20 research outputs found
Kiezen of delen in de Grevelingen
Het gaat niet goed met het Grevelingenmeer. Zowel de natuurwaarden als de recreatieve betekenis hebben te lijden onder de slechte waterkwaliteit. In het project âZicht op de Grevelingenâ wordt gezocht naar een oplossing. Er tekent zich een compromis af tussen de verschillende functies van het gebied. Met zoân compromis is het onvermijdelijk dat voor sommige functies niet alle potenties benut worden. Om de vraag te kunnen beantwoorden of daarmee kansen blijven liggen, zijn in WOt-paper 9 de vier kijkrichtingen van de Natuurverkenning 2010-20140 uitgewerkt voor de Grevelingen. http://themasites.pbl.nl/natuurverkenning/bevindingen/casestudies/casestudy-grevelinge
MOVE : MOdel for terrestrial VEgetation version 4.0
The model MOVE4 predicts the probability of occurrence for over 900 plant species based on the Ellenberg indicator values for acidity, moisture, nutrient availability and salinity, the geophysical region and the vegetation type. The model was developed as a follow up of MOVE3.2. Although extensively tested and applied, the principles and the tests of the model were never laid down. This report fills this gap and contains the principles of MOVE4 and the internal tests that were carried out. The tests show that the model gives reasonable results predicting the probability of occurrence of plant species, but that there is room for improvement
Towards standardised evaluative measurement of nature impacts: two spatial planning case studies for major Dutch lakes.
In the assessment of complex spatial planning projects, the ecological impacts and socio-economic impacts are fundamental to the evaluation. The measurements of ecological impacts of spatial plans have to be integrated in a standardised way. In the present paper, we analyse two Dutch case studies and apply the standardised Threat-Weighted Ecological Quality Area measurement. This measurement is developed to evaluate projects with terrestrial impacts but has not yet been applied for water evaluations. We aim to show how the use of a common measurement tool incorporates both ecological quality and degree of threat on criteria in the EU Water Framework Directive and Nature 2000. The measurements discussed here derive from two cases of costâbenefit analysis: The first case is the Markermeer, the second largest lake of The Netherlands, and a study on water quality improvement and nature restoration; an artificial island will also be the setting for a new residential area. The second case study is on water level management carried out on the IJsselmeer, the largest lake in the country. Results of our analysis show the potential impacts with a standardised method to the spatial distribution and quality of the ecosystems
Evaluatie van de nota Duurzame gewasbescherming
Dankzij wetgeving voor gewasbescherming is de waterkwaliteit vooruit gegaan, al zijn de beleidsdoelen voor de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater en voor de drinkwaterwinning niet bereikt. Ook bevat het oppervlaktewater op de helft van de meetlocaties nog te veel gewasbeschermingsmiddel. Wel zijn de beleidsdoelen voor voedselveiligheid en economie gehaald. De meeste zorg zit bij arbeidsveiligheid, vooral in de tuinbouw
Natuurkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse zoute wateren
Van de biodiversiteit in de Nederlandse zoute wateren is momenteel nog ongeveer 40% aanwezig van de biodiversiteit die zou bestaan in een oorspronkelijke, meer natuurlijke situatie. Deze conclusie is gebaseerd op een grote hoeveelheid gegevens over kenmerkende soorten en eigenschappen van de Nederlandse mariene ecosysteme
User documentation MOVE4 v 1.0
The model MOVE4 calculates the chance of occurrence of over 900 Dutch plant species for abiotic soil conditions and physical geographical region. In this report we describe how the model can be run (technical documentation). This includes metainformation of the model, borders applications of the model in projects etc. This document is produced within the framework of the quality status (i.e. quality assurance) of the model MOVE
Gedifferentieerde normstelling voor nutriënten in vennen : onderbouwing en toetsing van kritische depositieniveaus en effecten van herstelmaatregelen op het voorkomen van isoetiden
In het rapport worden voor vennen kritische depositieniveaus van stikstof en zwavel uit literatuur afgeleid, geëvalueerd en getoetst aan huidige depositieniveaus op vennen. De kritische depositiewaarden voor stikstof worden ruim overschreden, voor zwavel worden ze deels overschreden. Er is in het onderzoek een sterke relatie gevonden tussen nieuwe groeiplaatsen met soorten van zwak gebufferde vennen (Waterlobelia en Oeverkruid) in de periode 1980-1999 en uitgevoerd herstelbeheer in deze periode. De vegetaties met deze soorten zijn echter niet optimaal ontwikkeld. De effecten van verzuring, vermesting en verdroging zijn duidelijk zichtbaar in veel vegetatie-opnamen. Een voorstel voor milieukwaliteitsnormen voor zwak gebufferde vennen wordt gepresenteerd