32 research outputs found
The inspection of (collective) tapwater installations in 2009 : Progress
Betreft een gewijzigde versie van rapport 703719057Voor het eerst sinds 2004 vertonen minder collectieve leidingwaterinstallaties in nieuwbouw gebreken. Dit geldt voor zowel de eerste (basis)controle als de hercontrole. Hiermee lijkt de trend dat steeds minder installaties aan de eisen voldoen voorzichtig te zijn doorbroken. Toch blijft meer dan eenderde van de bezochte installaties bij de basiscontrole gebreken vertonen. Deze gebreken kunnen een verhoogd of sterk verhoogd risico op verontreiniging van de installatie en/of het centrale distributienet veroorzaken. Dit blijkt uit de controles die de drinkwaterbedrijven in 2009 uitvoerden naar de kwaliteit van installaties in nieuwbouw en bestaande bouw. Het RIVM rapporteert het ministerie van I&M hierover sinds 2004. In het onderzochte jaar zijn meer dan 47.000 leidingwaterinstallaties in de bestaande bouw en nieuwbouw gecontroleerd. De controles hebben ertoe geleid dat meer dan 8000 (sterk) verhoogde risico's voor de volksgezondheid zijn geconstateerd en hersteld. In de bestaande bouw blijft het aandeel afgekeurde installaties bij de basiscontrole afnemen. Wel neemt het aantal installaties dat bij hercontrole wordt afgekeurd toe. De oorzaak hiervan is niet bekend en moet worden onderzocht. Slechts een kwart van de bezochte prioritaire installaties (zoals ziekenhuizen, zorginstellingen en zwembaden) is bij de basiscontrole in orde. Deze installaties moeten voldoen aan speciale eisen om legionellabesmettingen te voorkomen. Sinds januari 2009 worden deze installaties op een meer systematische manier gecontroleerd (Interventiestrategie). Het is nog te vroeg om het effect van deze werkwijze terug te zien in de cijfers van 2009.For the first time since 2004, less newly build collective tap water installations show shortcomings. This is true for both the first inspection and the follow-up inspections preformed by the water companies. This seems to indicate a break in the trend of previous years where less newly build installations pass inspection without shortcomings. Still, one-third of the inspected installations do not comply with legionella regulations when first inspected. These non-compliances can be the cause of high to very high risk of contamination of the installation or the public mains system. These conclusions are drawn from the inspections preformed in 2009 by the drinking water companies in newly build and existing installations. By order of the Dutch Ministry of Infrastructure and the Environment and the VROMInspectorate, the Institute for Public Health and the Environment of the Netherlands (RIVM) compile a yearly report since 2004 on the inspection of tap water installations. In 2009 more than 47.000 newly build and existing installations were inspected. The inspections have found and resolved more than 8000 situations of high to very high risk for public health. In existing installations, the number of non-compliance found at first inspections has decreased over the years. At the second inspection of installations that do not comply, the number of non-complying installations increases. The cause of this trend is unknown, and should be investigated. Only a quarter of the installations that must comply with special regulations for the prevention of Legionella (high-priority installations like hospitals, swimming pools, etc.) comply at first inspection. Starting from 2009, these installations are inspected according to a special intervention strategy. It is still too early to see results from this strategy.VROM-Inspecti
The quality of drinking water in the Netherlands in 2011
Het drinkwater in Nederland was in 2011 van goede kwaliteit. Bij 19 procent van de productielocaties is een norm overschreden. In geen geval vormde dat een bedreiging voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland in 2011' dat RIVM in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport heeft opgesteld. In dit rapport worden de resultaten van de meetprogramma's van de drinkwaterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. Zij leefden de wettelijke voorschriften voor de controle op de drinkwaterkwaliteit goed na. De Inspectie Leefomgeving en Transport is verantwoordelijk voor de handhaving van de Drinkwaterwet, waarin normen zijn opgesteld voor de aanwezigheid van micro-organismen en chemische stoffen in het drinkwater. De Inspectie is verplicht de resultaten te rapporteren aan de Minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. Het aantal drinkwaterpompstations (39 = 19 procent) waar in 2011 een norm is overschreden, is drie procentpunt hoger ten opzichte van 2010. Een groot deel van de normoverschrijdingen was eenmalig en betrof stoffen, gerelateerd aan de bedrijfsvoering, die