23 research outputs found

    A phase I radiation dose-escalation study to determine the maximal dose of radiotherapy in combination with weekly gemcitabine in patients with locally advanced pancreatic adenocarcinoma

    Get PDF
    <p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>The primary objective of this study was to determine the maximum tolerated dose (MTD) of escalating doses of radiotherapy (RT) concomitantly with a fixed dose of gemcitabine (300 mg/m<sup>2</sup>/week) within the same overall treatment time.</p> <p>Methods</p> <p>Thirteen patients were included. Gemcitabine 300 mg/m<sup>2</sup>/week was administered prior to RT. The initial dose of RT was 45 Gy in 1.8 Gy fractions, escalated by adding 5 fractions of 1.8 Gy (one/week) to a dose of 54 Gy with a total duration kept at 5 weeks. All patients received a dynamic MRI to assess the pancreatic respiratory related movements. Toxicity was scored using the RTOG-EORTC toxicity criteria.</p> <p>Results</p> <p>Three of six patients experienced an acute dose limiting toxicity (DLT) at the 54 Gy dose level. For these patients a grade III gastro-intestinal toxicity (GI) was noted. Patients treated at the 45 Gy dose level tolerated therapy without DLT. The 54 Gy dose level was designated as the MTD and was deemed not suitable for further investigation.</p> <p>Between both dose levels, there was a significant difference in percentage weight loss (p = 0.006) and also in cumulative GI toxicity (p = 0.027). There was no grade 3 toxicity in the 45 Gy cohort versus 4 grade 3 toxicity events in the 54 Gy cohort. The mean dose to the duodenum was significantly higher in the 54 Gy cohort (38.45 Gy vs. 51.82 Gy; p = 0.001).</p> <p>Conclusion</p> <p>Accelerated dose escalation to a total dose of 54 Gy with 300 mg/m<sup>2</sup>/week gemcitabine was not feasible. GI toxicity was the DLT. Retrospectively, the dose escalation of 9 Gy by accelerated radiotherapy might have been to large. A dose of 45 Gy is recommended. Considering the good patient outcomes, there might be a role for the investigation of a fixed dose of gemcitabine and concurrent RT with small fractions (1.8 Gy/day) in borderline resectable or unresectable non-metastatic locally advanced pancreatic cancer.</p

