Horst-Schengweg 5A-7

Onderzoeksrappor

Budel - Broekkant 47 Budel, Broekkant 47 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven

Op woensdag 7 november 2018 heeft VUhbs archeologie in opdracht van Dhr. R. Heijmans een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) uitgevoerd in het plangebied aan de Broekkant 47 te Budel. Het plangebied heeft een oppervlakte van 2100 m2. Binnen het plangebied wil Dhr. Heijmans een woning bouwen met garage, carport en buitenverblijf met overkapping. Door deze plannen worden eventuele archeologische resten bedreigd. Het gaat in dit geval om de locaties waar de bodem tot meer dan 30 cm diep verstoord zal worden. Tijdens het onderzoek zijn twee proefsleuven aangelegd binnen het onderzoeksgebied met een totale oppervlakte van ca. 120 m2. In beide proefsleuven is slechts een beperkt aantal sporen aangetroffen waarvan de sporen in de noordelijke put alleen bestaan uit recente verstoringen. In de zuidelijk gelegen put bestaan de sporen uit greppels, paalkuilen en recente verstoringen. De paalkuilen die zijn aangetroffen dateren uit de nieuwe tijd op grond van kleur en aflijning. Een mogelijke structuur is niet te reconstrueren

Geldrop-Mierloseweg 51-63 Geldrop, Mierloseweg 51-63 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven

Op maandag 17 september en dinsdag 18 september 2018 heeft VUhbs archeologie in opdracht van Van Wanrooij Projectontwikkeling BV een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) uitgevoerd in het plangebied op het voormalige Twekaterrein aan de Mierloseweg 51-63 te Geldrop. Het plangebied heeft een oppervlakte van 21.815 m2. De fabriekshallen van de voormalige Twekafabriek werden ten tijde van het onderzoek gesloopt, met uitzondering van het (monumentale) hoekgebouw dat een nieuwe functie zal krijgen in de nieuwbouw. In de nabije toekomst wordt woningbouw voorzien binnen het plangebied. Tijdens het onderzoek zijn elf proefsleuven aangelegd met een totale oppervlakte van 901 m2. Uit de proefsleuven blijkt dat het westelijke deel van het onderzoeksgebied oorspronkelijk hoger was gelegen dan het oostelijke deel. In het westelijke deel zijn door de bouw en gebruik van de fabrieken veel verstoringen ontstaan. Het oostelijke deel was lager gelegen, maar ook natter. Hier is het archeologische niveau goed bewaard gebleven, maar hier zijn nauwelijks sporen aangetroffen. De wel aangetroffen relevante sporen bestaan uit drie paalkuilen van waarschijnlijk een vierpalig schuurtje of spieker uit de Bronstijd of IJzertijd in proefsleuf 10 en een paalkuil en drie greppels uit de Nieuwe tijd in proefsleuven 2, 4 en 11. Beide vindplaatsen zijn gewaardeerd conform de KNA, maar zijn niet behoudenswaardig

Etten-Leur - Lange Brugstraat 27 en 31 Etten-Leur, Lange Brugstraat 27 en 31 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven

Op 18 juni 2018 heeft VUhbs in opdracht van de heer Suijkerbuijk een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op de locatie Lange Brugstraat 27 en 31 te Etten-Leur. De directe aanleiding voor het archeologisch onderzoek is het voornemen van de opdrachtgever om op het terrein de nieuwbouw te realiseren van twee woningen. Het gaat hier om de bestaande tuinen van twee naast elkaar gelegen woningen (nummer 27 en 31). Bij de bouwwerkzaamheden die met de nieuwbouw gepaard gaan, zal de bodem diepgaand worden geroerd waarbij de aanwezige archeologische resten verstoord worden. Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bovenste 1.00-1.40 m bestaat uit deels puin- en ander materiaalhoudende ophogingslagen (met recente en subrecente bouwvoor). Op basis van het materiaal is het grootste deel van de ophoging te dateren in de Nieuwe Tijd. Enkel de onderste ophogingslaag zou ouder kunnen zijn, maar hierin is geen dateerbaar materiaal aangetroffen. In de veenlaag is een scherf grijsbakkend aardewerk gevonden uit de Late Middeleeuwen, deze representeert mogelijk de ontginning van het veen, maar kan ook later met de ophoging in het veen terecht zijn gekomen. Aanwijzingen voor een ander gebruik van het onderzoeksgebied dan zal akker/tuin zijn niet aangetroffen