geen betekenis hebben voor de volksgezondheid. Het gaat dan om overschrijdingen van bijvoorbeeld troebeling, ijzer en mangaan. De norm voor bestrijdingsmiddelen is in het drinkwater 'af pompstation' voor twee stoffen elk op één pompstation overschreden. Bij twee drinkwaterpompstations zijn indicatoren voor besmetting met pathogene micro-organismen aangetoond. In het distributienet zijn deze indicatoren in veertien aangetoond. In alle gevallen was de aanwezigheid van deze bacteriën van korte duur en gaf geen aanleiding tot gezondheidsproblemen. De aanwezigheid van legionellabacteriën wordt getoetst als het drinkwater het pompstation verlaat en in de distributiegebieden. In monsters drinkwater dat het pompstation verlaat zijn de legionellabacteriën niet aangetoond maar wel op 24 locaties in het distributienet. Het is mogelijk dat tijdens werkzaamheden aan het distributienet het drinkwater met bacteriën besmet kan raken. In 90 gevallen is de bewoners van de nabijgelegen woningen geadviseerd het drinkwater voor gebruik te koken.Drinking water in the Netherlands in 2011 was of a good quality. Non-compliance to the standard for good quality drinking water occurred at 19 percent of the treatment plants, none of which represented a threat to public health. These are the main conclusions of the annual report 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2011' compiled by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) by order of the Inspectorate of the Ministry for Infrastructure and Environment of the Netherlands (IenM). The most important results of the measurement programmes carried out by water supply companies are reproduced in this report. The report concludes that regulations governing the quality of the drinking water were well-observed. The Inspectorate is responsible for enforcing the Drinking Water Act, which includes ensuring that the standards set by this Act for the presence of micro-organisms and chemicals are maintained. The Inspectorate is required to report the results of its control activities to both the responsible Minister and the Dutch Parliament. RIVM manages the data and produces the annual report. The number of drinking water treatment plants with one or more non-compliances (39 = 19%), which fluctuates from year to year, was in 2011 slightly higher compared with 2009. A large number of the non-compliances were incidental, involving substances/parameters related to production processes, such as turbidity, iron and manganese. There were no serious implications for public health. There was an incidental non-compliance for only two pesticides each at one treatment plant. Indicators for pathogens were two times found at drinking water treatment plants. In the networks the indicators were found more frequently. Always the indicators were absent after resampling. The presence of Legionella bacteria in drinking water is tested when the water leaves the treatment plant and in the distribution network. No non-compliance at the treatment plant were found, while in samples taken randomly throughout distribution Legionella bacteria was detected at 24 sites. Contamination can result from standard maintenance/construction activities on the distribution network. In 90 of such cases the inhabitants of nearby houses were advised to boil their drinking water before using it.VROM-Inspecti
Components for a guidance document on groundwaterprotection
To improve the protection of the groundwater quality, policy should be more focused on local conditions, such as soil and groundwater. To increase this focus RIVM has proposed a generic framework for a groundwater protection policy that can be elaborated for each site in an area dossier. This dossier contains all relevant information on what measures can be developed on the basis of the desired effects. In the effort to achieve more uniformity and effectiveness in the Dutch groundwater protection policy, the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM) is planning to derive a guidance document on groundwater protection. On commission of VROM, RIVM has elaborated several components to be used in describing policy, such as the risks of contamination with pathogens, the use of pesticides, the use of energy storage systems and actions on old contaminations. Additionally, RIVM has charted the legal demands set down by the new Water Framework Directive for the protection of industrial (private) abstractions for human consumption, such as the production of soda.Om de kwaliteit van het grondwater beter te kunnen beschermen moet het beleid meer worden toegespitst op lokale omstandigheden, zoals de natuurlijke opbouw van de bodem. Daarom pleit het RIVM voor het opstellen van een algemeen geldend kader voor grondwaterbeschermingsbeleid, dat per locatie nader kan worden uitgewerkt in een gebiedsdossier. Een gebiedsdossier bevat alle relevante informatie op basis waarvan een pakket maatregelen wordt ontwikkeld, gebaseerd op de gewenste effecten. Om meer uniformiteit en effectiviteit in het grondwaterbeschermingsbeleid te brengen is VROM van plan om in de komende jaren een Leidraad Grondwaterbescherming op te stellen. Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van VROM een aantal van deze lacunes uitgewerkt, zoals de risico's van microbiologische besmetting, het gebruik van pesticiden, het toepassen van bodemenergiesystemen en het omgaan met van oudsher ontstane bodemverontreinigingen. Daarnaast heeft het instituut de juridische consequenties in beeld gebracht van de invoering van de Europese Kaderrichtlijn Water voor de bescherming van industriele grondwateronttrekkingen voor menselijke consumptie, zoals de productie van frisdranken
The inspection of (collective) tap water installations in 2010 : Progress and results
Ondertitel op omslag en titelblad verschiltIn de meeste gebouwen, zoals kantoren, scholen of sporthallen, zorgen drinkwaterinstallaties ervoor dat schoon drinkwater van het openbaar drinkwaternet uit de kraan van de consument stroomt. Verontreinigingen in deze installaties kunnen een gevaar vormen voor zowel de consument als het openbare drinkwaternet. Om dit te voorkomen voeren de drinkwaterbedrijven controles uit op de technische staat en het beheer van deze installaties. Bij nieuwe installaties meer hercontroles nodig: Het percentage nieuw aangelegde drinkwaterinstallaties dat na de eerste controle door de drinkwaterbedrijven is goedgekeurd, is in 2010 4% lager dan in voorgaande jaren. Na de hercontrole zijn er wel meer installaties in orde. Uiteindelijk zijn over het geheel genomen 3% meer installaties goedgekeurd dan in voorgaande jaren. Het is zorgelijk dat dit pas bij de hercontrole lukt. Dit blijkt uit de controles over het jaar 2010. Sinds 2004 verzamelt en analyseert het RIVM de terugkoppeling over deze controles en adviseert het ministerie van Innovatie en Milieu over het functioneren van de controletaak. In 2010 zijn in totaal bijna 62.000 controles (controle & hercontrole) uitgevoerd bij circa 50.000 bestaande en nieuw aangelegde drinkwaterinstallaties. Dat is zo'n 10% van de circa 600.000 installaties, die periodiek worden gecontroleerd. Bij circa 9.500 installaties zijn (sterk) verhoogde risico's op verontreiniging (van bijvoorbeeld reinigingsmiddelen of biologische besmettingen) van het drinkwater verholpen. Controles bij bestaande drinkwaterinstallaties: Bij bestaande drinkwaterinstallaties is een soortgelijk patroon waarneembaar: ook hiervan zijn in 2010 minder installaties goedgekeurd bij de eerste controle. Het uiteindelijke aandeel installaties met een (sterk) verhoogd risico is vrijwel gelijk gebleven. Legionellapreventie: Prioritaire drinkwaterinstallaties, zoals in hotels, zorginstellingen, ziekenhuizen en sauna's, zijn verplicht de installaties goed te beheren om legionella te voorkomen. Dit is in het onderzochte jaar bij de meeste categorieën iets beter gedaan dan in voorgaande jaren, met uitzondering van de bed & breakfasts. Van deze categorie is het aantal installaties met (sterk) verhoogd risico op legionellabesmetting met 6% gestegen ten opzichte van 2009.In most buildings, like schools, sports accommodations or offices, tap water installations provide clean drinking water to the consumer. Water quality problems in these installations can put consumers and the public mains system at risk. To prevent potential water quality problems, the drinking water companies perform inspections on the technical state and management of these installations. Newly installed installations need second inspection: The number of newly installed drinking water installations that comply with regulations at the first inspection in 2010 has decreased by 4% compared with previous years. After the inspection cycle (first and re-inspection), more installations (3%) comply compared with previous years. It is troubling that this occurs after the second inspection of the installation. These conclusions are drawn from the inspections performed by the drinking water companies in 2010. By order of the Dutch Ministry of Infrastructure and Environment, the Institute for Public Health and Environment of the Netherlands (RIVM) collects and analyses the feedbackof these inspections in a yearly report since 2004. In 2010 almost 62,000 (first & re-) inspections were performed on more than 50,000 newly installed and existing tap water installations. The inspections have found and resolved more than 9,500 situations of high to very high risk for public health. Inspection of existing tap water: Existing tap water installations show a similar pattern; in 2010 fewer installations comply with regulations at first inspection. The number of installations with very high risk of contamination has remained stable compared to previous years. Legionella prevention: Installations that must comply with special regulations for the prevention of Legionella (high-priority installations like hotels, hospitals and saunas) must perform good management of the tap water installation. In 2010, there was a small increase in general in the number of priority installations that comply with these regulations compared to 2009. Only bed & breakfasts show a decrease of 6% in the number of installations that comply.VROM Inspecti
