76 research outputs found

    Vloeibare meststoffen hebben incidenteel meerwaarde

    Get PDF
    Samenstelling en eigenschappen van vloeibare meststoffen (stikstof-, fosfaat- en kalimeststoffen), en resultaten van onderzoek naar de toepassing van vloeibare urean, ureum, ammoniak, ammoniumwater en NP-meststoffen in verschillende soorten akkerbouwgewassen. Toedieningsmethoden (verspuiten, injecteren), toepassing (basisgift, startgift, bijbemesting, rijenbemesting), effecten op de opbrengst, en mogelijkheden voor verlaging van de mestgift worden besproken. In normale jaren werken vloeibare meststoffen niet beter dan vaste; de iets hogere efficiëntie weegt niet op tegen de koste

    Removal of nitrogen leaching from vegetable crops in constructed wetlands

    Get PDF
    Vegetable growing leads to high nitrogen emissions. In the Netherlands, nitrogen emissions can hardly be reduced by reducing fertilization without risks for yield and quality loss. An alternative measure to reduce emissions is to collect nitrate-rich drain water and remove nitrate from the drain water in constructed wetlands. This was tested in three different types of constructed wetlands at an experimental farm in the SE of the Netherlands: (1) a surface flow system (SF) planted with Common reed, (2) a horizontal subsurface flow system with Common reed (SSF-reed) and (3) a horizontal subsurface flow system filled with straw (SSF-straw). The water discharge into the wetlands is adjusted to the nitrate removal capacity of the wetlands. In- and outlet concentrations of nitrogen and other nutrients were measured every two weeks since December 2005. Collected water from pipe drains contained on average 30 mg N L-1. The mean N removal was 58% in SF (1655 kg N ha-1 year-1), 25% in SSF-reed (1447 kg ha-1 year-1) and 63% in SSF-straw (3622 kg N ha-1 year-1). SF and SSF-straw are functioning well. In SSF-reed, the amount of carbon seems to be insufficient to sustain nitrogen reduction. Disadvantage of SSF-straw is the negative removal rate of phosphorus (mean 16 kg ha-1). With a removal rate of about 60% within the system, about 20% of the leached nitrogen from the vegetable fields could be removed: about two-third of the leached water is collected in drains and half of the nitrate-rich drain water is collected for purification. The cost effectiveness (expressed as € per kg N removed) ranged between € 52 and € 104 kg-1 N for SF, between € 29 and 58 kg-1 N for SSF-straw and between € 161 and € 322 kg-1 N for SSF-reed. Cost reduction is possible by combining with other functions as water storage and nature developmen

    Boeren voor schoon oppervlaktewater : perspectieven voor inrichtingsmaatregelen in het agrarisch gebied

    Get PDF
    De landbouw staat de komende jaren voor de uitdaging om de belasting van het oppervlaktewater te verminderen, zodat aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water kan worden voldaan. In deze brochure wil Praktijkonderzoek Plant & Omgeving de potenties laten zien van kleinschalige inrichtingsmaatregelen op agrarische bedrijven, zoals aanpassingen aan de ontwatering van percelen, de aanleg van waterzuiveringssystemen en bufferstroken langs watergangen. Deze maatregelen bevorderen de retentie van nutriënten in het agrarisch gebied. Daarnaast wordt ingegaan op de combineerbaarheid van functies in het landelijk gebied, op mogelijke financieringsconstructies en perspectieven voor de toekomst

    Gebiedsplan FAB Hoeksche Waard : naar een aantrekkelijk platteland met een natuurlijke omgeving als probleemoplosser voor het agrarisch bedrijf

    Get PDF
    Binnen het FAB Hoeksche Waard project wordt er naar gestreefd een gebiedsbrede aanpak van functionele biodiversiteit te combineren met een specifieke benadering op perceelsniveau. Ondernemers kunnen op hun bedrijf door de aanleg van verschillende typen akkerranden langs percelen bijdragen aan de fijne groenblauwe dooradering van het gebied. Zo worden schuilplaatsen, verplaatsingsmogelijkheden, en extra voedsel geboden aan natuurlijke vijanden. Maar voor de aanwezigheid van die natuurlijke vijanden zijn ondernemers ook afhankelijk van robuuste landschapselementen in de omgeving (zogenaamde brongebieden), waarin een deel van de natuurlijke vijanden overwintert. De intensiteit waarmee landbouwpercelen via slootkanten en bermen zijn verbonden met deze brongebieden bepaalt in hoeverre de natuurlijke vijanden ook de akkers kunnen bereiken. Het is daarom belangrijk vast te stellen in hoeverre de al aanwezige ecologische infrastructuur op gebiedsniveau de plaagonderdrukking op perceelsniveau versterkt, en of daarin eventuele knelpunten aanwezig zijn. Het gebiedsplan dat in dit rapport wordt gepresenteerd bouwt rechtstreeks voort op het Alterra rapport “Groenblauwe dooradering in de Hoeksche Waard” (Geertsema et al., 2004). Het hier beschreven gebiedsplan is een verdere concretisering en uitwerking van het Alterra rapport, toegespitst op het FAB gebied in de Hoeksche Waard, de 5 bedrijven die deelnemen in het LTO FAB project, en toegespitst op de 3 gewassen die binnen het LTO project als speerpunt zijn verkozen: aardappel, spruitkool en tarw