    Screening with CT colonography: facing the challenges

    No full text
    Screening voor colorectale kanker door middel van CT colonografie: de uitdagingen.In de Westerse wereld is het colorectaal carcinoom de tweede belangrijkste kankergerelateerde doodsoorzaak. De meeste colorectale kankers ontstaan echter uit goedaardige woekeringen (poliepen) van het darmslijmvlies die in de loop der tijd groeien en de kans lopen te ontaarden over een periode van ongeveer tien jaar. Eenmaal een kanker gediagnosticeerd, daalt de overlevingskans significant.Grootschalige opsporing en vroegtijdige verwijdering van letsels, in het bijzonder de gevorderde adenomen, kan leiden tot daling van de morbiditeit en mortaliteit ten gevolgen van colonkanker.Van de reeds in 1994 voor het eerst beschreven CT colonografie (CTC) werd verwacht dat deze een alternatief of aanvulling kon bieden voor de conventionele coloscopie (CC) bij de vroegtijdige opsporing van poliepen of colorectale kanker. Toch is dit tot op heden nog niet gebeurd, en dit omwille van de wisselende betrouwbaarheid, de als onaangenaam ervaren maar noodzakelijke darmvoorbereiding, de mogelijkerisico s ten gevolge van de stralingsdosis en de onzekerheid omtrent kost en voordelen van het onderzoek.Het zijn deze uitdagingen die in dit thesisproject onderzocht werden.Van januari 2004 tot oktober 2006 werden 305 personen uitgenodigd een CTC te ondergaan, voorafgaandaan een geplande CC op dezelfde dag. Redenen voor de coloscopie waren: familiaal verhoogd risico op colorectale kanker zijnde personen met een eerstegraads familielid met diagnose van colorectale kanker of gevorderd adenoom v&oacute;&oacute;r de leeftijd van 60 jaar, follow-up na verwijdering van een colorectale kanker ofgevorderd adenoom, of gezondheidsredenen die een coloscopie noodzakelijk maakten (rood anaal bloedverlies, bloedarmoede, het vermoeden van een colontumor, ).Alle patiënten kregen dieetrichtlijnen. Twee dagen op voorhand waren alleen restenarme voedingswarentoegelaten. De avond voor het onderzoek was alleen een vloeibare maaltijd toegelaten. Extra vochtinname werd aangeraden.Behoudens restenarme voeding kregen de personen verschillende types darmvoorbereiding: een standaardlaxerende voorbereiding met een elektrolytenoplossing de ochtend van het onderzoek (Groep 1), of een beperkte laxerende voorbereiding met natriumfosfaat en een kleine hoeveelheid contrastproduct bij de maaltijden de dagen die de CTC voorafgingen, dit met het oog op faecal tagging (Groep 2), of een minimale voorbereiding met alleen faecal tagging de dagen voor het onderzoek (Groep 3).Alle CTC-onderzoeken werden uitgevoerd in zowel rug- als buikligging, na retrograde insufflatie van lucht of koolstofdioxide in de dikke darm.Sensitiviteit en negatieve predictieve waarde (NPW) per persoon werden berekend op basis van het al dan niet correct doorverwijzen volgens risico: terwijl personen met letsels &#8805;10mm ofdrie of meer letsels 6-9mm onverwijld dienen verwezen te worden voor polypectomie kan voor personen met minder dan 3 letsels 6-9mm kortetermijnopvolging (controle-CTC na 2-3 jaar) volstaan. Alle andere personen komen in aanmerking voor routine follow-up na 5-10 jaar.Correcte doorverwijzing werd beschouwd als true positive , onnodige doorverwijzing als false positive en geen doorverwijzing waar nodig als false negative ; alle andere werden beschouwd als true negative .Dit resulteert in een sensitiviteit en NPW per patiënt van respectievelijk 62,5&#37; en 96,7&#37; voor Groep 1, 90,0&#37; en 99,1&#37; voor Groep 2 en 100,0&#37; en 100,0&#37; voor Groep 3.Deze gegevens tonen aan dat zowel de sensitiviteit als de NPW verbeteren door het gebruik van de faecaltagging , zelfs indien er geen laxerende voorbereiding wordt gebruikt. Deze goede resultaten zijn vooral te wijten zijn aan de opgebouwde ervaring van de radioloog. De voorbereiding met enkel faecal tagging kan dan ook alleen maar aangeraden worden in geval de radioloog over voldoende ervaring beschikt.Met het oog op een verbetering van de resultaten van de CTC en het vergemakkelijken van de taakvan de radioloog werd gebruik gemaakt van enerzijds computer aided detection (CAD) met bedoeling kandidaat-poliepen