17 research outputs found

    Agricultural practice and water quality in the Netherlands in the 1992-2006 period

    No full text
    Als gevolg van de Europese Nitraatrichtlijn is het stikstofoverschot in de Nederlandse landbouw tussen 1992 en 2007 afgenomen met bijna 40 procent. Dit is een van de conclusies. Dit rapport geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de waterkwaliteit ten opzichte van Nederlandse maatregelen in de landbouw om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Het nitraatgehalte in het grondwater onder landbouwpercelen is in de periode van 1992 tot 2007 sterk gedaald, vooral in de zandregio's. Daar daalde de gemiddelde concentratie van 140 mg/l naar 75 mg/l. Ook in de kleiregio's zijn de gehaltes gedaald en lagen ze in deze periode ruim onder de norm van 50 mg/l. In de veenregio's is altijd weinig nitraat in het grondwater aanwezig geweest. Sinds 1992 is de chlorofyl-a concentratie (een indicator voor mate waarin het water eutrofieert) in regionale oppervlaktewateren die door de landbouw worden beinvloed constant gedaald. De gemiddelde nitraatconcentratie in de winterperiode in het zoete oppervlaktewater vertoont een afname sinds 1998. Zowel nitraatgehaltes in, als de eutrofiering van het water neemt af. Het duurt echter enkele jaren voordat effecten van beleidsmaatregelen door boeren in de waterkwaliteit waarneembaar zijn. Verwacht wordt dat de effecten van de recente beleidsmaatregelen uit het huidige actieprogramma (2004-2009) pas over een aantal jaren te zien zullen zijn in de waterkwaliteit. Het is daarom te verwachten dat de waterkwaliteit pas in de periode 2010-2015 verder verbeterd.As a result of the European Nitrate Directive, the nitrogen surplus in Dutch agriculture decreased by almost 40 percent between 1992 and 2007. This is one of the conclusions. This report provides a summary of developments in water quality as far as measures taken in Dutch agriculture to improve the quality of groundwater and surface water are concerned. The nitrate content in groundwater below agricultural land showed a strong decrease during the 1992 to 2007 period, in sandy areas especially, where the average concentration decreased from 140 mg/l to 75 mg/l. Nitrate content also decreased in clay areas, and was well below the standard of 50 mg/l for this period. There has always been very little nitrate present in groundwater in peat regions. The chlorophyll-a concentration (an indicator for the extent of water eutrophication) in agriculturally-influenced regional surface waters showed a constant decrease following 1992. The average nitrate concentration during the winter period in fresh surface waters has been decreasing since 1998. Both nitrate content and eutrophication are decreasing. However, it takes several years before the effects of policy measures taken by farmers are seen in the water quality. It is therefore expected that it will be some years before the effects of recent policy measures from the current action programme (2004-2009) are seen in the water quality and that water quality will therefore only show further improvement in the 2010-2015 period.VROMLNVV&

    Agricultural practice and water quality in the Netherlands in the 1992-2010 period

