Self-help interventions for anxiety disorders: An overview.

Anxiety disorders are highly prevalent and are associated with a marked impairment in quality of life and a huge economic cost to society. Unfortunately, a considerable number of people who struggle with anxiety do not seek or receive adequate treatment. Self-help interventions have been proposed to constitute a relatively cheap, effective, efficient, and low-threshold intervention for anxiety disorders. This paper offers a critical discussion of their advantages and disadvantages and the evidence for their effectiveness. We conclude that guided self-help can play a major role in mental health care for patients with anxiety disorders. However, several research questions need to be answered before broad-scale dissemination is possible. The Internet will continue to play a prominent role in the further development of this field of research and clinical practice

Niet-gebruik inkomensafhankelijke regelingen

Het onderzoek 'Niet-gebruik inkomensafhankelijke regelingen' is gehouden om een beeld te krijgen van de mate waarin inkomensafhankelijke regelingen niet worden gebruikt. Het betreft de volgende regelingen: aanvullende bijstand, individuele huursubsidie, individuele bijzondere bijstand, categorale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten, de langdurigheidstoeslag 2003, kwijtschelding lokale heffingen en Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS). Steekproef: De onderzoekspopulatie bestaat uit zelfstandig wonende rechthebbenden op ten minste één van de zeven genoemde inkomensregelingen. Het CBS heeft een gestratificeerde steekproef van rechthebbenden getrokken op basis van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB). Het was vooraf niet bekend of deze rechthebbenden ook feitelijk gebruik maakten van de regeling(en). In de steekproef bevonden zich vooral personen aan de onderkant van de inkomensverdeling met een relatief sterke vertegenwoordiging van laagopgeleiden en niet-westerse allochtonen. Thema’s van de vragenlijst: Achtergrondkenmerken, opleiding, samenstelling huishouden, opleiding kinderen taalvaardigheid, attitude instanties, sociale kring, financiële situatie. Woonsituatie, huursubsidie Kwijtschelding Algemene bijstand Bijzondere bijstand Categoriale bijstand Langdurigheidstoesla

Pedoseksuele delinquentie

The number of registered suspects of paedosexual offences has decreased since 1996. In that year, almost 1800 suspects of paedosexual offences were registered with the police. This number decreased to almost 1400 in 2002. Of this group, two-thirds had committed an offence for the first time. This study provides an insight into the nature and scope of paedosexual offences, in so far as known within the judicial system. The study also provides information on perpetrator and victim characteristics and the relationship between the perpetrator and the victim. More so than in the case of other types of offences, perpetrators of paedosexual offences are almost always men. They are also older on average than perpetrators of other types of offences. The majority of victims of paedosexual offences are very young (under the age of 12), and in most cases, the perpetrator is already an acquaintance of the child. In around three-quarters of all cases, the perpetrator comes from the victim’s primary, (daily) family environment. Fathers and father figures constitute the largest category at around 35. In no more than 10% of all cases is the perpetrator a complete stranger to the victim

Kwaliteit Quartaire Sector 2006

Onderzoek naar de mening van de burgers over de kwaliteit van de quartaire sector (zorg, onderwijs, wonen, justitie en politie, gemeentelijke dienstverlening, arbeid en sociale zekerheid). Vanuit deze sector zelf zijn er verschillende aanwijzingen dat de kwaliteit van de dienstverlening op het spel staat, bijvoorbeeld vanwege personeelstekorten. Met dit onderzoek wordt gepoogd te achterhalen of burgers daadwerkelijk een kwaliteitsverandering waarnemen in de publieke voorzieningen