automatisch op te sporen, en anderzijds van een geautomatiseerde meting van de poliepgrootte. Het gebruik van CAD had slechts een beperkte toegevoegde waarde, en dit alleen maar wanneer er geen tagging gebeurde. Hoewel de resultaten van de geautomatiseerde poliepmeting niet veel verschilden van de manuele metingen, verlichtte deze aanpak de taak van de radioloog gezien het wegvallen van de tijdrovende manuele metingen.Om het belang van de darmvoorbereiding in de aanvaarding van de CTC te evalueren werden 99 personenbevraagd naar hun ervaring betreffende de voorbereiding en de CTC- en de CC-onderzoeken.Er waren geen uitgesproken verschillen wat betreft de verwachtingen omtrent CTC of CC. Er was evenmin invloed van de voorbereiding of een vroegere ervaring met CC.De thuisvoorbereiding zonder laxeermiddel werd echter duidelijk beter gewaardeerd. De CTC-onderzoekenscoorden beter dan de CC, en in geval een nieuw colononderzoek nodig zou zijn zou 55&#37; een CTC verkiezen. Deze keuzes waren niet afhankelijk van type voorbereiding of vroegere ervaring met CC.De bewustwording over mogelijk schadelijke gevolgen van ioniserende straling en de richtlijnen van deEuropese Gemeenschap in verband met radioprotectie nopen tot de ontwikkeling van een lage-dosis-CTC-techniek waarbij we moeten streven naar een optimum tussen dosis, beeldkwaliteit en betrouwbaarheid.Voor de evaluatie van de stralingsdosis werden alle CTC-onderzoeken uitgevoerd methoge-resolutieparameters zijnde dunne collimatie (16x0,75-1,5mm) en beeldreconstructie (snededikte 2mm en interval 1,5mm), doch met verschillende dosisparameters. Onderzoeken in rugligging werden uitgevoerd met 120kV en 55mAs; onderzoeken in buikligging werden uitgevoerd met volgende parameters:120kV en 55mAs; 100kV en 50mAs of 140kV en 15mAs. Het effect van dosismodulatie, die zorgt voor aanpassing van de dosis in functie van de lichaamsconstitutie, werd eveneens onderzocht.De berekende effectieve dosis (E) was het hoogst in rugligging met 120kV, 55mAs zonder dosismodulatie (3,45mSv) en het laagst in buikligging met 140kV, 15mAs en dosismodulatie (1,20mSv).Deze dosis kan uitgedrukt worden als een verhouding tot de jaarlijkse achtergrondstraling in België, variërend van 1,33 tot 0,46, of als een risico of kankerinductie, variërend van 1 op 5797 tot 1 op 16667.Omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen dosis, beeldruis en beeldkwaliteit, werden de dosis enbeeldkwaliteit ook bij lagedosisonderzoeken geëvalueerd. De gemiddelde E kon op die manier teruggebracht worden tot slechts 0,20mSv!De evalautie van de beeldkwaliteit door vijf radiologen met verschillende ervaring wat betreft delezing van CTC-onderzoeken leerde dat alle beeldenreeksen met 35mAs als voldoende diagnostisch konden beschouwd worden en toelieten alle nodige doorverwijzingen naar CC correct te doen.Tot slot werd een kostencalculatie per CTC-onderzoek uitgevoerd om zo correct mogelijk dewerkelijk kost te berekenen zodat de aanbieder minstens zijn kosten terug zou kunnen verdienen. Ook voor verzekeraars kan deze informatie belangrijk zijn met het oog op eventuele terugbetaling van het CTC-onderzoek in de toekomst.De activity-based costing (ABC-techniek) laat een vrij nauwkeurige kostprijsbepaling toe, rekening houdend met de complexiteit van het CTC-onderzoek, de relatieve kostprijs van de verschillende activiteiten en de verschillende geproduceerde hoeveelheden.De kostprijs van de CTC, gebaseerd op de boekhoudkundige gegevens van de Universitaire Ziekenhuizen van de K.U.Leuven en omgerekend naar 2005 bedraagt 208,78.Tot besluit kunnen we stellen dat de CT-colonografie met een lage dosis en een minimale darmvoorbereiding een betrouwbare test belooft te worden voor de screening naar colorectale kanker, zeker in handen van ervaren radiologen. De automatische poliepdetectie en -meting kunnen de taakvan de radioloog bovendien vergemakkelijken.Er dient wel nog nagegaan te worden of de berekende kostprijs van het CTC-onderzoek aanvaardbaar is voor eventuele terugbetaling, en of het CTC-onderzoek bovendien een kosteneffectiefalternatief of aanvulling kan zijn voor de conventionele coloscopie in het kader van screening voor colorectale kanker.status: publishe

