The importance of better models in stochastic optimization

Standard stochastic optimization methods are brittle, sensitive to stepsize choices and other algorithmic parameters, and they exhibit instability outside of well-behaved families of objectives. To address these challenges, we investigate models for stochastic minimization and learning problems that exhibit better robustness to problem families and algorithmic parameters. With appropriately accurate models---which we call the aProx family---stochastic methods can be made stable, provably convergent and asymptotically optimal; even modeling that the objective is nonnegative is sufficient for this stability. We extend these results beyond convexity to weakly convex objectives, which include compositions of convex losses with smooth functions common in modern machine learning applications. We highlight the importance of robustness and accurate modeling with a careful experimental evaluation of convergence time and algorithm sensitivity

Efficient Linear Programming Decoding of HDPC Codes

We propose several improvements for Linear Programming (LP) decoding algorithms for High Density Parity Check (HDPC) codes. First, we use the automorphism groups of a code to create parity check matrix diversity and to generate valid cuts from redundant parity checks. Second, we propose an efficient mixed integer decoder utilizing the branch and bound method. We further enhance the proposed decoders by removing inactive constraints and by adapting the parity check matrix prior to decoding according to the channel observations. Based on simulation results the proposed decoders achieve near-ML performance with reasonable complexity.Comment: Submitted to the IEEE Transactions on Communications, November 200

Pengaruh Pemberian Latihan Soal Terstruktur Setelah Pembelajaran Langsung Terhadap Pemahaman Konsep Ikatan Ion Pada Siswa Kelas X IPA SMA Negeri 4 Palangka Raya Tahun Ajaran 2018/2019

Penelitian ini bertujuan untuk mendeskripsikan pengaruh pemberian latihan soal terstruktur setelah pembelajaran langsung terhadap pemahaman konsep Ikatan ion pada siswa kelas X IPA SMA Negeri 4 Palangka Raya tahun ajaran 2018/2019. Penelitian ini merupakan penelitian eksperimen dengan desain penelitian non ekuivalen pretest-posttest control group design dan melibatkan sebanyak 72 siswa dari dua kelas X IPA SMA Negeri 4 Palangka Raya sebagai sampel yang ditentukan dengan teknik cluster random sampling, yaitu siswa kelas X IPA-2 (kelas eksperimen) sebanyak 36 orang siswa dan siswa kelas X IPA-4 (kelas kontrol) sebanyak 36 orang siswa. Instrumen yang digunakan berupa soal tes pemahaman konsep (tes I dan tes II), latihan soal terstruktur, dan latihan soal tak terstruktur. Data tes I diperoleh setelah pembelajaran langsung dan data tes II diperoleh setelah pembelajaran menggunakan latihan soal terstruktur dan latihan soal tak terstruktur. Hasil penelitian menunjukkan bahwa “pemberian latihan soal terstruktur berpengaruh terhadap pemahaman konsep siswa tentang ikatan ion setelah pembelajaran langsung pada siswa kelas X IPA SMA Negeri 4 Palangka Raya Tahun Ajaran 2018/2019”

THE DEGREE OF QUALIFYING STUDENTS TO APPLY THE PRINCIPLES OF COMPREHENSIVE QUALITY DURING THEIR PERIOD OF FIELD TRAINING

This study aims to identify the extent of qualifying field training students to apply the principles of comprehensive quality during their practical training period. (56) students were chosen deliberately, and to achieve the objectives of the study, the researcher used a questionnaire as a tool to collect data consisted of (40) paragraphs distributed over four areas: the field of quality in classroom management, the field of quality in the teaching methods used, the field of quality in the development of the learner’s scientific qualities. The researcher recommended the necessity of holding courses and workshops for students of physical education to clarify the concepts of comprehensive quality in the educational and teaching process, in addition to supervision and continuous evaluation of field training students so as to ensure the extent to which they apply the principles of total quality during their practical training.  Article visualizations