    No full text
    Het stikstofoverschot in de Nederlandse landbouw is tussen 1992 en 2010 met bijna 50 procent afgenomen. Dit is een gevolg van maatregelen die vanwege de Europese Nitraatrichtlijn in de Nederlandse landbouw zijn genomen, zoals minder mest gebruiken gedurende een kortere tijd van het jaar. Dit blijkt uit een inventarisatie van de ontwikkelingen in de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit en de landbouwpraktijk. De rapportage hiervan is een vierjaarlijkse Europese verplichting. Het RIVM heeft de inventarisatie uitgevoerd met het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Waterdienst, LEI (onderdeel van Wageningen UR) en Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Nitraatconcentratie daalt Dankzij de uitvoering van de Europese Nitraatrichtlijn is ook de nitraatconcentratie in het water dat uitspoelt uit de 'wortelzone' van landbouwpercelen naar het grond- en oppervlaktewater sterk gedaald tussen 1992 en 2010. Vooral in de zandgebieden is dat het geval: in deze gebieden daalde de gemiddelde concentratie van 140 naar 60 milligram per liter. In de gebieden met kleigrond zijn de gemiddelde nitraatconcentraties in het uitspoelende water eveneens gedaald, naar 29 milligram per liter. In veengrond is altijd weinig nitraat in het uitspoelende water aanwezig (minder dan 10 milligram per liter). Dat komt doordat nitraat in veengronden snel afbreekt. Zoet oppervlaktewater In zoet oppervlaktewater schommelt de gemiddelde nitraatconcentratie sinds 2002 rond hetzelfde niveau (15 milligram per liter in 2008-2010). Desondanks is tussen 2004 en 2010 de chlorofyl-a-concentratie in de zomerperiode (een indicator voor eutrofiëring) in regionale zoete oppervlaktewateren die door de landbouw worden beïnvloed licht toegenomen. Waterkwaliteit blijft zich verbeteren Het is te verwachten dat de waterkwaliteit in Nederland in de komende jaren verder verbetert. Het duurt namelijk enkele jaren voordat de maatregelen uit het huidige actieprogramma (2010-2013), zoals aangescherpte gebruiksnormen voor mest, uitgedrukt in de hoeveelheid stikstof, zich vertalen naar een betere waterkwaliteit.The nitrogen surplus in Dutch agriculture decreased by almost 50 per cent between 1992 and 2010. This decrease is the result of measures taken in Dutch agriculture as laid down in the European Nitrate Directive, such as applying less manure in a shorter time period during a year. An inventory of developments in groundwater and surface water quality and agricultural practice clearly shows this trend. The inventory is a four-yearly European obligation. The RIVM carried out this inventory in cooperation with Statistics Netherlands, The Waterdienst, LEI (part of Wageningen UR) and Dienst Regelingen of the ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovation. Decreasing nitrate content As a result of the measures originating from the European Nitrate Directive, the nitrate content in upper groundwater below agricultural land showed a strong decrease during the 1992 to 2010 period. Especially in sandy areas this is observed, the average concentration in sandy areas decreased from 140 mg/l to 60 mg/l. Nitrate content also decreased in clay areas, the average nitrate content was 29 mg/l. There has always been very little nitrate present in groundwater in peat regions (less than 10 mg/l) due to the degradation of nitrate in these regions. Fresh surface water The average nitrate concentration during the winter period in fresh surface waters has not shown a clear trend since 2002 (15 mg/l in 2008-2010). Despite this absence of trend the chlorophyll-a concentration (an indicator for the extent of water eutrophication) in agriculturally-influenced regional fresh surface waters increased slightly during the 2004 to 2010 period. Improving water quality In the coming years it is to be expected that the water quality in The Netherlands will improve. It takes several years before the effects of policy measures from the current action programme (2010-2013), such as more stringent application limits for fertilizer (expressed as nitrogen) will lead to the further improvement of water quality