The inspection of (collective) tapwater installations in 2006. Progress and findings
Dit rapport bevat een erratum d.d. 26 maart 2008 op de laatste twee pagina'sJaarlijks wordt een deel van alle drinkwaterinstallaties gecontroleerd door de waterleidingbedrijven om het openbare drinkwaternet en gebruikers van de installaties tegen verontreinigingen te beschermen. Bij zowel de bestaande bebouwing als bij nieuwbouw voldoet 29 procent van de gecontroleerde installaties bij de eerste controle niet aan de eisen. Bij hercontrole waren veel gebreken verholpen, maar in de bestaande bouw voldeed 12 procent van de gecontroleerde installaties nog steeds niet. In de nieuwbouw ging het hierbij om 4 procent. Het RIVM rapporteert VROM-Inspectie jaarlijks over de controles. De percentages liggen hoger dan in 2005. Dat komt omdat er in 2006 van meer installaties meer gegevens zijn verstrekt op basis waarvan een representatief beeld van de controles is gemaakt. Bovendien zijn er meer installaties gecontroleerd dan in voorgaande jaren. Bij aanhoudende gebreken voeren waterleidingbedrijven een tweede hercontrole uit om te toetsen of de eigenaar deze gebreken heeft verholpen. Indien de installatie dan nog steeds niet aan de eisen voldoet, wordt het toezicht erop overgedragen aan de VROM-Inspectie. In 2006 is 1 procent van de bestaande bouw overgedragen. Van de nieuwbouw zijn op dit niveau geen gegevens bekend. Bij installaties met speciale voorschriften voor legionellapreventie (prioritaire instellingen) is het percentage dat bij de eerste controle niet aan de eisen voldoet gedaald, maar nog steeds groot (82 procent). Bij de eerste hercontrole was het overgrote deel van de problemen verholpen (bij 76 procent). De extra controle is hiermee effectief gebleken.A portion of all drinking water installations is inspected yearly by the water companies to protect both the public mains system and the users of the installations from contamination. In 2006, 29% of the installations inspected - both existing and new installations - did not comply at the time of the first inspection with the standards set by legislation. A subsequent inspection of the unsatisfactory installations found that most of these shortcomings had been corrected, although 12% of the existing installations and 4% of the new installations still did not comply. By order of the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM)-Inspectorate Department, the Institute for Public Health and the Environment of the Netherlands (RIVM) compiles a report each year on the inspection of drinking water installations. The percentages of non-compliance in 2006 are higher than those for 2005, primarily because more detailed information was provided on an increased number of installations. This information enabled RIVM to derive a more accurate assessment of the installations inspected. In addition, more installations were inspected in 2006 than in previous years. When the shortcomings continue, the water companies carry out a third inspection to determine whether these have been corrected by the owner of the installation. With persisting non-compliance, supervision of the installation is transferred to the VROM-Inspectorate Department. In 2006, the water companies transferred 1% of all existing installations that were inspected to the VROM-Inspectorate; no information is available on the percentage of new installations transferred. In terms of installations that must comply with special regulations for the prevention of Legionella (high-priority installations), the number that did not meet legislated standards has decreased, although it is still high (82%). This high incidence confirmes the findings of the inspectors in the field that the prevention of Legionella is not a top priority for the owners and/or managers of these installations. The second inspection, however, found that most of the installations (76%) had corrected the shortcomings, clearly demonstrating the effectiveness of the follow-up inspection.VROM-Inspecti
The inspection of collective tap water installations in 2007 and 2008. Inspection progress