    Wandering spleen on a 68Ga-DOTATOC-PET/CT scan

    No full text
    status: publishe

    Dry preparation for virtual CT colonography with fecal tagging using water-soluble contrast medium : initial results

    No full text
    The purpose of this study was to evaluate the feasibility of a dry bowel preparation, i.e. without laxative fluids, for virtual CT colonography (VCTC), and its impact on patient acceptance compared with conventional colonoscopy (CC). A randomly chosen patient population scheduled for CC ( n=11) was first submitted to VCTC after a dry preparation, consisting of low-residue meals combined with a small amount of a iodinated water-soluble contrast medium during each meal 3 days before VCTC. In different colon segments and between different persons, the degree of tagging in VCTC was evaluated and graded. Patient acceptance and future preference were assessed for both preparations as well as for both investigations. The mixing of the contrast with the intestinal content results in contrast impregnated stool, the tagged feces. The degree of fecal tagging was good in the majority of the patients and the colonic segments, especially in the descending colon and sigmoid. Furthermore, patient acceptance and preference were clearly in favour of VCTC compared with CC merely because of the non-invasiveness of the dry preparation. Dry bowel preparation and VCTC is a promising approach towards a patient-friendly colon cancer-screening setup.Bielen D., Thomeer M., Vanbeckevoort D., Kiss G., Maes F., Marchal G., Rutgeerts P., ''Dry preparation for virtual CT colonography with fecal tagging using water-soluble contrast medium : initial results'', European radiology, vol. 13, no. 3, pp. 453-458, 2003.status: publishe

    Computer-aided detection of colonic polyps using low-dose CT acquisitions

    No full text
    RATIONALE AND OBJECTIVES: This report proposes an alternative method for the automatic detection of colonic polyps that is robust enough to be directly applicable on low-dose computed tomographic data. MATERIALS AND METHODS: The polyp modeling process takes into account both the gray-level appearance of polyps (intensity profiles) and their geometry (extended Gaussian images). Spherical harmonic decompositions are used for comparison purposes, allowing fast estimation of the similarity between a candidate and a set of previously computed models. Starting from the original raw data (acquired at 55 mA), five patient data sets (prone and supine scans) are reconstructed at different dose levels (to 5 mA) by using different kernel filters, slice overlaps, and increments. Additionally, the efficacy of applying an edge-preserving smoothing filter before detection is assessed. RESULTS: Although image quality decreases when decreasing acquisition milliamperes, all polyps greater than 6 mm are detected successfully, even at 15 mA. Although not important at high doses, smoothing improves detection results for ultra-low-dose (tube current<15 mA) data. CONCLUSION: The advantage of low-dose scans is a significant decrease in effective dose from 4.93 to 1.61 mSv while retaining high detection values, particularly important when thinking of population screening.status: publishe

    Dental age estimation using X-ray microfocus computed tomography

    No full text
    status: publishe

    Clinical validation of high-resolution fast spin-echo MR colonography after colon distention with air

    No full text
    To evaluate the feasibility of MR colonography (MRC) with air using two-dimensional (2D) T1-weighted fast spin-echo (T1wFSE) in patients scheduled for conventional colonoscopy (CC) after classic bowel preparation, and assess the ability of the technique to detect colonic lesions. The distention was sufficient for diagnosis, and the technique provided adequate delineation of the wall in the majority of segments. Residual fluid obscured the wall in different segments, especially in the ascending and descending colon (supine position) and in the cecum, transverse, and sigmoid colon (prone position). These findings were consistent with CT colonography. MRC visualized three lesions, missed one lesion >10 mm, visualized none of four lesions <5 mm, and yielded one false-positive lesion (5-10 mm). Missed lesions can be due to inconsistency in the slice positions between consecutive breath-holds, which is inherent to the multishot technique. Residual fluid may have obscured the smaller lesions. The shortcomings of the technique are limited coverage and signal drop-off at the borders of the field of view (FOV). Before multishot 2D T1wFSE colonography can become a valid screening method, improved patient preparation and a more practical technique are needed.status: publishe
    corecore