    Landbouwpraktijk en waterkwaliteit in Nederland, periode 1992-2006

    No full text
    Als gevolg van de Europese Nitraatrichtlijn is het stikstofoverschot in de Nederlandse landbouw tussen 1992 en 2007 afgenomen met bijna 40 procent. Dit is een van de conclusies. Dit rapport geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de waterkwaliteit ten opzichte van Nederlandse maatregelen in de landbouw om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Het nitraatgehalte in het grondwater onder landbouwpercelen is in de periode van 1992 tot 2007 sterk gedaald, vooral in de zandregio's. Daar daalde de gemiddelde concentratie van 140 mg/l naar 75 mg/l. Ook in de kleiregio's zijn de gehaltes gedaald en lagen ze in deze periode ruim onder de norm van 50 mg/l. In de veenregio's is altijd weinig nitraat in het grondwater aanwezig geweest. Sinds 1992 is de chlorofyl-a concentratie (een indicator voor mate waarin het water eutrofieert) in regionale oppervlaktewateren die door de landbouw worden beinvloed constant gedaald. De gemiddelde nitraatconcentratie in de winterperiode in het zoete oppervlaktewater vertoont een afname sinds 1998. Zowel nitraatgehaltes in, als de eutrofiering van het water neemt af. Het duurt echter enkele jaren voordat effecten van beleidsmaatregelen door boeren in de waterkwaliteit waarneembaar zijn. Verwacht wordt dat de effecten van de recente beleidsmaatregelen uit het huidige actieprogramma (2004-2009) pas over een aantal jaren te zien zullen zijn in de waterkwaliteit. Het is daarom te verwachten dat de waterkwaliteit pas in de periode 2010-2015 verder verbeterd.As a result of the European Nitrate Directive, the nitrogen surplus in Dutch agriculture decreased by almost 40 percent between 1992 and 2007. This is one of the conclusions. This report provides a summary of developments in water quality as far as measures taken in Dutch agriculture to improve the quality of groundwater and surface water are concerned. The nitrate content in groundwater below agricultural land showed a strong decrease during the 1992 to 2007 period, in sandy areas especially, where the average concentration decreased from 140 mg/l to 75 mg/l. Nitrate content also decreased in clay areas, and was well below the standard of 50 mg/l for this period. There has always been very little nitrate present in groundwater in peat regions. The chlorophyll-a concentration (an indicator for the extent of water eutrophication) in agriculturally-influenced regional surface waters showed a constant decrease following 1992. The average nitrate concentration during the winter period in fresh surface waters has been decreasing since 1998. Both nitrate content and eutrophication are decreasing. However, it takes several years before the effects of policy measures taken by farmers are seen in the water quality. It is therefore expected that it will be some years before the effects of recent policy measures from the current action programme (2004-2009) are seen in the water quality and that water quality will therefore only show further improvement in the 2010-2015 period.VROMLNVV&

    Agricultural practice and water quality in the Netherlands in the 1992-2006 period

    No full text
    Als gevolg van de Europese Nitraatrichtlijn is het stikstofoverschot in de Nederlandse landbouw tussen 1992 en 2007 afgenomen met bijna 40 procent. Dit is een van de conclusies. Dit rapport geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de waterkwaliteit ten opzichte van Nederlandse maatregelen in de landbouw om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Het nitraatgehalte in het grondwater onder landbouwpercelen is in de periode van 1992 tot 2007 sterk gedaald, vooral in de zandregio's. Daar daalde de gemiddelde concentratie van 140 mg/l naar 75 mg/l. Ook in de kleiregio's zijn de gehaltes gedaald en lagen ze in deze periode ruim onder de norm van 50 mg/l. In de veenregio's is altijd weinig nitraat in het grondwater aanwezig geweest. Sinds 1992 is de chlorofyl-a concentratie (een indicator voor mate waarin het water eutrofieert) in regionale oppervlaktewateren die door de landbouw worden beinvloed constant gedaald. De gemiddelde nitraatconcentratie in de winterperiode in het zoete oppervlaktewater vertoont een afname sinds 1998. Zowel nitraatgehaltes in, als de eutrofiering van het water neemt af. Het duurt echter enkele jaren voordat effecten van beleidsmaatregelen door boeren in de waterkwaliteit waarneembaar zijn. Verwacht wordt dat de effecten van de recente beleidsmaatregelen uit het huidige actieprogramma (2004-2009) pas over een aantal jaren te zien zullen zijn in de waterkwaliteit. Het is daarom te verwachten dat de waterkwaliteit pas in de periode 2010-2015 verder verbeterd.As a result of the European Nitrate Directive, the nitrogen surplus in Dutch agriculture decreased by almost 40 percent between 1992 and 2007. This is one of the conclusions. This report provides a summary of developments in water quality as far as measures taken in Dutch agriculture to improve the quality of groundwater and surface water are concerned. The nitrate content in groundwater below agricultural land showed a strong decrease during the 1992 to 2007 period, in sandy areas especially, where the average concentration decreased from 140 mg/l to 75 mg/l. Nitrate content also decreased in clay areas, and was well below the standard of 50 mg/l for this period. There has always been very little nitrate present in groundwater in peat regions. The chlorophyll-a concentration (an indicator for the extent of water eutrophication) in agriculturally-influenced regional surface waters showed a constant decrease following 1992. The average nitrate concentration during the winter period in fresh surface waters has been decreasing since 1998. Both nitrate content and eutrophication are decreasing. However, it takes several years before the effects of policy measures taken by farmers are seen in the water quality. It is therefore expected that it will be some years before the effects of recent policy measures from the current action programme (2004-2009) are seen in the water quality and that water quality will therefore only show further improvement in the 2010-2015 period.VROMLNVV&