    Water kent geen grenzen : samen werken aan agrarisch waterbeheer

    Get PDF
    Waterbeheer door boeren, waarbij het nog de vraag is of grootschalige toepassing op boerenbedrijven mogelijk is. Voorbeelden zijn het project Functionele Agrobiodiversiteit (FAB) Hoeksche Waard (p. 9) en demonstratieprojecten bij individuele boeren, zoals het agrarische informatiebedrijf Helder Water (pag 8.) en het project Boeren met water (p. 9). Stuwbeheer, waterzuivering en rietteelt zijn andere voorbeelden van waterbeheer door boere

    Waterkwaliteit en landbouw: mag het ook een beetje zouter zijn?

    Get PDF
    Door de te verwachten gevolgen van de klimaatverandering zal de zoetwatervoorziening van Nederland de komende jaren worden heroverwogen. Daarbij zijn de berekening van de zoutschade in de landbouw als gevolg van beregening met niet-zoet oppervlaktewater en de hantering van normen voor toelaatbare chlorideconcentraties in het oppervlaktewater belangrijke onderdelen. In 2009 is het hierop betrekking hebbende deel van het huidige Droogte-instrumentarium geëvalueerd, gebruik makend van het agrohydrologisch SWAP model. In het aandachtsgebied zijn vier gewassen (gras, aardappelen, suikerbieten en tulpen) op drie grondsoorten (zavel, zand en klei) het meest relevant. Als belangrijkste bevindingen dat de berekening van de zoutschade niet onjuist is, maar dat de gehanteerde normen voor toelaatbare chlorideconcentraties in het oppervlaktewater leiden tot te veel droogteschade en herziening behoeve

    Maatregelenpakketten KRW - Flevoland: kosteneffectiviteit van maatregelen om de belasting van het oppervlaktewater met N, P en carbendazim te verminderen

    Get PDF
    De Europese Kaderrichtlijn Water heeft als doel duurzaam gebruik van water te bevorderen en de kwaliteit van watersystemen te beschermen en waar nodig te verbeteren. Voor de ecologische kwaliteit van watersystemen is het terugdringen van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen een belangrijke voorwaarde voor herstel. In deze studie is de kosteneffectiviteit van bron- (verminderen overschotten) en effectgerichte maatregelen (bufferstroken, moerassystemen en baggeren) om de N- en P-belasting van het oppervlaktewater te verminderen met elkaar vergeleken. Voor het bepalen van de kosteneffectiviteit van effectgerichte maatregelen is een regionale invulling vereist, immers de effectiviteit van dergelijke maatregelen wordt sterk bepaald door de lokale omstandigheden. In deze studie is gekozen voor twee kleigebieden in Flevoland

    Nutrient management on vegetable farms; what will be the future?

    Get PDF
    Production of field vegetables is known for its high nitrogen input and consequently high nitrogen losses towards the environment. All over the world research tries to find opportunities to reduce these losses. In 2000 the Dutch government initiated and funded a research project (Telen met toekomst) to explore the possibilities to reduce the adverse effects of nitrogen and phosphate inputs on the quality of soil and surface water by farm management. A participatory research approach was chosen, so the farmer, the consultant and scientist work closely together in making annual plans to reach a number of set goals for fertilization on the farm level. By registration of all activities concerning fertilization on the farm, the nitrogen input and output could be monitored. The gap between the reference point at the start of the project and the environmental goals is big for nitrogen: the nitrogen balance surplus on the whole farm level should be reduced from 300 kg N/ha to 90 kg N/ha. First results show that this gap is unlikely to be bridged on all farms within the set period of time, without affecting the farmer's income. However, distinct differences could be observed in the farmers' attitude towards the challenge, the rate of progress varied significantly among farmers
    • …
    corecore