35 research outputs found

    Verkennend booronderzoek Tilburg - Rauwbraken Sportpark

    No full text
    In opdracht van de Gemeente Tilburg heeft Archol een archeologisch booronderzoek uitgevoerd op het sportpark te Tilburg - Rauwbraken. De gemeente Tilburg is voornemens het Sportpark Rauwbraken te herontwikkelen. Hierbij zullen nieuwe sportvelden en een toegangsweg worden aangelegd. Doel van het onderzoek is vast te stellen of de werkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden

    Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek te Hofkamp, gemeente Buren

    No full text
    In opdracht van het Waterschap Rivierenland heeft Archol een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd in de gemeente Buren. Aanleiding van het onderzoek is de geplande aanleg van een aantal natuurvriendelijke oevers ten westen en ten noordwesten van de kern van Buren. Op basis van het bureauonderzoek bleek dat enkele deelgebieden zich binnen een archeologisch monument bevinden waar in het verleden resten uit de midden-ijzertijd en Romeinse tijd zijn aangetroffen. Een ander deelgebied bevindt zich op de stroomgordel van Buren. Hier moet rekening worden gehouden met resten uit de midden-ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen. Voor enkele deelgebieden wordt behoud in situ geadviseerd of vervolgon¬derzoek in de vorm van een archeologische begeleiding

    Bureauonderzoek en booronderzoek in plangebied Bisschopsgraaf te Tricht, gemeente Geldermalsen

    No full text
    In opdracht van het Waterschap Rivierenland heeft Archol een bureauonderzoek, en een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd ten behoeve van de herinrichting van enkele percelen in Tricht, gemeente Geldermalsen. Doel van het bureauonderzoek onderzoek was een specifiek verwachtingsmodel op te stellen over bekende en verwachte archeologische waarden en op basis hiervan een advies te geven over de noodzaak van vervolgonderzoek. Met behulp van de gemeentelijke verwachtingskaart aangevuld met o.a. Archis, historisch kaartmateriaal, de bodemkaart, de geomorfologische kaart en de paleogeografische kaart van de Rijn-Maas delta is de archeologische verwachting in kaart gebracht. Om de verwachting aan te scherpen en te controleren is vervolgens een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Doel van het booronderzoek was de aan- en afwezigheid van diverse stroomgordels en crevasses, die op basis van verschillende kaarten verwacht werden, te bevestigen. Hiervoor is geboord in een grid van gelijkzijdige driehoeken met zijden van 50 meter. Met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm is de ondergrond van het gebied in kaart gebracht tot op een diepte van maximaal 3,5 meter. In totaal zijn 36 verkennende boringen gezet. Omdat tijdens het verkennend booronderzoek een vindplaats werd aangetroffen is tevens een beperkt karterend booronderzoek uitgevoerd. Doel van het karterend booronderzoek was de vindplaats te bevestigen en de noordelijke grens van de vindplaats aan te scherpen. Hiervoor zijn 7 boringen gezet met een Edelmanboor met en diameter van 7 cm. De boringen zijn tussen de boringen van het verkennend booronderzoek gezet zodat twee raaien ontstonden met nog maar 25 meter tussen de boringen. Het eindresultaat van het onderzoek was de ontdekkingen van één vindplaats, een hoge-verwachtingszone met een stroomgordel in de ondergrond en de locatie van een moleneiland. In het zuiden van het plangebied werd een vindplaats aangetroffen die vermoedelijk dateert in de late bronstijd tot vroege ijzertijd. De omvang van de vindplaats is vastgesteld aan de hand van archeologische vondsten in de boringen (aardewerk, bot, verbrande leem en houtskool) in een vegetatiehorizont. Deze vegetatiehorizont lag ter plaatse van de vindplaats hoger dan in de omgeving, doordat zich in de onder grond een zandpakket bevond afkomstig van een crevasse. In de noordoost hoek van het plangebied werd een tweede, soortgelijk zandpakket gevonden. Hierboven was de vegetatiehorizont echter grotendeels afwezig en werden ook geen vondsten gedaan waar kunnen nog wel grondsporen worden verwacht. Uit het historisch onderzoek kwam naar voren dat in het noordwesten van het gebied een moleneiland aanwezig is geweest. Op dit eiland heeft een poldermolen gestaan die begin 19e eeuw is gebouwd en in 1926 alweer is afgebroken. Tijdens het booronderzoek is hier echter niets meer van teruggevonden. Er zijn aanwijzingen dat de molen zich net buiten het plangebied heeft bevonden. De overige delen van het plangebied worden gekenmerkt door komafzettingen die doorsneden zijn door kleinschalige crevasse-afzettingen. Deze delen hebben een lage archeologische verwachting