    Landbouwpraktijk en waterkwaliteit in Nederland in de periode 1992-2002. Achtergrondinformatie voor de derde landenrapportage EU-Nitraatrichtlijn

    No full text
    Dit rapport levert de informatie die nodig is voor de derde landenrapportage die Nederland medio 2004 in het kader van de EU-Nitraatrichtlijn aan de Europese Commissie dient toe te zenden. Het rapport geeft een overzicht van de huidige landbouwpraktijk en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in Nederland, en laat tevens de ontwikkeling hiervan zien in met name de periode 1992-2002. Dit betreft een overzicht van de implementatie van de maatregelen uit de eerdere Actieprogramma's en gevolgen hiervan op de waterkwaliteitsontwikkeling tot nu toe. Verder geeft het een verwachting van de termijn waarop effecten van het derde Actieprogramma op de waterkwaliteit zichtbaar worden. Nederland is er in 1987 in geslaagd de stijgende tendens van nutrientenoverschotten in de landbouw om te buigen in een dalende tendens. Na de invoering van MINAS in 1998 vertoont het stikstofoverschot opnieuw een dalende tendens, na deze voor een periode van ongeveer zeven jaar stabiel waren geweest. In de rapportageperiode (1992-2002) is de waterkwaliteit verbeterd, zowel met betrekking tot de nitraatconcentraties als eutrofiering. Dit is het gevolg van de maatregelen die genomen zijn sinds 1987. Nitraatconcentraties in het diepe grondwater (> 30 m beneden maaiveld) nemen nog steeds toe als gevolg van de toename in het stikstofoverschot in de periode voor 1987. De verwachting is dat de waterkwaliteit zal in de volgende periode (2003-2006) verder zal verbeteren als gevolg van de maatregelen genomen in het tweede Actie Programma (1999-2003). Wat betreft de nitraatconcentraties in het diepe grondwater wordt verwacht dat de omkering van de stijgende tendens nog enig decennia kan duren.This overview provides the background information for the Netherlands Member State report, 'Nitrate Directive, status and trends of aquatic environment and agricultural practice' to be submitted to the European Commission mid-2004. It documents current agricultural practice, and groundwater and surface-water quality, in the Netherlands, outlines the trends in these waters (especially the 1992-2002 period) and assesses the time scale for change in water quality as a consequence of changes in farm practice. The report deals with the evaluation of the implementation and impact of the measures in the Action Programmes on water body quality. The Netherlands has, since 1987, reversed the increase of nitrogen and phosphorus surpluses in Dutch agriculture to a decrease. After the implementation of a mineral accounting system (MINAS) in 1998, the nitrogen surplus, which had been stable for about seven years, decreased again. In the reporting period (1992-2002) water quality, both with respect to nitrate concentration and eutrophication, improved due to measures taken since 1987. Nitrate concentrations in deep groundwater (> 30 m depth) still increase as a consequence of increasing nitrogen loads in the period before 1987. Water quality is expected to continue to improve in the next reporting period (2003-2006) as a result of measures taken during the second Action Programme (1999-2003). With respect to nitrate concentration in deep groundwater, reversal of the increasing trend is estimated to take several decades.VROMLNVV&

    Landbouwpraktijk en waterkwaliteit in Nederland in de periode 1992-2002. Achtergrondinformatie voor de derde landenrapportage EU-Nitraatrichtlijn

