Bloeiend Bedrijf - biodiversiteit inzetten tegen landbouwplagen

Het samenwerkings­ verband Bloeiend Bedrijf bestaat uit ruim 300 biologische en gangbare agrarische ondernemers. Voornaamste doelstelling: opdoen en uitwisselen van kennis en ervaring over het effect van bloeiende akkerranden op natuur­ lijke plaagbeheersing

Nieuwsbrief Bloeiend Bedrijf #1

Bloeiend Bedrijf is een samenwerkingsverband van bedrijven in de akkerbouw en veehouderij die aan de slag gaan met akkerranden voor nuttige biodiversiteit. Inhoud: -Bloeiend Bedrijf van start! -Boeren aan de slag met Biodiversiteit -Zaadmengsels kiezen en inzaaien -Aanleg en beheer van de akkerrand -Functionele agrobiodiversiteit (FAB) -Administratie -Scouting: nuttige insecten herkennen -Nuttige akkerranden -Kennisuitwisselin

Natuurlijk boeren - boeren en natuurbeheerders werken samen in Brabant

Samenwerking tussen boeren en natuurbeheerders is goed voor de continuïteit van het natuurbeheer, maar ook voor de levensvatbaarheid van boerenbedrijven met affiniteit voor natuur. Bovendien kan het nog kostenbesparend werken ook

Bijen en bestuiving: Boer en honingbij zijn onlosmakelijk verbonden

Wat is de bijensterfte, wat zijn de oorzaken en waarom is het belangrijk voor boeren? En wat kunnen biologische boeren ertegen doen

Akkernatuur - Herken en stimuleer nuttige natuur

Dit boekje is een uitgave van Bloeiend Bedrijf, een samenwerkingsverband van agrarische ondernemers en agrarische natuurverenigingen in heel Nederland. Samen werken zij aan bloeiende akkerranden die nuttige biodiversiteit stimuleren. Nuttige natuur zit overal, en nergens zo duidelijk als in de landbouw. De foto's in dit boekje zijn dan ook grotendeels genomen in en langs de bloeiende akkerranden die in het kader van Bloeiend Bedrijf zijn aangelegd

Insektenvielfalt und trophische Interaktionen in beschatteten Kakao-Agrarforsten und Naturwäldern in Indonesien

In den Tropen bedingen anthropogene Veränderungen natürlicher Habitate gegenwärtig einen nie da gewesenen Verlust der Biodiversität. Agrarforsten tropischer Landschaften, mit traditionellem Schattenbaumbestand, repräsentieren in immer größerem Maße die einzigen Habitate mit einem ausreichenden Baumbestand und unterstützen somit hohe Biodiversitätsraten. Umfassend werden in den Tropen Agrarforsten mit heterogenem Schattenbaumbestand in homogene, unbeschattete Systeme umgewandelt. Diese großräumigen Vereinheitlichungen der Lebensräume im Dienste steigernder Produktivität, bedrohen jedoch sowohl Biodiversität, als auch wichtige ökologische Prozesse, die ihrerseits Bestäubung der Nutzpflanzen, Schädlingsbefall und Nachhaltigkeit der Landnutzung beeinflussen.In unserer Studie untersuchten wir den Umfang, in welchem durch Kakao dominierte Agrarforsten zur Erhaltung der Diversität von Insekten beitragen können. Zur Einzuschätzung der direkten und indirekten Faktoren, welche die Käfer- und Ameisendiversität beeinflussen, dienten uns Agrarforsten mit unterschiedlicher Zusammensetzungen des Schattenbaumbestandes. Gleichzeitig beobachteten wir die Wechselbeziehungen von Kakao-Schädlingen und Kakao-Bestäubern in Bezug zu den unterschiedlich bewirtschafteten Agroforsten

Effect of individual grass species and grass species mixtures on soil quality as related to root biomass and grass yield

For the purpose of feeding value, drought resistance and nitrogen utilization, other grasses (e.g. Festuca arundinacea and Dactylis glomerata) than the currently widely used perennial rye grass (Lolium perenne) are introduced in dairy farming, either as a monoculture or in a mixture. To study the effect of these grasses on yield and soil chemical and biological quality, the three species were sown in a field experiment in monoculture and in two mixtures.Within two growing seasons, the grass species tested under high soil fertility conditions did not show significant effects on most of the tested soil biological parameters. Only for the mixture of L. perenne and D. glomerata a higher soil NO3− and mineral N content were most probably related to a higher bacterial activity, possibly induced by dying roots of L. perenne. This was the likely cause of the high aboveground dry matter yield of this mixture. The N-efficiencies of the monocultures of L. perenne, F. arundinacea and D. glomerata were not different when only considering the above ground biomass. In L. perenne and F. arundinacea the total N in root biomass was higher, while under D. glomerata the NO3 − in the soil was higher. The lower fraction of mineral N to total N for L. perenne, F. arundinacea and the mixture of the two suggests that their organic matter build-up/mineralization ratio was higher than for D. glomerata. Furthermore, the mixture of L. perenne and F. arundinacea showed significantly lower soil mineral N levels than the monocultures of each. We conclude that grassland systems with a mixture of L. perenne and F. arundinacea are more sustainable than the monocultures of each, in terms of reduction of nitrogen losses and the build-up of soil organic matter. D. glomerata should only be used in a mixture in which the companion grass(es) are maintained

Microclimate determines community composition but not richness of epiphytic understory bryophytes of rainforest and cacao agroforests in Indonesia

Management intensification in cultivated, tropical forests drives changes in the microclimate that can threaten native forest flora and fauna. In this study, we use epiphytic bryophytes, known to be sensitive to microclimatic changes due to their lack of a protective cuticle and the exposed habitat, to investigate the predictive power of microclimate for changes in species richness and composition. Bryophytes were sampled from understory trees in natural forest and cacao (Theobroma cacao L.) trees in two types of cacao agroforests (natural shade trees and planted shade trees) in Central Sulawesi, Indonesia. The microclimate in the agroforests was characterised by low air humidity and high air temperature during the afternoon. Bryophyte species richness did not differ between habitat types but species composition changed markedly from the natural forest to the cacao agroforests. Although no correlation between species richness and microclimate values could be found, a series of matrix-based analyses revealed a significantly positive relationship between similarities in species composition and in maximum values for temperature and minimum values for humidity, which suggests that microclimatic changes are a good predictor for high turnover of bryophyte community composition from natural forests to cacao agroforests