Are Your Talking to Me? Adressing Consumers in a Globalised World

Het eerste deel van dit proefschrift is gericht op taaleffecten, en meer specifiek op de gevolgen van formele en informele aanspreekvormen voor de reacties van de consument. In de meeste van de belangrijkste talen in het wereld, met uitzondering van het hedendaagse Engels en sommige dialecten van het Arabisch, hebben adverteerders en dienstverleners een keuze: de consument met behulp van een formeel of een informeel voornaamwoord aan te spreken (b.v. u of je in het Nederlands, usted of tu in het Spaans, tu of vous in het Frans). Toch was er tot nu toe geen onderzoek naar het effect van formele en informele aanspreekvormen op de reactie van consumenten. In Hoofdstuk 2 tonen we dat de persoonlijkheid van een merk de voorkeuren van consumenten op het gebied van aanspreekvormen beïnvloedt. In zes studies tonen we aan dat de informele aanspreekvorm vaker de voorkeur krijgt en meer positieve reacties uitlokt wanneer zij gebruikt wordt door een warmere merk, terwijl de formele aanspreekvorm vaker de voorkeur krijgt en meer positieve reacties uitlokt wanneer zij gebruikt wordt door een competenter merk. Dit effect wordt gerepliceerd in verschillende taalcontexten en marketing situaties. Ook tonen we dat dit effect verklaard kan worden door het feit dat consumenten informele en formele aanspreekvormen op verschillende manieren associëren met warmte en bekwaamheid, en dat de context waarin de communicatie plaatsvindt gevolgen heeft voor het effect. Ten slotte bespreken we de betekenis van deze bevindingen voor de praktijk en stellen we andere manieren voor waarop merkpersoonlijkheid en positionering een invloed zouden kunnen hebben op de reacties van consumenten op de aanspreekvormen die merken gebruiken. Het tweede deel van dit werk is gericht op het targeten van minderheden. In hedendaagse multiculturele samenlevingen vindt het targeten van etnische groeperingen steeds meer opgang als marketingstrategie. Er zijn ruwweg twee manieren van het targeten van etnische minderheden. De eerste variant is het benaderen van etnische consumenten als hun etnische identiteit geactiveerd is, bijvoorbeeld tijdens een cultureel festival. De tweede variant is het bereiken van consumenten door het gebruik van endorsers of modellen met dezelfde afkomst als de beoogde doelgroep. In Hoofdstuk 3 laten we zien dat de effecten van deze benaderingen verschillen voor eerste en tweede generaties minderheden. Dit heeft belangrijke praktische implicaties. Met name adverteerders die tweede generatie minderheden willen aanspreken op basis van etniciteit dienen zeer zorgvuldig te zijn in hun keuze van een context. De resultaten van ons onderzoek suggereren dat etnische targeting bij tweede generatie minderheden alleen werkt wanneer hun etnische identiteit geactiveerd is. Ook moeten marketeers zich ervan bewust zijn dat de strategie waarbij een persoon wordt gekozen met dezelfde afkomst als de doelgroep minder effectief of zelfs contraproductief zal zijn bij vertegenwoordigers van de tweede generatie dan bij die van de eerste. In Hoofdstuk 4 bouwen we op de bovenstaande bevindingen en onderzoeken we de invloed van een gedeelde etnische achtergrond tussen klanten en verkopers – een belangrijk aspect van verkoopgesprekken waar slechts weinig over bekend is. In dit hoofdstuk wordt de impact van gedeeld etnische achtergrond op de reacties van consumenten uit minderheden in twee studies onderzocht. Deelnemers zijn consumenten uit allochtone gemeenschappen. We tonen aan dat de aanwezigheid van een dienstverlener met dezelfde afkomst tot een positievere houding leidt ten opzichte van het aanbevolen product, maar meer onder eerste generatie dan onder tweede generatie minderheden. Het effect van een gedeelde afkomst op de reacties van consumenten wordt verklaard door de waargenomen betrouwbaarheid van de verkoper onder eerste, maar niet onder tweede generatie minderheden. Daarnaast tonen we dat het effect van een gedeelde afkomst op de reacties van consumenten sterker is voor hedonistische producten dan voor utilitaire producten. Dit is consistent met eerder onderzoek dat een lagere heterogeniteit van voorkeuren vindt bij utilitaire producten, waardoor een waargenomen gelijkenis in voorkeuren in dit geval minder relevant is. Tenslotte bespreken we de betekenis van dit onderzoek voor de effectiviteit van etnische targeting strategieën in contexten zoals de detailhandel en de persoonlijke verkoop

Now And Then

Pages 154-16

Routine donor tomography in the eye bank as a sterile screening method for improved graft selection in corneal transplantation