    No full text
    This overview provides the background information for the Netherlands Member State report, 'Nitrate Directive, status and trends of aquatic environment and agricultural practice' to be submitted to the European Commission mid-2004. It documents current agricultural practice, and groundwater and surface-water quality, in the Netherlands, outlines the trends in these waters (especially the 1992-2002 period) and assesses the time scale for change in water quality as a consequence of changes in farm practice. The report deals with the evaluation of the implementation and impact of the measures in the Action Programmes on water body quality. The Netherlands has, since 1987, reversed the increase of nitrogen and phosphorus surpluses in Dutch agriculture to a decrease. After the implementation of a mineral accounting system (MINAS) in 1998, the nitrogen surplus, which had been stable for about seven years, decreased again. In the reporting period (1992-2002) water quality, both with respect to nitrate concentration and eutrophication, improved due to measures taken since 1987. Nitrate concentrations in deep groundwater (> 30 m depth) still increase as a consequence of increasing nitrogen loads in the period before 1987. Water quality is expected to continue to improve in the next reporting period (2003-2006) as a result of measures taken during the second Action Programme (1999-2003). With respect to nitrate concentration in deep groundwater, reversal of the increasing trend is estimated to take several decades.Dit rapport levert de informatie die nodig is voor de derde landenrapportage die Nederland medio 2004 in het kader van de EU-Nitraatrichtlijn aan de Europese Commissie dient toe te zenden. Het rapport geeft een overzicht van de huidige landbouwpraktijk en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in Nederland, en laat tevens de ontwikkeling hiervan zien in met name de periode 1992-2002. Dit betreft een overzicht van de implementatie van de maatregelen uit de eerdere Actieprogramma's en gevolgen hiervan op de waterkwaliteitsontwikkeling tot nu toe. Verder geeft het een verwachting van de termijn waarop effecten van het derde Actieprogramma op de waterkwaliteit zichtbaar worden. Nederland is er in 1987 in geslaagd de stijgende tendens van nutrientenoverschotten in de landbouw om te buigen in een dalende tendens. Na de invoering van MINAS in 1998 vertoont het stikstofoverschot opnieuw een dalende tendens, na deze voor een periode van ongeveer zeven jaar stabiel waren geweest. In de rapportageperiode (1992-2002) is de waterkwaliteit verbeterd, zowel met betrekking tot de nitraatconcentraties als eutrofiering. Dit is het gevolg van de maatregelen die genomen zijn sinds 1987. Nitraatconcentraties in het diepe grondwater (> 30 m beneden maaiveld) nemen nog steeds toe als gevolg van de toename in het stikstofoverschot in de periode voor 1987. De verwachting is dat de waterkwaliteit zal in de volgende periode (2003-2006) verder zal verbeteren als gevolg van de maatregelen genomen in het tweede Actie Programma (1999-2003). Wat betreft de nitraatconcentraties in het diepe grondwater wordt verwacht dat de omkering van de stijgende tendens nog enig decennia kan duren

    Inventory of data, monitoring and model requirements for reporting for the EU Nitrates Directive in 2008

    No full text
    Het RIVM heeft een handleiding opgesteld voor de rapportage over de hoeveelheid nitraat in oppervlaktewater en de bovenste grondwaterlaag. Nederland moet daarover, net als alle andere EU-lidstaten, elke vier jaar verslag uitbrengen, conform de Europese Nitraatrichtlijn. De volgende rapportage vindt in 2008 plaats. In de handleiding staan de taken en acties beschreven die betrokken partijen moeten uitvoeren om de beschikbare informatie tijdig aan te leveren, af te stemmen en tot een geheel te smeden. Het doel is een snel en efficient rapportagetraject mogelijk te maken.RIVM has drawn up a manual in order to report the amount of nitrate in surface water and shallow groundwater. The Netherlands have to report this, like all other EU-countries, every four years, in accordance with the European Nitrate Directive. The next report is due in 2008. The manual contains a survey of the tasks and actions that must be followed up to round up all available information from the different parties in time and as a whole. Goal of this report is to facilitate a fast and efficient reporting process

    Agricultural practise and water quality in the Netherlands. Background information for the 1992-1997 period for the country report EU Nitrate Directive