Net als in voorgaande jaren vertoonden in 2007 en 2008 steeds meer collectieve leidingwaterinstallaties in nieuwbouw bij de eerste controle gebreken. Hierdoor kan een verhoogd risico op verontreiniging ontstaan. Ook het aandeel van deze installaties dat bij hercontrole werd afgekeurd, is de afgelopen twee jaren gestegen. Dit aandeel was in het verleden stabiel. Dit blijkt uit de controles die de waterleidingbedrijven uitvoeren naar de kwaliteit van installaties in nieuwbouw en bestaande bouw. In de onderzochte periode zijn meer installaties in nieuwbouw gecontroleerd dan in voorgaande jaren. Voorbeelden van collectieve leidingwaterinstallaties zijn kantoren, ziekenhuizen en zorginstellingen. In de bestaande bouw is het percentage installaties dat bij de basiscontrole wordt goedgekeurd over de afgelopen jaren stabiel. Het aantal installaties met ernstige gebreken dat na een hercontrole wordt overgedragen aan de VROM-Inspectie is in 2008 gestegen van 207 naar 484. In 2007 zijn bijna 45.000 leidingwaterinstallaties door de drinkwaterbedrijven gecontroleerd. Hiermee is voldaan aan de target die de VROM-Inspectie aan de drinkwaterbedrijven heeft gesteld. In 2008 is het aantal gecontroleerde leidingwaterinstallaties gedaald naar 41.205 en is de target niet gehaald. Dit komt vermoedelijk door de extra tijd die nodig is voor de intensievere controle op maatregelen voor legionellapreventie. Deze intensievere controle is verplicht voor installaties in zogeheten prioritaire instellingen, zoals ziekenhuizen. Van de prioritaire instellingen zijn 4.526 installaties gecontroleerd in 2007. In 2008 waren dit er 6.443. Hiervan neemt het percentage goedgekeurde installaties bij de basiscontrole jaarlijks toe. Daarentegen was het percentage overgedragen installaties aan de VROM-Inspectie na hercontrole in 2008 groter dan in 2007.In 2007 and 2008, just as in previous years, increasingly more collective tap water installations in new buildings showed defects at the first inspection. Defects can lead to an increased risk of pollution. Also, the proportion of these installations that was rejected at re-inspection has risen over the last two years, whilst this proportion was stable in the past. This can be concluded from the inspections carried out by the water companies into the quality of installations in both new and older buildings. During the period of investigation, more installations in new buildings were inspected compared with previous years. Examples of collective tap water installations are offices, hospitals and care institutions. In older buildings, the percentage of installations that pass the basic inspection has remained stable in recent years. However, the number of installations with severe defects that were referred to the VROM-inspectorate following re-inspection, rose in 2008 from 207 to 484 percent. In 2007, almost 45,000 tap water installations were checked by inspectors from the drinking water companies. This means that the target set by the VROM-inspectorate has been met. In 2008, this figure dropped to 41,205 therefore falling short of the target. The reason for this is probably due to the extra time required for the more intensive check on the preventative measures for Legionella prevention. This more intensive check is compulsory for installations in so-called priority institutions such as hospitals. In 2007 and in 2008 4.526 and 6.443 respectively of these priority installations were inspected. The percentage of approved installations at basic inspection is increasing each year. In contrast, the percentage of installations referred to the VROM-inspectorate following re-inspection was higher in 2008 compared with 2007.VROM-Inspecti
De controle van collectieve leidingwaterinstallaties in 2007 en 2008. Voortgang controletaak
Net als in voorgaande jaren vertoonden in 2007 en 2008 steeds meer collectieve leidingwaterinstallaties in nieuwbouw bij de eerste controle gebreken. Hierdoor kan een verhoogd risico op verontreiniging ontstaan. Ook het aandeel van deze installaties dat bij hercontrole werd afgekeurd, is de afgelopen twee jaren gestegen. Dit aandeel was in het verleden stabiel. Dit blijkt uit de controles die de waterleidingbedrijven uitvoeren naar de kwaliteit van installaties in nieuwbouw en bestaande bouw. In de onderzochte periode zijn meer installaties in nieuwbouw gecontroleerd dan in voorgaande jaren. Voorbeelden van collectieve leidingwaterinstallaties zijn kantoren, ziekenhuizen en zorginstellingen. In de bestaande bouw is het percentage installaties dat bij de basiscontrole wordt goedgekeurd over de afgelopen jaren stabiel. Het aantal installaties met ernstige gebreken dat na een hercontrole wordt overgedragen aan de VROM-Inspectie is in 2008 gestegen van 207 naar 484. In 2007 zijn bijna 45.000 leidingwaterinstallaties door de drinkwaterbedrijven gecontroleerd. Hiermee is voldaan aan de target