695 research outputs found
Verkenning van de mogelijkheden om de opname van bodemfosfaat door blijvend grasland te verhogen
This literature study gives an overview of the possibilities to increase the soil phosphorus uptake of permanent grassland by practical measure
Dynamisch precisiebemesten van grasland: test van een concept
Verhoging van de benutting van stikstof (N) uit drijfmest en kunstmest is een belangrijk streven binnen de Nederlandse melkveehouderij. Strengere bemestingsnormen maken het moeilijker om grasopbrengst en graskwaliteit te handhaven. Toepassing van precisiebemesting zou mogelijk de Nbenutting kunnen verbeteren. Het doel van precisiebemesting is dat een gewas op ieder tijdstip de gewenste hoeveelheid N en andere nutriënten ter beschikking heeft. Belangrijke factoren bij precisiebemesting zijn plaats en tijd. Plaats is belangrijk vanwege de grote variatie in bodemeigenschappen binnen een perceel. Deze variatie bepaalt in belangrijke mate de groei van een gewas, bijvoorbeeld door plaatsgebonden verschillen in de levering van N en vocht. Tijd is belangrijk vanwege variatie in de tijd van de N-behoefte van een gewas en de N-levering uit de bodem
Voorspelling van de bemestende waarde (N) van runderdrijfmest
Voor de praktijk lijkt het niet langer nodig om voor de voorspelling van de N-opname van grasland uit runderdrijfmest (eerste vier sneden na bemesting) nog gebruik te maken van het gehalte organische N. Het gebruik van minerale N lijkt te volstaan. Wel dient er duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen onvergiste en covergiste drijfmest. De rekenregels in de Bemestingsadviesbasis kunnen op basis van deze informatie aangepast worden
Bodemverdichting door berijden bij zodebemesten: effecten op opbrengst en voederwaarde van gras-klaver, bodemstructuur en biologische bodemkwaliteit
Berijden bij zodebemesten in het voorjaar op een natte bodem had weinig effect op bodemstructuur en biologische bodemkwaliteit. De opbrengst van gras-klaver was alleen licht lager (4%) in de eerste van vijf sneden
Verzilting in Nederland: oorzaken en perspectieven
In Nederland neemt de aandacht voor verzilting toe, vooral vanwege mogelijke gevolgen voor de landbouw en natuur. Om inzicht te krijgen in de situatie voor de landbouw, in het bijzonder voor de melkveehouderij, is een literatuurstudie uitgevoerd. In deze studie is geprobeerd antwoorden te vinden op een aantal vragen, waaronder: (1) waardoor wordt verzilting veroorzaakt?; (2) is verzilting een serieus probleem voor de landbouw?; (3) zijn er regionale verschillen in oorzaken en gevolgen van verzilting?; (4) welk effect zal klimaatverandering op verzilting hebben?; en (5) hoe kan het best met de gevolgen van verzilting omgegaan worden? De ernstigste oorzaken van verzilting, die grootschalig op kunnen treden (vaak via kwel) en kunnen leiden tot hoge chloridegehalten in grond- en oppervlaktewater, zijn de aanwezigheid van fossiel (zout) zeewater in relatief ondiepe bodemlagen (o.a. in de kuststrook), zeewaterindringing langs de zeekust en zeewaterindringing via de Nieuwe Waterweg
Stikstoflevering uit onvergiste en vergiste runderdrijfmest na zodebemesting van grasland op zware zeeklei
This study investigated the effect of anaerobic digestion of cattle slurry on nitrogen uptake by grassland that had been injected with the slurry. Raw and anaerobically digested cattle slurry were injected into grassland on heavy sea clay at the beginning of March and at the end of June 2003. The nitrogen yield of a number of consecutive cuts was determined. For both dates anaerobically digested slurry applied at a rate of 30-33 tonnes ha-1 resulted in a significantly higher nitrogen yield of the first cut. In subsequent cuts there was no significant difference between raw slurry and anaerobically digested slurry
Onderzoek vruchtwisseling: geen bemesting snijmaïs na scheuren van gras-klaver
In 2002 is op het biologisch praktijkcentrum Aver Heino onderzoek gestart naar de effecten van gras-klaver in vruchtwisseling en snijmaïs in continuteelt op de stikstofbenutting en bodemkwaliteit. Het onderzoek loopt naar verwachting tot 2012 en wordt gefinancierd uit het LNV-programma '100 procent biologische mest'
Sward lifting in compacted grassland : Contrasting effects on two different soils
Soil compaction can affect the productivity of permanent grassland. The effectiveness of methods to alleviate compaction depends on compaction level and soil type. We applied sward lifting in compacted grassland on a sandy loam and a heavy clay soil and measured effects on soil characteristics, grass roots, and grass productivity for a period of up to 32 months. Our results show that sward lifting improved soil structure in the heavily compacted sandy loam for at least 31 months. This led to an improvement in water drainage; sward-lifted plots dried up an estimated 10 days earlier than control plots in spring 2017. A likely earlier start of root growth resulted in a higher grass herbage yield (+12% to +22%) and nitrogen (N) uptake (+13% to +22%) in three first growth periods but in only relatively small gains over the entire experimental period (+4% and +8%, respectively). The higher herbage N uptake on sward-lifted plots over the experimental period (+76 kg N ha−1) was offset by a small N loss (−67 kg N ha−1) from the 0–30 cm soil layer. On the heavy clay, sward lifting also improved soil structure and rooting, but effects were smaller and shorter-lived, and herbage yield and N uptake tended to be lower over the entire experimental period (−6% and −5%, respectively). Here, the lower N uptake on sward-lifted plots over the experimental period (−43 kg N ha−1) was accompanied by a large soil N loss (−613 kg N ha−1). Based on all results, we conclude that sward lifting has limited attractiveness to alleviate compaction in water-retaining sandy soils when average penetration resistance in the topsoil is below 2.8 MPa. Sward lifting should be avoided on smectic clay soils altogether, as these soils have a high natural restoration capacity and sward lifting has more negative than positive effects.</p
- …