Geldrop-Willem Barentzweg 4 Geldrop-Willem Barentzweg 4, Proefsleuvenonderzoek

Op 15 juni, en op 9 en 16 oktober 2017 heeft VUhbs archeologie een proefsleuvenonderzoek aan de Willem Barentzlaan 4 te Geldrop (gem. Geldrop-Mierlo) uitgevoerd. Aanleiding voor het onderzoek is de sloop van de bestaande school en de nieuwbouw van een Heppie-huis in het plangebied. Omdat bij de sloop en nieuwbouw eventueel in de ondergrond aanwezige archeologische resten vernietigd zullen worden heeft de gemeente Geldrop-Mierlo, op advies van de regio-archeoloog besloten tot het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek in het plangebied. Conform het Programma van Eisen (PvE) diende het veldwerk in twee fasen uitgevoerd te worden. Fase 1 stond gepland voor de sloop van de school. Indien de resultaten van het onderzoek in fase 1 hiertoe aanleiding gaven zou na de bovengrondse sloop van de school ook fase 2 uitgevoerd worden. Fase 1 is op 15 juni 2017 uitgevoerd. Na afloop van deze fase is advies uitgebracht om ook het veldwerk van fase 2 uit te voeren. Dit advies is overgenomen door de regioarcheoloog en de gemeente. Tijdens het onderzoek is één vindplaats aangetroffen. Deze vindplaats omvat de voormalige Goorstraat, de weg naar de Coeveringse put en mogelijk ook een deel van het gehucht (Groot) Braakhuizen. De aangetroffen sporen dateren echter op grond van de scherpe begrenzing van de sporen en de relatief geringe bioturbatie van de vulling grotendeels uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Ze zijn te relateren aan de laatste fasen van de Goorstraat en de weg naar de Coeveringse put en de sloop/verwijdering hiervan in het kader van de bouw van de school. Er zijn tijdens het onderzoek geen vondsten gedaan

Park-Kerkstraat

extensieve begeleiding rioleringswerkzaamheden tussen Park en Kerkstraat te Nuene

Nuenen - Witte Hondpad Nuenen-Witte Hondpad Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven

Op 8 en 9 maart 2018 heeft VUhbs archeologie een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd aan het Witte Hondpad te Nuenen. De gemeente is voornemens hier tijdelijke woningen te bouwen. Vanaf de Meierijlaan, via het Witte Hondpad naar de Spegelt is een wegaansluiting gepland. Het huidige Witte Hondpad zal verdwijnen. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn sporen aangetroffen van enkele greppels die worden geflankeerd door paalkuilen en een cluster van kuilen en paalkuilen. Eén van de kuilen is gecoupeerd, waarbij bleek dat deze kuil een zeer rijke vulling had. Het vondstmateriaal wijst op een bijzondere depositie van vaatwerk en ijzer die op grond van het aardewerk tussen 1475 en 1550 te dateren valt. De vondsten zijn vermoedelijk te relateren aan de boerderij Berkenbosch, die in ieder geval teruggaat tot 1615 en de op de akker te zuiden ervan gelegen voormalige tiendschuur. Mogelijk vormen beide greppels met palissade een toegangsweg tot het perceel waarop de schuur stond of het terrein rondom de hoeve Berkenbosch. Tussen beide greppels is een diepe kuil aangetroffen met een zeer vondstrijke vulling. De depositie van het vondstcomplex in de kuil dateert tussen 1475 en 1550. Het jongste aardewerk is nog na 1500 te dateren. Dit plaatst het vondstcomplex historisch in de periode van de Gelderse oorlogen. Gezien de samenstelling van het vondstcomplex is lastig vast te stellen wat de functie van het complex is