    No full text
    This overview documents agricultural practice, and groundwater and surface water quality, in the Netherlands, mainly for the period from 1992 to 1997. It is intended to provide the Dutch authorities with basic information for reporting on the results of monitoring programmes to asses the effectiveness of the Dutch Action programme. A start was made in the 1992-1997 reporting period with the implementation of the Code of Good Practice in the Netherlands. In part, this concerned accentuation of measures taken in the 1987-1992 period. Nitrogen present in agriculture via chemical fertilisers and manure decreased slightly in 1992-1997. The nitrogen surplus in agriculture has not changed as a result of lower crop yields. Nitrate concentrations in groundwater under agricultural land showed no trend in the reporting period, in which fluctuations in precipitation surplus were accounted for. The nitrate concentration in groundwater and the frequency of exceeding the European reference value not only depends on human activities but also on soil type, the local hydrological conditions and sampling depths. The annual average nitrate concentrations in fresh surface waters influenced by agriculture and other fresh waters decreased in the reporting period. Maximum concentrations showed, on the contrary, an increase. The reason for this is unknown. Nitrate concentrations at monitoring locations in marine waters decreased or did not change. This holds for both average and maximum concentrations. Eutrophication expressed as the concentration of chorophyll-a showed no clear trend in both fresh and marine surface waters in the 1992-1997 period. If the period before 1992 is taken into account (from 1986 onwards), a decrease in eutrophication is observed in fresh waters. It is too early to determine effects of the Dutch Action programme, implemented in 1996; this applies especially to nitrate concentrations in surface and groundwater.Het rapport geeft een overzicht van de landbouwpraktijk en de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit in Nederland in met name de periode 1992-1997. Het levert het basismateriaal voor het onderdeel 'resultaten controleprogramma's' in de rapportage die de Nederlandse overheid medio 2000 aan de Europese Commissie dient toe te sturen in het kader van de Nitraatrichtlijn. De resultaten van de controleprogramma's moeten een indruk geven van de effectiviteit van het Nederlandse actieprogramma ter uitvoering van de EU-nitraatrichtlijn. de invoering van de in de code voor Goede Landbouwpraktijk uit 1993 genoemde maatregelen. Deels betreft het hier een gefaseerde aanscherping van maatregelen die reeds in 1987 een aanvang hebben genomen. De stikstofaanvoer naar de bodem via meststoffen in de landbouw is in de verslagperiode licht afgenomen. Het stikstofoverschot van de Nederlandse landbouw is niet verminderd als gevolg van lagere gewasopbrengsten. De nitraatconcentratie in het grondwater onder landbouwgrond laat geen trendmatige verandering zijn in de verslagperiode als gecorrigeerd wordt voor weersinvloeden. Het effect van droge en natte jaren is met name in het bovenste grondwater groot. De gemeten nitraatconcentratie in het grondwater is m.n. afhankelijk van de hydrologische omstandigheden, het bodemtype en de diepte van bemonsteren. De jaargemiddelde nitraatconcentraties in de zoete oppervlaktewateren nemen in de verslagperiode af. De maximum nitraatconcentraties daarentegen vertonen geen duidelijke trend. De nitraatconcentraties in de zoute wateren blijven gelijk of dalen, dit geldt voor zowel de gemiddelde als de maximale waarden. De eutrofiering uitgedrukt als de concentratie aan chlorofyl-a vertoont in de periode 1992-1997 in de zoete oppervlaktewateren en in het kustwater geen duidelijke trend. Over een langere periode gezien (vanaf 1986), is in de rijkswateren en de regionale wateren wel sprake van een daling. Het is nog te vroeg om effecten van het Nederlandse actieprogramma, dat vanaf 1996 van start is gegaan, te kunnen vaststellen, met name als het gaat om de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit

    Agricultural practise and water quality in the Netherlands. Background information for the 1992-1997 period for the country report EU Nitrate Directive