Purpose: To evaluate the efficiency of using anterior segment optical coherence tomography (AS-OCT) (CASIA2) as a non-invasive and sterile screening method in the eye bank to detect corneal grafts with curvature and/or thickness abnormalities, thus improving the graft selection for corneal transplantation. Methods: Two hundred donor corneal tissues mounted in sterile tissue cultivation flasks were imaged using AS-OCT (CASIA 2). The corneal tissues were preserved at least 24 hours in medium 2 (6% dextran T-500) before the measurement. All images were grabbed through the posterior surface of the corneal tissues within a 7 mm central zone to create 3D volume data. The volume data set was imported to MATLAB and, after preprocessing the data and defining the region of interest (ROI), the edge of the front and back surfaces of the corneal tissues was detected. Subsequently, the adaptation of a sphero-cylindrical surface model with raytracing was carried out. The radii of curvature for the front and back surfaces and the central corneal thickness were determined according to the method proposed by Mäurer S., Eppig T., and Langenbucher A. at the Institute of Experimental Ophthalmology, Homburg/Saar. Results: The mean steep/flat front surface radius was 7.5 ± 0.24 (6.6-7.9) / 7.7 ± 0.22 (7.1-8.8) mm, the corresponding values for the back surface being 6.6 ± 0.22 (5.9-7.1) / 6.8 ± 0.21 (6.2-7.5) mm and the mean central thickness was 582 ± 45.1 (453-693) μm. Abnormalities (beyond ± 2 SD) were found in 13 corneas (6.5%) for anterior surface curvature, 15 for corneas (7.5%) for the posterior surface, and five corneas (2.5%) for thickness. Conclusions: The AS-OCT provides an objective and sterile. In addition, it may allow, in the future, a semi-automated screening method to identify corneal morphological and refractive alterations (e.g., keratoconus, status post PRK/LASIK) to further optimize corneal donor selection in eye banks.Ziel: Bewertung der Effizienz der optischen Kohärenztomographie des vorderen Augenabschnitts (AS-OCT) (CASIA2) als nicht-invasive und sterile Screeningsmethode in der Hornhautbank zur Erkennung von Hornhauttransplantaten mit Krümmungs- und/oder Dickenanomalien, wodurch die Transplantatauswahl für die Hornhauttransplantation verbessert werden sollte. Methoden: 200 Spenderhornhautgewebe wurden im sterilen Gewebekultivierungsbehälter vermessen. Die Hornhautgewebe wurden mindestens 24 Stunden vor der Messung in Medium 2 (mit 6% Dextran T-500) konserviert. Alle Bilder wurden durch die hintere Oberfläche der Hornhautgewebe innerhalb einer zentralen Zone von 7 mm aufgenommen, um 3D-Volumendaten zu erstellen. Der Volumendatensatz wurde in MATLAB importiert, und nach der Vorverarbeitung der Daten und der Definition der “Region of interest“ (ROI) wurde die Kante der Vorder- und Rückseite der Hornhautgewebe detektiert. Anschließend erfolgte die Anpassung eines sphärozylinderförmigen Oberflächenmodells mittels Raytracing. Die Krümmungsradien für Vorder- und Rückseite sowie die Dicke der zentralen Hornhaut wurden nach der von Mäurer S, Eppig T und Langenbucher A (Institut für Experimentelle Ophthalmologie, Homburg/Saar) vorgeschlagenen Methode bestimmt. Ergebnisse: Der mittlere steile / flache Radius der Vorderfläche betrug 7,5 ± 0,24 (6,6-7,9) / 7,7 ± 0,22 (7,1-8,8) mm, die entsprechenden Werte für die Rückfläche betrugen 6,6 ± 0,22 (5,9-7,1) / 6,8 ± 0,21 (6,2-7,5) mm und die mittlere zentrale Dicke betrug 582 ± 45,1 (453-693) μm. Anomalien (außerhalb ± 2 SD) wurden bei 13 Hornhäuten (6,5%) für die Krümmung der Vorderfläche, bei 15 Hornhäuten (7,5%) für die Krümmung der hinteren Oberfläche und bei 5 Hornhäuten (2,5%) für die zentrale Dicke gefunden. Schlussfolgerungen: Das Vorderabschnittes-OCT bietet eine objektive, sterile und zukünftig halbautomatisches Screening-Methode zur Identifizierung morphologischer und refraktiver Veränderungen der Hornhaut (z. B. Keratokonus, Status nach PRK/LASIK), um die Hornhautspenderauswahl in der Hornhautbank weiter zu optimieren

Is Conflict a Factor in a Population\u27s Quality of Life? A Comparative Study of University Students in the Palestinian Territories and Jordan

As nearly one third of the world\u27s population lives in an area that is in some way touched by war, researchers have long been interested in the varied impacts of conflict on civilians. Many indicators, measuring both physical and mental constructs, have been assessed in war-torn populations from around the world, one of which is health-related quality of life (HRQoL). The occupied Palestinian Territories (oPt) are one region in which copious research on health indicators has been undertaken in an effort to understand how long-term conflict manifests itself in noncombatant populations. However, existing studies focus primarily on indicators within the Palestinian population itself that impact HRQoL, and not on the extent to which the presence of the conflict and its consequences disturb physical and mental health outcomes compared to areas without conflict. The purpose of this study is to evaluate the impact of long-term conflict by comparing HRQoL in the oPt and the neighboring country of Jordan, as well as to assess how demographic factors such as socioeconomic status and household size can moderate or aggravate this impact. The potential mediating factors of insecurity and perceived stress will also be assessed. This study found that the presence of conflict was not the most significant predictor of low HRQoL. The mitigating factor of a traditional foundation of mental resilience in Palestinian culture is addressed as a potential explanation for this result. The implications of this study are wide-ranging, particularly in their ability to contribute to healthcare policy recommendations in war-affected areas, and to bolster our understanding of the health status and needs of those living in these areas