die de VROM-Inspectie aan de drinkwaterbedrijven heeft gesteld. In 2008 is het aantal gecontroleerde leidingwaterinstallaties gedaald naar 41.205 en is de target niet gehaald. Dit komt vermoedelijk door de extra tijd die nodig is voor de intensievere controle op maatregelen voor legionellapreventie. Deze intensievere controle is verplicht voor installaties in zogeheten prioritaire instellingen, zoals ziekenhuizen. Van de prioritaire instellingen zijn 4.526 installaties gecontroleerd in 2007. In 2008 waren dit er 6.443. Hiervan neemt het percentage goedgekeurde installaties bij de basiscontrole jaarlijks toe. Daarentegen was het percentage overgedragen installaties aan de VROM-Inspectie na hercontrole in 2008 groter dan in 2007
The quality of drinking water in the Netherlands in 2008
Het drinkwater in Nederland was in 2008 van goede kwaliteit. Bij een kwart van de productielocaties is een norm overschreden. In geen geval vormde dat een bedreiging voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland in 2008' dat RIVM in opdracht van de VROM-Inspectie heeft opgesteld. In dit rapport worden de resultaten van de meetprogramma's van de drinkwaterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. Zij leefden de wettelijke voorschriften voor de controle op de drinkwaterkwaliteit goed na. De VROM-Inspectie is verantwoordelijk voor de handhaving van de Waterleidingwet, waarin normen zijn opgesteld voor de aanwezigheid van micro-organismen en chemische stoffen in het drinkwater. De Inspectie is verplicht de resultaten te rapporteren aan de minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. Het aantal drinkwaterpompstations (50 = 24 procent) waar in 2008 een norm is overschreden, is nagenoeg gelijk aan dat in 2007. Een groot deel van de normoverschrijdingen was eenmalig en betrof stoffen, gerelateerd aan de bedrijfsvoering, die geen betekenis hebben voor de volksgezondheid. Het gaat dan om overschrijdingen van bijvoorbeeld troebeling, ijzer en mangaan. De norm voor bestrijdingsmiddelen is voor een middel incidenteel overschreden. Bij twee drinkwaterpompstations zijn indicatoren voor besmetting met pathogene micro-organismen eenmalig aangetoond. In het distributienet zijn deze indicatoren veel vaker aangetoond. In alle gevallen zijn de bacterien in de herhalingsmonsters niet meer aangetroffen. De aanwezigheid van legionellabacterien wordt getoetst als het drinkwater het pompstation verlaat en in de distributiegebieden. In de monsters in het distributienet zijn op 25 locaties legionellabacterien aangetoond en slechts eenmaal in het drinkwater dat het pompstation verlaat. Het is mogelijk dat tijdens werkzaamheden aan het distributienet het drinkwater met bacterien besmet kan raken. In 54 gevallen is de bewoners van de nabijgelegen woningen geadviseerd het drinkwater voor gebruik te koken.Drinking water in the Netherlands in 2008 was of a good quality. Non-compliance to the standard for good quality drinking water occurred at 25 percent of the treatment plants, none of which represented a threat to public health. These are the main conclusions of the annual report 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2008' compiled by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) by order of the Inspectorate of the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment of the Netherlands (VROM). The most important results of the measurement programmes carried out by water supply companies are reproduced in this report. The report concludes that regulations governing the quality of the drinking water were well-observed. The Inspectorate for VROM is responsible for enforcing the Drinking Water Act, which includes ensuring that the standards set by this Act for the presence of micro-organisms and chemicals are maintained. The Inspectorate is required to report the results of its control activities to both the responsible Minister and the Dutch Parliament. RIVM manages the data and produces the annual report. The number of drinking water treatment plants with one or more non-compliances (50 = 24%), which fluctuates from year to year, was in 2008 at an equal level compared with 2007. A large number of the non-compliances were incidental, involving substances/parameters related to production processes, such as turbidity, iron and manganese. There were no serious implications for public health. There was an incidental non-compliance for only one pesticide. Indicators for pathogens were found incidental at two drinking water treatment plants. In the networks the indicators were found more frequently. Always the indicators were absent after resampling. The presence of Legionella bacteria in drinking water is tested when the water leaves the treatment plant and in the distribution network. Only one non-compliance at the treatment plant was found, while in samples taken randomly throughout distribution Legionella bacteria was detected at 25 sites. Contamination can result from standard maintenance/construction activities on the distribution network. In 54 of such cases the inhabitants of nearby houses were advised to boil their drinking water before using it.VROM-Inspecti
