3 research outputs found

    Transplantatie van perifere zenuwen : een onderzoek naar de immunogeniciteit van perifeer zenuwweefsel

    Get PDF
    Indien gebruik kan worden gemaakt van autotransplantaten zijn de technische mogelijkheden voor het overbruggen van defecten in perifere zenuwen goed te noemen, met name sinds de introductie van de microchirurgie. Indien autotransplantaten onvoldoende beschikbaar zijn, moet uitgezien worden naar een bruikbaar substituut, zoals allotransplantaten, xenotransplantaten en eventueel kunststoftransplantaten. Hoewel perifeer zenuwweefsel algemeen als zwak-, of geheel nietimmunogeen wordt beschouwd, mislukken allotransplantaten allemaal, zeer waarschijnlijk door afstoting van het transplantaat (Davis en Ruge, 1950; Seddon, 1969). Dit is de reden waarom in dit proefschrift een onderzoek wordt ingesteld naar de immunogeniciteit van perifeer zenuwweefsel. Dit kon worden getest met vrije transplantaten van perifere zenuwen en daaruit bleek inderdaad dat perifere zenuwen immunogeen zijn. Uit deze experimenten vloeide een onderzoek naar het verminderen of te niet doen van de immunogeniciteit voort. Dergelijke bewerkingen maken het veelal nodig om het transplantaat enige tijd te bewaren. Om die reden werd ook een onderzoek naar conserveermethoden voor perifere zenuwtransplantaten ingesteld. De gegevens die uit de resultaten van deze experimenten verzameld werden, konden worden getoetst in orthotope transplantaties bij ratten en apen. In de algemene discussie worden de verkregen resultaten van commentaar voorzien en vergeleken met opvattingen van anderen. Hiermee wordt het experimentele gedeelte afgesloten. Aan dit experimentele gedeelte gaat een aantal inleidingen vooraf; een literatuuroverzicht, een synopsis betreffende de anatomie en regeneratie van perifere zenuwen, een beschrijving van de orthotope zenuwtransplantatietechniek en de terminologie van enkele begrippen uit de transplantatieimmunologie

    A randomised, blinded, trial of clopidogrel versus aspirin in patients at risk of ischaemic events (CAPRIE). CAPRIE Steering Committee

    No full text
    Many clinical trials have evaluated the benefit of long-term use of antiplatelet drugs in reducing the risk of clinical thrombotic events. Aspirin and ticlopidine have been shown to be effective, but both have potentially serious adverse effects. Clopidogrel, a new thienopyridine derivative similar to ticlopidine, is an inhibitor of platelet aggregation induced by adenosine diphosphate. METHODS: CAPRIE was a randomised, blinded, international trial designed to assess the relative efficacy of clopidogrel (75 mg once daily) and aspirin (325 mg once daily) in reducing the risk of a composite outcome cluster of ischaemic stroke, myocardial infarction, or vascular death; their relative safety was also assessed. The population studied comprised subgroups of patients with atherosclerotic vascular disease manifested as either recent ischaemic stroke, recent myocardial infarction, or symptomatic peripheral arterial disease. Patients were followed for 1 to 3 years. FINDINGS: 19,185 patients, with more than 6300 in each of the clinical subgroups, were recruited over 3 years, with a mean follow-up of 1.91 years. There were 1960 first events included in the outcome cluster on which an intention-to-treat analysis showed that patients treated with clopidogrel had an annual 5.32% risk of ischaemic stroke, myocardial infarction, or vascular death compared with 5.83% with aspirin. These rates reflect a statistically significant (p = 0.043) relative-risk reduction of 8.7% in favour of clopidogrel (95% Cl 0.3-16.5). Corresponding on-treatment analysis yielded a relative-risk reduction of 9.4%. There were no major differences in terms of safety. Reported adverse experiences in the clopidogrel and aspirin groups judged to be severe included rash (0.26% vs 0.10%), diarrhoea (0.23% vs 0.11%), upper gastrointestinal discomfort (0.97% vs 1.22%), intracranial haemorrhage (0.33% vs 0.47%), and gastrointestinal haemorrhage (0.52% vs 0.72%), respectively. There were ten (0.10%) patients in the clopidogrel group with significant reductions in neutrophils (< 1.2 x 10(9)/L) and 16 (0.17%) in the aspirin group. INTERPRETATION: Long-term administration of clopidogrel to patients with atherosclerotic vascular disease is more effective than aspirin in reducing the combined risk of ischaemic stroke, myocardial infarction, or vascular death. The overall safety profile of clopidogrel is at least as good as that of medium-dose aspirin
    corecore