Zuidnederlandse Archeologische Rapporten 63

Van augustus tot en met oktober 2011 heeft BAAC b.v. in opdracht van de gemeente Eindhoven een opgraving uitgevoerd in het plangebied Blixembosch Buiten. Hierbij zijn grondsporen en vondsten aangetroffen uit de periode Midden Mesolithicum tot en met de Nieuwe Tijd

Zuidnederlandse Archeologische Rapporten 60

In opdracht van de gemeente Veldhoven heeft VUhbs archeologie van 5 tot en met 21 november 2012 een proefsleuvenonderzoek/opgraving uitgevoerd in het toekomstige tracé van de Verlengde Heerbaan en de verlengde Oersebaan, te Oerle (gemeente Veldhoven). Dit tracé maakt deel uit van de Westelijke OntsluitingsRoute (WOR), een ontsluitingsweg waardoor de toekomstige woningbouwlocatie Zilverackers en de huidige dorpen Oerle en Zandoerle een betere verbinding hebben met de snelweg A2 via de Oersebaan, Heerbaan en Kempenbaan. Doudste aangetroffen resten dateren uit het Neolithicum. De hoeveelheid vondsten is erg klein, maar het complex lijkt toe te wijzen aan de Vlaardingen-Stein groep. Hoewel binnen het onderzoeksgebied geen Romeinse sporen zijn aangetroffen is het plangebied Zilverackers in de Romeinse tijd (relatief) dichtbevolkt geweest. Ten noorden van het onderzoeksgebied zijn tijdens eerder onderzoek enkele grotere nederzettingen aangetroffen, waarvan vooral de nederzetting aan de Zandoerleseweg opvallend is omdat deze omgreppeld was. Ten zuiden van het onderzoeksgebied zijn op meerdere plaatsen Romeinse sporen aangetroffen maar hier lijkt het eerder te gaan om meer verspreide bewoning. Rond het midden van de derde eeuw na Chr, verdwijnt deze bewoning echter weer en wordt het gebied waarschijnlijk geheel verlaten. Pas rond 575 na Chr. is weer sprake van bewoning in de regio. Op dat moment worden twee grafvelden, aan de Oeijenboschdijk en in Meerveldhoven, gesticht. Frans Theuws onderscheidt de Merovingische bewoning van het gebied in twee fasen. De eerste fase is de vroeg Merovingische kolonisatiefase. In deze periode, die tussen 575 en 650 na Chr. gedateerd wordt, strijken de eerste bewoners (kolonisten) neer in het gebied. Zij ontginnen het en stichten beide grafvelden. In deze tijd is nog sprake van verspreide boerderijen die steeds van locatie wisselen. Rond 650 na Chr. Is de ontginning van het gebied afgerond en ontstaan meer plaatsvaste nederzettingen. Deze laat Merovingische fase duurt tot het begin van de Karolingische periode (725-900 na Chr.

Zuidnederlandse Archeologische Notities 333

Tussen november 2012 en maart 2013 en in november en december 2014 heeft VUhbs in opdracht van de gemeente Nuenen een archeologische begeleiding uitgevoerd langs het Park en de Kerkstraat te Nuenen. De begeleiding vond plaats in het kader van de vervanging van de rioleringen en de aanleg van gescheiden hemelwaterafvoer door Heijmans. Tijdens het onderzoek zijn resten aangetroffen die dateren voor de late 19e eeuw. De enige noemenswaardige resten betreft de funderingen van een boerderij die in 1875 aan de Kerkstraat is gebouwd. Bij de bouw van de Aloysiusschool (tegenwoordig ‘de Vank’) in 1920 is deze boerderij tot op de funderingen gesloopt en afgedekt. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de resten van deze boerderij buiten de rioleringssleuf nog goed bewaard gebleven