Влияние криоаппликации на фрактальную организацию ультраструктуры мягких тканей пародонта в зоне деструкции и пенумбра

Методами электронной, оптической, лазерной микроскопии в сочетании с компьютерной морфометрией доказана морфологическая информативность фрактальной размерности для оценки общего состояния тканей ротовой полости. Показано, что применение дозированного криовоздействия ведет к усилению трансцитоза, повышению лабильности, фрактализации ультраструктурных элементов гематосаливарного барьера.Методами електронної, оптичної, лазерної мікроскопії в поєднанні з комп’ютерною морфометрією доведена морфологічна інформативність фрактальної розмірності для оцінки загального стану тканин ротової порожнини. Показано, що застосування дозованого кріовпливу веде до посилення трансцитозу, підвищення лабільності, фракталізації ультраструктурних елементів гематосаліварного бар’єра.With the methods of electron, optical, laser microscopy in combination with computer morphometry there has been proved morphological informativeness of fractal dimensions to estimate a general state of the tissue of oral cavity. It has been shown that the application of dosed cryoeffect leads to the strengthening of trans-cytosis, increase in lability, fractalization of ultra-thin elements of hematosalivary barrier

Unraveling genetic predisposition to familial or early onset gastric cancer using germline whole-exome sequencing

Recognition of individuals with a genetic predisposition to gastric cancer (GC) enables preventive measures. However, the underlying cause of genetic susceptibility to gastric cancer remains largely unexplained. We performed germline whole-exome sequencing on leukocyte DNA of 54 patients from 53 families with genetically unexplained diffuse-type and intestinal-type GC to identify novel GC-predisposing candidate genes. As young age at diagnosis and familial clustering are hallmarks of genetic tumor susceptibility, we selected patients that were diagnosed below the age of 35, patients from families with two cases of GC at or below age 60 and patients from families with three GC cases at or below age 70. All included individuals were tested negative for germline CDH1 mutations before or during the study. Variants that were possibly deleterious according to in silico predictions were filtered using several independent approaches that were based on gene function and gene mutation burden in controls. Despite a rigorous search, no obvious candidate GC predisposition genes were identified. This negative result stresses the importance of future research studies in large, homogeneous cohorts

Naar een optimale beheersing van waterschaarsterisico’s in 2030 – Meer aandacht voor zelfvoorzienendheid en de verkleining of verandering van de waterbehoefte

De beheersing van waterschaarste zal de komende jaren een steeds grotere maatschappelijke uitdaging gaan vormen. Daarom bespreken wij in deze bijdrage de vraag in hoeverre het huidige juridische en beleidsinstrumentarium ter beheersing van waterschaarsterisico’s toereikend is voor de toekomst. Wij concluderen dat de traditionele vraaggestuurde en faciliterende houding van de overheid ook op de middellange termijn (2030) nog uitkomst kan bieden. Daarnaast moet er echter op korte termijn meer aandacht komen voor eigen verantwoordelijkheden en zelfvoorzienendheid, zowel bij bedrijven als bij particulieren. Bovendien dienen ook aanbodgestuurde strategieën die strekken tot de verkleining en verandering van de (regionale) waterbehoefte een grondslag te (gaan) vormen voor toekomstig verdelingsbeleid. In deze bijdrage bespreken wij daar diverse mogelijkheden voor in twee specifieke sectoren: de agrarische sector en het particuliere drinkwatergebruik

Het Nederlandse overstromingsrisicobeheer van de toekomst: méér (dan) dijken bouwen?

In deze bijdrage bespreken wij het Nederlandse overstromingsrisicobeheer en de meest recente juridische en beleidsontwikkelingen op dat terrein. In het bijzonder gaan wij in op de ontwikkelingen rondom het concept ‘meerlaagsveiligheid’. Naast een sterke traditionele focus op de beperking van de kans op een overstroming vinden er namelijk steeds meer complementaire ontwikkelingen plaats die het beperken van de gevolgen van een eventuele overstroming centraal stellen. Gevolgbeperking kan plaatsvinden in het ruimtelijke spoor (ruimtelijke adaptatie; ‘laag 2’) of in het spoor van de rampenbeheersing (‘laag 3’). Wij achten dit positieve ontwikkelingen, maar menen dat deze in de huidige beleidsconstructie niet voldoende tot hun recht komen. Daarom doen wij enkele aanbevelingen voor de juridische verankering van deze twee gevolgbeperkende strategieën. Hiermee kunnen de effectiviteit en de veerkracht van het Nederlandse overstromingsrisicobeheer worden bevorderd en wordt bijgedragen aan het bereiken van de waterveiligheidsdoelen op de middellange (2030) en de langere termijn (2050)

2030: Het juridische instrumentarium voor mitigatie van klimaatverandering, energietransitie en adaptatie in Nederland

Is het huidige Nederlandse juridische instrumentarium afdoende om de ambitieuze klimaatdoelstellingen voor 2030 te verwezenlijken? Of bestaat er behoefte aan een andere interpretatie en toepassing van bestaande instrumenten, aan de doorontwikkeling van het bestaande recht of aan geheel nieuwe juridische instrumenten? Deze bundel bestaat uit vier delen. In 21 bijdragen wordt u meegenomen langs diverse juridische vragen. Het eerste deel bevat een algemene analyse van de aard en omvang van de taakstelling waarvoor Nederland staat. Het centrale thema van het tweede deel is aansprakelijkheid in verband met klimaatverandering. In het derde deel wordt ingegaan op de energietransitie en in het vierde deel op klimaatadaptatie. Dit boek is geschikt voor een ieder die geïnteresseerd is in de juridische aspecten van de mitigatie van klimaatverandering, energietransitie en adaptatie in Nederland

Juridische borging

Om het effect van het voorland nu en in de toekomst te kunnen garanderen, kan een zekere mate van juridische borging nodig zijn. Met juridische borging wordt hier bedoeld het geheel van maatregelen waarmee een beheerder zijn belang in het voorland met voldoende zekerheid kan garanderen, zodat de bijdrage daarvan aan de waterveiligheid meegenomen kan worden. Juridische borging is een instrument om het beheer effectief te kunnen inrichten

Policy Brief: Should rivers have rights?

Modern societies protect natural resources through laws and regulation, with varying results. Conferring legal personhood, granting rights to rivers or giving rivers explicitly a voice in decision making may be the next evolutionary step. Legal rights are one way to draw attention to better protecting rivers, and can work well depending on the local context

From the law of the river toward the rights of the river? : Editor's introduction

Special Issue in Water International containing a number of publications about the introduction of a rights-based approach in river managemen

From the law of the river toward the rights of the river? : Editor's introduction

Special Issue in Water International containing a number of publications about the introduction of a rights-based approach in river managemen

De verdeling van zoet water als normatief vraagstuk

Zoet water is een schaars goed. Dat geldt ook voor Nederland, waar iedereen – de overheid incluis – zich doorgaans drukker maakt over het voorkomen van overstromingen en wateroverlast, dan over het omgaan met zoetwatertekorten. Maar af en toe leiden droge perioden tot droogte en ontstaat er waterschaarste doordat de vraag naar zoet water groter is dan het aanbod. Aan de kust ervaart men problemen door verzilting. Door klimaatverandering neemt de kans op droogte toe als gevolg van veranderende neerslagpatronen. Dit betekent dat een rechtvaardige verdeling van water steeds belangrijker wordt