The quality of drinking water in the Netherlands in 2004
Rapport is te bestellen via www.vrom.nlIn het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland' worden de resultaten van de meetprogramma's over 2004 van de waterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. De VROM-Inspectie is verantwoordelijk voor de handhaving van de Waterleidingwet en is verplicht de resultaten te rapporteren aan de minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. De kwaliteitsgegevens zijn getoetst aan de normen van het Waterleidingbesluit (Wlb) van 2001. Ook in 2004 worden de wettelijke voorschriften met betrekking tot de controle van het drinkwater goed nageleefd. Het aantal drinkwaterpompstations (67 = 31%) waarvoor in 2004 een normoverschrijding is vastgesteld, is ten opzichte van het voorgaande jaar met 6% toegenomen en is gelijk aan dat in 2002. Dit aantal varieerde in de periode 1992-2004 van circa 60 tot 90 pompstations. Een groot deel van de normoverschrijdingen is incidenteel. Normoverschrijdingen voor nitraat deden zich in 2004 niet voor. De norm voor bestrijdingsmiddelen is voor vier middelen (alle eenmaal) overschreden. In het drinkwater van een klein pompstation worden de bestrijdingsmiddelen bentazon en mecoprop in 2004 voor het eerst niet meer boven de norm aangetoond. De zuivering is uitgebreid met een actief koolfilter. In het drinkwater van een pompstation is de concentratie nikkel structureel hoger dan de norm. De oorzaak is de kwaliteit van het grondwater. De minister heeft het betreffende bedrijf een ontheffing verleend tot eind 2005. De normoverschrijding van de parameter trihalomethanen op twee locaties zal vanaf 2006 tot het verleden behoren wanneer de UV-desinfectie in bedrijf is genomen. Legionella is in het afgeleverde water van 206 pompstations gemeten en eenmaal (niet pathogene species) aangetoond. In de monsters genomen in het distributienet werd op elf locaties Legionella aangetoond in relatief lage aantallen. Zeer waarschijnlijk betreft het eveneeens een niet-pathogeen type. De regeling Legionellapreventie is eind december 2004 van kracht geworden. Geen van de normoverschrijdingen gaf aanleiding tot een bedreiging van de volksgezondheid. De kwaliteit van het drinkwater is in het algemeen goed.This annual report, 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2004', highlights the results of the monitoring programmes of the Water Supply companies over the year 2004. The Inspectorate for VROM (Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment) is responsible for upholding the Drinking Water Act, reporting both to the Minister and the Dutch parliament. RIVM manages the data and produces the annual report, while testing the quality data according to the standards for the Drinking-Water Act 2001. The regulations on the quality of the drinking water were, also in 2004, well-observed. The number of drinking-water treatment plants (67=31%) with one or more non-compliances increased in 2004 by 6% compared with the year before, turning out the same as for 2002. This amounted to 60 - 90 treatment plants over the 1992-2004 period. A large number of the non-compliances are incidental. Nitrate showed no non-compliances for 2004, while four pesticides showed a single non-compliance. The year 2004 was the first year in which the pesticides Bentazon and Mecoprop were not detected in amounts exceeding the standard for the drinking water at a small treatment plant. Treatment had been enhanced with activated carbon filtration. The concentration of nickel was found to be structurally higher than the standard in drinking water at one treatment plant. This was due to the groundwater quality. The Minister extended the derogation period for the water supply companie to 31 December 2005. The non-compliances for the parameter, three halomethanes, on two sites are due to end at the end of 2005, after UV disinfection has been introduced. Legionella was only detected once in treated water from 206 treatment plants (non-pathogen species); however, Legionella was detected in drinking water at 11 locations in the distribution system in relatively low numbers. These bacteria belong most probably to a non-pathogenic species. The legislation for Legionella prevention came into force at the end of December 2004. In conclusion, none of the non-compliances caused an impact on public health. The quality of the drinking water in general is good.VRO