    No full text
    Het rapport geeft een overzicht van de landbouwpraktijk en de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit in Nederland in met name de periode 1992-1997. Het levert het basismateriaal voor het onderdeel 'resultaten controleprogramma's' in de rapportage die de Nederlandse overheid medio 2000 aan de Europese Commissie dient toe te sturen in het kader van de Nitraatrichtlijn. De resultaten van de controleprogramma's moeten een indruk geven van de effectiviteit van het Nederlandse actieprogramma ter uitvoering van de EU-nitraatrichtlijn. de invoering van de in de code voor Goede Landbouwpraktijk uit 1993 genoemde maatregelen. Deels betreft het hier een gefaseerde aanscherping van maatregelen die reeds in 1987 een aanvang hebben genomen. De stikstofaanvoer naar de bodem via meststoffen in de landbouw is in de verslagperiode licht afgenomen. Het stikstofoverschot van de Nederlandse landbouw is niet verminderd als gevolg van lagere gewasopbrengsten. De nitraatconcentratie in het grondwater onder landbouwgrond laat geen trendmatige verandering zijn in de verslagperiode als gecorrigeerd wordt voor weersinvloeden. Het effect van droge en natte jaren is met name in het bovenste grondwater groot. De gemeten nitraatconcentratie in het grondwater is m.n. afhankelijk van de hydrologische omstandigheden, het bodemtype en de diepte van bemonsteren. De jaargemiddelde nitraatconcentraties in de zoete oppervlaktewateren nemen in de verslagperiode af. De maximum nitraatconcentraties daarentegen vertonen geen duidelijke trend. De nitraatconcentraties in de zoute wateren blijven gelijk of dalen, dit geldt voor zowel de gemiddelde als de maximale waarden. De eutrofiering uitgedrukt als de concentratie aan chlorofyl-a vertoont in de periode 1992-1997 in de zoete oppervlaktewateren en in het kustwater geen duidelijke trend. Over een langere periode gezien (vanaf 1986), is in de rijkswateren en de regionale wateren wel sprake van een daling. Het is nog te vroeg om effecten van het Nederlandse actieprogramma, dat vanaf 1996 van start is gegaan, te kunnen vaststellen, met name als het gaat om de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit.This overview documents agricultural practice, and groundwater and surface water quality, in the Netherlands, mainly for the period from 1992 to 1997. It is intended to provide the Dutch authorities with basic information for reporting on the results of monitoring programmes to asses the effectiveness of the Dutch Action programme. A start was made in the 1992-1997 reporting period with the implementation of the Code of Good Practice in the Netherlands. In part, this concerned accentuation of measures taken in the 1987-1992 period. Nitrogen present in agriculture via chemical fertilisers and manure decreased slightly in 1992-1997. The nitrogen surplus in agriculture has not changed as a result of lower crop yields. Nitrate concentrations in groundwater under agricultural land showed no trend in the reporting period, in which fluctuations in precipitation surplus were accounted for. The nitrate concentration in groundwater and the frequency of exceeding the European reference value not only depends on human activities but also on soil type, the local hydrological conditions and sampling depths. The annual average nitrate concentrations in fresh surface waters influenced by agriculture and other fresh waters decreased in the reporting period. Maximum concentrations showed, on the contrary, an increase. The reason for this is unknown. Nitrate concentrations at monitoring locations in marine waters decreased or did not change. This holds for both average and maximum concentrations. Eutrophication expressed as the concentration of chorophyll-a showed no clear trend in both fresh and marine surface waters in the 1992-1997 period. If the period before 1992 is taken into account (from 1986 onwards), a decrease in eutrophication is observed in fresh waters. It is too early to determine effects of the Dutch Action programme, implemented in 1996; this applies especially to nitrate concentrations in surface and groundwater.VROMLNVW&

    Inventarisatie van de gegevens-, monitor- en modelbehoefte voor de EU-Nitraatrichtlijnrapportage 2008

    No full text
    Het RIVM heeft een handleiding opgesteld voor de rapportage over de hoeveelheid nitraat in oppervlaktewater en de bovenste grondwaterlaag. Nederland moet daarover, net als alle andere EU-lidstaten, elke vier jaar verslag uitbrengen, conform de Europese Nitraatrichtlijn. De volgende rapportage vindt in 2008 plaats. In de handleiding staan de taken en acties beschreven die betrokken partijen moeten uitvoeren om de beschikbare informatie tijdig aan te leveren, af te stemmen en tot een geheel te smeden. Het doel is een snel en efficient rapportagetraject mogelijk te maken
    corecore