaciji z reševanjem problemov kot ključni kompo- nenti za to, da je človek uspešen v družbi. Večina ljudi se zaveda potrebe po pismenosti, matematični pismenosti pa se še vedno ne pripisuje bistvenega pomena za preživetje v družbi. Vendar rezultati mednarodnih študij kažejo, da ljudje z nižjo izobrazbo na splošno niso tako uspešni kot ljudje z več izobrazbe. Še posebej matematična pismenost bo postala čedalje bolj pomembna v sodobni in bodoči družbi. Pismenost in matematična pismenost sta ključnega pomena za vseživljenjsko učenje in družbeno vključenost. Prispevek poudarja potrebo po matematični pismenosti v procesu vseživljenjskega učenja. Prvi del opisuje, kako se je kon- cept matematične pismenosti razvil iz osnovnih veščin v ključne kompetence. V drugem in tretjem delu se pojasnjujejo načini učenja in poučevanja v izobraževanju odraslih. V četrtem delu se pojasnjuje Evropski okvir matematične pismenosti kot dela formalnega sistema izobraževanja v Evropi, ki je del Evropskega okvira kvalifikacij

Razvoj matematičnih zmožnosti pri odraslih

hoofdstuk in Temeljne zmožnosti odraslih Z leti se je definicija pismenosti večkrat spremenila in prilagodila razvojnim premikom informacijske družbe, v kateri je tehnologija postala čedalje pomembnejša za življenje vsakega posameznika. Še danes ni splošne definicije pismenosti, se pa strokovnjaki strinjajo, da pismenost zajema branje, pisanje in razumevanje številk

Numeracy as a basis for lifelong learning

No summary availabl

Rekenen in Rotterdam: Bovenschoolse Rapportage Rekenonderzoek BOOR

In 2009 is bij alle brugklasleerlingen van de scholen van de Stichting BOOR de DIA-taal toets afgenomen in het kader van het ontwikkelen van taalbeleid. In 2010 zijn de scholen begonnen met het ontwikkelen van rekenbeleid en rekenonderwijs. Daartoe is het APS gevraagd de scholen te begeleiden. Om het beginniveau van de eerstejaars leerlingen te bepalen is aan het lectoraat Gecijferdheid van de Hogeschool Utrecht gevraagd om de ABC-toets voor rekenen in het voortgezet onderwijs af te nemen. Dit is uitgevoerd in het najaar van 2010. In totaal hebben 15 scholen en 1780 leerlingen deelgenomen aan de toets. De scholen hebben alle in november 2010 een schoolrapportage ontvangen. Daarin staan de resultaten van de leerlingen op leerling-niveau. Op basis daarvan kunnen de scholen hun onderwijsaanbod afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. In deze bovenschoolse rapportage vergelijken we de resultaten van de scholen met de landelijke norm en met elkaa

Niet afhaken maar aanhaken: Verslag van een onderzoek naar rekenprestaties van leerlingen met ernstige rekenproblemen in vo en mbo.

Vanaf 2014 worden in voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) centrale toetsen respectievelijk examens voor rekenen afgenomen. De toetsen en examens worden afgenomen op de referentieniveaus 2F en 3F. Bij docenten in het vo en mbo leeft sterk het vermoeden dat leerlingen die te maken hebben met ernstige rekenproblemen of dyscalculie, niet in staat zijn deze toetsen en examens te halen. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor het behalen van hun diploma. Deze zorg is toegenomen na de eerste afnames van de rekenpilots in 2011 en 2012 in vo en mbo. Tevens leeft de vraag welke faciliteiten leerlingen met een dyscalculieverklaring (dcv) eventueel nodig hebben om hen optimale slaagkansen voor deze toetsen/examens te kunnen bieden, zonder dat daarmee afbreuk wordt gedaan aan de exameneisen. Door eventuele faciliteiten zou de leerling een oneigenlijk voordeel kunnen hebben ten opzichte van andere leerlingen. Het College voor Examens (CvE) heeft Hogeschool Utrecht, Lectoraat Gecijferdheid, gevraagd bovenstaande problematiek te onderzoeken door middel van een toets bij deze leerlingen. De opdracht van het CvE luidt: Ga na of er verbeterpunten zijn in de rekentoets die maken dat leerlingen met een ernstige rekenachterstand op een faire manier worden beoordeeld

Ernstige Reken-Wiskunde Problemen en Dyscalculie: Protocol ERWD voor vo en mbo

Geen samenvatting beschikbaa

Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie. VO en VSO

Het Protocol ERWD1 verscheen in 2011 als het Protocol voor het basisonderwijs, het speciaal basis-onderwijs en het speciaal onderwijs (Van Groene, Borghouts & Janssen, 2011). De ingezette lijn van ERWD1 is doorgetrokken naar het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in ERWD2 en naar het middelbaar beroepsonderwijs in een afzonderlijke publicatie ERWD3 (Van Groenestijn, Van Dijken & Janson, 2012). ERWD2 en ERWD3 verschijnen tegelijkertijd. De uitgangspunten en de uitwerking van de drie protocollen sluiten geheel op elkaar aan. De lijn van ERWD start in het primair onderwijs. Hier heet het vak waar het gaat om ‘rekenen/wiskunde’. Dit verklaart de letters RW in de naam. De afkorting ERWD blijkt inmiddels al helemaal ingeburgerd. Daarom is deze benaming gehandhaafd, hoewel dit in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs alleen met het woord ‘rekenen’wordt aangeduid. De inhoud van ‘rekenen’dekt echter dezelfde rekenwiskundige domeinen als ‘rekenen/wiskunde’in het primair onderwijs