The quality of drinking water in the Netherlands in 2006
Alleen digitaal verschenenHet drinkwater in Nederland was in 2006 van goede kwaliteit. Bij een kwart van de productielocaties is een norm overschreden. In geen geval vormde dat een bedreiging voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland, in 2006' dat RIVM in opdracht van de VROM-Inspectie heeft opgesteld. In dit rapport worden de resultaten van de meetprogramma's van de waterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. Zij leefden de wettelijke voorschriften voor de controle op de drinkwaterkwaliteit goed na. De VROM-Inspectie is verantwoordelijk voor de handhaving van de Waterleidingwet, waarin normen zijn opgesteld voor de aanwezigheid van micro-organismen en chemische stoffen in het drinkwater. De Inspectie is verplicht de resultaten te rapporteren aan de minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. Het aantal drinkwaterpompstations (53 = 25 procent) waar in 2006 een norm is overschreden, is ten opzichte van 2005 met vijf procent toegenomen. Dit aantal fluctueerde in de voorgaande jaren. Een groot deel van de normoverschrijdingen was eenmalig en betrof stoffen, gerelateerd aan de bedrijfsvoering, die geen betekenis hebben voor de volksgezondheid. Het gaat dan om overschrijdingen van bijvoorbeeld temperatuur, ijzer en smaak. De norm voor bestrijdingsmiddelen is voor drie middelen incidenteel overschreden. Daarnaast zat in het drinkwater van een pompstation een te hoge concentratie nikkel door een hoge nikkelconcentratie in het grondwater. De minister heeft het desbetreffende bedrijf een ontheffing verleend tot 2006 onder voorwaarde dat de zuivering zou worden aangepast. Deze aanpassing bleek omvangrijker dan was voorzien. Vanaf eind 2006 voldeed het drinkwater continu aan de norm. De aanwezigheid van legionellabacterien wordt getoetst als het drinkwater het pompstation verlaat en in de distributiegebieden. In de eerste categorie zijn geen aantallen boven de norm aangetroffen. Wel zijn in de monsters in het distributienet op 18 locaties legionellabacterien aangetoond. Het is mogelijk dat tijdens werkzaamheden aan het distributienet het drinkwater met bacterien besmet kan raken. In 45 gevallen is de bewoners van de nabijgelegen woningen geadviseerd het drinkwater voor gebruik te koken.Drinking water in the Netherlands in 2006 was of a good quality. Non-compliance to the standard for good quality drinking water occurred at 25 percent of the treatment plants, none of which represented a threat to public health. These are the main conclusions of the annual report 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2006' compiled by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) by order of the Inspectorate of the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment of the Netherlands (VROM). The most important results of the measurement programmes carried out by water supply companies are reproduced in this report. The report concludes that regulations governing the quality of the drinking water were well-observed. The Inspectorate for VROM is responsible for enforcing the Drinking Water Act, which includes ensuring that the standards set by this Act for the presence of micro-organisms and chemicals are maintained. The Inspectorate is required to report the results of its control activities to both the responsible Minister and the Dutch Parliament. RIVM manages the data and produces the annual report. The number of drinking-water treatment plants with one or more non-compliances (53 = 25%), which fluctuates from year to year, increased in 2006 by five percent compared with 2005. A large number of the non-compliances were incidental, involving substances/parameters related to production processes, such as temperature, iron and taste. There were no serious implications for public health. There was an incidental non-compliance for each of three pesticides and a structural non-compliance for the concentration of nickel in the drinking water due to poor groundwater quality. An exemption to the standard for nickel in drinking water was granted by the Minister to 1 January 2006 under the condition that the treatment process be modified to meet the established standard. Since the end of 2006 the drinking water quality at this plant is in compliance. The presence of Legionella bacteria in drinking water is tested when the water leaves the treatment plant and in the distribution network. No non-compliances at the treatment plants were found, while in samples taken randomly throughout distribution Legionella bacteria was detected at 18 sites. Contamination can result from standard maintenance/construction activities on the distribution network. In 45 of such cases the inhabitants of nearby houses were advised to boil their drinking water before using it.VROM-Inspecti