    Verkennend en karterend booronderzoek langs de Paalgraaf te Hellouw, gemeente Neerijnen

    No full text
    In opdracht van Waterschap Rivierenland heeft Archol een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd nabij Hellouw, gemeente Neerijnen. Aanleiding voor het onderzoek vormt de geplande aanleg van natuurvriendelijke oevers langs bestaande watergangen ten noordwesten van de plaats Hellouw. Doel van het onderzoek is vast te stellen of deze werkzaamheden zouden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Er was sprake van een hoge archeologische verwachting ten aanzien van resten uit het laat-neolithicum boven de stroomgordelafzettingen van Eigenblok. Op verschillende locaties is geheel volgens de verwachting beddingzand aangetroffen, maar nergens zijn potentiële archeologische niveaus of archeologische indicatoren gevonden. Mogelijk zijn enkele van de stroomgordelafzettingen in de regio te hoog gewaardeerd. Niet alle stroomgordelafzettingen hebben geresulteerd in hoger gelegen, gunstige bewoningslocaties. In ieder geval zijn er in dit geval geen archeologische vindplaatsen aangetroffen binnen het plangebied en is op deze locatie geen verder archeologisch onderzoek noodzakelijk

    Verkennend booronderzoek Rhijnhofweg 9 te Oegstgeest

    No full text
    Archol heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd aan de Rhijnhofweg 9, te Oegstgeest. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een nieuwe bedrijfshal en opstelplaatsen voor containers. Het plangebied maakt in het geheel deel uit van de restgeul van de Oude Rijn. De aangetroffen sterk gelaagde kleiige afzettingen met duidelijke kenmerken van een restgeulvulling zijn overal aangetroffen en vermoedelijk afgezet gedurende de middeleeuwen. Onder 0,7 m -NAP is er sprake van een intact restgeulprofiel. Hier kunnen wel goed geconserveerde archeologische resten worden verwacht. Deze worden door de voorgenomen herinrichtingswerkzaamheden echter niet bedreigd. Archol adviseert daarom geen archeologisch vervolgonderzoek

    Verkennend booronderzoek in plangebied Kanaalpark te Leiden

    No full text
    In opdracht van de Leidse Vastgoed Maatschappij heeft Archol een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het Kanaalpark, te Leiden. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van twee appartementencomplexen

    Archeologisch bureauonderzoek en booronderzoek Titan 33 te Katwijk

    No full text
    Archol heeft een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan Titan 33, te Katwijk. Aanleiding voor het onderzoek was de geplande bouw van een kelder onder een gedeelte van de bestaande bebouwing. Doel van het onderzoek was vast te stellen of de werkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Het bureauonderzoek was erop gericht een specifiek verwachtingsmodel voor het terrein op te stellen met de bekende en verwachte archeologische waarden. Met het booronderzoek is deze verwachting in het veld getoetst

    Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek ten behoeve van de uitbreiding van winkelcentrum Kerkelanden, gemeente Hilversum

    No full text
    In opdracht van DELA Vastgoed heeft Archol een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd in het kader van de uitbreiding van het winkelcentrum Kerkelanden. Doel van het onderzoek is vast te stellen of de werkzaamheden voor de geplande uitbreiding kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Het gehele plangebied bevindt zich op de gemeentelijke verwachtingskaart binnen een zone met een lage archeologische verwachting. Uit historisch kaartmateriaal blijkt dat er van de Nieuwe Tijd geen bebouwing in het gebied aanwezig is geweest. De laarpodzolgronden die in dit gebied aanwezig zijn (geweest) duiden op natte laaggelegen, natte omstandigheden die niet aantrekkelijk zijn voor bewoning. Het veenpakket dat ooit op de locatie van het plangebied heeft gelegen is geheel afgegraven. Hierom worden er geen resten meer verwacht uit de periode van de aanwezigheid van het veenpakket. Voordat het gebied overgroeid is geraakt met veen is ook bewoning mogelijk geweest. Het is echter de verwachting dat het oude oppervlak binnen het plangebied reeds is verstoord door de veenwinning en latere ontginning, waarbij de bovengrond is vermengd met turf en stadsmest. Eventuele vondsten uit deze periode zijn dan in de bouwvoor opgenomen en liggen niet meer in-situ. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat de bovenste lagen van het oorsponkelijk bodemprofiel inderdaad zijn opgenomen in de bouwvoor of geheel zijn verdwenen. Gezien de lage archeologische verwachting en het verstoorde karakter van het oude oppervlak wordt geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd

    Archeologisch bureauonderzoek naar de Kleine Houtstraat 73 te Haarlem

    No full text
    In opdracht van Mevr. Lorin Brover heeft Archol een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd naar de Kleine Houtstraat 73, te Haarlem. Aanleiding voor het onderzoek is de geplande aanbouw aan de achterzijde van het huis. Doel van het onderzoek is vast te stellen of de werkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van eventueel aanwezige archeologische waarden. Het bureauonderzoek is erop gericht een specifiek verwachtingsmodel voor het terrein op te stellen met de bekende en verwachte archeologische waarden. Uit het bureauonderzoek komt het volgende naar voren: Voor de periode van de middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd geldt, gezien de vele vondsten in de omgeving, een zeer hoge verwachting. Voor de periode van het laat-neolithicum tot en met de Romeinse tijd geldt een lage archeologische verwachting. Geadviseerd wordt wanneer de bodemverstoring beperkt blijft tot de bovenste 40 cm onder maaiveld geen verder vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Wanneer de bodemingrepen dieper zijn dan 40 cm onder maaiveld wordt vervolgonderzoek geadviseerd, waarbij in dit geval een archeologische begeleiding de meest geschikte methode is. De uiteindelijke beslissing hierover moeten worden genomen door het bevoegd gezag, de gemeente Haarlem

    Archol Rapport 166

    No full text
    In mei 2011 is door een team van Archol een opgraving uitgevoerd rond de voormalige Padihoeve te Oss. Het plangebied Padihoeve deel uit van een intensief bewoond en geëxploiteerd cultuurlandschap uit de late prehistorie, Romeinse tijd en de late middeleeuwen. Belangrijke vondst in de regio is de Romeinse nederzetting Westerveld uit de 1e en 2e eeuw na Chr. De nederzetting werd begrensd door een rechthoekige, dubbele omgreppeling. Het plangebied bevindt zich voor een deel binnen het terrein van de voormalige Romeinse nederzetting en vooraf stond vast dat de oostelijke nederzettingsgreppels door het onderzoeksgebied zouden lopen. Ook zijn uit de nabij omgeving nog andere prehistorische en Romeinse vindplaatsen bekend waaronder nederzettingen en verschillende cultusplaatsen. Doelstelling van het onderzoek was uit zoeken hoe de opgravingsgegevens van Padihoeve aansluiten bij de eerdere resultaten van onderzoek van de Romeinse nederzetting Westerveld en of er nog nieuwe inzichten waren te verkrijgen rondom de weinig onderzochte nederzettingsgreppels. Belangrijkste resultaten van het onderzoek waren een verschillende waterputten, paalsporen en een structuur uit de midden-/late ijzertijd en een Romeinse huisplattegrond en waterputten. Daarnaast werden de nederzettingsgreppels van Westerveld volgens verwachting aangetroffen. Helaas bleken de greppels voor een belangrijk deel verstoord en was het niet mogelijk om het greppelsysteem scherper te dateren. Wel konden de resultaten van de eerdere onderzoeken in de wijk Oss-Ussen worden bevestigd. Tevens bleek ook dat de greppels veel intensiever onderhouden moeten zijn geweest dan werd verondersteld. In plaats van de eerder aangetroffen twee fasen konden in de buitenste nederzettingsgreppel zeker 8 fases worden onderscheidden. Ook bij de binnnenste nederzettingsgreppel werd het aantal fases verdubbeld van 2 naar 4
    corecore